Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sylvana Simons over het bericht dat de politie onnodig data van burgers opspaart
Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat de politie onnodig data van burgers opspaart (ingezonden 28 juli 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 12 september
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3710.
Vraag 1
Heeft u het artikel gelezen met de titel «Politie spaart onnodig data van burgers
op»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat de politie nog steeds van miljoenen mensen automatisch
gegevens bijhoudt, ondanks dat de politie in 2015 zelf al aangaf niet te weten of
het wel noodzakelijk was al deze mensen te volgen?
Antwoord 2
Het gaat in het artikel specifiek om de afnemersindicaties – gegevens die de politie
geautomatiseerd opvraagt – bij de Basisregistratie Personen (BRP). De politie heeft
die afnemersindicatie om haar gegevens actueel te houden. Het gaat niet om het verzamelen
van nieuwe gegevens, maar om het actualiseren van al bestaande gegevens.
Het kan voor de veiligheid van de betrokkenen of de omgeving van belang zijn om over
de meest actuele gegevens te beschikken. Wanneer bijvoorbeeld een houder van een wapenvergunning
verhuist, is het van belang voor het uitvoeren van controles, dat de politie hiervan
op de hoogte is. Dit kan ook het geval zijn bij het informeren van slachtoffers van
bepaalde misdrijven.
De politie geeft aan het aantal afnemersindicaties te willen beperken en maakt daar
ook werk van. Zie hiervoor het antwoord op vraag 8.
Vraag 3
Wat is volgens u de juridische grondslag die door de politie in het artikel wordt
genoemd om van negen miljoen mensen automatisch gegevens bij te houden, ook als zij
geen strafbare feiten plegen, niet meer betrokken zijn bij een zaak, of zelfs al overleden
zijn?
Antwoord 3
De politie heeft de bevoegdheid om persoonsgegevens te verwerken die noodzakelijk
zijn voor haar taak zoals omschreven in artikel 3 Politiewet. Die verwerking vindt
plaats onder één van de doeleinden in de Wet politiegegevens (artikelen 8 tot en met
13). Artikel 4 (lid 1) van de Wet politiegegevens bepaalt dat de politie maatregelen
moet treffen om de persoonsgegevens die de politie verwerkt, juist en nauwkeurig te
houden.
Dit doet de politie op basis van de wet. In de Wet basisregistratie personen (artikel
3.2 Wet Brp) en het Besluit basisregistratie personen (art. 37 lid 1 onder b Besluit
Brp) is geregeld dat de politie gebruik maakt van de BRP. In het op die wetgeving
gebaseerde autorisatiebesluit basisregistratie personen voor de politie is te lezen
voor welke doelen en onder welke voorwaarden de politie de gegevens uit de BRP kan
verkrijgen.
Vraag 4
Wat is uw reactie op het feit dat het hier gaat om onrechtmatige gegevensverzameling
en -verwerking volgens de EU Richtlijn 2016 680 artikel 4.1 sub c en sub e, omdat
het hier gaat om buitenproportionele gegevensverzameling die in veel gevallen ook
niet (meer) nodig is?2
Antwoord 4
Zoals ik aangaf in het antwoord op vraag 2 gaat het hier niet om onrechtmatige gegevensverzameling,
maar om het actueel houden van al eerder verkregen gegevens. De richtlijn waarnaar
verwezen wordt is een Europese Richtlijn die geen directe werking in de lidstaten
heeft. De richtlijn is (grotendeels) omgezet in de Wet politiegegevens. Deze wet stelt
regels voor de rechtmatige verwerking van persoonsgegevens door onder andere de politie.
De afnemersindicatie en het gebruik van de BRP is echter in andere wetgeving geregeld.
Zie het antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Welke acties gaat u ondernemen om deze zoveelste onrechtmatige gegevensverwerking
door de politie te stoppen? Bent u bereid bij de politie per direct een stappenplan
en concreet tijdspad op te vragen voor het stopzetten van onrechtmatige en buitenproportionele
gegevensverzameling middels afnemersindicaties? Zo ja, wanneer kunt u de kamer over
dit tijdspad en deze stappen inlichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De politie heeft het beleidskader afnemersindicaties in 2020 vastgesteld. Bij de ontwikkeling
van nieuwe systemen hanteert de politie dit beleidskader. Ik verwijs u naar het antwoord
op vraag 8 voor meer inhoudelijke informatie over dit beleidskader. Bij enkele oudere
systemen die op nominatie staan om vervangen te worden moeten nog aanpassingen worden
gedaan om het beleidskader afnemersindicaties te implementeren. Deze technische aanpassingen
vergen enige doorlooptijd.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de onnodige risico’s op datalekken binnen deze gegevensverzameling,
nu duidelijk is dat de beveiliging van de 36 belangrijkste politiesystemen niet op
orde is?
Antwoord 6
De juistheid van persoonsgegevens is voor het uitvoeren van de politietaak essentieel.
Als gegevens ongeoorloofd worden ingezien, gewijzigd, of verwijderd, kan dat ernstige
gevolgen hebben voor individuen, voor strafzaken, en voor de rechtstaat. Tegelijkertijd
is het risico op datalekken nooit helemaal uit te sluiten, ondanks alle technische
en organisatorische maatregelen die de politie treft.
Het risico op datalekken staat los van het wel of niet hebben van de afnemersindicaties.
Deze afnemerindicaties gaan immers om het actueel houden van bestaande gegevens. Dat
zorgt ervoor dat het risico op datalekken niet anders is dan wanneer er geen afnemersindicaties
voor die persoonsgegevens zijn.
Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de planmatige aanpak ter verbetering van deze
36 politiesystemen3. De enkele systemen van deze 36 die gekoppeld zijn met de afnemersindicaties zullen
ook compliant worden gemaakt aan het beleidskader afnemersindicaties vanuit de politie.
Vraag 7
Wat is uw reactie op het feit dat de politie zelf al in een memo twee jaar geleden
aangaf dat deze gegevensverzameling niet in orde was, maar nog steeds geen nieuw beleid
heeft ingevoerd?
Antwoord 7
De politie heeft het beleidskader afnemersindicaties in 2020 vastgesteld. In het bedoelde
memo worden twee kernzaken beschreven, namelijk het te hanteren normenkader ten aanzien
van afnemersindicaties en de benodigde systeemwijziging om te voldoen aan dit normenkader.
Ik verwijs u verder naar het antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Kunt u toelichten voor welke specifieke groepen of type afzonderlijke personen in
het nieuwe beleid wel een afnemersindicatie behouden wordt in het nieuwe beleid? Welke
juridische en beleidsmatige onderbouwing bestaat er voor de keuze voor deze specifieke
groepen of type afzonderlijke personen?
Antwoord 8
In het beleidskader afnemersindicatie zijn vijf categorieën van personen gedefinieerd
waarvoor een afnemersindicatie mag worden opgenomen, te weten: verdachten, personen
met een of meerdere risicoclassificaties (bv. personen die vuurwapen- of vluchtgevaarlijk
zijn), doelgroepen vanuit (opgedragen) speerpunten en beleid (bv. slachtoffers huiselijk
geweld, voetbalhooligans of Outlaw Motorcycle Gangs), personen die van belang zijn
bij de uitvoering van strafrechtelijke beslissingen (in belang van de rechtsgang)
en personen met een wapenvergunning.
Wanneer bij het wijzigen van de status of betrokkenheid van een persoon deze niet
meer voldoet aan de bovenstaande criteria, moet de afnemerindicatie worden verwijderd.
De afwegingen die hebben geleid tot de totstandkoming van dit beleid zijn gebaseerd
op de operationele noodzakelijkheid voor het uitvoeren van de politietaak. Daarbij
is de Wet politiegegevens het kader waarbinnen de gegevens verwerkt dienen te worden.
Vraag 9
Bent u bereid te laten onderzoeken op welke andere wijze de politie buitenproportioneel
en onnodig gegevens verzamelt van mensen in Nederland? Zo ja, op welke wijze en op
welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, ik ben niet bereid dit te laten onderzoeken. Het toezicht op het, in algemene
zin, naleven van de Wet politiegegevens is belegd bij de Autoriteit Persoonsgegevens
dan wel, in het specifieke geval van een strafrechtelijk onderzoek, bij de rechter.
Vraag 10
Op welke wijze en gaat u erop toezien dat de Nederlandse politie, Europese wetgeving
op het gebied van gegevensbescherming nakomt?
Antwoord 10
Uiteraard ben ik constant in gesprek met politie over gegevensverwerking. Zeker nu
er een traject loopt om de Wet politiegegevens te wijzigen. Het toezicht op naleving
van de Wet politiegegevens ligt bij de Autoriteit Persoonsgegevens.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.