Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Leijten en Hijink over lekkende zorgdata
Vragen van de leden Leijten en Hijink (beiden SP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over lekkende zorgdata (ingezonden 29 juni 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van
Defensie (ontvangen 12 september 2022).
Vraag 1
Kunt u uitgebreid analyseren hoe het mogelijk is geweest dat een commercieel softwarebedrijf
jarenlang de privacy van tienduizenden patiënten en tientallen huisartsen heeft geschonden
door medische gegevens niet goed te beschermen? Kunt u uw antwoord toelichten?1
Antwoord 1
Medworq verwerkte data in opdracht van huisartsen en heeft haar informatiebeveiliging
ingericht conform de geldende normen en is hiervoor ISO27001 en NEN7510 gecertificeerd.
Een oud-medewerker heeft in de rol van Information Security Officer (ISO) tijdens
zijn interne controlewerkzaamheden data ontvreemd, aldus Medworq. In 2020 bleek volgens
Medworq dat de oud-medewerker data had ontvreemd en zijn geheimhoudingsplicht had
geschonden. Lopende het strafproces heeft de oud-medewerker de data aan journalistiek
platform Follow The Money (FTM) overhandigd. De betreffende data zijn volgens FTM
en de oud-medewerker nooit verder verspreid.
In een brief van 6 juli jl. geeft Medworq aan dat in samenwerking met Openbaar Ministerie
(OM) is bewerkstelligd dat de ontvreemde data door de ex-medewerker is overhandigd
aan een notaris, en dat alle kopieën van de betreffende data zijn gewist. Ook FTM
heeft verklaard dat zij alle data die door de oud medewerker aan hen is verstrekt
heeft gewist.
Vraag 2
In hoeverre vindt u het wenselijk dat commerciële bedrijven het ontwikkelen van medische
apps – waarbij gevoelige medische data wordt verwerkt – sponsoren, terwijl deze bedrijven
ook een commercieel belang hebben bij de inhoud van deze data? Kunt u uw antwoord
uitbreid motiveren?2
Antwoord 2
Voorop staat dat gegevens over de gezondheid van personen tot de meest gevoelige gegevens
behoren en dat deze gegevens op uitermate zorgvuldige wijze bewaard moeten worden
en dat effectieve maatregelen getroffen moeten worden om te voorkomen dat zij uitlekken.
De Staatssecretaris van BZK en ik betreuren dat dit heeft plaatsgevonden en zetten
ons in om bijzondere persoonsgegevens goed te (blijven) beschermen. Het is primair
aan zorgaanbieders zelf om te zorgen dat voldaan wordt aan de wet- en regelgeving
en daar goede voorzieningen voor te treffen. Daarnaast is goede controle op de naleving
van deze regels noodzakelijk. Wij vinden het echter niet per definitie onwenselijk
dat commerciële bedrijven medische apps ontwikkelen. Dit wordt ook al veel gedaan.
Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld gezondheidsapps (bijvoorbeeld apps die stappen
tellen) en draagbare technologie (wearables; zoals horloges waarmee de bloeddruk wordt
gemeten). Hierdoor krijgen mensen steeds vaker binnen en buiten de zorgcontext meer
gegevens over hun eigen gezondheid. Dit versterkt hun positie en maakt dat zij meer
grip krijgen op hun gezondheid. Ook vinden wij het niet per se onwenselijk dat zorgaanbieders
gebruik maken van software – zoals een zorginformatiesysteem – die is ontwikkeld en
feitelijk beheerd wordt door een softwareleverancier. Immers, ICT-aanbieders hebben
de kennis en kunde om ICT te ontwikkelen die aansluit bij de wensen van het veld.
Gegevens over de gezondheid vallen onder de bijzondere categorieën persoonsgegevens
die onder de AVG extra bescherming genieten. Het uitgangspunt daarbij is dat de verwerking
van gezondheidsgegevens verboden is, behalve in een aantal uitzonderingsgevallen.
Een van die uitzonderingen is dat de betrokkene uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven
voor de verwerking van deze gegevens voor specifieke doelen. Als dit wordt vertaald
naar de context van een gezondheidsapp, betekent het vooraf voor de gebruiker van
de app duidelijk moet zijn welke gegevens er op welke wijze verwerkt gaan worden en
voor welke specifieke doeleinden dit gebeurt. De gebruiker moet hier expliciet toestemming
voor geven voordat de gegevensverwerking plaatsvindt. Verder dient de verwerking van
de gegevens zorgvuldig te gebeuren, wat onder meer inhoudt dat er niet meer gegevens
worden verwerkt dan noodzakelijk en dat passende technische en organisatorische maatregelen
worden genomen om de gegevens te beschermen. Dit laatste is in nationale wetgeving
nader ingevuld: zorgaanbieders moeten voldoen aan de informatiebeveiligingsnormen
NEN 7510, NEN 7512 en NEN 7513.
Daarnaast geldt het medisch beroepsgeheim, dat met zich brengt dat een hulpverlener
in beginsel moet zwijgen over alles dat aan hem door de patiënt wordt toevertrouwd.
Het belang van het wettelijk beroepsgeheim wordt onderstreept door de strafbaarstelling
van schending ervan. Voor degenen die geen medisch beroepsgeheim hebben, maar wel
beroepsmatig op de hoogte raken van behandelgegevens van de patiënt, zoal ICT-ers,
geldt overigens een afgeleid medisch beroepsgeheim. Dat betekent dat voor hen dezelfde
regels gelden als voor hulpverleners.
Deze kaders bieden, mits zij goed worden toegepast, robuuste waarborgen voor de verwerking
van gezondheidsgegevens door medische apps. Het is primair aan zorgaanbieders zelf
om te zorgen dat voldaan wordt aan de wet- en regelgeving en daar goede voorzieningen
voor te treffen.
Wat de AVG betreft, is de Autoriteit Persoonsgegevens verantwoordelijk voor het toezicht
op de naleving, ook in het digitale domein. Het verwerken van medische gegevens door
apps is een onderwerp dat volop in beweging is en vraagt om een stevige vinger aan
de pols. Dit heeft zowel onze aandacht, als de aandacht van de toezichthouder.3 Verder wordt op verschillende manieren ingezet op bewustwording en verbetering van
de naleving. Zo worden zorgaanbieders onder meer ondersteund door de informatie die
te vinden is op de AVG-helpdesk (www.avghelpdeskzorg.nl). Daarnaast worden zorgaanbieders ondersteund en gefaciliteerd om de informatiebeveiliging
en digitale weerbaarheid te verbeteren. Er wordt gezamenlijk met de zorgkoepels gewerkt
aan het Actieplan Informatieveilig gedrag met als doel om het bewustzijn van informatiebeveiliging
in de zorg te verhogen. Bij ICT-incidenten kunnen aangesloten zorginstellingen rekenen
op hulp van Z-CERT. Deze organisatie helpt zorginstellingen bij het bestrijden van
dit soort incidenten. Verder wordt met het project «toekomstbestendig maken UZI» ingezet
of verbetering van de manier waarop zorgverleners en zorgaanbieders zich identificeren,
authentiseren en autoriseren voor het uitwisselen van medische gegevens. Daarnaast
wordt onderzocht of de toezicht- en handhavingsbevoegdheden van de Inspectie Gezondheid
en Jeugd (IGJ) van de eerder genoemde informatiebeveiligingsnormen verduidelijking
behoeven.
Vraag 3
Waarom zijn de signalen van een medewerker van het betreffende bedrijf niet opgepikt,
die dit zowel bij de politie als uw ministerie zou hebben gemeld? Kunt u toelichten
wat er volgens u moet gebeuren op uw ministerie zodat dit soort meldingen in de toekomst
serieus worden genomen?
Antwoord 3
Het is niet aan de Minister van VWS om dit soort meldingen te onderzoeken. Dit laat
onverlet dat de melder door mij zeer serieus is genomen. De Beveiligingsautoriteit
van VWS heeft o.a. samen met de melder gezocht naar het geschikte loket om deze melding
te doen, zoals bij een officier van justitie of het huis voor de klokkenluiders zodat
de noodzakelijke data verstrekt kon worden en een onderzoek mogelijk was. De melder
heeft echter ervoor gekozen daarvan geen gebruik te maken. De melder heeft aan de
BVA van het Ministerie van VWS aangegeven zelf de melding bij de AP te hebben gedaan.
Vraag 4 en 5
Klopt het dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) het datalek heeft
gemeld aan het bedrijf in augustus 2020? Zo ja, kunt u aangeven of dit is gebeurd
naar aanleiding van (onder andere) de melding van de oud-medewerker?
Is er op basis van de MIVD-melding actie ondernomen om onderzoek te doen naar het
betreffende bedrijf? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Over werkwijzen en onderzoeken van de AIVD en MIVD worden in het openbaar geen mededelingen
gedaan. Wel kunnen wij t.a.v. deze casus meedelen dat bij het Ministerie van Defensie
een anonieme melding is binnengekomen van een potentieel datalek van medische gegevens.
Deze melding is onderzocht en naar aanleiding daarvan is contact opgenomen met het
bedrijf. De onderzoeksresultaten zijn vervolgens overgedragen aan de politie.
Vraag 6
Wat gebeurt er doorgaans indien de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD)
of MIVD aanwijzingen hebben dat bedrijven kwetsbaar zijn voor datalekken? Kunt u toelichten
wat hierbij het gangbare proces is en waarom?
Antwoord 6
Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor hun eigen informatiebeveiliging. In zijn
algemeenheid heeft de AIVD in het kader van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2017 een taak om veiligheidsmaatregelen te bevorderen tegen concrete of voorstelbare
dreigingen bij vitale instanties – van overheid tot bedrijfsleven – die van essentieel
belang zijn voor het maatschappelijke leven. Indien bij een concrete of voorstelbare
dreiging een mogelijk gevolg van deze dreiging datalekken zijn, dan kan de AIVD in
samenwerking met andere partners zoals het Nationaal Cybersecurity Centrum betreffende
bedrijven benaderen. De MIVD heeft in het kader van de Wiv2017 de taak om veiligheidsmaatregelen
te bevorderen tegen concrete of voorstelbare dreigingen bij defensieorderbedrijven.
Vraag 7
Klopt het dat er melding van dit datalek is gedaan bij de Autoriteit Persoonsgegevens?
Zo ja, waarom zijn de betreffende huisartsen en patiënten niet geïnformeerd over het
datalek?
Antwoord 7
Over individuele meldingen en zaken doet de AP in het kader van eventueel onderzoek
in principe geen uitspraken. De AP beoordeelt of er op een juiste wijze invulling
is gegeven aan de meldplicht van art. 33 en art. 34 van de AVG.
Vraag 8
Erkent u dat alsnog alle betrokkenen in dit datalek – zowel patiënten als huisartsen
– moeten worden ingelicht conform de AVG? Hoe gaat u hierop toezien?
Antwoord 8
Het is aan verwerkingsverantwoordelijken om te beoordelen of een datalek moet worden
gemeld aan betrokkenen en de AP. De AP beoordeelt als onafhankelijke toezichthouder
of hieraan op een juiste wijze invulling is gegeven.
Vraag 9
Bent u het met mij eens dat medische informatie van mensen zeer gevoelig is of kan
zijn en daarom nog beter beschermd dient te worden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
Medische informatie is zeer gevoelige informatie en dient goed beschermd te worden.
En dat gebeurt ook: medische informatie wordt beschermd in internationale en nationale
regelgeving.
In ons antwoord op vraag 2 zijn wij al op deze regelgeving ervan ingegaan. Deze regelgeving
moet goed worden uitgevoerd. Daarnaast zetten wij ons op verschillende manieren in
om bewustwording en verbetering van de naleving. In ons antwoord op vraag 2 zijn meerdere
voorbeelden genoemd hoe daarop ingezet wordt.
Vraag 10
Bent u in het licht van bovenstaande bereid met aanvullende maatregelen te komen om
medische data van mensen beter te beschermen, waarbij commerciële belangen worden
uitgesloten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Er is reeds internationale en nationale wetgeving waarin is geborgd dat commercieel
gebruik van medische informatie niet zomaar is toegestaan. Deze regelgeving moet goed
worden uitgevoerd en gehandhaafd. Daarom zetten wij ons, zoals in het antwoord op
vraag 2 toegelicht, op verschillende manieren in om bewustwording van de regelgeving
en op het verbeteren van de naleving.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.