Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het uitsluiten van de uitvaartbranche van de zorgbonus
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het uitsluiten van de uitvaartbranche van de zorgbonus (ingezonden 19 augustus 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 9 september 2022).
Vraag 1
Wat is de reden dat medewerkers in de uitvaartzorg in tegenstelling tot andere zorgverleners
geen bonus hebben ontvangen voor hun inzet tijdens de pandemie en de risico’s die
zij daarbij hebben gelopen voor hun eigen gezondheid?
Vraag 3
Bent u bereid om alsnog met de uitvaartsector in gesprek te gaan over de mogelijkheden
voor een zorgbonus voor werknemers in de uitvaartzorg?
Antwoord 1 en 3
Het kabinet stelde in 2020 via de subsidieregeling bonus zorgprofessionals COVID-19
(hierna: subsidieregeling) een bonus beschikbaar van netto € 1.000 voor zorgprofessionals
en pgb-zorgverleners die een uitzonderlijke prestatie hebben verricht in de strijd
tegen COVID-19 in de periode 1 maart 2020 tot 1 september 2020. De subsidieregeling
komt voort uit de breed aangenomen Kamermotie die de regering verzocht «de mogelijkheid te onderzoeken om de zorgverleners van wie nu extra inzet wordt gevraagd
in de bestrijding van het coronavirus, als blijk van waardering, een bonus toe te
kennen, en de Kamer over de uitkomst te informeren»1. In 2021 stelde het kabinet opnieuw een bonus beschikbaar voor het verrichten van
een uitzonderlijke prestatie van ten hoogste € 500 netto, ditmaal voor werkzaamheden
verricht in de periode 1 oktober 2020 tot 15 juni 2021. De bonus voor 2021 betrof
een gebudgetteerde regeling waarbij het bonusbedrag afhankelijk is van het aantal
aanvragen. In totaal was er € 720 miljoen beschikbaar voor de zorgbonus 2021. Rekening
houdend met het aantal aanvragen is het definitieve bonusbedrag op € 384,71 netto
vastgesteld. Het kabinet heeft met de subsidieregeling zijn waardering uitgesproken
voor zorgprofessionals werkzaam in de sector Zorg en Welzijn. Deze waardering is bovenop
de reguliere beloningsmogelijkheden die elke werkgever in Nederland heeft conform
hun eigen cao’s.
Voor deze subsidie kwamen zorgaanbieders binnen de sector zorg en welzijn in aanmerking
die (bedrijfsmatig) zorg verlenen bij of krachtens de Wet langdurige zorg, de Zorgverzekeringswet,
de Wet publieke gezondheid, de Jeugdwet of de Wet maatschappelijke ondersteuning én
die op 1 september 2020 in het handelsregister stonden ingeschreven met ten minste
twee werkzame personen en met een hoofd- of nevenactiviteit met een SBI-code die in
de bijlage van de bonusregeling is opgenomen. Voor personeel werkzaam bij deze zorgaanbieders
kon, indien de zorgaanbieder van mening is dat de zorgprofessional een uitzonderlijke
prestatie heeft verricht subsidie worden aangevraagd voor het uitkeren van een bonus.
Zorgaanbieders konden voor de voor hen werkzame zorgprofessionals bij de Dienst Uitvoering
Subsidies aan Instellingen (hierna: DUS-i) subsidie aanvragen voor de bonus. Budgethouders
konden een bonus aanvragen voor de voor hen werkzame pgb-zorgverleners bij de Sociale
Verzekeringsbank (hierna: SVB). De verrichte werkzaamheden werden bekostigd uit de
Wmo 2015, Jeugdwet of Wlz.
De coronacrisis heeft onze samenleving voor grote uitdagingen gesteld en van ons allemaal
een bijzondere inspanning gevraagd, ook buiten de sector zorg en welzijn. Dit geldt
ook voor medewerkers in de uitvaartbranche en andere sectoren buiten zorg en welzijn
waarin belangrijk werk is verricht in de coronacrisis. Ik heb grote waardering voor
de wijze waarop wij ons allen in de coronacrisis aan deze moeilijke situatie hebben
aangepast. De subsidieregeling is echter specifiek bedoeld voor de sector zorg en
welzijn. De uitvaartbranche valt niet onder de deze sector en kwam om die reden niet
in aanmerking om een subsidieaanvraag in te dienen. Het verder uitbreiden van de subsidieregeling
naar sectoren buiten de sector zorg en welzijn is niet aan de orde.
Vraag 2
Klopt het dat uw ministerie in augustus 2020 een brief heeft ontvangen van de Vereniging
Toeleveranciers Uitvaartbranche (VTU) over dit onderwerp, maar dat hier geen reactie
op is gekomen? Zo ja, waarom is er niet op deze brief gereageerd?
Antwoord 2
Vanuit verschillende branches is aandacht gevraagd voor de inzet die is geleverd tijdens
de coronacrisis. Ook vanuit de uitvaartbranche heb ik vragen ontvangen over de subsidieregeling,
die ik waar mogelijk beantwoord heb. Daaronder kan inbegrepen zijn een brief van de
Vereniging Toeleveranciers Uitvaartbranche. In mijn communicatie over de subsidieregeling
heb ik aan branches buiten zorg en welzijn benadrukt dat ik ieders inspanning in covid
tijd enorm waardeer, maar de subsidieregeling niet openstaat voor andere sectoren
dan de sector zorg en welzijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.