Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Teunissen over ecocide door Russische militaire agressie in Oekraïne
Vragen van de leden Van Raan en Teunissen (beiden PvdD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over ecocide door Russische militaire agressie in Oekraïne (ingezonden 16 augustus 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 9 september 2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat de Russische militaire agressie in Oekraïne niet
alleen onvoorstelbaar menselijk leed toebrengt, maar ook grote schade aanricht aan
het milieu?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat de autoriteiten in Oekraïne groot belang hechten aan
het in kaart brengen van deze schade en aan het herstel wanneer de oorlogssituatie
dit toelaat?1
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u bekend met het onderzoek van de Oekraïense Procureur-Generaal naar het plegen
van ecocide – zoals gedefinieerd in het Wetboek van Strafrecht aldaar – door het Russische
leger?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Klopt het dat het Bureau van de Algemene Aanklager in Oekraïne al reeds 17.000 berichten
en 60.000 beelden heeft ontvangen van milieuschade in Oekraïne aangericht door Russische
troepen?
Antwoord 4
De Nederlandse regering beschikt niet over deze informatie.
Vraag 5
Bent u bekend met de milieuclausule in het lid 8(2)(b)(iv) van het Statuut van Rome,
die ernstige, langdurige en wijdverspreide milieuaantasting als gevolg van disproportioneel
militair optreden tot oorlogsmisdaad bestempelt?
Antwoord 5
Ja. Het gaat volgens de betreffende bepaling om de volgende handeling: «[het] opzettelijk
een aanval inzetten in de wetenschap dat een dergelijke aanval bijkomstige verliezen
aan levens of letsel onder burgers zal veroorzaken of schade aan burgerobjecten of
omvangrijke, langdurige en ernstige schade aan het milieu zal aanrichten, die duidelijk
buitensporig zou zijn in verhouding tot het te verwachten concrete en directe algehele
militaire voordeel.»
Vraag 6
Klopt het dat er geen aanwijzingen zijn dat de missie van het Internationaal Strafhof
inzake het onderzoek naar oorlogsmisdaden in Oekraïne ook aandacht besteed aan de
genoemde milieuclausule, terwijl in Oekraïne grote urgentie ter zake gevoeld wordt?
Antwoord 6
Op 2 maart heeft het Internationaal Strafhof een onderzoek geopend naar vermeende
misdrijven gepleegd in de context van de situatie in Oekraïne sinds 21 november 2013.
Het is aan de Aanklager van het Internationaal Strafhof om te bepalen hoe dit onderzoek
wordt uitgevoerd. De Nederlandse regering mengt zich niet in het vervolgingsbeleid
van het Strafhof.
Vraag 7
Kunt u als partij bij het Statuut van Rome er bij het Strafhof op aandringen de milieuclausule
wel mee te nemen in het onderzoek?
Antwoord 7
De Nederlandse regering respecteert de onafhankelijkheid van het Internationaal Strafhof
en bemoeit zich derhalve niet inhoudelijk met strafrechtelijke onderzoeken van de
Aanklager van het Internationaal Strafhof. Het kabinet heeft er vertrouwen in dat
de Aanklager van het Internationaal Strafhof de situatie in Oekraïne zal beoordelen
in het licht van alle relevante bepalingen in het Statuut van Rome.
Vraag 8
Bent u bereid ondersteuning te bieden aan Oekraïne bij het verzamelen van bewijsmateriaal
van milieuschade door Russische militaire agressie? Zo ja, op welke manier?
Antwoord 8
Nederland heeft nauw contact met het kantoor van de Procureur-Generaal van Oekraïne
over technische ondersteuning en de behoefte van de Procureur-Generaal. Zo zet Nederland
op verzoek van Oekraïne en onder de vlag van het Internationaal Strafhof forensisch-
en opsporingsteams in voor onderzoek naar en het veiligstellen van bewijs aangaande
mogelijk gepleegde oorlogsmisdrijven in Oekraïne. Tot op heden is geen ondersteuning
gevraagd bij opsporingsonderzoek naar schade aan het milieu gerelateerd aan de oorlogsmisdrijven
gepleegd in Oekraïne.
Vraag 9
Waarom is in de Politieke Verklaring van de op 14 juli in Den Haag gehouden Ukraine
Accountability Conference niets over de aangerichte milieuschade en de noodzaak Rusland
hiervoor aansprakelijk te stellen, opgenomen?
Antwoord 9
De Politieke Verklaring aangenomen tijdens de Ukraine Accountability Conference is
in zeer korte tijd uitonderhandeld tussen 45 landen, waaronder Oekraïne. Tijdens deze
onderhandeling is er geen verzoek geweest om een verwijzing naar milieuschade op te
nemen in de verklaring.
Vraag 10
Is de conclusie gerechtvaardigd dat de blinde vlek op milieugebied in relatie tot
Oekraïne van zowel Nederland als het Internationaal Strafhof voortvloeit uit het ontbreken
van ecocide als een op zichzelf staand misdrijf in het Statuut van Rome, en de verwerping
van de noodzaak hiervan door het kabinet in zijn brief van 26 april 2021?2
Antwoord 10
Nee. Het kabinet is van mening dat er geen sprake is van een blinde vlek op milieugebied
die voortvloeit uit het ontbreken van ecocide als een op zichzelf staand misdrijf
in het Statuut van Rome. Zoals aangegeven in de kabinetsreactie op de initiatiefnota
van het lid van Raan over ecocide,3 ziet het kabinet verschillende manieren om bescherming van het milieu op internationaal
niveau te adresseren.
Vraag 11
Geldt de argumentatie uit die brief nog steeds, of is er sprake van voortschrijdend
inzicht? Zo ja, waarop is dat inzicht dan gebaseerd?
Antwoord 11
De zienswijze zoals verwoord in de kabinetsreactie op de initiatiefnota van uw lid
van Raan over ecocide is nog actueel en het kabinet ziet geen aanleiding daar nu van
af te wijken. Inzetten op een wijziging van het Statuut van Rome acht het kabinet
nu weinig kansrijk omdat het kabinet verwacht dat daarvoor onvoldoende draagvlak bestaat.
Wel volgt het kabinet ontwikkelingen rondom de juridische benadering van het concept
ecocide met interesse en zet Nederland zich in voor betere bescherming van het milieu
tijdens gewapende conflicten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.