Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over het artikel 'Netbeheerder TenneT zet afname en opwek stroom van bedrijven stil'
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het artikel «Netbeheerder Tennet zet afname en opwek stroom van bedrijven stil» (ingezonden 15 juni 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 9 september 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3464.
Vraag 1
Bent u bekend met artikel «Netbeheerder Tennet zet afname en opwek stroom van bedrijven
stil»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u van mening dat deze problemen niet opeens zijn begonnen en dat er de afgelopen
jaren al signalen waren dat het stroomnet vastliep in deze provincies?
Antwoord 2
Dat transportschaarste op het elektriciteitsnet in toenemende mate een probleem is,
was bij mij bekend en ik heb uw Kamer hier het afgelopen jaar ook meermaals over geïnformeerd
(o.a. Kamerstuk 29 023, nr. 281). Dat het elektriciteitsnet in Limburg en Noord-Brabant zijn grens op een gegeven
moment zou bereiken, was mij eveneens bekend, maar de snel gestegen forse vraag naar
transportcapaciteit vanuit de industrie de afgelopen maanden heeft voor een versnelling
van de transportschaarste gezorgd.
Vraag 3
Bent u bereid om een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de problemen
op het stroomnet? Bent u daarbij specifiek bereid om ook te kijken naar de taakverdeling
tussen netbeheerders, toezichthouders en overheden?
Antwoord 3
De Algemene Rekenkamer heeft recent onderzoek gedaan naar de transportschaarste op
het elektriciteitsnet (Kamerstuk 36 100 XIIII, nr. 2) en concludeert o.a. dat ik sinds het ontstaan van de problematiek sterk ingezet
heb op verbetering van de efficiënte benutting van het elektriciteitsnet. Hiermee
heb ik, als gevolg van de toenemende vraag naar transportcapaciteit, de personeels-
en materiaalschaarste en de lange doorlooptijd van energie-infrastructuurprojecten,
de transportschaarste helaas niet kunnen wegnemen. De verhouding tussen netbeheerders,
toezichthouders zoals de Autoriteit Consument en Markt (ACM) en overheden komt grotendeels
tot stand op basis van Europese wetgeving en jurisprudentie en ligt dus vast. Mijn
bewegingsvrijheid om de taakverdeling tussen deze partijen te wijzigen is uiterst
beperkt.
Vraag 4
Wat denkt u op korte termijn te kunnen doen en tot welk jaar bieden deze maatregelen
soelaas?
Antwoord 4
Voor de problematiek in Limburg en Noord-Brabant heb ik samen met beide provincies
de heer Voorhorst aangesteld als speciaal coördinator om samen met netbeheerders,
medeoverheden en marktpartijen te komen tot verlichting van de problematiek in deze
regio. Eén van de acties die gezamenlijk besproken wordt, is het congestiemanagement-onderzoek
dat TenneT uitvoert en waarvan de resultaten recent zijn gepubliceerd door TenneT.
Op basis van de nieuwe code congestiemanagement heeft TenneT aanvullende ruimte op
het net gevonden. Er komt circa 1.700 MW aan extra ruimte beschikbaar (circa 10x de
stad Maastricht). Die ruimte kan gecreëerd worden omdat er gebruik wordt gemaakt van
flexibel vermogen van marktpartijen die tegen vergoeding het elektriciteitsnet ontlasten
tijdens verwachte piekmomenten.
In de taskforce is ook afgesproken dat medeoverheden waar mogelijk de inpassing van
nieuwe of uitbreiding van bestaande infrastructuur versnellen. Zo hebben de medeoverheden
in Limburg en Noord-Brabant toegezegd dat ze maximaal mee zullen werken aan het plaatsen
van koppeltransformatoren, waardoor TenneT zo snel mogelijk extra transportcapaciteit
beschikbaar kan stellen. Helaas verwacht ik dat ondanks deze acties de situatie van
transportschaarste niet structureel weggenomen kan worden waardoor bedrijven en instellingen
in sommige gevallen moeten wachten op een aansluiting en transportcapaciteit. TenneT
verwacht de komende jaren verschillende investeringen operationeel te hebben waardoor
stapsgewijs extra ruimte ontstaat en partijen van transportcapaciteit kunnen worden
voorzien.
Vraag 5
Gezien de schaarste, hoe kijkt u naar het toepassen van prioritering en daarop maatwerk
te bieden?
Antwoord 5
Voor het (maatschappelijk) prioriteren van uitbreidingsinvesteringen zie ik ruimte,
zoals aangegeven in Kamerstuk 29 023, nr. 281. Ik werk dat op dit moment uit als onderdeel van het MIEK en zal daarin ook continue
de informatie vanuit de CES’en actualiseren om zodoende de planningen van bedrijven
en netbeheerders zo goed als mogelijk op elkaar aan te laten sluiten. In de kamerbrief
Transportschaarste op het elektriciteitsnet in Nederland van 9 september ga ik verder
op het vraagstuk van prioriteren in.
Vraag 6 en 7
Kunt u toelichten hoeveel ruimte op het net gereserveerd is, maar nog niet wordt gebruikt
(het zogeheten «handdoekje leggen»)? Waarvoor is die ruimte specifiek gereserveerd?
Betekent de gereserveerde ruimte dat het net nog niet helemaal vol zit, maar dat het
alleen administratief vol zit?
Antwoord 6 en 7
Netbeheerders moeten bij het bepalen van de hoeveelheid transportcapaciteit die zij
nog kunnen uitgeven rekening houden met de fysieke belasting op het elektriciteitsnet
en de reeds vergeven transportcapaciteit, die op dit moment nog niet gebruikt wordt
maar op een voorzienbaar moment wel gebruikt zal worden. De omvang van deze gereserveerde
transportcapaciteit is locatieafhankelijk en daar kan ik geen generieke uitspraak
over doen. Als algemeen uitgangspunt vind ik het ook heel redelijk dat netbeheerders
bij het aangaan van nieuwe transportverplichtingen rekening houden met de reeds uitgegeven
maar nog niet fysiek gebruikte capaciteit. Bij het zogeheten «handdoekje leggen» gaat
het om partijen die op een locatie ver vooruit transportcapaciteit contracteren zonder
concrete plannen en initiatieven om deze op termijn ook daadwerkelijk te gebruiken.
Netbeheerders gaan in een dergelijk geval met de partijen in gesprek of het vastleggen
van transportcapaciteit ook echt nodig is. Ook bied ik in de Energiewet netbeheerders
een grondslag om niet gebruikte transportcapaciteit weer vrij te laten vallen aan
andere netgebruikers; uiteraard zal dat ook met de nodige waarborgen omkleed moeten
worden. Volledigheidshalve zou ik nog willen aangeven dat het elektriciteitsnet niet
continu «vol» is. Dat is alleen het geval op bepaalde piekmomenten waarop partijen
gelijktijdig elektriciteit consumeren of produceren. Door het net effectiever te gebruiken,
bijvoorbeeld door het inzetten van flexibiliteit (zoals bijvoorbeeld partijen die
bereid zijn even minder af te nemen), kan er wel ruimte gevonden worden voor nieuwe
gebruikers. Hier zet ik samen met netbeheerders dan ook op in.
Vraag 8
Hoe gaat u werk maken van snellere vergunningverlening voor netverzwaring? Hoe staat
het met het uitwerken van een crisis- en herstelwetachtige aanpak zoals in het coalitieakkoord
benoemd?
Antwoord 8
In het gesprek over de transportschaarste in Limburg en Noord-Brabant heb ik met de
medeoverheden afgesproken dat ze er alles aan zullen doen om de netbeheerders te faciliteren
in een snelle ruimtelijke inpassing van de energie-infrastructuur, zoals het bespoedigen
van vergunningverlening of het bestemmen van ruimte voor energie-infrastructuur. Ook
is afgesproken dat medeoverheden elkaar bijstaan als de capaciteit of expertise voor
en snelle inpassing ontbreekt. Daarnaast heb ik fors geïnvesteerd in de vergroting
van de slagkracht voor de Rijkscoördinatieregeling. Ik heb gesproken met de Raad van
State. De Raad van State heeft aangegeven al maximaal in te zetten op het aantrekken
van juristen. Er zijn op verzoek van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening en mij twee onderzoeken uitgevoerd door de Rijksuniversiteit Groningen (RUG)
naar eventuele mogelijkheden om de bezwaarfase of beroepsfase te versnellen. De rapporten
zullen binnenkort aan uw Kamer worden gezonden.
In de Energiewet veranker ik een aantal mogelijkheden à la de Crisis- en Herstelwet
om de ruimtelijke inpassing van energie-infrastructuur te versnellen. Zo vergroot
ik bijvoorbeeld de mogelijkheid om als provincie of Rijk te interveniëren bij moeilijk
lopende projecten op gemeentelijk en provinciaal niveau.
Vraag 9
Wat betekent dit voor de klimaatdoelen en onze aanpak voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen
en zonnepanelen?
Antwoord 9
Transportschaarste op het elektriciteitsnet en de snelheid waarmee additionele transportcapaciteit
gerealiseerd kan worden zijn belangrijke parameters voor de transitiesnelheid. Dit
vergt ook dat we in al het energiebeleid rekening moeten houden met de beschikbaarheid
van transportcapaciteit op het elektriciteitsnet. Dit beoog ik ook met Nationaal Plan
Energiesysteem te bewerkstelligen. Op dit moment zijn er (nog) geen transportbeperkingen
voor hybride warmtepompen en zonnepanelen voor consumenten en kleine zakelijke gebruikers.
Voor partijen met een grootverbruiksaansluiting kan dit inderdaad betekenen dat ze
tijdelijk geen zonnepanelen of hybride warmtepomp kunnen installeren of in gebruik
nemen.
Vraag 10
Wat betekent dit voor de verduurzaming van de industrie en de geplande investeringen
in de MIEK?
Antwoord 10
De verduurzaming van de Industrie is belangrijk bij het behalen van de klimaatdoelen.
Via de CES’en en het MIEK werk ik nauw samen met de industriële clusters om de verduurzaming
te faciliteren. Voldoende transportcapaciteit is hiervoor essentieel en hiervoor is
uitbreiding van het elektriciteitsnet cruciaal. Een planmatige aanpak van de uitrol
van energie-infrastructuur is nodig om deze infrastructuur mee te kunnen laten groeien.
TenneT geeft in haar investeringsplannen zicht in de geplande uitbreidingen. Hierin
heeft TenneT de MIEK projecten meegenomen.
Vraag 11
Vindt u dat netbeheerders ook meer ruimte moeten krijgen om te anticiperen op mogelijke
schaarste en met meer risico moeten kunnen investeren?
Antwoord 11
De kern van de huidige regulering betreft het bevorderen van de betrouwbaarheid, veiligheid
en betaalbaarheid van het energiesysteem. Binnen het reguleringskader zijn geen (wettelijke)
beperkingen voor de netbeheerders om anticiperend te investeren. Dit hebben de netbeheerders
ook recent aangegeven in het kader van het ACM-methodebesluit in 2021. Uiteraard is
het van belang dat netbeheerders bij investeringen rekening houden met te verwachten
ontwikkelingen en dat doen ze ook. De ACM ziet hier op toe. De vraag naar transportcapaciteit
stijgt echter veel sneller dan dat netbeheerders kunnen realiseren en de wens om te
elektrificeren is als gevolg van de gestegen gasprijs door de oorlog in Oekraïense
nog eens toegenomen. Dit bemoeilijkt het anticiperen/het nemen van investeringsbesluiten
door de netbeheerders. Uiteraard investeren netbeheerders waar ze toch al werkzaamheden
verrichten zoveel mogelijk toekomstvast.
Vraag 12
Bent u bereid om subsidies zoals de SDE++ meer vorm te geven naar duurzame energieproductie
die het elektriciteitssysteem ontlast en/of niet gebruikt? Waarom wel/niet?
Antwoord 12
Aanvullend op de transportindicatie heb ik in de laatste SDE++ ronde voor zonneproductie
boven de 1 MW al ingesteld dat zon-PV maximaal 50% van de piekcapaciteit mag aansluiten
om zodoende het net te ontlasten. Ik onderzoek voor de nieuwe SDE++-ronde of ik ook
redelijkerwijs met de belasting van het elektriciteitssysteem rekening kan houden
voor andere categorieën.
Vraag 13
Bent u bereid om in de regio’s met een volgelopen stroomnet met grote prioriteit te
beginnen met de uitrol van energieopslag mogelijkheden? Vindt u het logisch om deze
techniek eerst in te zetten op plekken met netschaarste?
Antwoord 13
Batterijen kunnen in potentie bijdragen aan het efficiënter benutten van het elektriciteitsnet
omdat zij de mogelijkheid in zich hebben om pieken van afname of invoeding van elektriciteit
af te vlakken. Tegelijkertijd kunnen batterijen ook transportschaarste in de hand
werken als ze op verkeerde momenten worden geladen of ontladen. De heer Voorhorst
onderzoekt samen met netbeheerders specifiek in Limburg en Noord-Brabant, waar een
aantal batterijen in de wachtrij staat, of deze met een flexibel contract alvast aangesloten
zouden kunnen worden. De netbeheerders werken aan een codewijzigingsvoorstel om partijen
die hun vermogen (verbruik en/of invoeding) flexibel aanbieden met een flexibel contract
aan te sluiten. Ook heb ik regelmatig contact met partijen in de opslagbranche en
hun branchevereniging om te horen waar zij behoeften aan hebben.
Vraag 14
Bent u bereid om deze situatie als een crisis te erkennen en dus ook met bijbehorende
spoed en creativiteit te werken aan oplossingen?
Antwoord 14
Ik zie de transportschaarste als een van mijn belangrijkste dossiers en voel de urgentie.
Om die reden heb ik samen met regionale bestuurders de heer Voorhorst aangesteld om
snel en met de nodige creativiteit naar de problematiek in Limburg en Noord-Brabant
te kijken. Om ook op nationaal niveau hier voldoende regie te hebben, heb ik een taskforce
ingesteld. Hierin worden zowel lessen en benodigde acties uit zowel het zuiden van
het land als uit bijvoorbeeld Amsterdam opgepakt. Ik verwacht eind dit jaar hiervan
de eerste resultaten te kunnen melden.
Vraag 15
Gezien het feit dat de energiewet te laat komt voor het vinden van meer creatieve
oplossingen, bent u bereid om onderdelen van de wet al eerder te behandelen en in
werking te laten treden?
Antwoord 15
De Energiewet biedt extra mogelijkheden om transportschaarste te verlichten. Ook de
aanpassing van Netcodes door toezichthouder ACM biedt concrete handvatten. Ik zet
er op in om de wet als geheel met spoed bij uw Kamer aan te bieden. De Energiewet
ligt inmiddels bij de Raad van State en ik verwacht deze aan het einde van dit jaar
aan uw Kamer aan te kunnen bieden. Ik wil dan ook een beroep doen op uw Kamer voor
een snelle behandeling. Ik zie vooruitlopend op de indiening van het wetsvoorstel
bij uw Kamer geen ruimte om separaat elementen uit het voorstel aan uw Kamer voor
te leggen.
Vraag 16
Kunt u deze vragen voorafgaand aan het zomerreces beantwoorden?
Antwoord 16
Helaas is beantwoording voor het zomerreces niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.