Schriftelijke vragen : De berichten ‘Inspectie controleerde twaalf jaar niet op Schiphol’ en ‘Schiphol geeft toe: we hadden te weinig oog voor arbeidsomstandigheden’
Vragen van de leden Van Beukering-Huijbregts, Podt en Boucke (allen D66) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Inspectie controleerde twaalf jaar niet op Schiphol» en «Schiphol geeft toe: we hadden te weinig oog voor arbeidsomstandigheden» (ingezonden 8 september 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Inspectie controleerde twaalf jaar niet op Schiphol»1 en «Schiphol geeft toe: we hadden te weinig oog voor arbeidsomstandigheden»2?
Vraag 2
Wat is uw mening over het feit dat zoveel medewerkers arbeidsongeschikt zijn geraakt
als gevolg van de arbeidsomstandigheden bij de bagageafhandeling op Schiphol? Hoe
groot is de groep die hierdoor getroffen is?
Vraag 3
Welke rol vindt u dat de Nederlandse Arbeidsinspectie (de Inspectie) hierbij zou moeten
spelen? Bent u het eens dat het onverantwoord is dat de Inspectie niet heeft gecontroleerd
na de bevindingen uit 2004 en 2009? Op basis van welke argumenten heeft de Inspectie
ervoor gekozen om niet toe te zien op naleving?
Vraag 4
Bent u het eens dat juist de arbeidsomstandigheden bij medewerkers met zware beroepen
extra aandacht zouden moeten krijgen ten opzichte van medewerkers met andere beroepen?
Hoe is dit beleid op dit moment binnen de Inspectie vastgelegd?
Vraag 5
Bent u het eens dat het instrument «zelfregulering» kwetsbaar is bij zware beroepen
in sectoren met hoge concurrentie? Voor welke andere sectoren met zware beroepen geldt
dit risico? Bent u bereid dit te laten onderzoeken?
Vraag 6
Hoe kijkt u naar de verantwoordelijkheid van de verschillende betrokken partijen bij
de bagageafhandeling op Schiphol? Wie is volgens u verantwoordelijk voor hulp- en
ondersteuningsmiddelen voor medewerkers op de bagageafhandeling op Schiphol?
Vraag 7
Bent u het eens dat de rechten van de werknemers onvoldoende zijn beschermd door de
betrokken partijen die wel die verantwoordelijkheid hadden? Wat wilt u eraan doen
om dit in de toekomst te voorkomen?
Vraag 8
Hoe denkt u erover dat de verschillende partijen naar elkaar wijzen voor een correcte
naleving van de arbeidsomstandigheden en niemand hierin zijn verantwoordelijkheid
pakt?
Vraag 9
Klopt het dat er minder zicht is op arbeidsomstandigheden mede door de concurrentie
van de vele verschillende afhandelaren op Schiphol?
Vraag 10
Wilt u toezeggen om versneld in gesprek te gaan met Schiphol over het terugdringen
van de concurrentie tussen het aantal afhandelaren en afspraken te maken over arbeidsomstandigheden
in de hele keten? Op welke termijn bent u van plan dit te doen?
Vraag 11
Bent u het eens dat het taak is van zowel de werkgevers als de overheid om ervoor
te zorgen dat werknemers gezond het pensioen halen? Op welke manier denkt u dat de
overheid die rol moet invullen?
Vraag 12
Wat vindt u ervan dat medewerkers arbeidsongeschikt thuis zitten, terwijl ze misschien
graag in een lichtere functie aan het werk waren gebleven op Schiphol? Welke mogelijkheden
liggen hier voor een leven lang ontwikkelen en wat gaat u op korte en lange termijn
hiervoor doen?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Ceder (ChristenUnie),
ingezonden 8 september 2022 (vraagnummer 2022Z16484), de leden Palland en Van der Molen (CDA), ingezonden 8 september 2022 (vraagnummer
2022Z16489) en de leden Chris Simons en Koerhuis (beiden VVD), ingezonden 8 september 2022 (vraagnummer
2022Z16506).
Indieners
-
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
M.J.T.G. van Beukering-Huijbregts, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Anne-Marijke Podt, Kamerlid -
Medeindiener
R.M. Boucke, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.