Schriftelijke vragen : De brief over de evaluatie van de IT-storing bij NS van 3 april 2022
Vragen van het lid Minhas (VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de brief over de evaluatie van de IT-storing bij NS van 3 april 2022 (ingezonden 8 september 2022).
Vraag 1
Deelt u de opvatting dat het spoor van het Rijk is?1
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat de wijze van besturing van dat spoor wordt ingevuld door
de vervoerder, maar dat het beoordelen van de vraag – of die besturing efficiënter
kan worden ingevuld of op een manier die beter is voor de reiziger (bijvoorbeeld bij
grote verstoringen) – primair aan het Rijk en ProRail is en niet aan de NS?
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat ProRail verbeteringsmogelijkheden ziet voor een snellere
opstart na grootschalige verstoringen door een sterkere eenvoudiger besturing van
het netwerk en een sterkere focus op de regio daarbij?
Vraag 4
Bent u van mening dat het gegeven dat NS de genoemde aanbeveling bij vraag 3 als «niet
aanvaardbaar» beschouwt meegenomen kan worden in uw afwegingen, maar het oordeel of
dit wel of niet aanvaardbaar is, niet bij de NS ligt maar bij de eigenaar van het
spoor (het Rijk)?
Vraag 5
Bent u bereid om ProRail te verzoeken om haar conclusie en aanbeveling rondom eenvoudiger
besturing en een meer regionale focus van het netwerk nader uit te werken, zodat helder
wordt hoe en op welke wijze die vereenvoudigde besturing uitvoerbaar is en op welke
termijn dat haalbaar is?
Vraag 6
Bent u bereid om daarin een nader onderscheid te maken tussen intercitylijnen en sprinterlijnen
en daarbij de ontwikkeling van corridors te betrekken?
Vraag 7
Bent u van mening dat de uit het regionaal spoor geleerde lessen hierbij betrokken
moeten worden?
Vraag 8
Heeft u reizigersorganisaties om een reactie en advies gevraagd over het ProRail-rapport?
Zo ja, wat was hun reactie? Ze nee, bent u bereid om dat advies alsnog te vragen?
Vraag 9
Wat vindt het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (Locov) van het
huidige besturingssysteem van de NS?
Vraag 10
Bent u bereid om in het programma van eisen voor de nieuwe hoofdrailnetconcessie eisen
op te nemen waarmee u de NS – zo nodig – kunt dwingen om eventuele instructies van
het Rijk op dit punt op te volgen?
Vraag 11
Bent u tevens bereid om te onderzoeken of en in welke mate decentralisatie van spoorlijnen
kan bijdragen aan een betere regionale afstemming bij verstoringen, bijvoorbeeld doordat
vervangend busvervoer dan sneller geregeld kan worden vanwege multimodale netwerken
en aanbieders, maar ook vanwege een beperktere omvang van de benodigde busvloot?
Vraag 12
Kunt u deze vragen gedetailleerd en een voor een beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
F.B. Minhas, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.