Schriftelijke vragen : Het Nederlandse stemgedrag in de World Health Assembly
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het Nederlandse stemgedrag in de World Health Assembly (ingezonden 8 september 2022).
Vraag 1
            
Herinnert u zich dat Nederland op 25 mei 2022 tijdens de 75e World Health Assembly
               (WHA) tegen een jaarlijkse resolutie stemde met de titel «Health conditions in the
               occupied Palestinian territory, including east Jerusalem, and in the occupied Syrian
               Golan»?1
Vraag 2
            
Herinnert u zich ook dat Nederland een jaar eerder, tijdens de 74e WHA in 2021, tegen
               dezelfde jaarlijkse resolutie stemde, vlak na hevige Israëlische bombardementen op
               de bezette Gazastrook?2
Vraag 3
            
Herinnert u zich tevens de stemverklaring van Nederland over deze jaarlijkse resolutie
               in 2021, waarin u volgens het rapport van de World Health Organization (WHO) de Nederlandse
               tegenstem als volgt onderbouwde: «[D]e Health Assembly was een technisch forum en
               de politisering ervan moet worden vermeden», «[H]et besluit was niet nodig om de WHO
               in staat te stellen haar mandaat in het bezette gebied uit te voeren», en «[E]en deel
               van de gebruikte bewoordingen in het besluit ... ging verder dan de feitelijke informatie
               vereist om de situatie te adresseren»?3
Vraag 4
            
Is het juist dat deze twee resoluties geen directe kritiek op Israël bevatten en dat
               zelfs het woord «Israël' daarin niet werd genoemd?
            
Vraag 5
            
Herinnert u zich dat Nederland op 26 mei 2022 tijdens de 75e WHA een resolutie steunde
               (en daarvan ook – terecht – een van de medeindieners was), getiteld «Health emergency
               in Ukraine and refugee receiving and hosting countries, stemming from the Russian
               Federation’s aggression»?4
Vraag 6
            
Kunt u bevestigen dat deze resolutie de Russische agressie tegen Oekraïne in de sterkste
               bewoordingen veroordeelt («condemns in the strongest terms») en dat Rusland daarin
               zeventien keer wordt genoemd?
            
Vraag 7
            
Deelt u op basis van deze feiten de conclusie dat de resolutie over de door Israël
               bezette gebieden als minder politiek en confronterend en meer technisch en op de gezondheidssituatie
               toegespitst moet worden beschouwd dan de WHA resolutie over Oekraïne? Zo nee, waarom
               niet?
            
Vraag 8
            
Deelt u de mening dat, ook al is elke casus anders, Nederland consistent moet zijn
               in haar internationaalrechtelijke uitgangspunten en haar onderbouwing van stemgedrag
               in internationale fora, zoals de WHA? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 9
            
Deelt u de mening dat de verklaring die Nederland gaf om tegen de resolutie over de
               gezondheidsomstandigheden in de door Israël bezette gebieden te stemmen niet meer
               houdbaar is in het licht van de steun van Nederland voor de veel politiekere en hardere
               WHA resolutie over Oekraïne? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 10
            
Deelt u de mening dat het meten met twee maten bij resoluties over de door Israël
               bezette gebieden enerzijds en resoluties over Oekraïne anderzijds, de geloofwaardigheid
               van Westerse landen aantast, vooral bij ontwikkelingslanden, waarvan 53 zich van stemming
               onthielden bij de WHA resolutie over Oekraïne? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Zal Nederland haar standpunt omwille van beleidsconsistentie en internationale geloofwaardigheid
               corrigeren en de resolutie over de gezondheidsomstandigheden in de door Israël bezette
               gebieden bij de volgende jaarlijkse vergadering van de WHA opnieuw steunen, zoals
               Nederland telkens deed tot 2017? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 12
            
Wilt u deze vagen afzonderlijk beantwoorden, binnen de daarvoor gestelde termijn van
               drie weken?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken - 
              
                  Indiener
T. Kuzu, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.