Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de Zitting 2022 (eerste deel) van de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
20 043 Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
BP/ nr. 128
VERSLAG VAN DE ZITTING 2022 (EERSTE DEEL)
Vastgesteld 7 september 2022
1. Inleiding
Een delegatie van elf Kamerleden nam van 24–28 januari deel aan de eerste deelsessie
van de parlementaire assemblee van de Raad van Europa. Door extra coronamaatregelen,
mochten er slechts enkele leden fysiek aanwezig zijn in Straatsburg.1 Dit betrof de Eerste
Kamerleden Petra Stienen (D66, delegatieleider), Ria Oomen-Ruijten (CDA), Margreet de Boer (GroenLinks), Tiny Kox (SP) en Bob van Pareren (Fractie-Nanninga) en het Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt (Omtzigt). Het Eerste Kamerlid Reina de Bruijn-Wezeman (VVD) en de Tweede Kamerleden Roelien
Kamminga (VVD), Ruben
Brekelmans (VVD), Agnes
Mulder (CDA) en Kati
Piri (PvdA) namen online deel.
Bij de opening van deze zitting koos de assemblee de heer Kox tot haar nieuwe President.
Mevrouw Oomen-Ruijten werd als Vice-President van de assemblee aanvaard voor het jaar
2022. Met een vast roulatieschema leveren de nationale delegaties een lid voor het
vice-presidentschap.
In de assemblee is gesproken over COVID-19 en gezondheidsmaatregelen, het bestrijden
van de toenemende haat tegen LGBTI's in Europa en vermeende schendingen van hun rechten
in de zuidelijke Kaukasus, governance in het voetbal – met een bijdrage van de FIFA-voorzitter
Giovanni Infantino –, de Pegasus-spionagezaak en over de vergiftiging van Alexei Navalny.
Ook sprak de heer Komšić, voorzitter van het tripartiete presidentschap van Bosnië
en Herzegovina, de parlementsleden toe.
Op de agenda stonden verder debatten over de rol van de Raad van Europa in het licht
van recente uitdagingen voor de veiligheid in Europa, de rol van de media in tijden
van crisis, het EU-pact inzake migratie en asiel bezien vanuit het oogpunt van de
mensenrechten, het recht van kinderen om gehoord te worden in een democratie en over
klimaatverandering, gedwongen verdwijningen op het grondgebied van de Raad van Europa,
en de werking van democratische instellingen in Armenië.
En marge van de sessie sprak de delegatie met de Permanent Vertegenwoordiger van Nederland
bij de Raad van Europa, de heer Böcker. Ook waren er leden aanwezig bij de herdenking
van de slachtoffers van de Holocaust.
2. Nederlandse interventies in plenaire debatten
Direct bij de opening van de plenaire sessie op 24 januari werden de geloofsbrieven,
die alle delegaties van hun leden moeten inleveren, van de Russische delegatie betwist
en stelde de heer Goncharenko uit Oekraïne voor dit debat te voeren ná het debat over
de vergiftiging van Navalny vanwege de verwevenheid van beide kwesties. De heer Omtzigt
die de betwisting op inhoudelijke en procedurele redenen steunde, was van mening dat
het debat over de vergiftiging van Navalny niet verplaatst moest worden zodat het
vóór het debat over Russische geloofsbrieven zou plaatsvinden om te voorkomen dat
de schijn gewekt zou kunnen worden dat er een procedurele reden zou zijn om de Russische
delegatie niet te laten deelnemen aan dat debat waarin zij een legitiem belang hebben
om deel te nemen
Op dinsdag 25 januari voerde mevrouw De Boer het woord in het debat over toenemende
haat tegen LGBTI personen in Europa. Geweld tegen en discriminatie van LGBTI personen
komt niet alleen voor in Rusland, Hongarije, Polen, of de landen van de zuidelijke
Kaukasus aldus mevrouw de Boer. Ook in West-Europa is er veel weerstand tegen een
inclusieve benadering van gender en genderidentiteit, zelfs vrouwen die zichzelf feministen
noemen discrimineren transvrouwen vervolgde zij. En voegde er aan toe dat onze strijd
voor mensenrechten en tegen discriminatie iedereen moet omvatten, ook personen wier
genderidentiteit niet hetzelfde is als het geslacht waarmee ze zijn geboren.
Na de toespraak van de Secretaris Generaal van de Raad van Europa, mevrouw Marija
Pejćcinović Burić, vroeg mevrouw Oomen-Ruijten namens Group of the European People's Party (EPP/CD) wat de Raad van Europa gaat doen inzake de Pegasus-spionagezaak waarbij de
Pegasus spyware, ontwikkeld door een Israëlisch bedrijf, door verschillende staten
zoals Saoedi-Arabië, Azerbeidzjan, Hongarije maar ook Polen zou zijn gebruikt om leden
van de oppositie of journalisten te bespioneren. In haar antwoord liet de Secretaris
Generaal weten de zorgen te delen en dat het in een democratische samenleving aanvaardbaar
noch legaal is om de communicatie van regeringen of anderen af te tappen, zelfs niet
als het gaat om zaken die de veiligheidsdienst betreffen en dat alle lidstaten van
de Raad van Europa rekening moeten houden met artikel 8, het recht op privacy en de
arresten van het Hof.
In het debat over de Russische geloofsbrieven op woensdag 26 januari stelde de rapporteur
dat ondanks de zorgen en bezwaren die er zijn, er aanleiding is de geloofsbrieven
toch goed te keuren om zo in ieder geval in gesprek te kunnen blijven en omdat de
aanwezigheid van de Russische delegatie in de Raad van Europa de toegang van Russische
burgers tot het Hof van Justitie garandeert. Dit laatste vond de rapporteur zeer belangrijk
omdat er in Rusland kritieke situaties bestaan met betrekking tot de eerbiediging
van de mensenrechten, de burgerrechten en de mensenrechten. In haar reactie stelde
mevrouw Oomen-Ruijten dat Rusland niet voldoet aan de normen als lid van de Raad van
Europa en zich moet inzetten voor democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de
mensenrechten. Ook somde zij haar zorgen op: geen vrije en eerlijke verkiezingen,
het hardhandig optreden tegen het maatschappelijk middenveld en de politieke oppositie,
de zaak van de heer Navalny, de restrictieve wetgeving inzake buitenlandse agenten
en extremisme, de ontbinding van Memorial, de beperking van de vrijheid van vergadering
en meningsuiting en de betrekkingen met de buurlanden, waaronder de spanningen aan
de Oekraïense grens. Maar als monitoring-rapporteur voor Rusland ben ik er van overtuigd
dat praten de beste manier is om iets te bereiken, concludeerde mevrouw Oomen-Ruijten.
Op donderdag 27 januari 2022 werd plenair gesproken over het bestrijden van COVID-19
met volksgezondheidsmaatregelen. Mevrouw Stienen reageerde namens de Alliance of Liberals and Democrats for Europe (ALDE) en stelde de vraag hoe een evenwicht te vinden tussen vrijheid en zelfbeschikking
van het individu enerzijds en de bescherming van de mensen- en burgerrechten van onze
burgers anderzijds. Indien er geen medische redenen zijn om niet te worden gevaccineerd
moet men de gevolgen van deze keuze aanvaarden en het risico lopen te worden uitgesloten
van niet-essentiële activiteiten zolang de pandemie heerst aldus mevrouw Stienen.
Ook vroeg zij aandacht voor het gevaar van toenemend online en offline geweld tegen
politici en dat het voor onze democratie van belang is dat parlementariërs veilig
hun werk kunnen blijven doen. De heer Van Pareren onderstreepte namens de European Conservatives Group and Democratic Alliance (EC/DA) dat een zorgvuldige aanpak van de overheid nodig is. Er ligt een grote verantwoordelijkheid
bij onze autoriteiten en zij moeten zich ervan bewust zijn dat het niet alleen een
medische kwestie is, maar ook een sociale en psychologische en met name peuters en
baby’s, die alleen ouders met maskers op hun mond zien, lijden hieronder, stelde de
heer Van Pareren.
Bij de bespreking van het rapport over gedwongen verdwijningen op het grondgebied
van de Raad van Europa over de duizenden mensen die nog steeds worden vermist in Oekraïne
als gevolg van de gewapende conflicten in de Donbass en de bezetting van de Krim,
de onopgeloste verdwijningen in Rusland – met name in de noordelijke Kaukasus-, op
het grondgebied van voormalig Joegoslavië, in Cyprus en Belarus, stelde de heer Van
Pareren namens de European Conservatives Group and Democratic Alliance (EC/DA) dat niet alleen het beëindigen van de verdwijningen een zaak van aandacht
is maar ook maar ook het vinden van vermiste mensen. De heer Van Pareren vroeg daarbij
ook aandacht voor de omgekomen personen van de MH17-vlucht in Oekraïne en het belang
voor de nabestaanden om te weten wat er achter zit en wie het heeft gedaan.
3. Overige
Op 27 januari, de internationale dag ter herinnering van de Holocaust, vond een plechtige
herdenking plaats in de plenaire zaal van de Parlementaire Assemblee onder leiding
van de PACE-President, de heer Kox met onder meer bijdragen van twee van de overlevenden
van de Shoah en de Franse president Emmanuel Macron.
De heer Omtzigt, rapporteur klokkenluider, legde op 25 januari een statement af over
de heer Assange. Het Britse Hooggerechtshof heeft Assange de mogelijkheid gegeven
in beroep te gaan tegen zijn uitlevering aan de VS. Hij mag nu ook de beloftes van
de Amerikaanse regering ter discussie stellen, zei Omtzigt. Eerder uitte hij zijn
grote zorgen over verslagen dat Amerikaanse ambtenaren gesproken hadden over de mogelijkheid
om Assange te vermoorden.
De voorzitter van de delegatie, Stienen
De griffier van de delegatie, Bakker-de Jong
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F. Bakker-de Jong, griffier