Schriftelijke vragen : Een onvolledige AOW-uitkering voor stellen die lager uitkomt dan een AOW-uitkering voor alleenstaanden.
Vragen van het lid Van Beukering-Huijbregts (D66) aan de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen over een onvolledige AOW-uitkering voor stellen die lager uitkomt dan een AOW-uitkering voor alleenstaanden (ingezonden 7 september 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de situatie waarin een paar dat samenwoont, waarvan één partner
een onvolledige Algemene ouderdomswet (AOW-)opbouw heeft, een lagere AOW-uitkering
ontvangt dan wanneer de andere partner, met een volledige AOW-opbouw, een AOW-uitkering
voor alleenstaanden zou ontvangen? Hoeveel gezinnen zitten op dit moment in een dergelijke
situatie?
Vraag 2
Acht u het wenselijk dat een paar dat samenwoont een lagere AOW-uitkering ontvangt
dan een alleenstaande-AOW-uitkering? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom is dit nu wel het
geval?
Vraag 3
Hoe kunnen paren met een onvolledige AOW-uitkering waarvan één partner een volledige
AOW-uitkering voor alleenstaanden zou kunnen ontvangen, hun inkomen aanvullen tot
minimaal het bestaansminimum?
Vraag 4
Op welke manieren wordt voorkomen dat mensen pas achter de lagere AOW-uitkering door
onvolledige opbouw komen op het moment van pensionering? Hoe worden specifiek paren,
waarvan één partner een volledige AOW-opbouw heeft, bereikt?
Vraag 5
Wat zouden de budgettaire gevolgen zijn van het verhogen van de AOW-uitkering voor
paren waarvan één partner een onvolledige AOW-opbouw heeft en de andere partner een
volledige AOW-opbouw tot de hoogte van de AOW-uitkering voor alleenstaanden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.J.T.G. van Beukering-Huijbregts, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.