Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Erkens over de samenwerking tussen Nederland en Noorwegen op het gebied van klimaat en energie
Vragen van het lid Erkens (VVD) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de samenwerking tussen Nederland en Noorwegen op het gebied van klimaat en energie (ingezonden 28 juni 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 7 september 2022).
Vraag 1, 2 en 3
Op welke onderdelen van de klimaat- en energietransitie kan Nederland leren van Noorwegen?
In welke sectoren is Noorwegen het meest succesvol bezig met verduurzamen en met welk
beleid?
Hoe ziet de samenwerking tussen Nederland en Noorwegen eruit op het gebied van klimaat
en energie? Wat is het belang van deze samenwerking voor Nederland?
Welke kansen biedt een sterkere samenwerking met Noorwegen voor Nederland? Hoe kan
dit bijdragen aan onze leveringszekerheid en/of de energietransitie? Hoe speelt u
in op deze kansen?
Antwoord 1, 2 en 3
De betrekkingen tussen Nederland en Noorwegen in het algemeen zijn uitstekend en worden
gekenmerkt door een grote mate van eensgezindheid. Er bestaat een langjarige samenwerking
tussen Nederland en Noorwegen op het gebied van energie. Noorwegen heeft een heel
andere nationale energievoorziening dan Nederland, die bijna volledig is gebaseerd
op elektriciteit opgewekt door waterkrachtcentrales. Van oudsher was de samenwerking
gericht op olie- en gaswinning. Sinds 2008 werken Nederland en Noorwegen samen op
het terrein van elektriciteit door middel van de verbinding via de NordNed kabel.
Verder is de samenwerking de afgelopen periode geïntensiveerd op het gebied van Carbon
Capture and Storage (CCS), wind op zee en vooral ook op het terrein van waterstof.
De Noordzee biedt veel kansen om de gemeenschappelijke ambitie tot uitvoering te brengen
om de transitie naar hernieuwbare energie te maken. Beide landen hebben veel expertise
opgebouwd met offshore olie- en gaswinning, maritieme projecten en kunnen deze hiervoor
inzetten, met name voor het bevorderen van de regionale energietransitie en de ontwikkeling
van grootschalige windparken op zee en de verbindingen die daarvoor nodig zijn. In
breder verband werkt Nederland samen met Noorwegen in de «North Seas Energy Cooperation»
(NSEC). De NSEC is een samenwerkingsverband tussen Noordzeelanden en de Europese Commissie
met als doel om de uitrol van windenergie op zee te realiseren, te versnellen en te
optimaliseren.
Noorwegen is leider op het gebied van CO2 afvang en -opslag en een belangrijke partner bij de R&D alsook de commerciële toepassing
van CCS. Noorwegen heeft de CO2-emissies in de olie- en gassector met succes verminderd via
CCS-projecten. Om de industrie aan te moedigen deze projecten te implementeren, werd
een sectorspecifieke CO2-belasting ingevoerd. Net als Noorwegen is Nederland gunstig gesitueerd voor de toepassing
van CCS. Beide landen hebben ambitieuze plannen voor de commerciële uitrol van CCS
als onderdeel van de 2030-klimaatdoelstellingen. In november 2021 tijdens een koninklijk
staatsbezoek aan Noorwegen hebben Nederland en Noorwegen een Memorandum of Understanding
(MoU) ondertekend om de samenwerking op het gebied van CCS te intensiveren. Dit MoU
zet ook in op het gezamenlijk verkennen van nauwere samenwerking tussen de landen
op het gebied van waterstof en hernieuwbare energie.
Waterstof wordt een belangrijk onderdeel van het Noorse energiebeleid. Noorwegen zet
daarbij in op zowel blauwe als groene waterstof. Noorwegen heeft veel potentieel voor
groene waterstof, zowel te produceren uit stroom van de waterkrachtcentrales als uit
windenergie. Nederland is een interessante partner voor Noorwegen op het gebied van
waterstof gegeven de hier aanwezige kennis en ervaring. Andersom is Noorwegen belangrijk
voor Nederland omdat het op termijn een leverancier kan worden van waterstof.
Vraag 4
Hoe wordt er met Noorwegen samengewerkt op gebied van waterstof? Hoe apprecieert u
daarbij de inzet van Noorwegen op blauwe waterstof en hoe sluit dat aan op de Nederlandse
plannen?
Antwoord 4
Waterstof is een van de onderwerpen in het jaarlijks bilaterale energie-overleg. Er
zijn voorts contacten met diverse Noorse bedrijven actief op het gebied van waterstof.
Noorse bedrijven kunnen plannen ontwikkelen voor levering van waterstof aan Nederland.
Als deze waterstof op duurzame wijze wordt geproduceerd en getransporteerd, dan kan
dit bijdragen aan de Nederlandse inzet op reductie van CO2. In november 2021 tijdens een koninklijk staatsbezoek aan Noorwegen hebben Nederland
en Noorwegen als aangegeven een MoU ondertekend om de samenwerking op het gebied van
CCS te intensiveren. CCS is als bekend een technologie die noodzakelijk is voor de
productie van blauwe waterstof. Het MoU heeft tot doel het grensoverschrijdend transport
en opslag van CO2 tussen beide landen te faciliteren, wat de toepassing van CCS in de industriële sectoren
kan ondersteunen, onder meer voor koolstofarme H2-productie.
Vraag 5
Hoeveel minder schadelijk is aardgas uit Noorwegen voor het klimaat ten opzichte van
LNG-import? Welke andere voordelen ziet u in aardgasimport uit Noorwegen?
Antwoord 5
Gas gewonnen uit bijvoorbeeld de Noordzee kent bij transport een minder grote uitstoot
van broeikasgassen dan LNG dat per schip wordt geïmporteerd. Ik onderschrijf ook het
belang van het verkrijgen van een goed beeld van de klimaatimpact van de LNG-import.
Echter, de gevraagde vergelijking vergt uitgebreid onderzoek en de uitkomst is afhankelijk
van plaats en locatie. LNG volumes worden over de hele wereld geproduceerd. Om het
effect op het klimaat te vergelijken zou – voor zover al mogelijk – de herkomst van
alle geïmporteerde volumes moeten worden nagegaan en het effect op het klimaat van
de import van die volumes moeten worden nagegaan. Vervolgens zou het effect op het
klimaat van import uit Noorwegen moeten worden geïnventariseerd en een vergelijking
moeten worden gemaakt.
Vraag 6
Ziet u kansen om in de toekomst meer van onze aardgasimport uit Noorwegen te laten
plaatsvinden? Overweegt u hierbij de inzet op langetermijncontracten voor de transitieperiode
naar een fossielvrije energievoorziening? Welk beleid zet u hiervoor uit de komende
periode?
Antwoord 6
Op dit moment wordt in Noorwegen al zo goed als maximaal aardgas gewonnen. De mogelijkheden
voor toename van productie lijken de komende periode verwaarloosbaar. Verder geldt
dat dit najaar de Baltic Pipe Line van Noorwegen naar Polen in gebruik wordt genomen.
Via deze pijpleiding zal gas naar Polen worden geëxporteerd. Dit betekent dat er minder
gas beschikbaar zal zijn vanuit Noorwegen voor import via Noordwest Europa naar Nederland.
Per saldo zie ik geen mogelijkheden om de komende periode meer aardgasimport uit Noorwegen
te laten plaatsvinden.
Vraag 7
Bent u ervan op de hoogte dat Duitsland en België samen met Noorwegen kijken naar
het versterken van hun samenwerking op het gebied van (blauwe) waterstof en op de
korte termijn voor de levering van fossiele brandstoffen? Bent u van mening dat Nederland
hierbij moet aanhaken?
Antwoord 7
Noorwegen is traditioneel een belangrijke leverancier van energie aan de Europese
markt en aan Nederland. Zo komt circa 25–30% van ons aardgas uit Noorwegen. De Noorse
overheid en bedrijven hebben aangegeven de productie zoveel mogelijk te verhogen om
een bijdrage te leveren aan de huidige krapte op de gasmarkt. In het kader van de
waterstofimportstrategie is de Nederlandse overheid in gesprek met verschillende landen
die potentieel groene waterstof kunnen gaan exporteren. Zie hiervoor ook de Kamerbrief
Voortgang ordening en ontwikkeling waterstofmarkt van 29 juni (Kamerstuk 32 813, nr. 1060). Daarbij zijn er als hierboven benoemd ook contacten met Noorwegen.
Vraag 8
Wat kunt u verder doen om de samenwerking met Noorwegen te versterken?
Antwoord 8
In de bovenstaande antwoorden geef ik aan wat het belang is van de huidige samenwerking
met Noorwegen, hoe die is vormgegeven en wat we de komende periode gaan intensiveren
op het gebied van de energietransitie op de Noordzee, met name op het terrein van
CCS, offshore wind en waterstof. Daar liggen de grootste kansen in de samenwerking
met Noorwegen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.