Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over de toestroom van asielzoekers naar Nederland via EU-lidstaten
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de toestroom van asielzoekers naar Nederland via EU-lidstaten (ingezonden 2 augustus 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 september
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3744.
Vraag 1
Kunt u over de 13.460 eerste asielaanvragen die van januari tot en met juni 2022 in
Nederland zijn gedaan, aangeven hoe de personen in kwestie naar Nederland zijn gekomen,
uitgesplitst naar de belangrijkste categorieën (met de auto, met het vliegtuig etc)?
Antwoord 1
Zoals vermeld in de vraag hebben in de eerste helft van 2022 (januari t/m juni) 13.460
vreemdelingen een eerste asielaanvraag ingediend. Van hen hebben circa 720 vreemdelingen
de asielaanvraag ingediend bij de grensdoorlaatposten bij de grote luchthavens in
Nederland en minder dan 10 bij een zeehaven. Van de overige vreemdelingen is de wijze
van vervoer niet geregistreerd.
Vraag 2
Hoeveel eerste asielaanvragers zijn tot nu toe in 2022 over land in Nederland aangekomen?
Antwoord 2
Van de asielzoekers die hun aanvraag niet bij een grensdoorlaatpost bij een van de
grote lucht- of zeehavens hebben ingediend zal het overgrote deel binnengekomen zijn
via land, via een van de binnengrenzen. Aan de binnengrenzen worden echter in beginsel
geen grenscontroles uitgevoerd. Het precieze aantal asielzoekers dat via land aankomt,
is dan ook niet bekend.
Vraag 3
Hoeveel eerste asielaanvragers zijn op enige andere wijze via een andere EU-lidstaat
naar Nederland gereisd?
Antwoord 3
Zoals ook uiteengezet in de Staat van Migratie 20221, is de asielinstroom in Nederland veelal te herleiden tot secundaire migratie vanuit
lidstaten van eerste aankomst via andere lidstaten naar Nederland. Het aantal migranten
dat na een toegangsweigering asiel aanvraagt aan de Nederlandse buitengrenzen is zeer
gering ten opzichte van het totaal aantal eerste asielaanvragen (zie ook het antwoord
op vraag 1). Vanwege de geografische ligging van Nederland moet dit betekenen dat
het merendeel van de eerste asielaanvragers via een andere EU-lidstaat naar Nederland
reist.
Vraag 4
Onderschrijft u dat deze personen zonder uitzondering door EU-lidstaten naar Nederland
zijn gereisd en conform de Dublinverordening in beginsel dus allemaal teruggestuurd
dienen te worden naar de eerste lidstaat van binnenkomst in de EU en/of de eerste
lidstaat waar asiel is aangevraagd, tenzij zij expliciet onder de criteria vallen
die Nederland tot verantwoordelijke lidstaat zou maken op grond van artikel 7, lid
1 en hoofdstuk III van de Dublinverordening? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Het klopt en ik onderschrijf dat het uitgangspunt van de EU-Dublinverordening is dat
de verantwoordelijkheid voor de behandeling van een in de EU ingediend asielverzoek
berust bij de lidstaat waar de asielzoekers op illegale wijze de EU is ingereisd,
tenzij een van de andere verantwoordelijkheidscriteria van toepassing is hetzij een
overdracht aan die lidstaat in strijd zou zijn met artikel 3 van het EVRM/artikel
4 van het EU-Handvest. In de praktijk is het echter vaak niet bekend via welke lidstaat
de asielzoeker de EU onrechtmatig is ingereisd. Om dit te verbeteren is het kabinet
o.a. pleitbezorger van de Screeningsverordening. Deze verordening moet ervoor zorgen
dat de controle en registratie van migranten aan de buitengrenzen beter verloopt,
en dat voor gescreende personen snel de juiste procedure in gang wordt gezet. In juni
jl. heeft de Raad een Raadspositie bereikt over het voorstel, en de onderhandelingen
met het Europees Parlement (EP) zouden kunnen starten zodra ook het EP een positie
heeft ingenomen. Parellel aan het werken aan deze wetgeving, zet ik mij, samen met
gelijkgezinde lidstaten, ook continu in op betere tenuitvoerlegging van de reeds gemaakte
afspraken.
Vraag 5
Van hoeveel van deze personen is expliciet komen vast te staan dat Nederland, op grond
van deze criteria, verantwoordelijk is voor de asielprocedure?
Antwoord 5
Zoals ook uiteengezet in het antwoord op vraag 4, kunnen er veel verschillende redenen
zijn waardoor Nederland verantwoordelijk wordt voor de inhoudelijke behandeling van
de asielprocedure. Het is niet mogelijk de gegevens in de geautomatiseerde gegevenssystemen
van migratieketen op te splitsen naar de reden waarom Nederland verantwoordelijk wordt
voor de inhoudelijke behandeling van de asielprocedure.
Vraag 6
Hoeveel van alle overige personen zijn tot nu toe teruggestuurd of aantoonbaar anderszins
teruggekeerd?
Antwoord 6
Gelet op de doorlooptijden van asielaanvragen is het merendeel van de asielaanvragen
die in de eerste helft van 2022 zijn ingediend en waar Nederland voor verantwoordelijk
is, nog in behandeling, uitgezonderd de asielverzoeken die worden behandeld in spoor
2. Dit betreft echter een gering deel van de asielaanvragen (4% in 2021, zie Staat
van Migratie 2022). Eventuele terugkeer naar het land van herkomst is bij de meeste
eerste asielaanvragen die zijn ingediend in 2022 derhalve nog niet aan de orde.
Na afwijzing van een asielverzoek wordt het dossier van betrokkene overgedragen aan
de DT&V. In de eerste helft van 2022 hebben bijna 1.800 vreemdelingen Nederland, met
tussenkomst van de DT&V, aantoonbaar verlaten.
Vraag 7
Waarom zijn alle overige personen (nog) niet teruggestuurd?
Antwoord 7
Het merendeel van de asielaanvragen die van januari tot en met juni 2022 zijn ingediend,
is nog in behandeling. Eventuele terugkeer is derhalve nog niet aan de orde.
Vraag 8
Op welke wijze monitort Nederland de wijze van binnenkomst?
Antwoord 8
Nederland voert aan de buitengrenzen grenscontrole uit conform Europese regelgeving.
Dit betekent dat passagiers die de buitengrenzen overschrijden, onderworpen worden
aan systematische grenscontroles om te controleren of zij voldoen aan de toegangsvoorwaarden.
Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van vooraf verkregen passagiersinformatie. Zowel
derdelanders als EU-burgers ondergaan grenscontroles als zij de buitengrenzen passeren.
Daarbij wordt in ieder geval gecontroleerd of zij in het bezit zijn van een reisdocument
en geen gevaar vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Bij derdelanders
wordt tevens een zogenoemde doel, duur en middelen controle uitgevoerd. Als een persoon
niet aan de toegangsvoorwaarden voldoet en de toegang wordt geweigerd, heeft hij in
beginsel de verplichting direct terug te keren naar het land van vertrek, het land
van herkomst of een ander land waar hij toegang krijgt.
Vraag 9
Op welke wijze wordt de aankomst van asielzoekers in Ter Apel gemonitord? Hoe vaak
gaat dit om georganiseerde (bus)reizen, zoals in 2019 meermaals het geval was met
Moldaviërs, en hoe wordt in dergelijke gevallen opgetreden?
Antwoord 9
De wijze van aankomst in Ter Apel wordt niet systematisch gemonitord. Mocht er evenwel
sprake lijken van opvallende vervoerspatronen, dan wordt dit signaal gedeeld binnen
de migratieketen en kan bijvoorbeeld worden overgegaan tot controles in het kader
van Mobiel Toezicht Veiligheid (MTV), die onder andere worden uitgevoerd in de binnengrenszones.
Vraag 10
Hoe verhoudt het aantal Dublinclaimanten dat zich in Nederland meldt zich (in absolute
en relatieve zin) tot de aantallen in andere EU-lidstaten? Hoe verklaart u de, eventuele,
verschillen?
Antwoord 10
In Staat van Migratie 2022 is opgenomen dat van de asielinstroom in 2021 in Nederland
ongeveer 16% in spoor 1 wordt behandeld. Volgens de gegevens in Eurostat heeft Nederland
in 2021 5.670 Dublin claimverzoeken uitgestuurd (inclusief heroverwegingsverzoeken).
Nederland staat daarmee op de vijfde plaats. Verreweg de meeste Dublinovernameverzoeken
werden uitgestuurd door de lidstaten die ook de meeste eerste asielverzoeken ontvangen:
Duitsland verzond 46.490 Dublinverzoeken in 2021 en Frankrijk 37.610.
Vraag 11
Deelt u de conclusie dat de huidige asielinstroom voldoet aan de criteria op grond
waarvan conform de Schengengrenscode kan worden overgegaan tot grensbewaking aan de
binnengrenzen, namelijk een ernstige bedreiging voor de openbare orde en veiligheid
en aanhoudende tekortkomingen bij de controles (om niet te zeggen ontbreken) van de
buitengrenzen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom bent u hiertoe nog niet overgegaan
en wat moet er nog gebeuren voordat u dit wel gaat doen?
Antwoord 11
Herinvoering van grenscontroles binnen de Schengenzone is mogelijk op grond van ernstige
bedreiging van de openbare orde of de binnenlandse veiligheid (Schengengrenscode).
Op dit moment is er geen sprake dat door het huidige migratievraagstuk de openbare
orde of nationale veiligheid van Nederland in het geding zijn. Daarnaast is de herinvoering
van grenscontroles geen maatregel voor het verlichten van de druk op de asielopvang
op de korte termijn omdat als een asielverzoek wordt ingediend aan de grens deze in
behandeling moet worden genomen. Daar verandert een grenscontrole niets aan. Het kabinet
zet daarom in op versterking van de buitengrenzen, voorkomen van secundaire migratie
door onder andere informatiegestuurde MTV-controles in de binnengrenszone en een effectiever
Europees asiel en migratie managementsysteem, inclusief terugkeer.
Vraag 12
Bent u bereid per direct een asielstop af te kondigen? Zo nee, waarom niet en op welke
andere manieren denkt u per direct de asielinstroom substantieel te kunnen afremmen?
Antwoord 12
Tijdens het Commissiedebat van 30 juni jongstleden heb ik, naar aanleiding van een
vraag van het lid Brekelmans (VVD), uw Kamer toegezegd een juridische verkenning te
zullen uitvoeren van de mogelijkheden van een asielbeslisstop, dan wel eventuele andere
maatregelen, onder andere op voet van artikel 111 van de Vreemdelingenwet. Ik verwacht
u deze verkenning op korte termijn te kunnen toesturen. In mijn schriftelijke antwoorden
op resterende vragen tijdens commissiedebat over het vreemdelingen- en asielbeleid
d.d. 30 juni 2022, heb ik wel reeds gezegd dat het artikel 111 van de Vreemdelingenwet
geen grondslag lijkt te bieden voor een asielstop, omdat de strekking en toepassing
van een nationaal artikel niet kan afdoen aan verdragsrechtelijke verplichtingen of
EU-recht.2 Ook verwijs ik u naar de brief van het kabinet van 26 augustus jl. over de besluitvorming
rond de crisis in de opvang van asielzoekers, en de daarin genoemde bestuurlijke afspraken
met medeoverheden, tijdelijke maatregelen en aanvullende versterking en inzet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.