Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het memo 'Toelichting bij richtinggevende emissiereductiedoelstellingen per gebied'
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over het memo «Toelichting bij richtinggevende emissiereductiedoelstellingen per gebied» (ingezonden 21 juli 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 5 september
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het memo «Toelichting bij richtinggevende emissiereductiedoelstellingen
per gebied» d.d. 9 juni 2022?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de disclaimer op pagina 3 en 4 van bovengenoemd memo?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke informatiebronnen zijn gebruikt die niet voor het publiek toegankelijk
zijn, zoals aangegeven in de derde alinea van de passage «Disclaimer»?
Antwoord 3
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) geeft aan dat het gaat om
gegevens afkomstig uit de Gecombineerde Opgave (GO) en de Identificatie en Registratie
(I&R). De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) verzamelt de gegevens in de
GO. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verwerkt een deel van de gegevens
uit de GO in de Landbouwtelling. Het CBS is ook verantwoordelijk voor de Landbouwtelling.
De gegevens uit de I&R worden gebruikt voor een preciezere ruimtelijke verdeling van
de stikstofemissies.
Vraag 4
Wat is er gedaan om de gegevens uit benoemde informatiebronnen AVG-proof te maken?
Antwoord 4
Het RIVM is in het AVG-register van RVO vastgelegd als ontvanger, waarmee er een wettelijke
basis is om de geleverde gegevens te mogen verwerken. Het RIVM is derhalve verantwoordelijke
voor de AVG-conforme verwerking van de van RVO ontvangen gegevens. Het RIVM geeft
aan dat de emissiecijfers van de bedrijfslocaties zijn geaggregeerd naar gridcellen
van 64 ha, waarmee deze emissies niet herleidbaar zijn naar de individuele bedrijven
of bedrijfslocaties.
Vraag 5
Kunt u aangeven of de berekeningen zijn gemaakt vanuit een bepaald emissiepunt en
daarna teruggebracht zijn naar de gridcel van 64 ha, aangezien op pagina 4 onder «Disclaimer»
wordt aangegeven dat men de doorrekening gemaakt heeft op een gridcel van 64 ha, om
zo berekeningen niet te kunnen herleiden naar een bepaalde bron?
Antwoord 5
Het RIVM geeft aan dat voor alle locaties de daadwerkelijke bronnen als verzameling
van bronnen binnen het hexagoon van 64 ha zijn doorgerekend op zowel emissie als depositie.
De stal- en veldemissies zijn daarbij als aparte bronnen doorgerekend. De berekeningen
zijn voor wat betreft de geografische locatie, om te bepalen in welk emissiereductiegebied
een hexagoon zich bevindt, gemaakt vanuit het centrum van het 64-ha-hexagoon. Daardoor
zijn de rekenresultaten niet naar individuele locaties te herleiden.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe men aan de bedrijfsspecifieke gegevens komt om de emissieberekeningen
te maken?
Antwoord 6
Het RIVM geeft aan dat bedrijfsspecifieke emissiegegevens komen uit de datasets van
de Gecombineerde Opgave en de Registratie en identificatie van Runderen die de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland jaarlijks verzamelt ten behoeve van onderzoek en beleid.
Vraag 7
Heeft u voor de emissieberekeningen melkveehouderij de centrale database kringloopwijzer
direct of indirect geraadpleegd?
Antwoord 7
Het RIVM geeft aan dat niet te hebben gedaan.
Vraag 8
Kunt u elke vraag afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.