Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tjeerd de Groot over het bericht 'Boze boeren kappen uit frustratie 100 oude bomen én hangen houten koe op aan trekker'
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Visserij en voor Natuur en Stikstof over het bericht «Boze boeren kappen uit frustratie 100 oude bomen én hangen houten koe op aan trekker» (ingezonden 29 juni 2022).
Antwoord van Minister van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 5 september
            2022)
         
Vraag 1
            
Hoe beoordeelt u het omkappen van oude knotwilgen als manier van demonstreren?1
Antwoord 1
            
Ik betreur het dat een agrariër een deel van de wilgen op zijn land heeft omgezaagd
               uit frustratie over het voorgenomen stikstofbeleid.
            
Vraag 2
            
Bent u het eens met de stelling dat protesten geen reden mogen zijn om permanente
               schade aan de natuur te berokkenen?
            
Antwoord 2
            
Protesteren mag, maar zonder geweld en zonder vernielingen aan te richten. Ik vind
               het vernielen van beschermde natuur als protestactie, zoals dat recent bij Stroe is
               gedaan, ontoelaatbaar. In dit geval, waarbij een boer zijn eigen wilgen heeft gekapt,
               die op grond van de Wet natuurbescherming zijn vrijgesteld van de meld- en herplantplicht,
               ligt dat anders. Ik betreur het kappen van de bomen, maar het betreft geen overtreding
               van de regels in de Wet natuurbescherming over houtopstanden.
            
Vraag 3
            
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de beschadigde natuur hersteld wordt? Bent u het met
               de stelling eens dat de veroorzaker van de schade in dit soort gevallen hiervoor op
               moet draaien?
            
Antwoord 3
            
Op grond van de Wet natuurbescherming zijn populieren en wilgen die als rijbeplanting
               langs wegen of waterwegen staan of in een enkele rij langs landbouwgronden, uitgezonderd
               van de herplantplicht. Dat is hier ook het geval. Provincies en gemeenten zijn bevoegd
               om regels te stellen ter bescherming van houtopstanden in het landelijke gebied, maar
               in de betreffende provinciale en gemeentelijke verordeningen zijn geen regels gesteld
               ten aanzien van de wilgen. Er is dus geen grondslag waarop herstel of vervanging van
               de gekapte wilgen kan worden afgedwongen.
            
Vraag 4
            
Kunt u aangeven hoe opgetreden wordt tegen het nodeloos kappen van oude bomen uit
               frustratie?
            
Antwoord 4
            
De provincie zal per situatie de zaak moeten beoordelen en daartegen passend optreden.
               In de huidige casus ziet de provincie geen aanleiding om op te treden aangezien niet
               is geconstateerd dat er regels zijn overtreden.
            
Vraag 5
            
Kunt u aangeven of voor kappen zonder vergunning als protestwijze boetes opgelegd
               zijn?
            
Antwoord 5
            
Over die gegevens beschik ik niet. Op enkele uitzonderingen na ligt die bevoegdheid
               bij de provincies. Voor de casus in de Krimpenerwaard gold geen meldings- of vergunningsplicht.
            
Vraag 6
            
Kunt u aangeven welke voorwaarden gesteld worden aan boeren die Europese subsidies
               ontvangen voor klimaat- en milieuvriendelijke landbouwpraktijken en op welke wijze
               dit gecontroleerd wordt?
            
Antwoord 6
            
Indien een agrariër gebruik wil maken van subsidie onder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
               (GLB), moet deze zich ook houden aan de randvoorwaarden van het GLB. Dit zijn wetten
               en regels op het gebied van milieu, gezondheid en dierenwelzijn. Voor milieu zijn
               dit bijvoorbeeld het voorkomen dat gevaarlijke stoffen het grondwater vervuilen en
               het beschermen van de natuurlijke omgeving van vogels, planten en andere dieren. Daarnaast
               behoort een agrariër zijn land in goede landbouw- en milieucondities te houden. Op
               het gebied van gezondheid betreft het activiteiten die ziektes voorkomen bij mensen,
               dieren en planten. Bij dierenwelzijn gaat het er over dat landbouwhuisdieren een goed
               leven hebben en niet lijden. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert
               of agrariërs zich aan de randvoorwaarden houden, en maakt daarbij gebruik van controles
               uitgevoerd door andere instanties. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
               legt bij een overtreding een terugvordering en sanctie op.
            
Vraag 7
            
Kunt u aangeven of Europese subsidies voor milieubeheer bij schade berokkenen aan
               natuur teruggevorderd worden? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 7
            
Ja, indien de randvoorwaarden zijn overtreden, zie het antwoord bij vraag 6.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.