Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Romke de Jong over het artikel 'Hoge ambtenaren Belastingdienst schonden regels om Uber te bevoordelen'
Vragen van het lid Romke de Jong (D66) aan Staatssecretaris van Financiën over het artikel «Hoge ambtenaren Belastingdienst schonden regels om Uber te bevoordelen» (ingezonden 14 juli 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 5 september 2022).
Naar aanleiding van deze berichtgeving doet de Belastingdienst onderzoek naar deze
casus. Dit onderzoek acht ik van belang om de juiste informatie te achterhalen. De
bevindingen van het onderzoek worden op dit moment getoetst door onafhankelijke experts,
die niet zijn verbonden aan een advieskantoor of de Belastingdienst. De resultaten
hiervan verwacht ik in september te ontvangen. Vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht
van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) heb ik niet alle
vragen kunnen beantwoorden en kan ik ook de resultaten van het onderzoek niet openbaar
maken. De fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR is een belangrijke bouwsteen
in ons fiscale stelsel. Anderzijds vormt het informatierecht van artikel 68 Grondwet
één van de pijlers van ons parlementaire stelsel. Tussen de twee uitersten die hieruit
voortvloeien (openbare inlichtingenverstrekking en géén inlichtingenverstrekking),
bestaat ook een tussenvorm, namelijk het vertrouwelijk verstrekken van inlichtingen
aan de Kamer in een besloten commissievergadering. Hoewel het in beginsel niet gebruikelijk
is om met de Kamer in discussie te treden over individuele belastingplichtigen, kan
dit anders zijn in zaken die tot grote maatschappelijke ophef hebben geleid. Naar
mijn mening is daar in dit geval sprake van. Daarom bied ik uw Kamer en de Eerste
Kamer een vertrouwelijke briefing aan. In deze briefing kan op deze casus, uw vragen
en de conclusies van dit onderzoek nader worden ingegaan.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Hoge ambtenaren Belastingdienst schonden regels om
Uber te bevoordelen»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb hier kennis van genomen.
Vraag 2
Bent u het eens dat burgers en bedrijven allemaal gelijk behandeld dienen te worden?
Antwoord 2
Burgers en bedrijven dienen gelijk behandeld te worden indien er sprake is van gelijke
feiten en omstandigheden.
Vraag 3
Bent u het eens dat het geen taak is van de Belastingdienst om het vestigingsklimaat
van Nederland op peil te houden of bedrijven in Nederland aan te trekken of te behouden?
Bent u het eens dat de Belastingdienst zich moet beperken tot haar kerntaak, het innen
van belastingen? Kunt u toelichten of er sprake is van beleid binnen de Belastingdienst
dat zich richt op het aantrekken of behouden van bedrijven?
Antwoord 3
De Belastingdienst heeft als taak de uitvoering van en toezicht op het naleven van
fiscale wet- en regelgeving. Het heffen en innen van rijksbelastingen en premies volksverzekeringen
maakt daar onderdeel van uit. Het is geen taak van de Belastingdienst om het vestigingsklimaat
op peil te houden of bedrijven aan te trekken of te behouden. Er is derhalve geen
beleid dat daarop ziet. Wel kent de Belastingdienst het aanspreekpunt potentiële buitenlandse
investeerders (APBI) voor potentiële buitenlandse investeerders die overwegen in Nederland
een reële investering te doen. Het APBI kan binnen de kaders van wet- en regelgeving,
jurisprudentie en beleid zekerheid vooraf geven over de fiscale gevolgen van een voorgenomen
reële investering. Ter waarborging van de eenheid van beleid en uitvoering zal over
de beoordeling van deze aspecten afstemming plaatsvinden binnen het College Internationale
Fiscale Zaken waar het APBI-deel van uit maakt en daar waar nodig met de relevante
kennis- en coördinatiegroepen. De afspraken tussen het APBI en de buitenlandse investeerder
worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst waar een geanonimiseerde samenvatting
van wordt gepubliceerd.2
Vraag 4
Waarover communiceert de Belastingdienst met andere landen met betrekking tot belastingplichtigen
en hun belastingplicht? Hoe gaat dit in zijn werk? Bent u het eens dat het niet aan
de Belastingdienst is om te lobbyen voor het al dan niet belastingplichtig zijn in
een ander land? Bent u het eens dat de Belastingdienst enkel als taak heeft om te
bepalen hoe de winsttoedeling is tussen twee landen op basis van geldende wetten,
regels, verdragen en jurisprudentie waarbij voorkoming van dubbele belasting in acht
kan worden genomen?
Antwoord 4
Op basis van nationale wet- en regelgeving beoordeelt de Belastingdienst of sprake
is van belastingplicht in Nederland en wat de grondslag is waarover Nederland mag
heffen. Hierbij is geen sprake van het lobbyen door de Belastingdienst bij andere
landen. Om te voorkomen dat in twee of meer landen belasting wordt betaald sluiten
landen belastingverdragen ter voorkoming van dubbele belasting. Als een belastingplichtige
wordt geconfronteerd met dubbele belasting, bijvoorbeeld als gevolg van het feit dat
hij in twee landen als inwoner wordt aangemerkt of twee of meer landen heffen over
dezelfde winst, kan binnen de daarvoor geldende termijnen een beroep worden gedaan
op het verdrag. Uiteraard alleen in die gevallen waar met dat land een verdrag is
gesloten. Landen gaan in dat geval met elkaar in overleg om binnen de bestaande regelgeving
dubbele belasting weg te nemen.
Ook vooraf kunnen landen met elkaar overleggen, onder andere over de vraag welk deel
van de winst waar belast mag worden. Dit kan op initiatief van belastingplichtige
die verzoekt om een bi- of multilaterale Advance Pricing Agreement (BAPA/MAPA, internationale
zekerheid vooraf over verrekenprijzen). Ook kunnen belastingdiensten zelf op basis
van internationale afspraken initiatief nemen om samen toezicht uit te oefenen. Dit
kan door het opstarten van een bi- of multilaterale controle (MLC).
Vraag 5
Op welke wijze is de Belastingdienst omgegaan met informatieverzoeken van andere landen
inzake Uber? Hoe lang heeft het geduurd voordat de informatieverzoeken van de andere
landen zijn beantwoord en hoe lang duurt het gemiddeld om een informatieverzoek te
beantwoorden?
Antwoord 5
De Belastingdienst doet onderzoek naar deze casus. Dit onderzoek acht ik van belang
om de juiste informatie te achterhalen. Vanwege die fiscale geheimhoudingsplicht kan
ik niet ingaan op individuele fiscale dossiers. Enerzijds is de fiscale geheimhoudingsplicht
van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) een belangrijke bouwsteen
in ons fiscale stelsel. Anderzijds vormt het informatierecht van de Kamer van artikel
68 Grondwet één van de pijlers van ons parlementaire stelsel. Onder andere in de brief
van 2 februari 2015 is mijn ambtsvoorganger ingegaan op de weging tussen enerzijds
de fiscale geheimhoudingsplicht en anderzijds het informatierecht van de Kamer3. Tussen de twee uitersten die hieruit voortvloeien (openbare inlichtingenverstrekking
en géén inlichtingenverstrekking), bestaat ook een tussenvorm, namelijk het verstrekken
van vertrouwelijke inlichtingen aan de Kamer in een besloten commissievergadering.4 Hoewel het in beginsel niet gebruikelijk is om met de Kamer in discussie te treden
over individuele belastingplichtigen, kan dit anders zijn in zaken die tot grote maatschappelijke
ophef hebben geleid. Naar mijn mening is daar in dit geval sprake van. Daarom wil
ik graag een vertrouwelijke briefing aan u aanbieden over deze casus. In deze briefing
kan op deze vraag worden ingegaan.
In zijn algemeenheid kan ik zeggen dat de behandeling van binnenkomende informatieverzoeken
plaatsvindt op basis van de Wet op de internationale bijstandsverlening (WIB) bij
de heffing van belastingen. Als een verzoek om inlichtingen wordt ontvangen, beoordeelt
de Belastingdienst of dit verzoek voldoet aan de daarvoor internationaal overeengekomen
criteria. Hierbij wordt onder andere getoetst of het verzoek voldoende individualiseerbaar
is, er mag namelijk geen sprake zijn van een zogenoemde «fishing expedition». Ook
wordt beoordeeld of er een belang is voor de belastingheffing in het verzoekende land
en of dat land de gebruikelijke mogelijkheden om de informatie in eigen land te verkrijgen
heeft benut. Als het verzoek niet aan alle criteria voldoet wordt het verzoek in principe
afgewezen. Als het verzoek niet volledig is wordt het verzoekende land verzocht om
een nadere toelichting.
Indien het verzoek aan alle criteria voldoet wordt de gevraagde informatie verstrekt
indien deze binnen de Belastingdienst aanwezig is. Op basis van de daarvoor internationaal
overeengekomen termijnen welke zijn opgenomen in de WIB, dient deze informatie binnen
twee maanden te worden verstrekt. Indien dit niet het geval is wordt de informatie
door de Belastingdienst opgevraagd bij degene die de informatie wel in het bezit heeft,
waarna de informatie aan het verzoekende land wordt verstrekt. In die gevallen bedraagt
de termijn voor uitwisseling zes maanden.
Landen kunnen in onderling overleg andere termijnen afspreken. Dit gebeurt in de praktijk
bijvoorbeeld bij complexe verzoeken en/of verzoeken waarbij de te verstrekken informatie
omvangrijk is. Bij dat soort verzoeken is het van belang de informatiehouder voldoende
tijd te geven om de gevraagde informatie zo volledig mogelijk aan te leveren op een
wijze zoals gevraagd door het verzoekende land. In overleg met het verzoekende land
kan in dergelijke gevallen overigens ook worden besloten dat het efficiënter en effectiever
is om de informatie te verkrijgen via een multilaterale controle (MLC). Dit kan een
al lopende MLC zijn, maar ook een nieuw op te starten MLC.
In een peer review door het Global Forum (OECD) over de jaren 2014–20175 is Nederland beoordeeld op de kwaliteit en doorlooptijden van de afhandeling van
de verzoeken. Geoordeeld is dat Nederland voldoet aan alle gestelde criteria.
Vraag 6
Wat is gebruikelijk in communicatie met multinationals die belastingplichtig zijn
in Nederland? Is hier beleid voor en kan dit beleid worden gedeeld met de Kamer?
Antwoord 6
De Belastingdienst heeft als taak de uitvoering van en toezicht op het naleven van
fiscale wet- en regelgeving. Het heffen en innen van rijksbelastingen en premies volksverzekeringen
maakt daar onderdeel van uit. Voor het vervullen van deze taak is geregelde interactie
en communicatie met ondernemingen nodig. Als een organisatie groter en complexer is,
is doorgaans ook meer interactie en toezicht nodig, bijvoorbeeld omdat er veel aangiften
worden gedaan, meer vooroverleg wordt gevraagd en internationale aspecten spelen.
In de Leidraad Toezicht Grote Ondernemingen6 is opgenomen hoe dit toezicht wordt vormgegeven voor de grootste organisaties van
Nederland. Voor deze groep organisaties wordt het concept individuele klantbehandeling
toegepast. Veel multinationals vallen onder dit concept, mits hun aanwezigheid in
Nederland groot genoeg is. Overigens communiceert de Belastingdienst met belastingplichtige
indien hij dat nodig acht voor de juiste uitoefening van zijn taak maar ook kan een
belastingplichtige de Belastingdienst in dat kader benaderen.
Vraag 7
Kan de correspondentie tussen de Belastingdienst en Uber worden verstrekt aan de Kamer?
Antwoord 7
Vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht van artikel 67 AWR kan ik niet ingaan op individuele
fiscale dossiers. De Belastingdienst doet onderzoek met betrekking tot deze casus.
Dit onderzoek acht ik van belang om de juiste informatie te achterhalen. Op voorhand
geef ik aan dat ik vanwege artikel 67 AWR de onderzoeksresultaten niet openbaar zal
kunnen delen. Ik wil daarom graag een vertrouwelijke technische briefing aan u aanbieden
over deze casus.
Vraag 8
Kunt u toelichten wat de rol is van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA),
welke taken zij verricht, op welke wijze zij Nederland als vestigingsland in de markt
zetten, welk contact zij onderhouden met de Belastingdienst en of en welke rol de
Belastingdienst daarin heeft?
Antwoord 8
De NFIA is een uitvoeringsorganisatie, en onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend
Nederland, onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken en
Klimaat (EZK) en wordt daarnaast aangestuurd door de Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). De NFIA heeft als belangrijkste taak om buitenlandse
bedrijven aan te trekken naar Nederland, hen te helpen bij vervolginvesteringen in
ons land of hen voor Nederland te behouden bij een heroverweging van de strategie.
Dit doet de NFIA door internationale promotie van Nederland als vestigingslocatie
en door bedrijven te informeren over het Nederlandse investeringsklimaat. Hieronder
valt ook het informeren van bedrijven over het belastingklimaat in Nederland in algemene
zin en het introduceren van bedrijven bij relevante partijen die hen van verdere informatie
kunnen voorzien. Voor specifieke belastingzaken verwijst NFIA door naar de bevoegde
instantie. Bij de Belastingdienst betreft dit het APBI. In het kader van de dienstverlening
naar (potentiële) buitenlandse investeerders vinden ook afspraken plaats waarbij zowel
een vertegenwoordiger van NFIA (als liaison) als een vertegenwoordiger van de Belastingdienst
aanwezig is, zodat binnen de context van de vestigings- of uitbreidingsplannen van
een bedrijf direct duidelijkheid gegeven kan worden over de algemene belastingsituatie
in Nederland en de EU- belastingregelgeving.
Tijdens deze gesprekken met bedrijven waarbij ook een vertegenwoordiger van de Belastingdienst
aanwezig is, wordt gehandeld conform de fiscale geheimhoudingsplicht. Dit wil zeggen
dat geen vertrouwelijke fiscale gegevens met NFIA worden gedeeld en dat bespreking
van bedrijfsspecifieke fiscale zaken separaat tussen Belastingdienst en het bedrijf
plaatsvindt. Voor zover belastingplichtige in gesprekken met de NFIA en het APBI fiscale
informatie deelt, geldt ook voor de NFIA artikel 67 AWR.
Vraag 9
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 9
Ik heb de bovenstaande vraag één voor één beantwoord.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Alkaya (SP),
ingezonden 13 juli 2022 (vraagnummer 2022Z15008).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.