Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Sylvana Simons over het handelen van de politie tijdens de demonstratie van Extinction Rebellion bij het kantoor van de Belastingdienst in Den Haag
Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het handelen van de politie tijdens de demonstratie van Extinction Rebellion bij het kantoor van de Belastingdienst in Den Haag (ingezonden 6 juli 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 2 september 2022). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3611.
Vraag 1
Bent u bekend met de demonstratie van Extinction Rebellion in de centrale hal van
de Belastingdienst in Den Haag op 29 juni 2022?
Antwoord 1
Ja. Overigens waren er tijdens deze demonstratie demonstranten van Extinction Rebellion
en van Christian Climate Action aanwezig.
Vraag 2
Bent u op de hoogte van het feit dat deze vreedzame demonstratie binnen 40 minuten
is afgebroken door de politie, ondanks dat er op geen enkel moment sprake was van
obstructie of blokkades, het aanspreken en/of lastigvallen van personeel of andere
aanwezigen of het verhinderen van alledaagse werkzaamheden? Zo ja, wat is de reden
dat het demonstratierecht alsnog niet werd gewaarborgd?
Antwoord 2
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1 ben ik bekend met de demonstratie van
29 juni jl. en het optreden van de politie daarbij. Zie verder het antwoord op vraag
3.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van het feit dat beelden, evenals de verklaring van ooggetuigen
laten zien dat er mensen die vreedzaam en zonder geweld of provocatie demonstreerden,
door de politie met geweld op de grond zijn gegooid, in de handboeien zijn geslagen
zonder duidelijke aanleiding en op zeer pijnlijke (en/of gewelddadige) wijze zijn
weggesleurd door middel van zogenaamde «bokkenpootjes»? Wat is daarover uw oordeel?
Antwoord 3
Ik ben op de hoogte van beelden waarop politieoptreden in het pand van de Belastingdienst
te zien is.
Het is voor de politie soms onvermijdelijk om bij het uitvoeren van haar taak geweld
te gebruiken indien dat absoluut noodzakelijk is. Hiertoe heeft de politie op grond
van artikel 7 van de Politiewet 2012 de bevoegdheid. Hierbij moeten de beginselen
van proportionaliteit, subsidiariteit, redelijkheid en gematigdheid in acht worden
genomen. Dat betekent dat de politie niet zomaar zonder aanleiding of redelijk doel
geweld gebruikt tegen burgers. In algemene zin merk ik daarbij op dat bij die beoordeling
naar de gehele context van een incident wordt gekeken, die niet in alle gevallen blijkt
uit bepaalde beelden van een incident.
Het is aan het lokale gezag om te besluiten of een demonstratie dient te worden beëindigd.
De politie zal aan een dergelijk besluit vervolgens uitvoering geven. De demonstranten
van Extinction Rebellion en Christian Climate Action zijn door medewerkers van de
Belastingdienst, als beheerder van het gebouw, gevorderd het
pand te verlaten. Daar gaf men geen gehoor aan. Vervolgens is tweemaal door de politie
aangegeven dat de demonstratie beëindigd was en zijn de demonstranten gevorderd het
pand te verlaten. Daarbij is te kennen gegeven dat wanneer men geen gehoor zou geven
aan de vordering, er over zou worden gegaan tot aanhouding. Dit was voor sommige demonstranten
reden om het pand te verlaten. Zeventien demonstranten gaven geen gehoor aan het bevel
van de politie om de demonstratie te beëindigen en het gebouw te verlaten. Deze demonstranten
zijn vervolgens aangehouden, voorgeleid aan de hulpofficier van justitie en hebben
een proces-verbaal gekregen.
Ik wijs er hierbij op dat het niet aan mij maar aan andere autoriteiten is – in voorkomende
gevallen de rechter – om te oordelen over het geweld dat hierbij door de politie is
gebruikt. Geweldsaanwending door de politie moet worden gemeld en getoetst.
Vraag 4, 5 en 6
Bent u op de hoogte van het feit dat ooggetuigen en demonstranten aangeven langere
tijd in een afgesloten busje te zijn geplaatst, waar de binnentemperatuur dermate
opliep dat ademhaling werd belemmerd en oververhitting dreigde? Wat is daarover uw
oordeel?
Bent u op de hoogte van het feit dat ooggetuigen en demonstranten die zich in deze
alsmaar warmer en benauwder wordende bus bevonden aangeven dat de politie weigerde
te reageren op hun hulpvraag toen uitdroging en oververhitting dreigde, en dat de
politie op een later moment aangaf zich al van tevoren bewust te zijn van het feit
dat de luchtverversing in de bus niet werkte? Wat is daarover uw oordeel?
Deelt u de mening dat hiermee de veiligheid van vreedzame demonstranten in het geding
is gebracht? Zo ja, wat is daarover uw oordeel? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5 en 6
In relatie tot deze vragen heeft de politie formele klachten ontvangen, deze worden
momenteel onderzocht. Gedurende het onderzoek past het dan ook niet om inhoudelijk
op deze vragen in te gaan.
Vraag 7
Deelt u de mening dat de manier waarop de vreedzame demonstranten van Extinction Rebellion
zijn behandeld in schrijnend contrast staat met de manier waarop gelijktijdige boerenprotesten,
waarbij sprake was van bedreiging, vernieling en intimidatie, in veel gevallen wel
de ruimte hebben gekregen? Zo nee, hoe verklaart u het contrast in aanpak, benadering
en afhandeling dan?
Antwoord 7
De omstandigheden waarin deze verschillende demonstraties hebben plaatsgevonden zijn
niet dezelfde. De burgemeester maakt altijd afwegingen op basis van de lokale situatie.
Hierover vindt afstemming plaats in de lokale driehoek en desgevraagd wordt verantwoording
afgelegd aan de gemeenteraad.
Vraag 8, 9 en 10
Deelt u de mening dat het demonstratierecht voor iedereen zou moeten gelden, en dat
op deze manier de schijn kan worden gewekt dat bepaalde groeperingen veel meer ruimte
krijgen van de politie om hun onvrede te uiten middels dit recht dan anderen?
Deelt u de mening dat de politie allereerst het recht op demonstratie zou moeten beschermen,
en dat bij onverhoopt eventueel ingrijpen de-escalatie altijd als uitgangspunt moet
worden gebruikt? Zo ja, bent u bereid om in dat licht in te gaan op de patronen rondom
de inzet van buitenproportioneel geweld jegens de vreedzame protesten van Extinction
Rebellion? Hoe kijkt u naar het feit dat dit blijft gebeuren?
Bent u bereid om duidelijk uit te spreken dat vreedzame demonstraties een belangrijk
grondrecht zijn, en dat dit te allen tijde gefaciliteerd moet worden, ook als het
enig ongemak veroorzaakt?
Antwoord 8, 9 en 10
Het recht om te demonstreren is een grondrecht en een groot goed. Het kabinet hecht
veel waarde aan de mogelijkheid om maatschappelijk ongenoegen te kunnen uiten. De
burgemeester dient zich dan ook in te spannen om demonstraties te faciliteren, zodat
het demonstratierecht zo goed mogelijk kan worden uitgeoefend.
De burgemeester kan bij een demonstratie op openbare plaatsen voorschriften en beperkingen
stellen, en in het uiterste geval een demonstratie verbieden of beëindigen, ter bescherming
van de gezondheid, in het belang van het verkeer of ter bestrijding of voorkoming
van wanordelijkheden. Bij demonstraties op andere dan openbare plaatsen kan hij opdracht
geven een demonstratie terstond te beëindigen en uiteen te gaan, indien de bescherming
van de gezondheid, of de bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden dat vordert.
Het in goede banen leiden van demonstraties vergt maatwerk en een inschatting door
de burgemeester en de politie op basis van hun kennis van de lokale situatie. Hierover
vindt afstemming plaats in de driehoek. Het is niet aan mij als Minister om daarin
te treden. Zie ook het antwoord op vraag 7.
Vraag 11
Bent u bereid om excuses aan te bieden voor de manier waarop vreedzame demonstranten
met geweld zijn behandeld, zoals op beelden te zien is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Neen. De politie handelt bij het handhaven van de openbare orde onder het gezag van
de burgemeester. De burgemeester legt daarover verantwoording af aan de gemeenteraad.
Het is niet aan mij maar aan andere autoriteiten – en in voorkomende gevallen aan
de rechter – om te oordelen over het geweld dat door de politie is gebruikt. Met betrekking
tot enkele individuele gevallen loopt er momenteel nog een formele klachtenprocedure.
Het is ook daarom niet gepast om hier, vooruitlopend op deze procedure, inhoudelijk
op in te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.