Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over hulphonden
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hulphonden (ingezonden 15 juni 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 2 september 2022).
Vraag 1
Wat is het beleid van verzekeraars en gemeenten ten aanzien van het vergoeden van
een opleiding tot hulphond binnen respectievelijk de Zorgverzekeringswet (Zvw) en
de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? Klopt het dat gemeenten hier heel anders
mee omgaan, en zo ja, wat vindt u daarvan?
Antwoord 1
Er zijn drie typen hulphonden die worden vergoed vanuit het basispakket Zvw. Dit is
de blindengeleidehond voor verzekerden die blind of slechtziend zijn, de signaalhond
voor verzekerden die doof zijn en de ADL-hond (assistentiehond) voor mensen met een
ernstige stoornis in het bewegingssysteem (de hand en arm) die daardoor beperkt worden
in hun activiteiten in het dagelijks leven. De ADL-hond helpt hen door bijvoorbeeld
kasten en gordijnen te openen, met het oprapen en aangeven van spullen en bij het
uittrekken van kleding.
De therapie-, epilepsie- en PTSS-hond behoren niet tot het verzekerde basispakket
omdat de effectiviteit van deze hulphonden op dit moment onvoldoende bewezen is (geen
stand van wetenschap en praktijk).
Ten aanzien van de Wmo geldt het volgende. Gemeenten beoordelen iemands ondersteuningsbehoefte
en kennen als dat nodig is een maatwerkvoorziening toe om iemands beperkingen in de
zelfredzaamheid en/of participatie weg te nemen. Het kan bijvoorbeeld gaan om mensen
met autisme of PTSS die aangeven baat te hebben bij een hulphond. Of een gemeente
een hulphond als maatwerkvoorziening toekent, behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid.
Uit jurisprudentie blijkt dat gemeenten een aanvraag voor een assistentiehond kunnen
afwijzen, omdat onvoldoende wetenschappelijk is aangetoond dat de hond een toegevoegde
waarde heeft om beperkingen in zelfredzaamheid/participatie weg te nemen.
Vraag 2 en 12
Bent u bekend met wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat hulphonden effectief
zijn voor mensen met mentale problemen?1 Zijn de conclusies van dit onderzoek ook op de Nederlandse situatie toepasbaar?
Zou u overwegen om de vergoeding van hulphonden in het basispakket te plaatsen voor
mensen met een PTSS-indicatie, of te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de vergoeding
van een hulphond beschikbaar te stellen voor mensen met dusdanige psychologische problemen
dat een hulphond van dienst kan zijn?
Antwoord 2 en 12
In Nederland wordt vanuit het basispakket alleen zorg vergoed die voldoet aan de «stand
van de wetenschap en praktijk». De therapie- en PTSS-hond behoren niet tot het verzekerde
basispakket van de Zvw omdat de effectiviteit van deze hulphonden op dit moment onvoldoende
bewezen is.
Ten aanzien van PTSS heeft het Zorginstituut een verdiepingsrapport Zinnige Zorg bij
PTSS opgesteld (2021). Daarin werd gesignaleerd dat er een kennislacune is met betrekking
tot hulphonden bij PTSS. Vastgesteld werd dat er veel positieve subjectieve ervaringen
zijn met de inzet van een hulphond bij PTSS (bij specifieke beroepsgroepen, waaronder
veteranen), maar dat onduidelijk blijft wat de (kosten)effectiviteit is.
Het meeste onderzoek is gebaseerd op subjectieve ervaringen van mensen en niet op
objectieve metingen van PTSS (symptomatologie). De kwaliteit hiervan is dan ook niet
goed bruikbaar. Voor het recent verschenen promotieonderzoek van mw. van Houtert van
de Universiteit Utrecht, «Veterans PTSD Workingdog Research (VPWR)» geldt dat het
gaat om veteranen, waardoor de resultaten waarschijnlijk niet gegeneraliseerd kunnen
worden naar de bredere PTSS doelgroep. Ook gaat dit onderzoek niet over kosteneffectiviteit
of over substitutie met andere zorg.
Internationaal onderzoek2 geeft aanwijzingen dat de inzet van hulphonden bij militairen en veteranen met PTSS
kan bijdragen aan vermindering van PTSS symptomatologie (geen effect op verlies van
diagnose), maar enkel aanvullend op bekende evidence-based behandelingen en niet als
stand-alone interventie bij PTSS.
Vanuit het Zinnige Zorg bij PTSS project heeft het Zorginstituut veldpartijen daarom
geadviseerd om bestaande kennis te bundelen en aan te vullen met gericht onderzoek,
om een completer beeld te krijgen in welke situaties de inzet van een hulphond (kosten)effectief
is.
Waar het gaat om epilepsiehonden voeg ik graag nog het volgende toe: Naar aanleiding
van een amendement van het lid Potters3, heeft de Minister ZonMw voor drie jaar een subsidie verleend van € 900.000 voor
een onderzoek naar de effectiviteit en doelmatigheid van epilepsiehonden. Dit onderzoek
verschijnt uiterlijk in maart 2023.4 Het Zorginstituut zal dan bekijken of deze resultaten aanleiding zijn om een beoordeling
te doen in het kader van de «stand van de wetenschap en praktijk».5
Vraag 3 en 11
Klopt het dat politieagenten en veteranen met Posttraumatische Stressstoornis (PTSS)
wel in aanmerking komen voor een vergoeding, maar veel anderen met PTSS niet?6 Zo ja, waarom dit onderscheid? Waarom vindt u dit gerechtvaardigd?
In de beantwoording van Kamervragen van het lid Bergkamp7 werd gesteld dat er onderzoeken lopen door de KNGF Geleidehonden en de Stichting
Hulphond naar de effecten van de inzet van assistentiehonden op de gezondheid en het
welzijn van veteranen en andere oud-geüniformeerde met PTSS, wat is hier de uitkomst
van geweest?
Antwoord 3 en 11
Het onderzoek waar u in vraag 11 aan refereert, gaf destijds aanleiding om een (meer
wetenschappelijk) vervolgonderzoek in te stellen om uitspraken te kunnen doen over
het effect van de inzet van hulphonden. De Politie heeft vervolgens de Politieacademie
in samenwerking met de Radboud Universiteit een onderzoek uit laten voeren naar het
effect van ondersteuning met een buddyhond bij (oud-)politiemedewerkers gediagnosticeerd
met PTSS. Daarnaast heeft de Universiteit Utrecht een promotieonderzoek onder veteranen
uitgevoerd naar de effecten van een hulphond op de gezondheid en het welzijn van veteranen
met PTSS («Veterans PTSD Working Dogs Research»). Beide onderzoeken zijn (recent)
afgerond en laten zien dat de inzet van hulphonden een positief effect heeft op het
welbevinden van veteranen/politieagenten met PTSS.
Er zijn dus inderdaad veteranen en politieagenten met PTSS met een hulphond. Dit betreft
in ieder geval veteranen die mee hebben gedaan aan bovengenoemde onderzoeken. Bij
Defensie en Politie kunnen deze veteranen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming
in de kosten van het levensonderhoud van de hond. De veteranen krijgen deze vergoeding
vanuit de voorzieningenregeling van Defensie8. Dit is een bedrag van € 1.050 euro jaarlijks en wordt door de Politie ook. Daarnaast
worden er door verschillende organisaties, zoals KNGF en stichting Hulphond Nederland,
honden ter beschikking gesteld aan veteranen en politieagenten met PTSS. Defensie
en Politie hebben geen rol in het proces van opleiden en beschikbaar stellen van hulphonden.
De politie treft voorbereidingen om hier op korte termijn wel een rol in te spelen.
Defensie heeft in de Defensienota 2022 aangegeven dat, omdat Defensie als werkgever
een bijzondere zorgplicht heeft voor haar veteranen en omdat de zorgvraag toeneemt,
de ondersteuning voor veteranenzorg zal worden versterkt. Daarbij hoort ook het vergroten
van de toegang voor veteranen tot hulphonden.
Het onderscheid met het vanuit de Zorgverzekeringswet vergoeden van een hulphond bij
PTSS, is dat het in bovengenoemde situatie (de tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud)
gaat om een werkgeversbesluit. Daarbij zijn de te maken afwegingen anders. Om te beoordelen
of zorg effectief is en voor vergoeding in aanmerking komt, maakt het Zorginstituut
gebruik van een vast beoordelingskader, dat voorschrijft op welke wijze vastgesteld
kan worden of zorg aan het wettelijk criterium «stand van wetenschap en praktijk»
voldoet. Dit beoordelingskader, en daarmee de werkwijze van het Zorginstituut, is
door de Hoge Raad goedgekeurd. Qua beoordeling van de studies die recentelijk zijn
verschenen, verwijs ik u naar het antwoord op vragen 2 en 12 hierboven.
Overigens kan door de gemeente voor mensen met PTSS wel een hulphond worden toegekend,
wanneer dit iemands beperkingen in de zelfredzaamheid en/of participatie wegneemt.
Of een gemeente een hulphond als maatwerkvoorziening toekent, behoort tot de gemeentelijke
beleidsvrijheid.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat veel mensen met mentale problemen noodgedwongen een crowdfundactie starten om de kosten voor een hulphond te kunnen betalen?9
Antwoord 4
Allereerst zou ik willen aangeven dat mensen met psychische klachten of een psychische
stoornis wel degelijk aanspraak maken op Zvw-zorg, zij het andere zorg dan een hulphond.
In Nederland wordt vanuit het basispakket alleen zorg vergoed die voldoet aan de stand
van de wetenschap en praktijk. Het komt voor dat behandelingen die daar niet aan voldoen
alsnog via crowdfunding worden gefinancierd.
Naast een eventuele vergoeding vanuit de Wmo, zijn er ook mogelijkheden om vergoeding
voor een hulphond te krijgen via bijvoorbeeld stichtingen die op basis van fondsen,
subsidies of donaties hulphonden kunnen opleiden en plaatsen (zoals Stichting «De
hond kan de was doen» of Stichting Assistentiehond Nederland).
Vraag 5, 6 en 8
Aan welke voorwaarden moeten aanbieders voor een opleiding voor hulphonden voldoen?
Zijn daar eenduidige criteria voor? Is er regelgeving voor opleiders, bijvoorbeeld
over de prijzen van de hond en de opleiding? Is er toezicht op deze aanbieders, zo
ja, door wie?
Klopt het dat een groot aantal hulphondscholen in Nederland niet geaccrediteerd is,
waardoor deze scholen bijvoorbeeld niet voldoende selecteren op geschiktheid van de
hond? Vindt u dit wenselijk?
Klopt het dat voor een gemiddeld traject zo’n 20.000 euro nodig is? Zijn dit reëele
kosten voor een opleiding? Vindt u dat een passend bedrag voor mensen die hulp nodig
hebben om mee te komen in de samenleving?
Antwoord 5, 6 en 8
Wanneer hulphonden worden vergoed vanuit de Zvw, komt de hoogte van de vergoeding
tot stand als gevolg van onderhandeling tussen zorgverzekeraar en hondenschool. Volgens
Zorgverzekeraars Nederland bedragen de gemiddelde kosten voor een hulphond rond de
€ 20.000. Het is aan de zorgverzekeraar om te beoordelen of dit bedrag doelmatig tot
stand is gekomen. Er is geen specifieke regelgeving over de kosten voor het opleidingstraject.
Het is belangrijk dat assistentiehonden en hun opleiders een adequate opleiding volgen
en dat het welzijn voor mens en hond is gewaarborgd. Zorgverzekeraars hebben met een
groot aantal hondenscholen contracten afgesloten en deze hondenscholen dienen aan
de minimale accreditatie eisen te voldoen. De verzekeraar stelt dus (kwaliteits)eisen
via een contract (deze verschillen per verzekeraar). Let wel: Verzekeraars sluiten
alleen contracten met hondenscholen die honden leveren zoals vergoed vanuit het basispakket.
Verzekeraars hebben daarom geen zicht welke hondenscholen andersoortige honden opleiden.
Recentelijk is met een startsubsidie van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
de Branchevereniging Dier & Welzijn voor professionele organisaties in dierondersteunde
interventies opgezet. De vereniging richt zich primair op het waarborgen van het welzijn
van dieren die ingezet worden in dierondersteunde interventies, waaronder assistentiehonden.
De vereniging ondersteunt de verdere professionalisering in de branche en heeft de
afgelopen jaren gewerkt aan een overkoepelende Gedragscode, met daarbij welzijnsprotocollen
voor de diersoorten die het meest ingezet worden.
Een aantal opleiders van assistentiehonden zijn aangesloten bij de internationale
brancheorganisaties als de International Guide Dogs Federation
(IGDF) of Assistance Dogs International (ADI). Het toezicht voor de normen wordt uitgevoerd
door deze brancheorganisaties. Daarnaast zijn er opleiders van assistentiehonden die
eigen normen hanteren.
Bovendien loopt er een Europees normalisatietraject om eenduidige Europese normen
voor assistentiehonden te ontwikkelen. De Europese normen worden ontwikkeld binnen
CEN/TC 452 «Assistance dogs»; hieraan neemt de normcommissie «Assistentiehonden» deel
met een gebalanceerde Nederlandse delegatie uit diverse stakeholdergroepen. Het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) zorgt, samen met een aantal opleiders
van assistentiehonden, voor de financiële ondersteuning van deze Nederlands delegatie.
In deze normen worden, vooralsnog, geen specifieke prijzen voor hond of opleiding
genoemd.
Daarnaast is het Ministerie van VWS een verkenning gestart, onder andere met een gespreksronde
langs opleiders van assistentiehonden en assistentiehondengebruikers, om te onderzoeken
hoe de conformiteitsbeoordeling10 en het toezicht rondom deze Europese norm kan worden vormgegeven in Nederland.
Vraag 7
Klopt het dat het aantal aanbieders flink is toegenomen? Is er inzicht in de omzet
en winsten van deze aanbieders?
Antwoord 7
Ik heb geen inzicht in het specifieke aantal aanbieders van hulphonden, dan wel de
omzet en winsten. Ook zorgverzekeraars hebben dit niet.
Ik kan wel melden dat vanuit de Zorgverzekeringswet in 2021 900 blindengeleidehonden
werden verstrekt, waar dat er in 2017 880 waren. Kortom, een lichte stijging.11 Binnen het gemeentelijke domein worden deze aantallen niet bijgehouden. Momenteel
zijn er in Nederland negen organisaties die ADI geaccrediteerd zijn en drie aanbieders
die kandidaat-geaccrediteerd zijn.
Vraag 9
Klopt het dat de opleidingskosten in Duitsland een stuk lager zijn en dat daar wel
regelgeving is?12 Bent u bereid om hiervan te leren en ook te werken aan meer eenduidigheid in Nederland?
Antwoord 9
In Duitsland is in 2021 wetgeving van kracht geworden over de toegankelijkheid voor
mensen met een beperking onder begeleiding van een hulphond. De terminologie van een
hulphond, de opleiding en het testen van de hulphond, en de accreditatie van opleiders
en examinatoren zijn bijvoorbeeld nader uitgewerkt in regelgeving. In de verkenningsronde
over de conformiteitsbeoordeling en het toezicht op de verschillende normen van assistentiehonden
(waarover ik schreef in het antwoord op vragen 5 en 6), wordt onder andere de werking
van Duitse stelsel meegenomen.
Vraag 10
Bent u op de hoogte van de landelijke financiering voor hulphonden in Oostenrijk,
wat maximaal 10.000 euro is?13 Bent u het ermee eens dat dit laat zien dat het met betere regelgeving ook haalbaar
is om de kosten laag te houden?
Antwoord 10
Ik ben op de hoogte van het feit dat de Oostenrijkse overheid financiële ondersteuning
biedt voor hulphonden. Er is in Oostenrijk geen wettelijk recht op de subsidie voor
de aanschaf van een hulphond.
– Niettemin kunnen personen met een handicap van het Ministerie van Sociale Zaken financiering
van ten minste 50% krijgen voor de aankoop van een assistentiehond, op voorwaarde
dat dit nodig is voor de uitoefening van betaald werk om hun mobiliteit te vergroten.
De subsidie is maximaal 30.000 euro voor blindengeleidehonden met een maximum van
10.000 euro voor hulp- en seinhonden.
– Voor niet-werkende personen kan de aankoop van een hulphond uit het steunfonds voor
mensen met een handicap worden gefinancierd voor een bedrag van maximaal 6.000 euro
(Ministerie van Sociale Zaken).
Dit biedt voor mij geen indicatie dat de kosten voor een hulphond daar lager worden
gehouden, of dat de regelgeving daar beter is. In Nederland wordt door zorgverzekeraars
bovendien een tegemoetkoming in de kosten voor het levensonderhoud zoals de medische
en dagelijkse verzorging van de hond verstrekt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.