Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker en Mutluer over het bericht Prijsexplosie GHB vanwege oorlog in Oekraïne, verslaafden stoppen met de drug
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie) en Mutluer (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Prijsexplosie GHB vanwege oorlog in Oekraïne, verslaafden stoppen met de drug» (ingezonden 23 juni 2022).
Antwoord van StaatssecretarisVan Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 30 augustus 2022). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3467.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Prijsexplosie GHB vanwege oorlog in Oekraïne, verslaafden
stoppen met de drug»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de kansen en risico’s die verslavingsdeskundigen zien als gevolg van de
plotselinge prijsstijging, waardoor gebruikers plotseling moeten stoppen? Hoe beoordeelt
u deze kansen en risico’s?
Antwoord 2
Er is geen eenduidige informatie of er sprake is van een prijsstijging van GHB. Indien
sprake is van een prijsstijging is het mogelijk dat sommige verslaafde gebruikers
kunnen overstappen naar andere meer betaalbare middelen (zoals alcohol, XTC/MDMA en
amfetamine) die een gelijke werking hebben om hun onthoudingsklachten te onderdrukken.
Dit laatste is uiteraard onwenselijk. Het zou beter zijn als gebruikers overgaan tot
behandeling van hun verslaving.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat het van belang is om laagdrempelige en toegankelijke hulpverlening
te bieden en bekendheid te geven aan het aanbod om mensen te helpen op een verantwoorde
wijze van hun verslaving af te komen? En dat deze situatie nog meer aanleiding geeft
om de inzet hierop te versnellen?
Antwoord 3
Ik deel deze opvatting. Laagdrempelige toegang tot goede verslavingszorg is van groot
belang en hierin is samen met partijen in het veld in geïnvesteerd. Het Trimbos instituut
heeft in samenwerking met partners, een gemeentelijke casus-gerichte GHB-aanpak ontwikkeld.
In deze aanpak gaat het over het centraal stellen van de cliënt en het verstevigen
van de samenwerking tussen verslavingszorg, gemeente, politie en andere netwerkpartners.
Een aantal gemeenten in Nederland voert deze aanpak momenteel uit met behulp van een
ontwikkelde handreiking voor gemeenten die ondersteunt bij het opzetten van deze aanpak.
Deze handreiking wordt regelmatig bijgewerkt. Daarnaast organiseert het Trimbos-instituut
intervisiebijeenkomsten voor de gemeentelijke projectleiders die met de aanpak werken
en is er eind 2021 een webinar georganiseerd voor het algemene publiek. Gemeenten
die kampen met GHB-problematiek kunnen door het Trimbos-instituut een onderzoek laten
uitvoeren naar de aard en omvang van de problematiek in de gemeente (een Scanner),
wat kan leiden tot gerichte aanbevelingen voor de gemeente in de aanpak van GHB-problematiek.
Tevens heeft het Nijmegen Insitute for Scientist-Practitioners in Addiction (Nispa)
in 2020 in samenwerking met instellingen voor verslavingszorg, het Bongers Instituut
en het Trimbos-instituut een handreiking uitgebracht over hoe behandeling van de groep
(zeer) problematische GHB-gebruikers vormgegeven moet worden. Deze handreiking bevat
praktische informatie voor zowel professionals als voor ervaringsdeskundigen, patiënten
en naasten. Tot slot wordt momenteel door Novadic-kentron in samenwerking met het
Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction (NISPA-Radboud) gewerkt
aan nieuwe innovatieve behandelingen die het effect van de bestaande behandeling en
de toegang tot zorg voor personen met een GHB verslaving moet verbeteren.
Vraag 4
Bent u bereid de voorlichting voor GHB-gebruikers en in het bijzonder mensen met een
GHB-verslaving per direct op te schalen, bijvoorbeeld op sociale media, waarbij zij
worden gewezen op hulpverlening en verslavingszorg? Zo ja, hoe geeft u dit vorm? Zo
nee, welke stappen overweegt u om wel te zetten?
Antwoord 4
Het is zinvol om in te zetten op toeleiding naar zorg bij de groep GHB gebruikers.
Door het vergroten van de bekendheid over het beschikbare aanbod om van de verslaving
af te komen, zowel bij de zorgverlener als de gebruiker, kan dit worden bewerkstelligd.
Sociale media kan hiervoor ingezet worden, waarbij gebruikers worden gewezen op hulpverlening
en verslavingszorg. Het Trimbos-instituut, maar ook verslavingszorginstellingen, bepalen
zelf hoe zij het meest effectief gebruik kunnen maken van sociale media voor de voorlichting
over de beschikbare hulpverlening en zorg.
Gebruikers van GHB kunnen terecht op de websites https://www.drugsinfo.nl/ghb en https://www.drugsenuitgaan.nl/ghb. Op de website drugsenuitgaan.nl kunnen zij ook een gebruikerstest doen om te kijken
of het gebruik riskant is. Naast het risico op «out gaan» wordt ook het risico op
verslaving benadrukt. Mensen die de drugsinfolijnen bellen en bij wie problematisch
gebruik wordt vermoed, worden doorverwezen naar de huisarts. Afhankelijk van de behoeften
van de beller, wordt doorverwezen naar een andere instantie.
Vraag 5
Bent u voorts bereid met spoed het gesprek te voeren met de aangewezen zorgpartners
over de vraag hoe er voldoende hulpverlening en verslavingszorg beschikbaar kunnen
zijn voor mensen die al dan niet noodgedwongen afkicken, zodat zij op een veilige
en duurzame manier van hun verslaving af komen?
Antwoord 5
Ik blijf in gesprek met de betrokken zorgpartners om zo samen tot de beste oplossingen
voor voldoende hulpverlening en verslavingszorg te komen. Er zijn reeds goede initiatieven
bewerkstelligd zoals de ontwikkeling van een handreiking door het Nispa, onder andere
in samenwerking met instellingen voor verslavingszorg, over hoe behandeling van de
groep (zeer) problematische GHB gebruikers vormgegeven moet worden.
Vraag 6
Op welke wijze houdt u er zicht op of gebruikers overstappen op andere gevaarlijke
middelen, conform de vrees van Novadic-Kentron? Op welk moment verbindt u daar beleidsvoornemens
aan?
Antwoord 6
Er zijn in Nederland diverse monitors actief op het gebied van middelengebruik, zoals
het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS). Het Trimbos-instituut monitort
het gebruik van middelen met verschillende monitors en periodieke onderzoeken. Ook
verslaving aan middelen kan weer beter in beeld gebracht worden met behulp van het
Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS). Het LADIS systeem is sinds
1 juli jl. weer in werking en draagt bij aan het verkrijgen van informatie in de ontwikkelingen
binnen de verslavingszorg, zoals de verslavende middelen die verslaafden gebruiken
en het aantal mensen dat zich heeft aangemeld voor verslavingszorg. Gelet op de vrees
van Novadic-Kentron blijven we alert op signalen die aanleiding geven tot ingrijpen.
Vraag 7
Hoe wordt voorkomen dat hier substitutie optreedt en criminelen een nieuwe «markt»
aanboren?
Antwoord 7
De beste manier om substitutie te voorkomen is door de vraag weg te nemen. Het is
daarom belangrijk mensen die verslaafd zijn aan middelen toe te leiden naar een behandeling,
zodat zij ook geen behoefte ervaren om een substituut voor GHB te vinden. De inzet
op drugspreventie2 ondersteunt ook de aanpak van drugscriminaliteit. Immers: hoe minder gebruikt wordt,
hoe kleiner de vraag. Een vraag die een gevaarlijke en gewelddadige keten mede in
stand houdt. De aanpak van de criminaliteit die met de productie en handel van drugs
gepaard gaat en de ondermijnende effecten die deze criminaliteit op de samenleving
heeft, vallen onder de coördinerende verantwoordelijkheid van de Minister van Justitie
en Veiligheid. Het hele kabinet zet zich hiervoor in. Mijn inzet op drugspreventie
is daarin een belangrijke schakel.
Naast het wegnemen van de vraag is het belangrijk om het aanbod en de bijbehorende
georganiseerde drugscriminaliteit terug te dringen. De aanpak van georganiseerde criminaliteit
is van groot belang voor dit kabinet en zal de komende periode topprioriteit zijn.
In de Kamerbrief van 26 april jl. over de aanpak van georganiseerde criminaliteit
op hoofdlijnen heeft de Minister van Justitie en Veiligheid het belang van een consistente
en samenhangende repressieve en preventieve aanpak benadrukt.3 In deze brede aanpak gelden vier inhoudelijke prioriteiten: voorkomen, doorbreken
van criminele netwerken en verdienmodellen, bestraffen en beschermen. Er zijn structurele
middelen beschikbaar gesteld voor de aanpak van drugscriminaliteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.