Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over het noodplan 'Save Gas for a Safe Winter' van de Europese Commissie
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Nr. 341 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 6 september 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister voor Klimaat en Energie over de brief van 21 juli 2022
over het noodplan «Save Gas for a Safe Winter» van de Europese Commissie (Kamerstuk
29 023, nr. 337).
De vragen en opmerkingen zijn op 22 juli 2022 aan de Minister voor Klimaat en Energie
voorgelegd. Bij brief van 30 augustus 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De griffier van de commissie, Nava
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel «Save Gas for a
Safe Winter» van de Europese Commissie (EC). Deze leden zijn positief over het voornemen
om gezamenlijk Europees de krachten te bundelen en het gasverbruik versneld terug
te dringen. Wel hebben de leden van de VVD-fractie vragen over de totstandkoming van
de 15% besparing. Hoe is de EC tot het doel van 15% besparing gekomen? Waarop is dit
percentage gebaseerd? Wat betekent 15% minder gas verbruiken voor Nederland?
Antwoord:
De 15% is gebaseerd op de analyse van ENTSOG die op 27 juli jl. naar buiten is gebracht
(zie https://www.entsog.eu/). In deze analyse wordt tot de conclusie gekomen dat een EU-brede vraagreductie van
15% tussen 1 augustus 2022 en 31 maart 2023 tezamen met samenwerking tussen de lidstaten,
afdoende is om de gevolgen van het wegvallen van de aanvoer van gas uit Rusland te
ondervangen. Daarbij houdt ENTSOG wel rekening met een lagere vraag als gevolg van
(zeer) hoge gasprijzen.
Volgens de Europese Commissie betekent dit voor Nederland het volgende:
• Het gemiddelde Nederlandse gasverbruik in de periode 1 augustus t/m 31 maart over
de afgelopen vijf jaar was 32,4 miljard m3.
• Over de periode 1 augustus 2022 t/m 31 maart 2023 moet dit dus met 15% (4,86 miljard m3) worden teruggebracht tot 27,14 miljard m3.
• De Commissie geeft daarbij tevens aan dat het Nederlandse gasverbruik in de eerste
maanden van 2022 al met 20% is afgenomen vergeleken met het gemiddelde verbruik in
dezelfde periode in de afgelopen vijf jaar. Nederland ligt dus meer dan goed op schema
om het besparingsdoel te halen.
De leden van de VVD-fractie hebben ook kennisgenomen van het verzet van Griekenland,
Spanje en Portugal tegen het noodplan. Welke gevolgen heeft dit voor de aankomende
Energieraad? Hoe liggen de politieke verhoudingen verder in de EC? Wat wordt de Nederlandse
inzet om te komen tot een mogelijke deal?
Antwoord:
Deze vragen zijn beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het energiebeleid een nationale aangelegenheid
moet blijven. Daarom vinden zij het belangrijk dat er wordt afgesproken dat het gasbesparingsdoel
tijdelijk is en dat de besluitvormingsbevoegdheid om deze doelen via een Unie-Alert
bindend te maken bij de regeringsleiders in de Europese Raad komt te liggen. Hoe kijkt
de Minister hier tegenaan? Kan de Minister toezeggen dat dit ook de Nederlandse inzet
zal zijn? Kan de Minister zijn antwoord toelichten? Hoe kijken andere lidstaten hier
tegenaan en gaat de Minister samen met hen optrekken in deze onderhandelingen?
Antwoord:
Deze vragen zijn beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
De leden van de VVD-fractie willen dat de Europese Unie (EU) zo snel mogelijk onafhankelijk
wordt van Russisch gas. De EU bereidt zich momenteel voor op dat Rusland op korte
termijn de gaskraan dichtdraait. Welke mogelijkheden ziet de Minister daardoor om
de einddatum voor het gebruik van Russisch gas, nu 2027, naar voren te halen, nu dat
hier toch al op ingezet wordt? Is de Minister bereid om te pleiten voor het vervroegen
van de einddatum op het gebruik van Russisch gas? Is de Minister het met deze leden
eens dat dit zou leiden tot een sterkere positie voor de EU omdat de EU dan minder
afhankelijk en dus chantabel is?
Antwoord:
Zoals in diverse Kamerbrieven aangegeven (Kamerbrief over Nord Stream 1 van 21 juli,
Kamerstuk 29 023, nr. 337) wordt zowel Europees als nationaal sterk ingezet op minder gasgebruik en meer in
het bijzonder op het onafhankelijk worden van Russisch gas. Met de nu vastgestelde
verordening gasbesparing worden verdere stappen in die richting gezet. Het is echter
nog niet te zeggen wat dat betekent voor de einddatum voor het gebruik van gas uit
Rusland. Veel zal afhangen van het effect van de maatregelen die al genomen zijn en
in de komende periode nog worden genomen, niet alleen in Nederland, maar in alle EU-lidstaten.
Uiteraard zet ik mij daarbij wel in voor een zo vroeg mogelijke datum.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de D66-fractie constateren dat de EC inzet op een besparingspercentage
van 15%. Hoe is dit percentage tot stand gekomen? Waarom is niet gekozen voor een
gedifferentieerd doel per lidstaat en is dat de inzet van het kabinet?
Antwoord:
Deze vragen zijn beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
Welke extra stappen neemt het kabinet om (nog) meer energie te besparen?
Antwoord:
Energiebesparing is een prioriteit voor dit kabinet, ook gezien de huidige gascrisis.
In mijn brief van 4 juli (Kamerstuk 30 196, nr. 793) heb ik uiteengezet hoe ik de energiebesparingsplicht voor bedrijven aanscherp en
welke andere energiebesparingsmaatregelen het kabinet uitwerkt of verkent. Zo heb
ik aangekondigd dat met extra middelen voor Omgevingsdiensten meer inzet op toezicht
en handhaving mogelijk gemaakt wordt. Inmiddels heb ik daarvoor de benodigde regeling
gepubliceerd.1 Daarnaast blijf ik met campagne Zet Ook De Knop Om deze zomer, maar ook komend najaar,
burgers en bedrijven informeren over energiebesparing. Het kabinet blijft intussen
mogelijke andere energiebesparingsmaatregelen verkennen en analyseert met TNO het
bepalen van energiebesparingsdoelen per klimaatakkoordsector.
Is daarbij een verplichte warmte- of koudetemperatuur, zoals sommige lidstaten overwegen,
van meerwaarde?
Antwoord:
De «Zet Ook De Knop Om» campagne stimuleert burgers en bedrijven om in de winter hun
verwarming niet te hoog te zetten en in de zomer de airco niet te laag. Dit is op
vrijwillige basis. Het verplichten van temperatuurlimieten is een vergaande maatregel
die niet goed te handhaven is. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met
veiligheid en Arbowetgeving in deze context. Daarom is op dit moment niet gekozen
voor verplichte temperatuurlimieten.
Op wat voor manier zal de EC dit monitoren en handhaven?
Antwoord:
Nationale autoriteiten zijn verantwoordelijk voor het monitoren van de implementatie
van de genomen maatregelen en dienen vervolgens elke twee maanden de behaalde reducties
aan de Commissie te rapporteren. De Commissie monitort en handhaaft vervolgens deze
reducties en kan aanvullende maatregelen vragen indien de ingediende reducties onvoldoende
zijn of als andere lidstaten een verzoek tot solidariteit hebben ingediend. In eerste
instantie is de vraagreductie op vrijwillige basis, maar dit kan bindend worden als
de Commissie constateert dat de collectieve bijdrages onvoldoende blijken.
In welke landen verwacht de Minister dat deze doelstelling moeizaam gerealiseerd kan
worden en hoe kunnen we deze landen helpen?
Antwoord:
In de beantwoording SO Energieraad (Kamerstuk 21 501-33, nr. 947) zit een tabel op basis van gegevens van Eurostat met het gasverbruik voor de periode
januari-april 2022 ten opzichte van het gemiddelde gebruik in de periode van 2017
tot 2021. Dat laat zien hoeveel lidstaten in die periode al bespaard hebben, dus dat
geeft een indicatie van de opgave waar lidstaten voor staan. Nederland helpt andere
landen door zelf te voldoen aan de besparingsdoelen en deelt tegelijkertijd best practices
over bijvoorbeeld onze informatiecampagne «Zet Ook De Knop Om».
Welke «best practices» heeft Nederland te bieden en welke «best practices» uit het
buitenland passen we nog niet goed toe in Nederland?
Antwoord:
Deze vraag is beantwoord met mijn brief van 22 juli, Kamerstuk 21 501-33, nr. 947.
De leden van de D66-fractie vragen op welke manier wordt voorkomen dat het (tijdelijk)
vervangen van gas niet met andere fossiele grondstoffen gebeurt. Vindt de Minister
dat duidelijke eindtermijnen verbonden moeten worden aan het (weer) gebruiken van
extra kolen of kernenergie?
Antwoord:
Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen het gebruik van kolen en kernenergie.
Het coalitieakkoord is helder over kernenergie: kernenergie kan in de energiemix een
aanvulling zijn op zon, wind en geothermie en kan worden ingezet voor de productie
van waterstof. Kernenergie maakt CO2-arme productie van energie mogelijk en kan daardoor bijdragen aan het behalen van
de klimaatdoelen. Het maakt ons ook minder afhankelijk van de import van gas. Daarom
is in het coalitieakkoord aangekondigd dat de Kerncentrale Borssele langer open blijft
(met oog voor de veiligheid). Daarnaast zet dit kabinet de benodigde stappen ter voorbereiding
voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Het benoemen van eindtermijnen is hier
dus niet aan de orde.
Voor kolen is er een duidelijke eindtermijn: vanaf 2030 mag er geen kolenverbranding
meer plaatsvinden voor de opwekking van elektriciteit (voor oude centrales geldt dit
vanaf 2025). De huidige vervanging van gas door kolen als gevolg van het intrekken
van de productiebeperking is per definitie tijdelijk, omdat de productiebeperking
zelf een tijdelijke maatregel was en per 2025 niet meer zou gelden.
Welke maatregelen uit het pakket dragen bij aan het versnellen van de verduurzaming
van ons energieverbruik?
Antwoord:
Het pakket legt geen maatregelen vast, maar geeft aan welke mogelijkheden er zijn
om te besparen op het gasverbruik. Het is echter uiteindelijk aan de lidstaten om
te bepalen op welke wijze zij invulling willen geven aan de besparingsdoelstelling.
Bij de genoemde mogelijkheden horen uiteraard ook maatregelen die liggen op het terrein
van verduurzaming, zoals versnelde uitrol van en overstap naar hernieuwbare energie,
energie efficiëntie maatregelen en elektrificatie.
Vindt de Minister het wenselijk dat als onderdeel van dit pakket ook het vervangen
van gas voor een duurzaam alternatief (bijvoorbeeld als onderdeel van de maatwerkafspraken)
in aanmerking zou moeten komen voor het tijdelijke staatssteunkader?
Antwoord:
Ja. De Europese Commissie heeft op 20 juli, tegelijk met de aankondiging van het winterpakket,
bekend gemaakt dat het Tijdelijke crisisstaatssteunkader is aangepast. Met deze uitbreiding
is steun tevens toegestaan voor aanvullende maatregelen die de transitie naar duurzame
energie versnellen en de diversificatie van energiebronnen mogelijk maken door de
uitfasering van fossiele brandstoffen met vervanging door een duurzaam alternatief.2 Nederland heeft in de Nederlandse reactie naar de Europese Commissie hier positief
op gereageerd.
De leden van de D66-fractie constateren dat het voorstel van de EC adviescriteria
bevat ten behoeve van essentiële, niet-beschermde consumenten in geval van gedwongen
gasvermindering. Kan de Minister een indicatie geven hoe dit voor Nederland zou uitpakken?
Antwoord:
Deze indicatie is nu niet te geven. Deze criteria worden betrokken bij de verdere
uitwerking van het Bescherm- en Herstelplan Gas.
Heeft de Minister projecten op het oog waar hij gebruik wil maken van tijdelijke staatssteunkader
van het voorstel?
Antwoord:
Op dit moment ben ik bezig met het verder operationaliseren van het Bescherm- en Herstelplan
Gas. Onderdeel hiervan is vastleggen wie beschermde en niet-beschermde afnemers zijn
en in welke volgorde niet-beschermde afnemers zullen worden afgeschakeld, mocht dat
nodig zijn. Ik zal uw Kamer hier uiterlijk 1 oktober over informeren. Het Tijdelijk
Crisissteunkader maakt onder voorwaarden mogelijk dat steun kan worden gegeven voor
het stimuleren van vrijwillige vermindering in de vraag naar aardgas evenals maatregelen
ter bevordering van het aanvullen van de gasopslagplaatsen, voor zover van de markt
geen prikkels uitgaan om dat te doen voor de komende winter.
Daarnaast kan economische schade die rechtstreeks voortvloeit uit verplichte verminderingen
in aardgasverbruik waartoe de lidstaten kunnen worden genoodzaakt, aan de hand van
artikel 107, lid 2, punt b), VWEU door de Europese Commissie worden beoordeeld, mits
er geen overcompensatie plaatsvindt. Of ik van deze mogelijkheden gebruik zal maken,
kan ik op dit moment nog niet aangeven.
De leden van de D66-fractie vragen of Nederland «solidariteitsovereenkomsten» met
andere Europese landen gesloten. Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet en is de Minister
voornemens dit voortvarend op te pakken in lijn met het voorstel?
Antwoord:
Verordening (EU) 2017/1938 schrijft voor dat lidstaten waarvan de gassystemen, al
dan niet via een derde land, direct met elkaar zijn verbonden onderling solidariteitsovereenkomsten
moeten sluiten. Voor Nederland gaat het dan dus om België, Duitsland en Ierland.
Dergelijke overeenkomsten zijn er echter (nog) niet, omdat daarvoor eerst de Nederlandse
wetgeving moet worden aangepast; een proces dat momenteel loopt parallel aan de verdere
uitwerking en implementatie van zowel het Nederlandse noodplan (het Bescherm- en Herstelplan
gas) als de zeer recent vastgestelde EU-verordeningen voor gasopslag en gasbesparing.
Dit alles neemt overigens niet weg dat verordening (EU) 2017/1938 ook bepaalt dat
Nederland ook als de overeenkomsten er niet zijn solidariteit moet bieden als België,
Duitsland of Ierland daarom vraagt.
Heeft de Minister scenario’s of ontwikkelt hij deze ten aanzien van de prijsontwikkeling
van energie in het geval de Russische toevoer volledig stopt?
Antwoord:
Door GTS is voor Nederland het scenario «Een jaar zonder gas uit Rusland» ontwikkeld
(zie: https://www.gasunietransportservices.nl/nieuws/deze-winter-geen-tekort-…) en door ENTSOG is hetzelfde gedaan voor de EU (zie: https://www.entsog.eu/).
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de PVV-fractie vragen hoeveel gas Nederland tot dusverre heeft bespaard
ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van het gemiddelde van de afgelopen vijf
jaren. Deze leden vragen hoe de door de EC voorgestelde gasbesparing van 15% zich
concreet laat doorvertalen voor elke afzonderlijke lidstaat (uitgedrukt in procenten
van het totale energieverbruik en in bcm)?
Antwoord:
Deze vragen zijn beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
De leden van de PVV-fractie merken op dat de EC de lidstaten verzoekt om hun nationale
Bescherm- en Herstelplan Gas (BHG) te «updaten». Is de Minister voornemens dat te
doen? Zo ja, welke wijzigingen beoogt de Minister? Welke wijzigingen voorziet de Minister
in andere lidstaten?
Antwoord:
De verordening vraagt aan alle lidstaten om aan te geven hoe zij invulling willen
geven aan het terugdringen van de gasvraag en dit aan EC door te geven door middel
van een wijziging op hun BHG. Dit zal Nederland dus ook moeten doen. Nederland zal
ook andere wijzigingen doorgeven, zie ook het antwoord op de vraag van D66 hierover.
Ook de andere lidstaten zullen nader specificeren hoe zij omgaan met eventuele verdere
schaarste en eventuele tekorten.
De leden van de PVV-fractie merken op dat nog geen maand geleden het kabinet al rekening
hield met een mogelijke «solidariteitsvraag» vanuit Duitsland, wat inhoudt dat Nederland,
indien Duitsland daarom vraagt, meer gas zal leveren en daartoe zelfs de gaskraan
in Groningen verder kan worden opengedraaid. De EC doet nu een klemmend beroep op
de lidstaten om bilaterale afspraken te maken over deze «solidariteit». Met welke
lidstaten is Nederland reeds dergelijke afspraken aangegaan en wat houden deze in?
Antwoord
Verordening (EU) 2017/1938 schrijft voor dat lidstaten waarvan de gassystemen, al
dan niet via een derde land, direct met elkaar zijn verbonden, onderling solidariteitsovereenkomsten
moeten sluiten.
Voor Nederland gaat het dan om België, Duitsland en Ierland.
Dergelijke overeenkomsten zijn er echter (nog) niet, maar dat laat onverlet dat voornoemde
verordening ook bepaalt dat Nederland ook dan solidariteit moet bieden als België,
Duitsland of Ierland daarom vraagt.
Hoe «hard» zijn deze afspraken überhaupt? Kan de Minister een overzicht verstrekken
van de afspraken die andere lidstaten bilateraal zijn aangegaan?
Antwoord:
Kern van de in de voornoemde verordening vastgelegde afspraken is dat lidstaat A solidariteit
moet bieden aan de met zijn gassysteem verbonden lidstaat B, indien lidstaat B over
te weinig gas beschikt om te voorzien in de gasvraag van zijn door solidariteit beschermde
afnemers (met name huishoudens en bijv. zorginstellingen). Dit nadat vrijwel andere
gasverbruikers in lidstaat B al zijn afgesloten van gas. Lidstaat B dient voor de
ontvangen solidariteit compensatie te betalen aan lidstaat A. Een dergelijk overzicht
is niet beschikbaar, want de overeenkomsten hoeven niet openbaar te worden gemaakt.
De leden van de PVV-fractie merken op dat de EC «coördinatie van deze solidariteitsafspraken
op EU-niveau onmisbaar» noemt. Wat houdt dat precies in?
Antwoord:
De Europese Commissie beoogt hiermee te zeggen dat de solidariteitsovereenkomsten
zoveel mogelijk op gelijke uitgangspunten zouden moeten berusten.
Kan de EC Nederland verplichten om gas te exporteren? Zo ja, waarop is dat gebaseerd?
Antwoord:
Nee.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Minister hun mening deelt dat ons gas van
ons is?
Is de Minister bereid te stoppen met het exporteren van gas en aldus geen gehoor te
geven aan mogelijke «solidariteitsvragen»?
Zo nee, hoe legt de Minister aan de Nederlanders uit dat zij met allerlei overheidscampagnes
volop worden aangezet tot energiebesparing en dat wij onze gasopslagen met pijn en
moeite gevuld krijgen, om vervolgens ons gas te exporteren en daartoe zelfs de gaskraan
in Groningen verder open te draaien, omdat andere landen hun zaken niet op orde hebben?
Antwoord
Ook in andere landen wordt sterk ingezet op energiebesparing en landen als België,
Duitsland en Frankrijk leveren extra inspanningen om hun afhankelijkheid van Nederlands
laagcalorisch gas versneld af te bouwen. Het kabinet zal waar nodig bijdragen aan
de solidariteit in de Europese Unie.
Overigens is Nederland nu al enige jaren netto-importeur van gas waarmee wij afhankelijk
zijn van aanvoer vanuit onze buurlanden en van LNG om te voorzien in onze eigen gasvraag
en onze opslagen te vullen.
Deelt de Minister de conclusie dat Nederland dan gestraft wordt voor het feit dat
Nederland, zoals de Minister zelf zegt, «Europese koploper» wat betreft energiebesparing
is?
Antwoord:
Nee.
Hoe gaat de Minister voorkomen dat Nederland moet opdraaien voor de gasbehoefte van
andere landen?
Antwoord:
Er is geen sprake van dat Nederland moet opdraaien voor de gasbehoefte van andere
landen. Wel maakt Nederland net als alle andere EU-lidstaten deel uit van de interne
markt voor gas. Dat betekent dat gas dat in Nederland wordt verhandeld ook aan het
buitenland kan worden geleverd, maar het omgekeerde geldt ook. En, zoals aangegeven
in het antwoord op de vraag hiervoor, is Nederland al enige jaren netto-importeur
van gas en dus voor zijn gasbehoefte afhankelijk van aanvoer uit onze buurlanden en
LNG.
De leden van de PVV-fractie merken op dat de EC op 19 juli 2022 heeft aangegeven «niet
te verwachten dat de levering van gas via Nord Stream 1» zal worden hervat. Op 20 juli
2022 presenteerde de EC haar noodplan voor gasbesparing. Op 21 juli 2022 werd de levering
van gas via Nord Stream 1 toch hervat. Wat zijn de gevolgen hiervan voor het noodplan?
Antwoord:
Het lijkt het erop dat Rusland het al dan niet leveren van gas inzet als economisch
wapen tegen Europa. We kunnen daarom niet meer rekenen op een constante betrouwbare
toevoer. Uiteraard worden alle actuele inzichten, zoals het rapport van GTS, betrokken
bij het verder operationaliseren van het BHG, waarover uw Kamer voor 1 oktober wordt
geïnformeerd.
Tot slot vragen de leden van de PVV-fractie wat de laatste stand van zaken is wat
betreft Nord Stream 2.
Antwoord:
De stand van zaken wat betreft Nord Stream 2 is ongewijzigd. De pijpleiding is afgebouwd,
maar zolang de eigenaar/beheerder van de pijpleiding niet is gecertificeerd door de
Duitse overheid kan en mag deze niet in gebruik worden genomen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de plannen van de EC voor verplichte
gasbesparingsdoelen. Zij voelen zich overvallen door het besparingsplan van de EC.
Niet omdat besparen een slecht idee is, maar wel omdat de EC hier een coördinerende
rol pakt, terwijl zij die niet heeft. De leden van de SP-fractie zien de oproep van
de EC als een nieuwe stap om te komen tot Europees energiebeleid en deze leden wijzen
deze nieuwe stap van soevereiniteitsoverdracht af. Kortom, deze leden zijn verbaasd
dat de Minister de plannen van de EC ondersteunt.
Hoe ligt dit in andere Europese lidstaten, bijvoorbeeld waar het moeilijker zal zijn
om de doelen te halen?
Antwoord:
Deze vraag is beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
Op welke manier wordt solidariteit tussen lidstaten vormgegeven? Hoe zal een eventueel
sanctiemechanisme eruit moeten zien?
Antwoord:
Ik verwijs u naar het antwoord op de vraag van de PVV over dit onderwerp.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet om opheldering te vragen aan de EC op
basis van wélke gegevens zij komt met het voorstel om 15% gas te besparen per lidstaat.
Op welk gebruiksmodel is dit gestoeld en hangt dit volledig samen met de gasafhankelijkheid
van Rusland? Wanneer dit zo is, vragen de leden van de SP-fractie hoe het kabinet
en tevens de EC het verschil in afhankelijkheid van dit Russische gas beziet. In hoeverre
zijn landen voor elkaars afhankelijkheid (of onafhankelijkheid) verantwoordelijk?
Antwoord:
Deze vragen zijn beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
Hoe ziet de EC haar eigen rol in de opgebouwde afhankelijkheid van het Russisch gas,
door bijvoorbeeld jarenlang voor North Stream 2 te ijveren? Graag zien de leden van
de SP-fractie een bespiegeling hierop.
Antwoord:
Het is niet aan mij om te bespiegelen over hoe een derde partij naar zichzelf kijkt.
De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat de afhankelijkheid van Russisch
gas, maar ook olie en kolen, wordt afgebouwd. Daarnaast willen zij de klimaatdoelen
halen. Erkent het kabinet met de leden van de SP-fractie dat het een gemiste kans
is om echte besparingsdoelen te formuleren in een eerder stadium, zowel voor de Russische
inval in Oekraïne als daarna?
Antwoord:
Nederland heeft in het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 813, nr. 342) ambitieuze doelen gesteld op het gebied van CO2-reductie en er zijn geen specifieke subdoelen op energiebesparing vastgelegd. Energiebesparing
draagt wel bij aan deze CO2-reductie. Daarnaast had Nederland reeds Europese energiebesparingsdoelen waar met
nationaal beleid op gestuurd kon worden. Vanwege het belang van energiebesparing voor
de energietransitie en het reduceren van importafhankelijkheid heb ik TNO begin dit
jaar gevraagd om de mogelijkheid van nationale sectordoelen te verkennen, zodat er
gerichter gestuurd kan worden. De oorlog in Oekraïne heeft het belang van energiebesparing
verder vergroot. Het uitwerken van deze doelen, waarbij zowel het energiebesparingspotentieel,
de opgaves uit het Klimaatakkoord, de Europese besparingsdoelen en de effecten van
ander klimaat- en energiebeleid op de energievraag meegenomen moeten worden, vergt
echter tijd. Ik verwacht dit najaar uw Kamer over de resultaten te kunnen informeren.
Echter, ook in de periode dat deze subdoelen er (nog) niet zijn, zet ik me extra in
op het gebied van energiebesparing, door bijvoorbeeld de energiebesparingsplicht aan
te scherpen en de informatiecampagne «Zet Ook De Knop Om» voort te zetten.
Erkent de Minister dat het uitblijven van een afschakel- en besparingsplan van Nederland
er mede toe kan hebben geleid dat de EC nu vindt dat zij een rol moet gaan spelen?
Antwoord:
De Europese Commissie heeft gemeend met extra wetgeving te moeten komen om te zorgen
dat er in de EU voldoende gas wordt bespaard. Mijn beeld is niet dat de in de vraag
gesuggereerde link daarin een rol heeft gespeeld.
Kan de Minister aangeven waarom Nederland de besparingsdoelen al zou hebben gehaald
en kan de Minister ook aangeven hoe duurzaam deze besparing is? De leden van de SP-fractie
zouden graag zien dat de besparing duurzaam is en niet dat het gebruik weer «terugveert»
naar oude hoogten als de huidige energie- en gascrisis voorbij is. Kan de Minister
hierop reflecteren?
Antwoord:
Het doel van 15% reductie geldt voor komende winter en is ten opzichte van het gemiddelde
verbruik van de afgelopen vijf jaar. Dat doel is formeel nog niet gehaald, omdat het
voor komende maanden geldt. Echter, aan uw Kamer is eerder al gemeld dat het gasverbruik
in de eerste vijf maanden
van dit jaar flink lager is (circa 25–33%) dan in dezelfde periode in voorgaande jaren
(Kamerstuk 29 023, nr. 308). Zolang deze reductie gewaarborgd blijft, voldoet Nederland aan de 15%-reductieopgave.
De hoge energieprijs speelt hierbij natuurlijk een belangrijke rol. De uitdaging waar
we voor staan, is nu om het lagere energiegebruik structureel te maken, zonder dat
de bedrijvigheid afneemt. Het uitvoeren van energiebesparende maatregelen en het komen
tot gedragsveranderingen dragen bij aan een structurele vermindering van het energiegebruik.
Daarom zet het kabinet extra in op deze terreinen door onder andere de aanscherping
van de energiebesparingsplicht, het Nationale Isolatie Programma en een informatiecampagne
gericht op gedrag.
De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het rapport van Gasunie waarin
gesteld wordt dat er geen problemen zullen ontstaan met de leveringszekerheid als
Russisch aardgas helemaal wegvalt. Hier worden wel enkele voorwaarden aan gekoppeld.
In hoeverre verwacht het kabinet dat deze omstandigheden zullen blijven gelden, zoals
bijvoorbeeld de huidige circa 20% lagere marktvraag vanwege de prijzen?
Antwoord:
In de Kamerbrief van 21 juli (Kamerstuk 29 023, nr. 337) ben ik ingegaan op de studie van GTS naar het scenario waarin er een jaar geen Russisch
gas naar Europa stroomt. De conclusie van deze studie is dat er aankomende winter
geen tekort hoeft te ontstaan mits aan een aantal belangrijke randvoorwaarden wordt
voldaan. Het advies van GTS maakt duidelijk dat de leveringszekerheid van gas in Nederland,
net als in de rest van de EU, geen vanzelfsprekendheid is en afhangt van meerdere,
niet allemaal beïnvloedbare factoren. Bij een koude winter of minder LNG-aanbod kan
de praktijk straks sterk afwijken van de cijfers waarmee is gerekend. Op dit moment
is niet te zeggen hoe deze factoren zullen uitpakken. Daarom heb ik in voornoemde
Kamerbrief benadrukt dat we ons moeten blijven inzetten om zoveel mogelijk energie
te besparen zodat wordt toegewerkt naar een structureel lagere vraag en dus ook verminderde
afhankelijkheid.
De leden van de SP-fractie willen er tot slot op wijzen dat tijden van crisis altijd
gebruikt zijn voor soevereiniteitsoverdracht van lidstaten aan de EC. Deze leden vinden
het ongewenst maar ook onverstandig om de crisis hiervoor aan te grijpen maar zien
dat de EC dit op vele fronten aan het doen is. De leden van de SP-fractie zouden graag
zien dat de Minister graag wil samenwerken binnen de Europese Unie om te zorgen dat
op het continent de leveringszekerheid van energie voor de inwoners en essentiële
diensten overeind blijft. Tegelijkertijd zouden deze leden ook graag zien dat de Minister
zich aansluit bij de landen die vraagtekens stellen bij de opstelling van de EC om
te voorkomen dat diezelfde EC het verdrag van Lissabon (opnieuw) schendt. Deze leden
zien uit naar de reactie van de Minister.
Antwoord:
Deze vraag is beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie
en reactie van de bewindspersoon
De leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen
van de voorstellen van de EC van 20 juli 2022 «Save Gas for a Safe Winter». Deze leden
delen de urgentie die spreekt uit de stukken en de noodzaak om gas te besparen. Deze
urgentie misten zij in de geannoteerde agenda voor de Buitengewone energieraad op
26 juli 2022. Deelt de Minister de urgentie en vindt hij het een goed idee dat er
wordt ingegrepen in de gasmarkt als blijkt dat er onvoldoende, vrijwillige besparing
plaatsvindt in de EU?
Antwoord:
Deze vraag is beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
De leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie hebben in aanvulling
hierop een beperkt aantal vragen. Deze leden merken op dat International Energy Agency
(IEA) code rood afkondigt voor Europa en de EC komt in actie komt. Vanuit Gasunie
horen we dat er geen fysiek tekort zal zijn voor Nederland. Wat is nu volgens de Minister
het «worst case»-scenario voor Nederland als Rusland geen gas meer aan Europa levert?
Zou er een fysiek gastekort kunnen komen voor Nederland? Zijn er andere mogelijke
consequenties (economische) voor Nederland waar EU-commissaris Timmermans voor waarschuwt?
Hoe kan Nederland bijdragen om die mogelijke consequenties te voorkomen?
Antwoord:
Uit de studie van GTS naar het scenario waarin er een jaar geen Russisch gas naar
Europa stroomt blijkt dat er aankomende winter geen tekort hoeft te ontstaan mits
aan een aantal belangrijke randvoorwaarden wordt voldaan. Het is echter niet vanzelfsprekend
dat al aan deze randvoorwaarden ook zal worden voldaan. Het is daarom niet uitgesloten
dat er een fysiek tekort ontstaat in Nederland. Het kabinet neemt maatregelen om die
situatie te voorkomen en roept op tot een zo groot mogelijke (liefst structurele)
energiebesparing. Het verlagen van de gasvraag door besparing is immers de beste manier
om een fysiek tekort te voorkomen. Mocht er desondanks een fysiek tekort ontstaan
dat niet meer door marktgebaseerde maatregelen kan worden opgevangen, dan zal de laatste
fase van het Bescherm- en Herstelplan worden ingezet. In de Kamerbrief van 21 juli
(Kamerstuk 29 023, nr. 337) ben ik hier nader op ingegaan. In deze brief ben ik ook ingegaan op de economische
consequenties als gevolg van de hoge energieprijzen door de krapte op de gasmarkt.
Ik verwijs u ook naar het antwoord op de vraag van de SP over het rapport van GTS.
De leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie merken op dat Nederland
in de afgelopen maanden meer dan 15% gas heeft bespaard. TNO waarschuwde tijdens een
technische briefing dat deze besparing niet bestendig zal zijn zonder extra inspanningen.
Is de Minister dit met TNO eens en zo ja, welke extra inspanningen zal de Minister
nemen om de besparing wel bestendig te laten zijn, zo vragen de leden van de PvdA-fractie
en de leden van de GroenLinks-fractie.
Antwoord:
Ik verwijs u naar het antwoord op de vraag van de SP-fractie hierover.
De leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie vragen welke concrete
extra stappen om gas, olie en kolen te besparen het kabinet nu gaat zetten. Hoe kijkt
het kabinet naar de maatregelen die net in Duitsland zijn afgekondigd om te voorkomen
dat kantoorpanden onnodig worden verwarmd en verlicht? Welke extra ingrepen is het
kabinet voornemens te doen?
Antwoord:
Deze vraag is beantwoord met mijn brief van 22 juli, Kamerstuk 21 501-33, nr. 947.
De leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie merken op dat naast
een fysiek gastekort voor Nederland, een volledige stop van Russisch gas ook kan zorgen
voor nog hogere gasprijzen. Is de Minister het met deze leden eens dat waar artikel 4.1
spreekt van «exceptionally high demand of gas», dit tot uitdrukking komt in een nog
hogere gasprijs? Bij welke gasprijs vindt de Minister dat de EC een «Union Alert»
moet laten afgaan en «stage 2» van het voorstel moet laten ingaan? Vindt de Minister
de voorwaarden waaronder de «Union Alert» kan worden ingezet en wie de bevoegdheid
heeft om dit te doen voldoende duidelijk? Is er niet het risico dat er te lang wordt
aangestuurd op vrijwillige besparing en wanneer zou de Minister met het huidige Europese
besparingstempo willen dat de Union Alert wordt afgegeven?
Antwoord:
Deze vragen zijn beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
De leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie vragen wat de Minister
verwacht dat de gasprijs ongeveer zal doen als de EU als geheel inderdaad 15% minder
gas gebruikt.
Vindt de Minister die gasprijs acceptabel of is hij het met de leden van de PvdA-fractie
en de leden van de GroenLinks-fractie eens dat er meer hulp moet komen voor mensen
met een laag inkomen en mensen met een heel gewoon salaris zodat ook zij de kachel
aan kunnen zetten komende winter? Er zijn nu immers miljoenen mensen in Nederland
die dat niet gaan doen.
Antwoord:
De ontwikkeling van de energierekening heeft de volle aandacht van het kabinet en
zal in augustus meegenomen worden in de integrale koopkrachtbesluitvorming. De energieprijzen
zijn fors gestegen en hebben een grote impact op huishoudens, daarom zijn dit jaar
een reeks forse koopkrachtmaatregelen getroffen om huishoudens tegemoet te komen aan
de hoge energierekening. Het kabinet zal in augustus besluiten of er op basis van
de laatste koopkrachtverwachtingen van het CPB in 2023 aanvullende maatregelen noodzakelijk
zijn om huishoudens te ondersteunen. Deze besluitvorming hangt niet af van een specifieke
gasprijs, omdat de inflatie steeds breder gedreven wordt. De afgelopen maanden zijn
onder andere de prijzen voor voedingsmiddelen ook fors gestegen. Daarom is het van
belang om integraal naar deze ontwikkelingen te kijken en het koopkrachtinstrumentarium
zo gericht mogelijk in te zetten om de huishoudens die het hardst getroffen worden
te helpen.
Daarbij is het ook niet mogelijk om nu te voorspellen wat er met de gasprijs gaat
gebeuren als gevolg van de afspraken om het gasverbruik in de EU tussen augustus en
maart met 15% te verminderen ten opzichte van het gemiddelde verbruik de afgelopen
5 jaar. De ontwikkelingen op de gasmarkt volgen elkaar namelijk snel op. Daarnaast
is de prijsontwikkeling op de groothandelsmarkt niet een-op-een te koppelen aan de
ontwikkeling van de consumentenprijs, doordat tarieven niet dagelijks aangepast worden
en leveranciers verschillende inkoopstrategieën hebben. Hierdoor stijgen de prijzen
van sommige leveranciers sneller of sterker doordat ze met hogere inkoopprijzen geconfronteerd
worden en kunnen andere leveranciers prijsstijgingen uitstellen of beperken. Ik verwijs
u ook naar een rapportage van ACER hieromtrent.3
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie en reactie van de bewindspersoon
De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van het noodplan «Save gas for a
safe winter» van de EC. Wat vindt de Minister van de 15%-reductiedoelstelling voor
de termijn van 1 augustus 2022 tot en met 31 maart 2023? Klopt het dat dit voor Nederland
geen probleem is? Hoeveel meer kan Nederland besparen?
Antwoord:
Deze vragen zijn beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
De leden van de PvdD-fractie vragen of de Minister zich de Kamervragen van de leden
Teunissen en Van Raan over het Bescherm- en Herstelplan Gas (ingezonden 21 juni 2022)
herinnert, waarin de vraag is gesteld hoeveel gas de 60 niet-beschermde afnemers (niet-essentiële
bedrijven) die zijn opgenomen in het Bescherm- en Herstelplan Gas (BHG) verbruiken
en hoeveel zij volgens de Minister kunnen besparen. Wanneer kunnen de leden het antwoord
op deze vraag verwachten?
Antwoord:
Uw Kamer heeft de antwoorden op deze vragen op 29 augustus ontvangen.
De leden van de PvdD-fractie zijn al langere tijd van mening dat de Minister niet
alles op alles zet om zo veel mogelijk gas te besparen. Grote bedrijven wordt namelijk
al die tijd de hand boven het hoofd gehouden, terwijl burgers wel met klem verzocht
worden om hun aandeel in de gascrisis te leveren. Welke concrete, afdwingbare afspraken
gaat de Minister nu met grote bedrijven maken zodat ook zij hun aandeel gaan leveren?
Antwoord:
Het belangrijkste instrument om bedrijven concreet en afdwingbaar energiebesparende
maatregelen te laten nemen is de energiebesparingsplicht. Deze scherpt het kabinet
aan en het kabinet zet extra in op toezicht en handhaving. Ook in de maatwerkaanpak,
waarbij het kabinet zich richt op het maken van afspraken met de 20 grootste industriële
uitstoters, wordt aandacht geschonken aan energiebesparingsmogelijkheden, zie Kamerstuk
29 826, nr. 148. Verder verwijs ik u naar de Kamerbrief van 4 juli, Kamerstuk 30 196, nr. 793, over de aanscherping energiebesparingsplicht.
De leden van de PvdD-fractie hebben inmiddels al heel vaak opgeroepen om grote gasverslindende
bedrijven, die produceren voor winst en niet om in de eerste levensbehoeften van mensen
te voorzien, af te schakelen. Daartoe is de motie van het lid Van Raan over in het
Bescherm- en Herstelplan Gas het afschakelplan vanaf stap 2 in werking stellen op
6 juli 2022 ingediend (Kamerstuk 29 023, nr. 331). Deze leden vernemen nu graag van de Minister hoeveel meer gas hiermee volgens de
Minister kan worden bespaard.
Antwoord:
Het afschakelen van bedrijven is een noodmaatregel die de Nederlandse samenleving
vooral veel kost en die maatschappelijke en economische ontwrichting met zich meebrengt.
De inzet van het kabinet is om zoveel mogelijk energie te besparen en o.a. daarmee
te voorkomen dat we genoodzaakt zijn tot gedwongen afschakeling. De motie van het
lid Van Raan roept om fase 2 af te kondigen. In het geval van fase 2 is er sprake
van een daadwerkelijke verstoring van de gaslevering in Nederland. Dat is op dit moment
niet aan de orde. Overigens is gedwongen afschakeling van niet-beschermde afnemers
pas in fase 3 eventueel aan de orde nadat andere maatregelen onvoldoende zijn gebleken
om de gewenste energiebesparing te bewerkstelligen. De hoeveelheid gas die dan via
afschakeling bespaard moet worden, hangt af van de fysieke hoeveelheid gas waaraan
tekort is in het systeem, dus het is niet op voorhand te zeggen hoeveel het precies
is. Over het verder operationaliseren van het BHG zal ik uw Kamer voor 1 oktober informeren.
Ik zal dan ook verder ingaan op de afschakelstrategie.
De leden van de PvdD-fractie hebben vernomen dat lidstaten een beroep kunnen doen
op het solidariteitsbeginsel om toch aan gas te komen uit andere lidstaten. De hulpbehoevende
lidstaten moeten er dan wel zelf alles aan gedaan hebben om uit de problemen te blijven,
tot aan het afschakelen van de industrie aan toe. Wat is het standpunt van het kabinet
hierin? Als het kabinet afschakeling vereist van andere lidstaten om uit de problemen
te blijven, is de Minister het er dan ook mee eens dat Nederland zelf ook over moet
gaan tot afschakeling? Zo ja, op welke termijn zal hij de volgende fase uit het Bescherm-
en Herstelplan Gas aankondigen? Zo nee, op welke manier vindt hij het te rechtvaardigen
dat hij zelf nog steeds niet doet wat hij straks wel van anderen verlangt?
Antwoord:
Het kabinet wil solidariteit bieden als daarom wordt gevraagd. Overigens kan dit alleen
in een situatie waarin in een buurland alle industrie is afgeschakeld en dit buurland
alsnog geen gasleveringszekerheid kan bieden aan zijn beschermde afnemers.
De mate waarin we solidariteit kunnen bieden, is niet onbeperkt, maar onder meer afhankelijk
van de capaciteit die de transportmogelijkheden richting die landen bieden. Zoals
gezegd zal ik uw Kamer uiterlijk 1 oktober informeren over het verder operationaliseren
van het BHG, waarbij ook zal worden ingegaan op de afschakelvolgorde. Een volgende
fase in het BHG wordt alleen afgekondigd op het moment dat zich een daadwerkelijke
fysieke verstoring in de gaslevering voordoet. Dat is niet op voorhand te zeggen.
De leden van de PvdD-fractie merken op dat het kabinet heeft aangegeven dat Groningen
een laatste redmiddel is. Op dit moment is niet alleen fase 2 van het BHG nog niet
in werking, maar stimuleert het kabinet het gasverbruik van grote bedrijven juist
ook nog steeds met verschillende fossiele subsidies, zoals met het degressieve tarief
in de energiebelasting. Het aangekondigde «minder degressief maken van de energiebelasting»
neemt deze zeer kwalijke, perverse prikkel nog steeds niet weg. Zolang het belastingstelsel
vol fossiele subsidies zit die het gasverbruik juist aanmoedigen, heeft de Minister
dus nog opties, ook bij een vraag uit een andere EU-lidstaat op basis van het solidariteitsbeginsel.
Kan hij dit bevestigen? Kan hij in een toelichting zijn stappenplan tot aan het opendraaien
van de Groninger gaskraan uiteenzetten?
De leden van de PvdD-fractie verzoeken de Minister om van het algemenere Bescherm-
en Herstelplan Gas een concrete routekaart te maken, waar mogelijk met cijfers over
gasverbruik, mogelijke besparing en gaslevering, specifiek voor de huidige gascrisis,
waaruit blijkt dat het kabinet het risico op verschillende scenario’s overziet en
ook alle belanghebbenden (nationaal en internationaal) betrekt in de te nemen beslissingen
en waarmee meer duidelijkheid kan worden gegeven aan burgers en bedrijven in Nederland.
Zij verzoeken de Minister om in de beslisboom ook aan te geven onder welke omstandigheden
en op welk moment het kabinet wel overgaat tot de inwerkingstelling van het afschakelingplan.
Antwoord:
Over het verder operationaliseren van het BHG zal ik uw Kamer voor 1 oktober informeren,
daar zal ik ook ingaan op de afschakelvolgorde.
Tot slot vragen de leden van de PvdD-fractie wat de Minister, in het licht van de
klimaatcrisis, ervan vindt dat lidstaten ook hun gasverbruik mogen reduceren door
gas te vervangen door andere fossiele brandstoffen. Deze leden zijn hier erg bezorgd
over. Met zinnen in het noodplan als «Where possible, priority should be given to
switching to renewables or cleaner, less carbon-intensive or polluting options. However,
switching to coal, oil or nuclear may be necessary as a temporary measure, as long
as it avoids long term carbon lock-in», wordt het wel erg makkelijk om terug te grijpen
naar nog vervuilender fossiele brandstoffen. Wat gaat de Minister doen om dit soort
vrijbrieven voor fossiel uit het voorstel van de EC te krijgen?
Antwoord:
Op de korte termijn kan het nodig zijn om de voorzienings- en leveringszekerheid te
borgen door inzet van fossiele brandstoffen. Dit mag niet leiden tot langjarige lock-in
effecten. De koers van dit kabinet en ook van de Europese Commissie is gericht op
stevige CO2-besparing, energiebesparing en stimuleren van hernieuwbare energie, zie ook mijn
brief van 8 juli 2022, Kamerstuk 22 112, nr. 3461 over de voortgang van het Fit for 55-pakket.
De leden van de PvdD-fractie betreuren het ten zeerste dat het kabinet hieraan meedoet
door de kolencentrales harder te laten draaien. Dat helpt in elk geval niet. Deze
leden van de PvdD-fractie willen de Minister herinneren aan de hitterecords die deze
zomer weer worden verbroken in West-Europa. De klimaatcrisis is allang geen ver-van-zijn-bed-show
meer, maar is immers al lang begonnen.
Antwoord:
Het besluit om de productiebeperking in te trekken heeft dit kabinet niet lichtzinnig
genomen, juist omdat het tegengaan van klimaatverandering een zeer belangrijke doelstelling
is van dit kabinet. Het lijkt het erop dat Rusland het al dan niet leveren van gas
inzet als economisch wapen tegen Europa inzet. Daarom heb ik de keuze moeten maken
om de productiebeperking in te trekken. Hierbij verlies ik de klimaatdoelstellingen
niet uit het oog en daarom heb ik een aanvullend maatregelenpakket van klimaatmaatregelen
aangekondigd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie en de leden van de Groep Van
Haga en reactie van de bewindspersoon
De leden van de SGP-fractie en de leden van de Groep Van Haga zien het als een slechte
ontwikkeling dat de EC denkt aan het opleggen van een verplicht doel om gas te besparen.
Deze leden zijn van mening dat het besparen in het gasgebruik zelf goed is, maar dat
dit de verantwoordelijkheid is van Nederland zelf. Daarbij horen geen Europese doelen
die ook verplicht kunnen worden. Is de Minister het met deze leden eens dat het al
dan niet besparen van gas een nationale aangelegenheid is, waarbij dus geen eventuele
Europese verplichting hoort?
De leden van de SGP-fractie en de leden van de Groep Van Haga vragen in hoeverre Nederland
deze doelstelling kan halen en welke extra maatregelen daarvoor nodig zouden zijn.
Deze leden zijn bekend met de berichten dat er dit jaar al ongeveer 25%-33% minder
gas wordt gebruikt dat in 2021. Betekent dit dat Nederland het gestelde doel van 15%
reductie zonder problemen gaat halen?
De leden van de SGP-fractie en de leden van de Groep Van Haga vragen hoe dit plan
van de EC zich verhoudt tot het feit dat Gasunie Transport Services (GTS) dit jaar
geen gastekort verwacht als er aan bepaalde randvoorwaarden wordt voldaan. Als dit
plan betekent dat er minder gas dient te worden verbruikt in Nederland, heeft dit
consequenties. Kan de Minister alvast een korte schets geven waar hij de mogelijke
extra reductie van het gasverbruik vandaan wil halen en wat de economische/financiële
consequenties hiervan zijn? Kan de Minister aangeven of hij dit proportioneel vindt,
gezien het feit dat er volgens GTS geen sprake is van een gastekort in Nederland?
De leden van de SGP-fractie en de leden van de Groep Van Haga lezen dat het doel van
15% reductie in het gasverbruik wordt ingesteld om de afhankelijkheid van Russisch
gas verder te verminderen en een eventuele stop van de leveranties van Russisch gas
op te vangen. Deze leden zien echter ook dat verschillende landen hierdoor hard worden
getroffen, omdat zij in mindere mate of zelfs helemaal niet afhankelijk zijn van Russisch
gas maar toch het gasverbruik dienen te verminderen. Kan de Minister aangeven hoe
hij kijkt naar dit percentage dat voor elk land hetzelfde is. Is de Minister het ermee
eens dat landen die afhankelijker zijn van Russisch gas ook een grotere bijdrage zouden
moeten leveren?
Antwoord:
Al deze vragen van de leden van de SGP-fractie en de leden van de Groep Van Haga zijn
beantwoord met mijn brief van 25 juli, Kamerstuk 29 023, nr. 338.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.S. Nava, griffier