Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de effectiviteit van coronavaccins
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de effectiviteit van coronavaccins (ingezonden 6 juli 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 26 augustus
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3610.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Eerste prikken tegen corona beschermen nauwelijks
meer»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van dit bericht.
Vraag 2
Kunt u uitleggen waarom de vaccineffectiviteit van de eerste twee prikken vrijwel
geheel is afgenomen? Kunt u een uitgebreide uitleg geven?
Antwoord 2
De vaccineffectiviteit tegen ziekenhuisopname wordt door het RIVM berekend door het
risico op ziekenhuisopname bij ongevaccineerde mensen te vergelijken met dat bij gevaccineerde
mensen. De gegevens hierover komen uit de ziekenhuisregistratie van de Nationale Intensive
Care Evaluatie (NICE), aangevuld met gegevens uit het COVID-vaccinatie Informatie-
en Monitoringssysteem (CIMS). Deze systemen bevatten geen gegevens over het aantal
mensen dat al eerder COVID-19 heeft gehad en daardoor immuniteit heeft opgebouwd.
In de afgelopen twee jaar zijn de meeste mensen inmiddels wel één of meerdere keren
besmet geraakt. Verschillen in risico’s op ziekenhuisopname tussen gevaccineerde mensen
en ongevaccineerde mensen zijn daarom niet meer alleen te wijten aan effecten van
de vaccinatie, maar ook aan effecten van infecties.
Ook speelt mee dat mensen die door onderliggende aandoeningen (zoals diabetes, COPD
of overgewicht) of medicijngebruik meer risico lopen om ernstig ziek te worden door
COVID-19, zich relatief vaker hebben laten vaccineren dan mensen zonder dit soort
risicofactoren. De groep ongevaccineerde mensen kan dus gemiddeld gezonder zijn dan
de groep gevaccineerde mensen. Omdat het RIVM niet beschikt over gegevens over onderliggende
aandoeningen, kan de vaccineffectiviteit hier niet op worden gecorrigeerd.
Vaccinatie is wel degelijk effectief in het voorkomen van ziekenhuisopname door COVID-19.
Internationaal onderzoek laat namelijk een lagere kans op ziekenhuisopname door COVID-19
zien voor mensen met een afgeronde basisserie, wanneer dit wordt vergeleken met ongevaccineerde
mensen. Het gaat bijvoorbeeld om onderzoek uit landen als het Verenigd Koninkrijk.
Wel is het zo dat de bescherming van de basisserie tegen ernstige ziekte en sterfte
door COVID-19 na verloop van tijd enigszins afneemt, met name bij mensen met een immuunsysteem
dat minder goed werkt. Om deze bescherming op peil te houden is het daarom van belang
dat mensen de herhaalprikken halen waar ze voor in aanmerking komen.
Vraag 3 en 4
Heeft de afgenomen vaccineffectiviteit te maken met het feit dat het coronavirus een
muterend virus is en vaccineren tegen een respiratoir, muterend virus eigenlijk zinloos
is omdat je het niet kunt elimineren?
Bent u het, achteraf bezien, eens met de vele medici en wetenschappers die al vanaf
het begin van de coronacrisis aangaven dat vaccineren dit virus niet zal doen verdwijnen?
Zo nee, waarom niet? Kunt u een uitgebreide uitleg geven?
Antwoord 3 en 4
Vaccineren is zinvol omdat hiermee kan worden voorkomen dat mensen (ernstig) ziek
worden door COVID-19. De nu beschikbare COVID-19-vaccins zijn ook bij de nu dominante
variant(en) effectief in het voorkomen dat mensen ernstig ziek worden of overlijden
door COVID-19. Op die manier dragen COVID-19-vaccins in grote mate bij aan de volksgezondheid.
Het is daarom nog steeds van belang dat alle mensen de prikken halen waar ze voor
in aanmerking komen.
Dat virussen muteren is overigens een natuurlijk fenomeen. Hoe meer een virus circuleert,
hoe groter de kans dat er mutaties optreden.
Vraag 5
Betekent dit dat u de bevolking jaarlijks, of misschien zelf meerdere keren per jaar,
gaat oproepen om een coronavaccin te nemen? Zo ja, waarom?
Antwoord 5
Het is op dit moment niet te voorspellen of het nodig is de bevolking jaarlijks of
meerdere keren per jaar op te roepen voor een vaccinatie. Dit hangt af van verschillende
factoren, waaronder de infectiedruk, de dominante variant en de effectiviteit van
de vaccins. Het responsteam van het RIVM houdt deze factoren nauwlettend in de gaten
en vraagt wanneer deze factoren hiertoe aanleiding geven het OMT-V te adviseren over
de noodzaak voor revaccinatie.
Vraag 6
Wat voor consequenties heeft dit voor het leven van mensen die ervoor kiezen geen
vaccin te nemen? Worden zij meerdere keren per jaar geweerd uit het openbare leven?
Antwoord 6
Op dit moment gelden er geen beperkende maatregelen. In de praktijk betekent dit dat
het coronatoegangsbewijs (CTB) op dit moment niet wordt ingezet. In de periode dat
het CTB wel nog werd ingezet, hadden mensen die ervoor kiezen zich niet te laten vaccineren
altijd de mogelijkheid om met een negatieve testuitslag toegang te krijgen tot locaties
waar het hebben van een geldig CTB verplicht was.
Vraag 7
Betekent dit daarnaast dat gevaccineerde mensen zich vrij door de openbare ruimte
mogen bewegen, terwijl zij, zoals wij inmiddels weten, het virus wel kunnen verspreiden
en daarmee dus zorgen voor een grotere en snellere verspreiding dan ongevaccineerden?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 3 en vraag 6. De beschikbare COVID-19-vaccins beschermen
nog steeds erg goed tegen ernstige ziekte en ziekenhuisopname door COVID-19. Het is
dus nog steeds erg belangrijk dat alle mensen de prikken halen waar ze voor in aanmerking
komen. Zo houden we de zorg toegankelijk en de maatschappij open.
Vraag 8
Weet u wat de potentiële gevolgen en bijwerkingen zijn van mensen jaarlijks vaccineren
met een nieuw, experimenteel vaccin? Zo ja, wat zijn deze? Zo nee, vindt u het dan
niet verstandig te wachten met op structurele schaal vaccineren tot de potentiële
bijwerkingen en lange termijn effecten daarvan in kaart gebracht zijn?
Antwoord 8
De COVID-19-vaccins die in Nederland gebruikt worden zijn geen experimentele vaccins.
De vaccins zijn op dit moment voorwaardelijk toegelaten tot de markt. Zoals ik op
1 april jl. ook heb benoemd in reactie op vragen van het lid Van Meijeren (FvD)2, wordt een voorwaardelijke handelsvergunning pas afgegeven wanneer het Europese Beoordelingscomité
(CHMP) van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) de balans van werkzaamheid, veiligheid
en kwaliteit van een geneesmiddel positief heeft beoordeeld. Ook moet de fabrikant
regelmatig aanvullende informatie aanleveren, waaronder bevindingen over langetermijneffectiviteit.
De kans dat er op langere termijn bijwerkingen optreden is zeer klein. Dit heb ik
ook al aangegeven in reactie op de schriftelijke vragen van het lid Van Meijeren3. Meestal treden bijwerkingen binnen één of enkele dagen na vaccinatie op en gaan
vanzelf weer over. Dit komt door de manier waarop vaccins werken: het vaccin zorgt
ervoor dat het lichaam antistoffen tegen het virus aanmaakt, waarna het vaccin zelf
door het lichaam wordt afgebroken. Bijwerkingen die na enkele weken nog optreden zijn
zeer zeldzaam.
Wereldwijd zijn inmiddels ruim 12 miljard doses van de COVID-19-vaccins toegediend.
De eerste vaccinaties zijn daarbij al ruim 1,5 jaar geleden gegeven. Er zijn geen
aanwijzingen dat de vaccins op langere termijn bijwerkingen geven die zouden moeten
leiden tot een andere afweging met betrekking tot de inzet van vaccins. Hier is brede
wetenschappelijke consensus over.
Vraag 9
Gaat u gelijklopend aan het herhaaldelijk vaccineren onderzoek doen naar de eventuele
medische gevolgen die dat heeft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Er wordt al onderzoek gedaan naar de effecten van de vaccins op korte en op langere
termijn, door verschillende onafhankelijke organisaties in binnen- en buitenland.
De bijwerkingen zijn te vinden in de bijsluiters van de vaccins en te vinden op de
websites van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en het bijwerkingencentrum
Lareb.
Meldingen van mogelijke bijwerkingen worden gemonitord door Lareb. Het doel van het
monitoren van meldingen is het opsporen van mogelijk nog niet bekende bijwerkingen.
De bevindingen van Lareb worden met het CBG gedeeld. Het CBG beoordeelt of het gaat
om een nieuwe bijwerking en neemt maatregelen wanneer noodzakelijk. Ook zorgt het
CBG ervoor dat de bevindingen internationaal worden gedeeld. De bevindingen worden
gedeeld met de EudraVigilance-databank van het EMA en vanuit daar met VigiBase, de
databank van de WHO. Deze databanken maken het mogelijk om informatie over mogelijke
bijwerkingen internationaal uit te wisselen.
Vraag 10
Betekent de zeer beperkte effectiviteit van de vaccins ook dat we nu jaarlijks beperkende
maatregelen kunnen verwachten, zoals bijvoorbeeld schoolsluitingen en mondkapjesverplichtingen,
aangezien het virus zich zal blijven verspreiden?
Antwoord 10
Het verdere verloop van het virus is onzeker. Voor de scenario’s over het verdere
verloop van het virus verwijs ik naar de scenario’s van de WRR en het KNAW4. De effectiviteit van de vaccins is van verschillende factoren afhankelijk, onder
andere de infectiedruk en de dominante variant.
De huidige virusvariant kan weer opleven als de immuniteit afneemt. De immuniteit
neemt af naarmate de vaccinatie of besmetting langer geleden is. Een voorbeeld van
een dergelijke opleving hebben we recent gezien met de zomergolf. Tijdens deze golf
was het echter niet noodzakelijk om beperkende maatregelen in te voeren en het RIVM
meldt dat deze zomergolf inmiddels lijkt te zijn gepasseerd.
Het is ook mogelijk dat een nieuwe virusvariant dominant wordt. Dit kan betekenen
dat veel meer mensen besmet kunnen worden met het virus en/of veel meer mensen ernstig
ziek kunnen worden door een infectie met het virus.
Het is niet uit te sluiten dat in een dergelijk scenario opnieuw maatregelen noodzakelijk
zijn.
Het kabinet heeft in voorbereiding op de verschillende scenario’s, zoals uiteengezet
door de WRR en KNAW, een lange termijnstrategie gepresenteerd. Onderdeel daarvan is
dat het onderwijs onder op de stapel ligt bij het treffen van maatregelen. Er zal
slechts sprake zijn van een (gedeeltelijke) sluiting van het onderwijs of de kinderopvang
als we te maken krijgen met een virus(variant) waarbij scholieren, studenten en personeel
in de scholen en onderwijsinstellingen direct gevaar lopen.
Vraag 11
Betekent dit dat ook kinderen jaarlijks zullen worden opgeroepen voor een inenting
tegen COVID-19? Zo ja, weet u wat hiervan de eventuele medische gevolgen en/of bijwerkingen
zijn?
Antwoord 11
Net als bij volwassenen, is het op dit moment nog niet te voorspellen of het noodzakelijk
is kinderen jaarlijks te vaccineren tegen COVID-19. Het antwoord op vraag 5 geldt
ook voor het vaccineren van kinderen.
Vraag 12
Bent u zich ervan bewust dat de steeds verder oplopende gevallen van vaccinatieschade,
bijvoorbeeld veroorzaakt door myocarditis en pericarditis, zich veelal voordoen na
het ontvangen van herhaalprikken/boosters? Zo ja, vindt u het dan verstandig om mensen
herhaaldelijk te blijven vaccineren?
Antwoord 12
De kans dat myocarditis of pericarditis na vaccinatie optreedt is zeer klein. De belangrijkste
oorzaken voor myocarditis en pericarditis zijn infecties, zoals een eerder doorgemaakte
verkoudheid of griep en auto-immuunaandoeningen. Ook de ziekte COVID-19 kan myocarditis
of pericarditis veroorzaken. Bijwerkingencentrum Lareb geeft aan dat uit onderzoek
blijkt dat het risico op myocarditis na een COVID-19-infectie achttien keer groter
is dan na een COVID-19-vaccinatie. Voor pericarditis is dit risico vijf keer groter.5 De door Lareb ontvangen meldingen geven geen aanwijzingen dat pericarditis of myocarditis
vaker voorkomt na de boostervaccinaties dan na de eerdere vaccinaties. Overigens gaan
de klachten die worden veroorzaakt door myocarditis en pericarditis meestal vanzelf
over. Ook zijn ze met medicijnen goed te behandelen.
Vraag 13
Betekent dit dat niemand ooit «volledig gevaccineerd» zal zijn tegen COVID-19, aangezien
de vaccins maar zeer beperkte tijd effect hebben?
Antwoord 13
We weten inmiddels dat de bescherming van de COVID-19-vaccins na verloop van tijd
afneemt en dat het voor bepaalde groepen nodig kan zijn om een extra dosis te krijgen,
zodat de bescherming tegen ernstig ziek worden en ziekenhuisopname weer op peil gebracht
wordt. Het is op dit moment niet uit te sluiten dat daar in de toekomst meer vaccinaties
bij komen. De term «volledig gevaccineerd» geeft daarom nu aan of iemand alle vaccinaties
heeft gehad waar diegene op dat moment voor in aanmerking komt.
Vraag 14
Weet u ook hoeveel effectiviteit de vaccins hebben na elf maanden, tien maanden, negen
maanden, etc., aangezien het belangrijk is te weten hoe snel en hoeveel de vaccin
effectiviteit precies afneemt in welk tijdsbestek? Zo nee, waarom weet u dat niet
en kunt u daar onderzoek naar doen?
Antwoord 14
Het RIVM houdt de incidentie van ziekenhuisopnames bij gevaccineerde en ongevaccineerde
mensen en de effectiviteit van de vaccins op populatieniveau voortdurend in de gaten,
op basis van eigen onderzoek en internationale literatuur, en informeert mij daar
elke vier weken over. De effectiviteit van de vaccins is van verschillende factoren
afhankelijk, waaronder de infectiedruk en de dominante variant. Dit is waarom de vaccineffectiviteit
van tijd tot tijd kan verschillen. Ik hecht daarom grote waarde aan de monitoring
van de incidentie van ziekenhuisopnames bij gevaccineerde en ongevaccineerde mensen
door het RIVM.
Vraag 15 en 16
Kunt u reflecteren op het feit dat vaccinatie volgens het kabinet «de enige uitweg»
uit de coronacrisis was, terwijl dat nu geheel niet zo blijkt te zijn?
Kunt u reflecteren op de manier waarop gecommuniceerd is naar de burgers aangaande
de coronavaccins? Deelt u de mening dat het kabinet de burger misleidende informatie
heeft gegeven over de werking van de vaccins en hen daarmee op oneigenlijke gronden
heeft bewogen zich te laten vaccineren?
Antwoord 15 en 16
Nee, die mening deel ik niet. Het is belangrijk dat zoveel mogelijk mensen zich laten
vaccineren, zodat minder mensen ernstig ziek worden door COVID-19 en het virus zich
minder makkelijk kan verspreiden. Om burgers in staat te stellen een weloverwogen
keuze te maken om zich wel of niet te laten vaccineren, is actief en op grote schaal
over vaccinatie gecommuniceerd. Naarmate de beschikbare informatie steeds uitgebreider
werd en er nieuwe (wetenschappelijke) inzichten bekend werden, is dit open en transparant
in de publiekscommunicatie verwerkt.
Vraag 17
Wat vindt u van de manier waarop is omgegaan met mensen die ervoor kozen zich niet
te laten vaccineren? Staat u nog steeds achter de framing van de «pandemie van de
ongevaccineerden» en de stigmatisering en maatschappelijke polarisatie die dat heeft
opgeleverd? Zo ja, waarom? Kunt u een gedetailleerde verklaring geven?
Antwoord 17
Het halen van een vaccinatie blijft een vrije keuze. Stigmatisering van bepaalde groepen
en maatschappelijke polarisatie passen daar niet bij. Dat laat onverlet dat je niet
laten vaccineren nadelige effecten kan hebben voor anderen. Vaccinatie doe je voor
jezelf maar ook voor een ander. Ook dat is iets om bij stil te staan.
Vraag 18
Deelt u de mening dat het effectiever is op de zorgcapaciteit in Nederland structureel
op te schalen, in plaats van te blijven prikken met een vaccin waarvan de effectiviteit
snel afneemt?
Antwoord 18
De vaccins zorgen er, zoals ik in eerdere antwoorden op schriftelijke vragen al heb
toegelicht, nog steeds voor dat mensen minder ernstig ziek worden door COVID-19. De
kans dat zij door een infectie in het ziekenhuis opgenomen moeten worden is daardoor
een stuk kleiner. Het is daarom nog steeds van belang dat mensen die in aanmerking
komen voor een vaccinatie deze ook halen. Zo blijft de zorg beschikbaar voor mensen
die dit om een andere reden dan COVID-19 nodig hebben.
Ten behoeve van de zorgcapaciteit van ziekenhuizen bracht het expertteam «COVID-zorg
in ziekenhuizen» (hierna: expertteam) in kaart wat nodig is om de ziekenhuiszorg goed
voorbereid te laten zijn op een eventuele nieuwe COVID-19-golf in het najaar van 2022.
Het expertteam heeft onder meer geadviseerd de bestaande personele capaciteit effectiever
in te zetten door met meer flexibiliteit in te spelen op een eventuele oplopende zorgvraag.
Het kabinet nam onder meer dit advies over en is hierover in gesprek met ziekenhuizen.
Voor een gedetailleerde reactie op het advies van het expertteam verwijs ik u naar
de Kamerbrief van 13 juni jl.6
Vraag 19
Wat gaat de aanhoudende vaccinatiestrategie Nederland kosten en waar gaat het geld
daarvoor vandaan gehaald worden?
Antwoord 19
Voor het jaar 2022 heb ik in mijn begroting rekening gehouden met de uitvoering van
meerdere vaccinatierondes, namelijk de eerste boostercampagne in de winter, een herhaalprik
voor ouderen en kwetsbaren in het voorjaar en een herhaalprik voor de gehele bevolking
in het najaar. Ook voor het jaar 2023 heb ik een budget geraamd voor de COVID-19-vaccinatiestrategie.
Hier heb ik de Kamer met de 6e incidentele suppletoire begroting over geïnformeerd7. De hiervoor benodigde middelen komen ten laste van het generale Rijksbrede beeld.
Er wordt nog bezien of en in welke vorm structurele inbedding in mijn begroting nodig
wordt geacht.
Afhankelijk van de opkomst, kan het voorkomen dat de uitvoeringskosten van de eerdere
vaccinatierondes en de najaarsronde anders zijn dan ik aanvankelijk heb geraamd. Indien
dit zo is zal ik dit de Kamer, conform de normale begrotingssystematiek, zo spoedig
mogelijk melden met een suppletoire begroting. Dit geldt ook voor wijzigingen in mijn
begroting ten behoeve van eventuele toekomstige vaccinatierondes.
Vraag 20
Deelt u de mening dat het beter zou zijn om in te zetten op preventie en eventueel
vroegtijdige medicatie, dan op vaccinatie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 20
Preventie is van groot belang. Het is nog steeds erg belangrijk dat iedereen zich
aan de basisadviezen houdt. Zo proberen we te voorkomen dat mensen besmet raken met
het coronavirus. Toch kan het gebeuren dat iemand wel besmet raakt. De vaccins zorgen
er in dat geval voor dat mensen minder ziek worden. Vroegtijdige medicatie en verdere
behandeling bij ziekte kunnen in aanvulling daarop het risico verlagen dat patiënten
die besmet raken een ernstig verloop van de ziekte doormaken. Vaccinatie, preventie
en behandeling zijn daarmee alle drie van groot belang in het voorkomen dat mensen
ernstig ziek worden of overlijden door COVID-19.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.