Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Slootweg over het rapport ‘World Drug Report 2022, Drug Market Trends Canabis and Opioids‘ van de United Nations office on Drugs and Crime’
Vragen van het lid Slootweg (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het rapport ««World Drug Report 2022, Drug Market Trends Canabis and Opioids» van de United Nations office on Drugs and Crime» (ingezonden 30 juni 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 24 augustus 2022) Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3599.
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «World Drug Report 2022, Drug Market Trends Canabis
and Opioids»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw oordeel over de conclusies uit het rapport waaruit blijkt dat het legaliseren
van cannabis in (delen van) de Verenigde Staten onder meer heeft geleid tot een toenemend
gebruik van cannabis in algemene zin en onder jongeren, een hogere THC-waarde, meer
gevallen van rijden onder invloed van cannabis en toenemend druggerelateerd geweld?
Antwoord 2
De genoemde conclusies uit het World Drug Report zijn zorgwekkend, maar behoeven wel
enige toelichting. Uit het rapport blijkt dat de effecten van legalisering in delen
van de Verenigde Staten afhankelijk zijn van de lokale omstandigheden en per staat
verschillen. In het rapport wordt onder meer genoemd dat legalisering van cannabis
voor recreatief gebruik niet als de oorzaak, maar als het gevolg gezien kan worden
van de uitbreiding van de cannabismarkt. Het cannabisgebruik nam in de Verenigde Staten
al eerder toe, na het wettelijk toestaan van cannabis voor medicinaal gebruik. Cannabis werd toen gemakkelijker verkrijgbaar en ook het recreatief gebruik
nam toe. Vervolgens is het naar aanleiding van referenda in bepaalde staten ook voor
recreatief gebruik gelegaliseerd.
Ook bij de conclusies dat legalisering heeft geleid tot een hogere THC-waarde, meer
gevallen van rijden onder invloed van cannabis en toenemend druggerelateerd geweld
wordt in het World Drug Report context geplaatst. De genoemde trends zijn niet eenduidig.
Zo is in de ene staat waar cannabis is gelegaliseerd het druggerelateerde geweld afgenomen
na de legalisering, terwijl het in de andere staat juist is toegenomen.
Vraag 3
Kan het legaliseren van softdrugs door middel van het «wietexperiment» in Nederland
naar uw oordeel tot soortelijke gevolgen leiden? Zo ja, welke consequenties verbindt
u hieraan? Zo nee, waarom denkt u dat dit anders zal uitpakken in Nederland?
Antwoord 3
Met het Experiment gesloten coffeeshopketen (ook wel: het wietexperiment) is geen
sprake van het legaliseren van softdrugs. In het wietexperiment wordt in een uniform
en beperkt experiment van vier jaar bekeken of en hoe een gesloten coffeeshopketen
kan worden ingericht. Het onderzoek hiernaar wordt uitgevoerd door een onafhankelijk
onderzoekconsortium in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
(WODC). In het begeleidend onderzoek wordt tevens gekeken naar de effecten van dit
experiment op onder meer openbare orde, veiligheid, overlast en volksgezondheid in
de experimenteer- en controle-gemeenten. Ook worden ontwikkelingen in kaart gebracht
door de huidige situatie (door middel van een nulmeting) te vergelijken met de situatie
gedurende de experimenteerjaren. Op dit moment is de experimenteerfase nog niet gestart.
In de voorbereiding van de experimenteerfase breng ik met de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport mogelijke risico’s met betrekking tot de veiligheid en overlast in
kaart, zoals die ook uit internationale onderzoeken blijken, en bezie wat mogelijke
mitigerende maatregelen hierbij zijn.
Gedurende het experiment wordt op verschillende wijzen aandacht besteed aan preventie,
van voorlichtings- en waarschuwingsboodschappen op de verpakking tot het ondersteunen
van gemeenten bij het ontwikkelen van een lokale preventieaanpak die bijdraagt aan
het voorkomen van een eventuele stijging van cannabisgebruik ten tijde van het experiment.
Voor meer informatie over preventie verwijs ik u naar de brief aan uw Kamer van 16 april
20212. Naast preventiemaatregelen geldt voor zowel de telers als de deelnemende coffeeshophouders
dat zij geen enkele vorm van affichering mogen voeren.
Vraag 4
Hoe verklaart u het feit dat uit het rapport blijkt dat het legaliseren van de cannabismarkt
niet heeft geleid tot een verdringing van de illegale markt?
Antwoord 4
Uit het rapport blijk dat legalisatie de illegale cannabismarkten niet heeft verdrongen
in de landen waar cannabis is gelegaliseerd. In het rapport worden geen definitieve
uitspraken gedaan over hoe dit te verklaren is en dit is mij dan ook onbekend.
Vraag 5
Verwacht u desondanks dat in Nederland de legalisatie van (de teelt van) hennep wel
tot een afname cq. verdringing van de illegale handel zal leiden? Zo ja, waarom? Zo
nee, waarom acht u legalisatie desondanks wenselijk?
Antwoord 5
Met het wietexperiment is geen sprake van legalisatie, maar slechts een tijdelijke
regulering op beperkte schaal bij wijze van een experiment. We bezien met een uniform
en afgebakend experiment van vier jaar of en hoe een gesloten coffeeshopketen kan
worden ingericht, waarin op kwaliteit gecontroleerde wiet gedecriminaliseerd aan de
coffeeshops toegeleverd kan worden en wat de effecten hiervan zijn. Het is niet mogelijk
vooruit te lopen op de effecten hiervan en of hieruit gevolgen voor de illegale handel
blijken.
Vraag 6
Acht u het zorgwekkend dat uit het rapport blijkt ook een toenemende invloed van grote
bedrijven en de tabaks- en alcoholindustrie in de (gelegaliseerde) cannabismarkt?
Zo ja, hoe gaat u voorkomen dat dit in Nederland gaat gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
In Nederland is geen sprake van een gelegaliseerde cannabismarkt. Binnen het experiment
staat het telers vrij investeerders aan te trekken, ook investeerders vanuit de tabak-
of alcoholindustrie. De huidige wet- en regelgeving staat hier niet aan in de weg.
Op voorhand vind ik deelname van deze investeerders ook niet zorgwekkend. Indien een
teler nieuwe investeerders aantrekt of zijn organisatiestructuur wijzigt, is de teler
verplicht dit te melden. Hierop kan besloten worden opnieuw een Bibob-onderzoek te
starten. Komt er uit het Bibob-onderzoek dat er een gevaar bestaat dat de aanwijzing
mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen, dan kan de aanvraag onder
bepaalde omstandigheden worden ingetrokken of kunnen de ministers van JenV en VWS
besluiten om aan de aanwijzing voorschriften te verbinden gericht op het wegnemen
of beperken van dergelijk gevaar.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.