Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 179 Wijziging van de Wet uitvoering antidopingbeleid ter instelling van de Beoordelingscommissie dopingzaken
ARTIKEL I
            ARTIKEL II
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
            
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
                     enz. enz. enz.
                  
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het mede gelet op de Wereld Anti-Doping
                     Code en internationale standaarden gewenst is een zelfstandig bestuursorgaan in te
                     stellen dat als administratief beroepsinstantie belast is met de beoordeling van beroepen
                     tegen besluiten die op grond van de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden
                     appellabel zijn en genomen worden door de Dopingautoriteit, zodat geborgd is dat het
                     beroep tegen die besluiten plaatsvindt door een operationeel en institutioneel onafhankelijke
                     commissie;
                  
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
                     overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
                     en verstaan bij deze:
                  
ARTIKEL I
                  
De Wet uitvoering antidopingbeleid wordt als volgt gewijzigd:
A
Voor artikel 1 wordt toegevoegd:
«HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN».
                           
B
In artikel 1 worden in de alfabetische rangschikking de volgende onderdelen ingevoegd:
– Beoordelingscommissie dopingzaken:
de Beoordelingscommissie dopingzaken, genoemd in artikel 14, eerste lid;
– internationale standaarden:
internationale standaarden voor technische en operationele aspecten van het antidopingbeleid,
                                    met inbegrip van bijbehorende technische documenten, die door het Wereld Anti-Doping
                                    Agentschap worden vastgesteld op grond van de Wereld Anti-Doping Code en op de website
                                    van het Wereld Anti-Doping Agentschap wordengepubliceerd;
                                 
C
Na artikel 3 wordt een hoofdstukopschrift ingevoegd luidende:
«HOOFDSTUK 2. DE DOPINGAUTORITEIT».
                           
D
In artikel 5, tweede lid, wordt na «de Wereld Anti-Doping Code» ingevoegd «en internationale
                        standaarden».
                     
E
In artikel 6, eerste lid, wordt, onder vervanging van «; en» aan het slot van onderdeel
                        e door een puntkomma en onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f
                        door «; en», een onderdeel toegevoegd luidende:
                     
g. het nemen van andere besluiten.
F
Onder vernummering van artikel 13a tot artikel 28, artikel 15 tot artikel 30 en artikel 16
                        tot artikel 31, komt artikel 14 te vervallen en wordt na artikel 13 een hoofdstuk
                        ingevoegd, luidende:
                     
HOOFDSTUK 3. ADMINISTRATIEF BEROEP BIJ DE BEOORDELINGSCOMMISSIE DOPINGZAKEN
                           
AFDELING 3.1. ALGEMENE BEPALINGEN
                              
Artikel 14. Instelling Beoordelingscommissie dopingzaken
                                 
1. Er is een Beoordelingscommissie dopingzaken.
2. De Beoordelingscommissie dopingzaken heeft haar zetel in een door Onze Minister te
                                          bepalen gemeente.
                                       
Artikel 15. Taken
                                 
1. De Beoordelingscommissie dopingzaken is als beroepsorgaan belast met het beroep tegen
                                          besluiten van de Dopingautoriteit die genomen worden ter uitvoering van artikel 5,
                                          eerste lid, onder a, b of c voor zover ingevolge de Wereld Anti-Doping Code of internationale
                                          standaarden die besluiten appellabel zijn, tenzij ingevolge de Wereld Anti-Doping
                                          Code of internationale standaarden het Hof van Arbitrage voor Sport:
                                       
1°. exclusief bevoegd is om te oordelen over het besluit, of
2°. niet exclusief bevoegd is, maar het besluit voorligt bij het Hof van Arbitrage voor
                                                Sport.
                                             
2. Het beroep bedoeld in het eerste lid kan worden ingediend door een natuurlijk persoon
                                          of rechtspersoon die ingevolge de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden
                                          daartoe bevoegd is.
                                       
3. Bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, kunnen persoonsgegevens,
                                          waaronder gegevens over gezondheid, andere bijzondere categorieën van persoonsgegevens
                                          en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, worden verwerkt.
                                       
4. De Beoordelingscommissie dopingzaken is ter uitvoering van de taak, bedoeld in het
                                          eerste lid, ook bevoegd tot het verstrekken van gegevens en persoonsgegevens, waaronder
                                          bijzondere persoonsgegevens en gegevens van strafrechtelijke aard, aan derden, als
                                          dit noodzakelijk is met het oog op het uitvoeren van een wettelijke plicht of van
                                          een plicht op grond van de Wereld Anti-Doping Code of internationale standaarden.
                                       
5. De Beoordelingscommissie dopingzaken neemt bij de uitvoering van de taak, bedoeld
                                          in het eerste lid, in elk geval de Wereld Anti-Doping Code en internationale standaarden
                                          in acht.
                                       
6. Ter uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, maakt de  Beoordelingscommissie dopingzaken  gebruik van een panel van experts als bedoeld in artikel 17, niet zijnde leden als
                                          bedoeld in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
                                       
Artikel 16. Inrichting en benoeming leden en secretaris
                                 
1. De Beoordelingscommissie dopingzaken bestaat uit één lid, de voorzitter.
2. De voorzitter wordt benoemd voor een periode van ten minste 2 jaar en voor maximaal
                                          7 jaar. De benoeming kan na de maximale termijn steeds voor de duur van een jaar worden
                                          verlengd.
                                       
3. Van het lidmaatschap van de Beoordelingscommissie dopingzaken zijn uitgesloten personen
                                          die lid zijn van of werkzaam zijn bij de Dopingautoriteit.
                                       
4. De Beoordelingscommissie dopingzaken heeft een secretaris.
Artikel 17. Panel van experts dat ingezet wordt voor het uitvoeren van de taak
                                 
1. Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat de personen die onderdeel zijn van een
                                          panel van experts en ingezet worden voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel 15,
                                          eerste lid.
                                       
2. Personen als bedoeld in het eerste lid worden benoemd voor een periode van ten minste
                                          2 jaar.
                                       
3. Schorsing en ontslag van personen als bedoeld in het eerste lid vindt slechts plaats
                                          wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de vervulde functie dan wel wegens andere
                                          zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen redenen. Ontslag vindt voorts
                                          plaats op eigen verzoek.
                                       
4. Personen als bedoeld in het eerste lid kunnen niet tevens een aan Onze Minister ondergeschikte
                                          ambtenaar zijn of werkzaam zijn bij de Dopingautoriteit.
                                       
5. Personen als bedoeld in het eerste lid vervullen geen nevenfuncties die ongewenst
                                          zijn met het oog op een goede vervulling van de taak of de handhaving van zijn onafhankelijkheid
                                          of van het vertrouwen daarin.
                                       
6. Wanneer een persoon als bedoeld in het eerste lid ingezet wordt om een specifiek
                                          beroep te behandelen, wordt een lijst met nevenactiviteiten anders dan uit hoofde
                                          van de taak van die persoon beschikbaar gesteld aan de partijen en Onze Minister.
                                       
Artikel 18. Vergoeding
                                 
1. De Beoordelingscommissie dopingzaken kan een vergoeding toekennen aan de personen
                                          die onderdeel zijn van het panel van experts, bedoeld in artikel 17, en ingezet worden
                                          voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in artikel 15, eerste lid.
                                       
2. De vergoeding, bedoeld in het eerste lid, kan in ieder geval zien op reis- en verblijfkosten.
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking
                                          tot de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.
                                       
Artikel 19. Afwijking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen
                                 
Artikel 21 en 22, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, zijn niet
                                    van toepassing op de besluiten van de Beoordelingscommissie dopingzaken.
                                 
AFDELING 3.2. REGELS OVER HET BEROEP
                              
Artikel 20. Vereisten aan beroep
                                 
1. In aanvulling op artikel 6:6, van de Algemene wet bestuursrecht, kan het beroep niet-ontvankelijk
                                          worden verklaard, als niet is voldaan aan vereisten die volgen uit de Wereld Anti-Doping
                                          Code, de internationale standaarden, of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste
                                          voor het in behandeling nemen van het beroep, mits de indiener van het beroep de gelegenheid
                                          heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
                                       
2. Het beroep wordt ook niet-ontvankelijk verklaard als de indiener van het beroep tegen
                                          het betreffende besluit al eerder beroep heeft ingediend of als, in voorkomend geval,
                                          op het moment dat het besluit werd genomen er geen sprake was van een binding aan
                                          een dopingreglement.
                                       
Artikel 21. Termijnen beroep
                                 
In afwijking van artikel 6:7 en artikel 6:8, van de Algemene wet bestuursrecht, gelden
                                    voor de beroepstermijn en de aanvang van de beroepstermijn, als de indiener van het
                                    beroep het Wereld Anti-Doping Agentschap is, de termijnen bedoeld in de Wereld Anti-Doping
                                    Code.
                                 
Artikel 22. Indienen beroep bij niet (tijdig) nemen besluit
                                 
In afwijking van artikel 6:12, eerste en tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht,
                                    als de indiener van het beroep het Wereld Anti-Doping Agentschap is, geldt voor het
                                    Wereld Anti-Doping Agentschap de termijn, bedoeld in de Wereld Anti-Doping Code.
                                 
Artikel 23. Schorsende werking
                                 
Het beroep schorst niet de werking van het besluit op waartegen het is gericht, tenzij
                                    de Beoordelingscommissie dopingzaken anders bepaalt.
                                 
AFDELING 3.3. REGELS OVER HET HOREN
                              
Artikel 24. Horen
                                 
1. Artikel 7:19 en artikel 7:20, van de Algemene wet bestuursrecht, zijn niet van toepassing.
2. Het horen geschiedt door de personen die onderdeel zijn van het panel van experts,
                                          bedoeld in artikel 17, en ingezet worden voor het uitvoeren van de taak, bedoeld in
                                          artikel 15, eerste lid.
                                       
3. De Beoordelingscommissie dopingzaken kan personen, anders dan belanghebbenden en
                                          anders dan de getuigen en deskundigen bedoeld in artikel 7:22, van de Algemene wet
                                          bestuursrecht, in de gelegenheid stellen om te worden gehoord.
                                       
Artikel 25. Openbaarheid horen
                                 
1. De Beoordelingscommissie dopingzaken beslist of het horen in het openbaar plaatsvindt.
2. Belanghebbenden en personen als bedoeld in artikel 26, derde lid, worden in elkaars
                                          aanwezigheid gehoord.
                                       
3. Ambtshalve of op aanvraag kunnen belanghebbenden en personen als bedoeld in artikel 24,
                                          derde lid, afzonderlijk worden gehoord, als aannemelijk is dat gezamenlijk horen een
                                          zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden
                                          bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
                                       
4. Wanneer belanghebbenden en personen als bedoeld in artikel 24, derde lid, afzonderlijk
                                          zijn gehoord, worden belanghebbenden op de hoogte gesteld van het verhandelde tijdens
                                          het horen buiten zijn aanwezigheid.
                                       
5. De Beoordelingscommissie dopingzaken kan, al dan niet op verzoek van een der belanghebbenden,
                                          toepassing van het vierde lid achterwege laten, voor zover geheimhouding om gewichtige
                                          redenen is geboden. Van toepassing van deze bepaling wordt mededeling gedaan.
                                       
AFDELING 3.4 REGELS OVER DE BEOORDELING DOOR EN HET BESLUIT VAN DE BEOORDELINGSCOMMISSIE
                                 DOPINGZAKEN
                              
Artikel 26. Toetsingskader
                                 
Als het beroep ontvankelijk is, toetst de Beoordelingscommissie dopingzaken het bestreden
                                    besluit waarop het beroep ziet ten behoeve van de beoordeling in ieder geval aan:
                                 
a. de Wereld Anti-Doping Code en internationale standaarden;
b. het bepaalde bij of krachtens deze of bij of krachtens enig andere wet gesteld vereiste;
c. het van toepassing zijnde dopingreglement.
Artikel 27. Termijnen besluit Beoordelingscommissie dopingzaken
                                 
In afwijking van artikel 7:24, vierde lid, Algemene wet bestuursrecht, kan de Beoordelingscommissie
                                    dopingzaken het besluit voor ten hoogste zes weken verdagen. De Beoordelingscommissie
                                    dopingzaken doet hiervan schriftelijk mededeling aan belanghebbenden.
                                 
G
Voor artikel 28 (nieuw) wordt een hoofdstukopschrift ingevoegd luidende:
«HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN».
                           
H
Na artikel 28 (nieuw) wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 29. Overgangsrecht
                           
Na inwerkingtreding van artikel I van de Wet van xxxx tot wijziging van de Wet uitvoering
                              antidopingbeleid houdende instelling van de Beoordelingscommissie dopingzaken (Stb. xxxx, xxx),
                              worden de bij de Bezwaarcommissie nationaal Dopingreglement lopende procedures tegen
                              besluiten van de Dopingautoriteit voor zover ingevolge de Wereld Anti-Doping Code
                              of internationale standaarden die beslissingen appellabel zijn, bedoeld in het Reglement
                              bezwaarcommissie nationaal dopingreglement van 1 november 2021, overgedragen aan de
                              Beoordelingscommissie dopingzaken. De Beoordelingscommissie dopingzaken beoordeelt
                              en verricht de afhandeling van deze procedures in overeenstemming met het bepaalde
                              in deze wet, zoals die luidt na inwerkingtreding van dat artikel.
                           
ARTIKEL II
                     
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
                        autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
                        de hand zullen houden.
                     
Gegeven
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.