Schriftelijke vragen : Ecocide door Russische militaire agressie in Oekraïne
Vragen van de leden Van Raan en Teunissen (beiden PvdD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over ecocide door Russische militaire agressie in Oekraïne (ingezonden 16 augustus 2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat de Russische militaire agressie in Oekraïne niet
alleen onvoorstelbaar menselijk leed toebrengt, maar ook grote schade aanricht aan
het milieu?
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat de autoriteiten in Oekraïne groot belang hechten aan
het in kaart brengen van deze schade en aan het herstel wanneer de oorlogssituatie
dit toelaat?1
Vraag 3
Bent u bekend met het onderzoek van de Oekraïense Procureur-Generaal naar het plegen
van ecocide – zoals gedefinieerd in het Wetboek van Strafrecht aldaar – door het Russische
leger?
Vraag 4
Klopt het dat het Bureau van de Algemene Aanklager in Oekraïne al reeds 17.000 berichten
en 60.000 beelden heeft ontvangen van milieuschade in Oekraïne aangericht door Russische
troepen?
Vraag 5
Bent u bekend met de milieuclausule in het lid 8(2)(b)(iv) van het Statuut van Rome,
die ernstige, langdurige en wijdverspreide milieuaantasting als gevolg van disproportioneel
militair optreden tot oorlogsmisdaad bestempelt?
Vraag 6
Klopt het dat er geen aanwijzingen zijn dat de missie van het Internationaal Strafhof
inzake het onderzoek naar oorlogsmisdaden in Oekraïne ook aandacht besteed aan de
genoemde milieuclausule, terwijl in Oekraïne grote urgentie ter zake gevoeld wordt?
Vraag 7
Kunt u als partij bij het Statuut van Rome er bij het Strafhof op aandringen de milieuclausule
wel mee te nemen in het onderzoek?
Vraag 8
Bent u bereid ondersteuning te bieden aan Oekraïne bij het verzamelen van bewijsmateriaal
van milieuschade door Russische militaire agressie? Zo ja, op welke manier?
Vraag 9
Waarom is in de Politieke Verklaring van de op 14 juli in Den Haag gehouden Ukraine
Accountability Conference niets over de aangerichte milieuschade en de noodzaak Rusland
hiervoor aansprakelijk te stellen, opgenomen?
Vraag 10
Is de conclusie gerechtvaardigd dat de blinde vlek op milieugebied in relatie tot
Oekraïne van zowel Nederland als het Internationaal Strafhof voortvloeit uit het ontbreken
van ecocide als een op zichzelf staand misdrijf in het Statuut van Rome, en de verwerping
van de noodzaak hiervan door het kabinet in zijn brief van 26 april 2021?2
Vraag 11
Geldt de argumentatie uit die brief nog steeds, of is er sprake van voortschrijdend
inzicht? Zo ja, waarop is dat inzicht dan gebaseerd?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Christine Teunissen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.