Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over de GGZ
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de GGZ (ingezonden 11 juli 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 9 augustus 2022).
Vraag 1
Kent u het artikel «Na twee jaar wachten op psychische hulp stapt Yvettes vriend uit
het leven»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wordt bijgehouden hoeveel mensen uit het leven stappen terwijl ze wachten op een passende
GGZ-behandeling? Zo ja, hoeveel mensen zijn dit? Zo nee, kunt u een inschatting maken?
Antwoord 2
Het is niet bekend hoeveel suïcides er plaatsvinden onder mensen die op de wachtlijst
staan voor de ggz in Nederland. Er zijn onvoldoende gegevens beschikbaar om een adequate
inschatting te maken.
Vraag 3
Herkent u de uitspraak van de huisarts die in het artikel over het stelsel zegt «het
was net Kafka»? Zo ja, wat gaat uw lange termijnvisie hier concreet aan veranderen?2
Antwoord 3
In het debat van 11 mei jl. hebben wij het reeds met elkaar gehad over de wachttijden
in de ggz en het feit dat de toegankelijkheid van de ggz ernstig onder druk staat.
Ik herken tevens de door de huisarts geuite frustratie over de obstakels die zij ervaart
bij (door)verwijzing tussen verschillende domeinen. Tijdens het debat over de ggz
van 11 mei jl. en in het VSO wachttijden3 heb ik met u gedeeld welke stappen ik nu al neem om de toegankelijkheid van de ggz
te verbeteren samen met de landelijk stuurgroep toegankelijkheid en wachttijden.
Zoals ik heb aangegeven in mijn brief van 7 juli jl. verwacht ik daarnaast op de korte
termijn van zorgaanbieders dat zij patiënten die te lang op zorg moeten wachten actief
wijzen op de mogelijkheid van zorgbemiddeling via hun zorgverzekeraar, zodat deze
patiënten sneller in zorg komen. Ik zal de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vragen
hier actief op toe te zien4.
Daarnaast wil ik binnen het Integraal Zorgakkoord met de eerstelijnszorg en de ggz-sector
afspraken maken om de toegankelijkheid van de ggz verder te verbeteren. Het doel van
deze afspraken is onder andere om mensen die te maken hebben met zowel (lichte) psychische
klachten als ook problemen in andere levensdomeinen sneller en beter naar passende
ondersteuning en zorg toe te kunnen leiden. Ik zal samen met de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport u zo spoedig als mogelijk infomeren over het IZA, zoals eerder ook
aan uw Kamer toegezegd5.
Vraag 4
Wat gaat uw lange termijnvisie veranderen voor situaties zoals beschreven in het artikel?
Antwoord 4
Zoals ik het antwoord op vraag 3 heb aangegeven zet ik via verschillende sporen in
op het verbeteren van de toegankelijkheid van de ggz. Over de afspraken in het Integraal
Zorgakkoord zal ik u zal samen met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
zo spoedig als mogelijk infomeren.
In aanvulling hierop vind ik het van belang om het volgende te benadrukken. Mensen
met suïcidale gedachten die nog geen behandeling hebben of alleen in behandeling zijn
bij de huisarts of POH-GGZ kunnen te allen tijde gebruik maken van de online therapie
die 113 Zelfmoordpreventie biedt. Tijdens de online therapie worden zij door een vaste
behandelaar begeleid om anders om te gaan met problemen en gedachten aan zelfdoding.
Vraag 5
Is het onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd naar deze tragische gebeurtenis
inmiddels afgerond? Zo ja, bent u bereid dit openbaar te maken?
Antwoord 5
In verband met de vertrouwelijkheid (o.a. beroepsgeheim) van de informatie en de privacy
van betrokkenen heeft de IGJ mij laten weten niet over de inhoud van het onderzoek
te publiceren.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat meer dan 80.000 mensen in Nederland
wachten op psychische hulp? Zo ja, wat zijn uw concrete plannen om de wachtlijsten
weg te werken? Bent u bereid streefcijfers te noemen?
Antwoord 6
Uit de laatste informatiekaart wachttijden in de ggz van de NZa6 komt naar voren dat er in Nederland 80.505 wachtenden op psychische zorg zijn geregistreerd.
Dit aantal is in de werkelijkheid lager omdat deze registratie dubbeltellingen bevat.
Uit kwalitatief onderzoek van de NZa komt naar voren dat ongeveer 22% van de wachtenden
vanwege dezelfde zorgvraag op meerdere wachtlijsten staat. Van deze groep staat 82%
op twee wachtlijsten, en 15% op drie. Van het totaal aantal wachtenden wacht ongeveer
64% te lang op een intake en ruim 30% te lang op een behandeling7. Ik heb in het laatste debat wat wij met elkaar voerden over de ggz ook met u gedeeld
dat ik het aantal wachtenden veel te hoog vind.
Zoals ik in het antwoord op vraag 3 heb aangegeven zet ik via verschillende sporen
in op het verbeteren van de toegankelijkheid van de ggz. Ik zal ik uw Kamer binnenkort
informeren over de afspraken die met betrokken partijen zijn gemaakt in het IZA. Hierin
zal ik met partijen ook afspraken maken over concrete doelstellingen voor de ggz.
Vraag 7
Kunt u uitleggen wat de wettelijke zorgplicht precies inhoudt? Klopt het dat de wet
wordt overtreden als ondanks deze zorgplicht 80.000 mensen op de wachtlijst staan?
Zo ja, wie is daarvoor juridisch verantwoordelijk?
Antwoord 7
De zorgplicht houdt bij een naturapolis in dat verzekerden binnen een redelijke tijd
en reisafstand toegang moeten hebben tot alle zorg uit het basispakket. Het gaat hierbij
om zowel de inhoud en omvang van de zorg als om kwaliteit, tijdigheid en bereikbaarheid
van de verzekerde zorg8. Bij een restitutiepolis dient de zorgverzekeraar de kosten van de zorg te vergoeden.
De NZa is verantwoordelijk voor het toezicht op zorgverzekeraars met betrekking tot
de zorgplicht9. De wettelijke zorgplicht is een grotendeels open norm en het bestaan van een wachttijd
is op zichzelf geen overtreding van de wet. Wachttijd wordt als problematisch ervaren
als deze hoger is dan de Treeknorm. Om aan de zorgplicht te voldoen, moet de zorgverzekeraar
(bij een naturapolis) voldoende zorg inkopen en sturen op gepast gebruik van zorg.
Als het nodig is, moet een verzekerde naar zorg bemiddeld worden (zorgbemiddeling).
Daarnaast verwacht de NZa dat zorgverzekeraars invulling geven aan een signalenproces:
het achterhalen van behoeften en knelpunten in het zorgaanbod, het bepalen van mogelijke
gevolgen voor verzekerden en het bedenken van manieren om dit op te lossen. Tenslotte
kijkt de NZa of afspraken die zorgverzekeraars hebben met zorgaanbieders, resultaten
van zorgbemiddelingen en (oplossingen voor) probleemsituaties worden gemonitord en
er periodiek geëvalueerd en zo nodig wordt bijgestuurd.
Vraag 8
Wat gaat u concreet doen om hulpverleners voor de sector te behouden?
Antwoord 8
Het mag niet zo zijn dat patiënten – zeker patiënten met een specialistische en/of
(hoog)complexe zorgbehoefte – verstoken blijven van zorg als gevolg van personeelstekorten.
Het is in dit licht opvallend dat het aantal gezondheidszorg (GZ) psychologen de afgelopen
vijf jaar met meer dan twintig procent is toegenomen. We zien steeds vaker dat personeel
er voor kiest om (al dan niet als ZZP’er) lichtere zorg aan te bieden in plaats van
te (blijven) werken bij de ggz-instellingen die complexe specialistische en intensieve
zorg bieden. Ik vind dit zorgwekkend.
Het is in de eerste plaats aan werkgevers om in te zetten op het behoud van hun zorgpersoneel,
juist ook binnen de (intramurale) complexe en specialistische ggz.
De werkgever is immers primair verantwoordelijk voor goed personeelsbeleid en zal
vanuit die rol samen met medewerkers voor het behoud van die medewerkers moeten zorgen.
Dit betekent stevig inzetten op goed werkgeverschap en werkplezier, onder andere door
het vergroten van zeggenschap van medewerkers, minder regeldruk, aandacht voor de
werk-privé balans en een gezonde en veilige werkomgeving.
Echter, we moeten er ook aandacht voor hebben dat de prikkels in het systeem de juiste
beweging ondersteunen. Ik wil dit stimuleren vanuit de sector brede arbeidsmarktaanpak
«Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en welzijn (TAZ)», waarover ik uw Kamer eerder
dit jaar op hoofdlijnen heb geïnformeerd10. Samen met alle belanghebbende partijen – werkgevers, vakbonden, zorginkopers en
brancheorganisaties – ben ik aan de slag om deze hoofdlijnen verder uit te werken
tot een concreet programmaplan waarin ook de afspraken uit het Integraal Zorgakkoord
over de arbeidsmarkt worden meegenomen. Uw Kamer ontvangt deze concretisering na de
zomer.
Vraag 9
Bent u bereid deze vragen ieder afzonderlijk en binnen een maand te beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.