Schriftelijke vragen : Puntief onderzoek door de IGJ ten aanzien van de voorganger van Baptistengemeente De Rank
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over puntief onderzoek door de IGJ ten aanzien van de voorganger van Baptistengemeente De Rank (ingezonden 5 augustus 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de onder uw verantwoordelijkheid staande Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) het voornemen heeft geuit een boete op te leggen aan
predikant Rennie Schoorstra van Baptistengemeente De Rank in Alkmaar wegens overtreding
van de Geneesmiddelenwet, omdat de IGJ meent geloofsovertuigingen die de predikant
in de uitoefening van zijn ambt gedurende een godsdienstoefening heeft gedaan te mogen
aanmerken als ongeoorloofde reclame voor een geneesmiddel?
Vraag 2
Op welke wijze is er een klacht ontvangen, gezien IGJ stelt dat er een klacht is ontvangen?
Stimuleert de IGJ op enigerlei wijze het indienen van klachten?
Vraag 3
Bent u zich ervan bewust dat de vrijheid van godsdienst is opgenomen in de Grondwet
en in verschillende mensenrechtenverdragen waarbij Nederland partij is, en dat dit
dus betekent dat leden van een geloofsgemeenschap, en meer in het bijzonder de voorganger,
een grote mate van vrijheid genieten in het belijden en verkondigen van hun overtuigingen?
Zo ja, hoe rijmt u dat met het doen van punitief onderzoek naar vermeende reclame
gedurende de godsdienstoefening?
Vraag 4
Erkent u dat de beslissing om onderzoek te doen naar geloofsuitingen binnen een geloofsgemeenschap
ingrijpend is en daarom niet lichtvaardig mag worden genomen? Bent u vooraf van dit
onderzoek in kennis gesteld en heeft u daarmee ingestemd? Zo nee, waarom niet? Op
welk ambtelijk niveau is de beslissing dan wel genomen?
Vraag 5
Erkent u dat het geloofsgemeenschappen vrij staat te geloven dat bepaalde nutriënten
en geneesmiddelen, waaronder ivermectine, heilzaam kunnen werken bij Covid-19, ook
al is uw departement niet overtuigd door de uitvoerige wetenschappelijke literatuur
en ervaringen van artsen die dit geloof ondersteunen?
Vraag 6
Erkent u dat het geloofsgemeenschappen vrij staat zich binnen hun kring ook feitelijk
te gedragen overeenkomstig hun overtuigingen?
Vraag 7
Erkent u dat een redelijkerwijs te verwachten gevolg van het onderzoek van de IGJ
en het geuite voornemen een boete op te leggen, is dat predikanten zich minder vrij
voelen in het uiten van hun geloof gedurende de godsdienstoefening en dat dit onderzoek
en dat voornemen alleen al daarom een beperking van de belijdenisvrijheid inhoudt?
Vraag 8
Kunt u uitleggen op basis van welke belangenafweging is besloten tijd en middelen
in te zetten voor deze zaak, gezien de IGJ zich beklaagt over een tekort een personele
en financiële middelen? Deelt u de opvatting dat de IGJ niets belangrijkers te doen
heeft? Acht u het gerechtvaardigd dat nog meer publieke middelen aan deze zaak worden
besteed?
Vraag 9
Kunt u een overzicht geven van alle zaken waarin de IGJ onderzoek doet of heeft gedaan
naar geloofsgemeenschappen in verband met vermeende uitlatingen over behandelmogelijkheden
bij Covid-19?
Vraag 10
Kunt u aangeven welk percentage van de patiënten voor wie deze recepten zijn uitgeschreven
is overleden, in het ziekenhuis is opgenomen dan wel zonder ziekenhuisopname is genezen,
gezien de IGJ niet alleen optreedt tegen geloofsgemeenschappen die geloven dat bepaalde
nutriënten en geneesmiddelen, waaronder ivermectine, heilzaam kunnen werken bij Covid-19,
maar ook tegen artsen en apothekers die op grond van wetenschappelijke literatuur
en eigen ervaring dezelfde mening zijn toegedaan en de IGJ meerdere honderden doktersrecepten
in beslag heeft genomen waarbij ivermectine of hydroxychloroquine is uitgeschreven
bij Covid-19? Kunt u aangeven hoe deze percentages zijn voor andere patiënten die
met Covid-19 onder behandeling van een huisarts zijn geweest?
Vraag 11
Is het juist dat hydroxychloroquine gedurende een periode in de tweede lijn is ingezet
voor de behandeling van Covid 19?
Vraag 12
Erkent u dat een zinvolle maatschappelijke discussie over de vraag welke keuzes kunnen
worden gemaakt om Covid-19 tegemoet te treden, vergt dat alle verschillende opvattingen
de ruimte hebben om hun wetenschappelijke onderbouwingen naar voren te brengen? Bent
u bekend met het feit dat ten gevolge van punitief optreden door de IGJ een groot
aantal wetenschappelijke publicaties en vertalingen daarvan voor een groter publiek,
over onder meer hydroxychloroquine en ivermectine, is verwijderd van de website zelfzorgcovid19.nl
van de Algemene Nederlandse BurgerBelangen Vereniging (ANBB)? Erkent u dat hierdoor
het vrije debat wordt belemmerd en dat partijen zoals de heer Schoorstra, die zich
tegenover de IGJ op deze literatuur willen beroepen, in hun verdediging worden geschaad?
Vraag 13
Bent u bereid uw verantwoordelijkheid te nemen door een aanwijzing aan de IGJ te geven
dat buiten geval van evident misbruik serieuze bijdragen aan de geloofsbelijdenis,
aan het politieke, maatschappelijke of wetenschappelijke debat waarin mogelijke voor-
of nadelen van geneesmiddelen aan de orde komen, niet dienen te worden aangemerkt
als reclame?
Indieners
-
Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.