Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van der Staaij en Bisschop over antwoorden op vragen van het lid Sylvana Simons over genderdysforie bij GGD’s, huisartsenpraktijken en apotheken
Vragen van de leden Van der Staaij en Bisschop (beiden SGP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over antwoorden op vragen van het lid Sylvana Simons over flyers over genderdysforie bij GGD’s, huisartsenpraktijken en apotheken (ingezonden 15 juli 2022).
Mededeling van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 augustus
2022).
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op Kamervragen van het lid Sylvana Simons over flyers
over genderdysforie bij GGD’s, huisartsenpraktijken en apotheken?1
Vraag 2
Onderkent u dat het doel van de flyer is ouders te ondersteunen om hun kind op zorgvuldige
wijze te begeleiden bij vragen over genderdysforie en dat het daarom niet juist is
om te stellen dat de flyer tegen transgenders zou zijn?
Vraag 3
Kunt u aangeven op basis van welke criteria Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD)
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) Nederland bepaalt welke
folders al dan niet via de GGD worden verspreid, aangezien de GGD aangeeft een «neutrale
partij» te zijn? Acht u informatie die via de GGD verstrekt wordt van bijvoorbeeld
Rutgers of Soa Aids Nederland wel «neutraal»?
Vraag 4
Kunt u zo precies mogelijk aangeven welke informatie in de desbetreffende flyer volgens
u feitelijk niet klopt en/of onbetrouwbaar is?
Vraag 5
Op welke gronden suggereert u dat de stelling dat biologisch gezien een man geen vrouw
kan worden en vice versa, niet juist zou zijn? Welke wetenschappelijke onderzoeken
laten volgens u zien dat transgenderpersonen door een medische transitie wel op alle
biologische aspecten volledig veranderen?
Vraag 6
Bent u van mening dat ouders op geen enkele wijze vragen mogen stellen bij – of zich
zorgen mogen maken over de ervaren genderidentiteit en/of genderexpressie van hun
minderjarige kind, maar de genderidentiteit van hun kind alleen maar zouden mogen
bevestigen? Hoe doet u daarmee recht aan de complexiteit waarmee genderdysforie gepaard
gaat en de groeiende zorg onder professionals over het sterk toenemende aantal aanvragen
onder tieners?
Vraag 7
Erkent u dat er een verschil is tussen het serieus nemen van genderdysforie en het
kritiekloos accepteren van de genderidentiteit van minderjarigen door hun ouders?
Vindt u ook dat van ouders als opvoeders, met het oog op het welzijn van hun kind,
in allerlei opzichten juist een kritisch-betrokken houding verwacht mag worden, zeker
als sprake kan zijn van medische ingrepen? Sluit een dergelijke houding niet beter
aan bij de steeds terughoudender opstelling van professionals in verschillende westerse
landen en zelfs ontwikkelingen binnen de World Professional Association for Transgender
Health (WPATH)?
Vraag 8
Kunt u een wetenschappelijke onderbouwing geven voor het aanmoedigen van minderjarigen
om hun genderidentiteit vorm te geven?
Vraag 9
Deelt u de zorgen over zeer forse toename van het aantal behandelverzoeken voor genderdysforie
door minderjarigen, waar de laatste jaren sprake van is? Gaat u in gesprek over en
doet u onderzoek naar aanleiding van de zorgen die professionals uiten?
Vraag 10
Bent u bekend met ontwikkelingen in andere landen, zoals Zweden en Finland, waar juist
voorzichtigheid en terughoudendheid wordt bepleit ten aanzien van gendertransitie
bij minderjarigen en bijvoorbeeld een veel restrictiever beleid is ingezet bij hormoonbehandelingen
bij jongeren? Wat is uw reactie daarop?2, 3
Vraag 11
Kunt u uitleggen waarom Nederland dit voorbeeld niet volgt? Vreest u niet dat Nederland
op deze manier achter gaat lopen bij de internationale ontwikkeling richting meer
terughoudendheid bij behandelingen voor minderjarigen met genderdysforie?
Vraag 12
Deelt u de mening dat de langetermijngevolgen van hormoonbehandelingen bij minderjarigen
onbekend zijn en dergelijke behandelingen derhalve een experimenteel karakter hebben?
Kent u het advies van de Zweedse National Board of Health and Welfare (Socialstyrelsen),
dat stelt: «For adolescents with gender incongruence, the NBHW deems that the risks
of puberty suppressing treatment with GnRH-analogues and gender-affirming hormonal
treatment currently outweigh the possible benefits, and that the treatments should
be offered only in exceptional cases. This judgement is based mainly on three factors:
the continued lack of reliable scientific evidence concerning the efficacy and the
safety of both treatments4, the new knowledge that detransition occurs among young adults5, and the uncertainty that follows from the yet unexplained increase in the number
of care seekers, an increase particularly large among adolescents registered as females
at birth»?6, 7
Vraag 13
Bent u bekend met de petitie van wetenschappers uit Duitsland en met een internationaal
manifest dat ondertekend is door 140 wetenschappers en waarin gepleit wordt om betrouwbare
en wetenschappelijke informatie en berichtgeving over genderdysforie bij kinderen
eerlijk weer te geven? Wat is uw reactie hierop?8, 9
Vraag 14
Erkent u dat suïcidaliteit onder transgenders helaas voorkomt in alle fasen van een
transitie, ook ná transitie? Heeft u een verklaring voor dit laatste?
Vraag 15
Kunt u bovenstaande vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?
Mededeling
De vragen van de leden Van der Staaij en Bisschop (beiden SGP) aan de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over antwoorden op vragen van het lid Sylvana Simons
over genderdysforie bij GGD’s, huisartsenpraktijken en apotheken (2022Z15099) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat de afstemming ten behoeve van de beantwoording meer
tijd vergt.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.