Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Energieraad op 26 juli 2022 (Kamerstuk 21501-33-946)
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 947 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 28 juli 2022
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister voor Klimaat en Energie over de brief van 15 juli 2022
over de geannoteerde agenda Energieraad op 26 juli 2022 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 946).
De vragen en opmerkingen zijn op 18 juli 2022 aan de Minister voor Klimaat en Energie
voorgelegd. Bij brief van 22 juli 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Deze leden
onderstrepen de noodzaak om binnen de Europese Unie (EU) de risicoparaatheid/leveringszekerheid
in de gassector te vergroten en hiervoor additionele maatregelen te treffen. Nederland
en Europa verkeren in een uitzonderlijke crisissituatie. Het is cruciaal om alles
op alles te zetten om een gastekort deze winter te voorkomen. De leden van de VVD-fractie
willen daarom graag van de Minister weten wat andere lidstaten doen om zich op de
crisis voor te bereiden.
1.
Welke maatregelen hebben lidstaten getroffen om hun gasverbruik te verminderen?
Antwoord
Er is geen EU-breed overzicht van maatregelen die lidstaten hebben genomen om hun
gasverbruik te verminderen. In algemene zin kan gezegd worden dat er ingezet wordt
op het terugbrengen van elektriciteitsopwekking met aardgas en (het subsidiëren van)
besparingsmogelijkheden. Ook publiekscampagnes en oproepen voor minder energiegebruik
worden ingezet.
Eurostat heeft recent een statistiek gepubliceerd van het gasverbruik januari-april
2022 ten opzichte van het gemiddelde gebruik in de periode van 2017 tot 2021. Daar
komen de volgende cijfers uit voort (grootste naar kleinste verbruikers):
Land
Percentage
Duitsland
– 2%
Italië
+ 1%
Frankrijk
– 5%
Nederland
– 20%
Spanje
+ 7%
Polen
– 17%
België
– 11%
Hongarije
+ 3%
Roemenië
– 9%
Oostenrijk
– 3%
Tsjechië
– 3%
Slowakije
+ 16%
Griekenland
+ 9%
Ierland
– 2%
Portugal
– 1%
Bulgarije
– 4%
Kroatië
– 5%
Denemarken
– 21%
Litouwen
– 26%
Finland
– 54%
Letland
– 30%
Zweden
– 24%
Slovenië
– 1%
Luxemburg
– 11%
Estland
– 17%
Malta
+ 10%
2.
Welke maatregelen hebben de lidstaten genomen om aardgas te vervangen?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 1. Een dergelijk EU-breed overzicht van maatregelen is er
niet.
3.
Welke ongebruikte opties liggen hierbij nog op tafel?
Antwoord
Momenteel wordt al naar een breed scala aan opties gekeken ten behoeve van extra inzet
op hernieuwbare energie, energiebesparing, diversificatie van energiebronnen en diversificatie
van import. Wel is het zo dat de ene optie een langere implementatietermijn kent dan
de andere. De Europese Commissie heeft in het «»Save gas, Safe Winter» pakket een
breed overzicht aan maatregelen gepresenteerd waarmee aan bovenstaande invulling kan
worden gegeven.
4.
Kan de Minister een overzicht geven van de nog niet genomen opties die Russisch gas
kunnen vervangen?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 3.
De leden van de VVD-fractie willen de Minister eraan herinneren dat het officiële
doel van de EU nog steeds is om onafhankelijk te worden van Russisch gas in 2027.
5.
Is de Minister van mening dat dit doel fors sneller behaald moet worden?
6.
Deelt de Minister de mening dat een winter zonder Russisch gas ervoor zou moeten zorgen
dat we onszelf de komende jaren niet wederom afhankelijk maken van Russisch gas en
daarmee Russische chantage?
7.
Gaat hij in de buitengewone Energieraad pleiten voor een sneller afbouwpad, aangezien
de huidige realiteit ons daar al toe dwingt?
Antwoord vraag 5 t/m 7
Het kabinet streeft naar een zo spoedig mogelijke afbouw van afhankelijkheden van
Russische fossiele brandstoffen, met behoud van leveringszekerheid. Zoals ik schreef
in antwoord op eerdere vragen van de VVD-fractie (Kamerstuk 22 112, nr. 3463), geldt hierbij wel dat de lidstaten elk in een andere mate afhankelijk zijn van
Russisch gas, en ook verschillende (on)mogelijkheden kennen om die afhankelijkheid
te verminderen. Het kabinet houdt contact met de Commissie en andere lidstaten over
de mogelijkheden voor zo spoedig mogelijke afbouw. Dit is een gedeelde ambitie.
Daarbij is het absoluut zaak om geen nieuwe afhankelijkheid van Russische fossiele
brandstoffen te laten ontstaan en zal goed in acht worden genomen dat ook ten opzichte
van andere derde landen geen ongewenste afhankelijkheden zullen ontstaan.
De leden van de VVD-fractie zien het liefst dat we na de komende winter onafhankelijk
zijn van Russisch gas en daarmee Russische chantage. De leden van de VVD-fractie maken
zich daarnaast zorgen over de levering van liquid natural gas (lng) in de winter.
Het lijkt er immers op dat verschillende lidstaten (waaronder Nederland) optimistische
inschattingen maken over hoeveel lng ze deze winter geleverd kunnen krijgen.
8.
Deelt de Minister deze analyse?
Antwoord
Ik deel de wens onafhankelijk te zijn van Russische fossiele brandstoffen en de rol
die LNG daarin speelt. Ik deel ook dat sprake is van een toenemende vraag naar LNG,
door landen die de mogelijkheden hebben hier snel meer op in te zetten. Het kabinet
is zich bewust dat de LNG-markt relatief gespannen is, maar ziet wel mogelijkheden
om faciliterend in de markt op te treden. Daarnaast streeft het Kabinet nadere afstemming
via het EU energieplatform na om te voorkomen dat lidstaten onderling teveel concurreren
op deze markt. Zie verder het antwoord op vraag 9.
9.
Ziet de Minister ook in dat er, bijvoorbeeld bij een toenemende vraag naar lng vanuit
China of additionele problemen bij de aanbodkant van lng, risico’s bestaan dat we
deze winter onvoldoende lng krijgen?
Antwoord
In de wereldwijde LNG-markt kunnen verschillende factoren in andere continenten effect
hebben op de LNG-stromen en prijsontwikkeling. Het is een gegeven dat economische
ontwikkelingen, de (winter)temperatuur en inzet van andere energiebronnen dan gas
in continenten als Azië van grote invloed zijn op de LNG-wereldmarkt. Aangezien we
te maken hebben met een relatief gespannen LNG-markt, zullen prijsvolatiliteit en
prijsconcurrentie om volumes de komende jaren belangrijke elementen in deze markt
blijven.
10.
Welke lidstaten zetten in op LNG?
Antwoord
Zie de antwoorden op vragen 8 en 9.
11.
Hoeveel LNG is er beschikbaar deze winter?
12.
Met welke scenario’s houdt de Minister rekening?
13.
Is dit voldoende om alle lidstaten te voorzien?
14.
Bestaat er een kans dat Nederland door deze onderlinge concurrentie ook onvoldoende
LNG geleverd kan krijgen deze winter?
Antwoord vraag 11 t/m 14
De Nederlandse overheid werkt aan de uitbreiding van de LNG-terminalcapaciteit van
Nederland. Via staatsdeelneming Gasunie zal de capaciteit van de bestaande Gate Terminal
worden uitgebreid van 12 naar 16 miljard Nm3per jaar en er zullen twee drijvende LNG-terminals in de Eemshaven worden geplaatst
met een capaciteit van 8 miljard Nm3 per jaar. Beide terminals zijn op dit moment bijna volledig geboekt, waardoor te
verwachten valt dat de contractanten additionele LNG-volumes in Nederland zullen laten
aanlanden.
Ik besef terdege dat het hebben van capaciteit geen garantie is dat er additionele
LNG-volumes ook daadwerkelijk in dit deel van Europa zullen aanlanden. De LNG-markt
is internationaal en een deel van de LNG-leveranties wordt bepaald door de hoogte
van de prijs die in bepaalde regio’s wordt betaald. Vanwege de zeer hoge gasprijzen
zijn voor LNG-producenten en -handelaars landen van de Europese Unie een aantrekkelijke
bestemming. Dit jaar zal een LNG-volume van ongeveer 120 miljard Nm3 de Europese Unie bereiken. Vorig jaar consumeerde de Unie ongeveer 80 miljard Nm3 aan LNG. In een jaar tijd zullen we een volumetoename van 30 procent zien.
15.
Hoeveel van dit LNG dat Europa bereikt komt nog uit Rusland?
Antwoord
Tijdens de eerste helft van dit jaar is een LNG-volume van ongeveer 10 miljard Nm3 uit Rusland geïmporteerd. Dit was ongeveer 16 procent van de totale LNG-importen
in de Europese Unie. Vorig jaar vormde de import van LNG uit Rusland 25 procent van
alle LNG-importen van de Unie. Deze ontwikkeling laat een substantiële afname van
de import van LNG uit Rusland zien.
16.
Wat geeft Europa elke dag nog uit aan Russisch gas?
Op deze vraag kan geen (eenduidig) antwoord worden gegeven. Hoeveel geld Rusland ontvangt
van Europese marktspelers wordt immers bepaald door de som van leveringen onder een
scala van contracten tegen de onder die contracten afgesproken prijzen.
Er wordt naar dit onderwerp wel onderzoek gedaan. Zo heeft het Internationaal Energie
Agentschap op 18 juli jl. een update gepubliceerd van de inkomsten (in dollars) van
Rusland uit olie en gas vanuit de Europese Unie in de maanden maart tot juli 2022
(dit bedroeg bijna 100 miljard dollar).1
De leden van de VVD-fractie willen wat dieper ingaan op de situatie in Duitsland.
17.
Wat is hier de stand van zaken?
Antwoord
Duitsland heeft op dit moment het tweede niveau van crisis afgekondigd (alarmniveau).
Dat betekent dat men inschat dat er een groot risico is voor leveringszekerheid, maar
dat de markt dit nog kan opvangen. Duitsland neemt onder andere maatregelen om de
gasopslagen te vullen, extra kolencentrales in te zetten om gasconsumptie in de elektriciteitssector
te verlagen, en is een energiebesparingscampagne gestart2.
18.
Welke maatregelen heeft Duitsland getroffen om een tekort te voorkomen?
Antwoord
Duitsland heeft net als Nederland een oproep tot vrijwillig minder gasverbruik gedaan
en onder meer een besparingstender in het leven geroepen waarbij bedrijven kunnen
aangeven tegen welke vergoeding zij willen afzien van (een deel van) hun gasverbruik.
Deze tender is eerst en vooral gericht op (het herstel van) de balans in het gassysteem.
Daarnaast nemen Duitse lokale overheden maatregelen, zoals het minder/niet verwarmen
van zwembaden en het verlagen van de stadsverlichting.
19.
Hoe zit het met de kerncentrales die Duitsland gaat sluiten?
Antwoord
Op dit moment is het bericht dat Duitsland deze kerncentrales volgens planning zal
sluiten. Wel heeft de Duitse regering deze week aangekondigd de leveringszekerheidssituatie
in Duitsland de komende weken verder te bestuderen.
20.
Hoe zal Duitsland de elektriciteit die door deze centrales wordt opgewekt op de korte
termijn vervangen?
21.
Zal door het sluiten van de kerncentrales de vraag naar gas in Duitsland stijgen?
22.
Welke gevolgen heeft dit voor Nederland?
Antwoord vraag 20 tot en met 22
Het is niet een-op-een te zeggen hoe de elektriciteit die door de Duitse kerncentrales
wordt opgewekt zou worden vervangen wanneer deze zouden sluiten. Eind 2021 is circa
4 GW aan kerncentrales gesloten en eind 2022 staat sluiting van de laatste 4 GW gepland.
De sluiting van deze centrales zal ertoe leiden dat er minder elektriciteitsproductie
wordt aangeboden op de Duitse elektriciteitsmarkt dan anders het geval zou zijn geweest.
Dit kan resulteren in een hogere vraag naar elektriciteitsproductie uit andere bronnen,
waaronder gas, wind en zon. Aan de andere kant heeft de Duitse regering ook aangegeven
een aantal kolencentrales uit de reserve te halen, waardoor deze hun capaciteit weer
aan de markt kunnen aanbieden. Daarnaast kan de sluiting van de Duitse kerncentrales
leiden tot extra import van elektriciteit, wat de elektriciteitsvraag in buurlanden
waaronder Nederland kan verhogen.
Vanwege de beschreven wederzijdse impact van maatregelen, is Nederland zowel op politiek
als op ambtelijk niveau in nauw overleg met Duitsland hierover. Daarin is ook afgesproken
dat Nederland en Duitsland in de voorbereiding en uitwerking van noodmaatregelen,
zoals afschakeling van niet-beschermde gebruikers, zullen coördineren en kennis zullen
uitwisselen. Coördinatie van noodmaatregelen is ook onderdeel van het door de Europese
Commissie op 20 juli jl. gepresenteerde pakket.
Daarnaast verkeert Uniper in Duitsland in grote problemen. Eerder heeft het bedrijf
staatssteun aangevraagd en afgelopen week kwam naar buiten dat Uniper gas onttrekt
uit de schaarse wintervoorraden van Duitsland.
23.
Hoe beïnvloedt deze situatie Nederland?
24.
Wat betekent het voor Nederland als Uniper in Duitsland omvalt?
25.
Is daarnaast inzichtelijk wat de (grootschalige) afschakeling van de Duitse industrie
zou betekenen voor onze eigen industrie en economie?
Antwoord 23 t/m 25:
Het Duitse Ministerie van Economische Zaken heeft 22 juli een persbericht gepubliceerd
met daarin de steunmaatregelen die het zal treffen ten behoeve van Uniper.3
De Duitse en Nederlandse economie zijn nauw verweven met elkaar, met veel grensoverschrijdende
waardeketens. Dat betekent dat maatregelen in het ene land zeker effect zullen hebben
op het andere land. De impact op Nederland van een eventuele afschakeling van delen
van de Duitse industrie is afhankelijk van de vormgeving, de duur, de communicatie
en vele andere factoren. Daarnaast heeft de hoge complexiteit van waardeketens tot
gevolg dat het zowel voor bedrijven zelf als voor de overheid lastig is de impact
van een eventuele afschakeling goed inzichtelijk te maken. Daarbij spelen ook factoren
als de mate van substitutie en de hoeveelheid voorraden een rol.
Van de coronacrisis, waarbij ook delen van de industrie stilgelegd zijn in landen,
kunnen we leren dat enerzijds een dergelijke verstoring van waardeketens lang kan
doorwerken doordat waardeketens vooral op efficiëntie gericht waren, en anderzijds
dat waardeketens zich kunnen aanpassen in het geval er substitutiemogelijkheden zijn.
Omdat de verwevenheid en impact moeilijk uit statistieken te halen zijn, is signalering
vanuit het bedrijfsleven in onze regelmatige gesprekken des te belangrijker. Hierdoor
weten we bijvoorbeeld dat de petrochemische clusters van Nederland, Duitsland en België
sterk verbonden met elkaar zijn, wat dan ook een belangrijk aandachtspunt is bij eventuele
noodmaatregelen.
26.
Zijn de onderlinge relaties inzichtelijk gemaakt en is er blijvende afstemming met
de Duitse regering op dit thema?
Antwoord 23, 24 en 26:
Het is niet mogelijk om een precieze weergave te geven wat er in dat eventuele geval
specifiek gebeurt. Ik wil hier ook niet op speculeren. Wel zal een eventueel faillissement
van een zeer groot energiebedrijf leiden tot onrust op de markt en mogelijke prijseffecten.
Als een zeer groot energiebedrijf niet aan leveringsverplichtingen zou kunnen voldoen,
zou dit opgevangen moeten worden. Het is daarom ook van groot belang dat lidstaten
hun bergingen vullen tot het afgesproken niveau en dat lidstaten daar zo nodig op
ingrijpen.
In opdracht van het kabinet werkt Berenschot aan een analyse van de keteneffecten
van afsluiting van grote industriële gasafnemers, en de verwevenheid tussen ketens.
Het kabinet bespreekt deze analyses ook met de Duitse Bondsregering.
Uiteraard is het kabinet ook verder in contact met de Duitse Bondsregering over alle
ontwikkelingen op de energiemarkten. Ik verwijs u ook naar het antwoord op de vragen
23 t/m 25.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister ook risico’s voorziet dat Nederlandse
energieleveranciers wederom omvallen deze winter.
27.
Hoe houdt hij een vinger aan de pols?
Antwoord:
Alle bedrijven die gas en/of elektriciteit leveren aan consumenten en andere kleinverbruikers
moeten zorgen voor een betrouwbare levering en staan onder toezicht van de Autoriteit
Consument & Markt (ACM). De ACM controleert jaarlijks of energieleveranciers kunnen
voldoen aan de eisen voor leveringszekerheid en monitort in dat kader de financiële
positie van energieleveranciers. Door het gehele jaar heen voert de ACM risico-georiënteerd
toezicht. Zo kijkt de ACM in hoeverre de hogere prijzen invloed hebben op de betrouwbaarheid
van de levering door de bedrijven. Daarnaast monitort de ACM voortdurend de organisatorische,
technische en financiële vereisten voor energieleveranciers om de continuïteit van
de levering te waarborgen, hetgeen ook dient ter bescherming van consumenten. Als
de ACM problemen signaleert, zal ze in nauwer contact met de onderneming treden, waar
mogelijk herstelmaatregelen vragen en zich in het uiterste geval voorbereiden op de
procedures rond eventuele faillissementen of intrekking van de leveringsvergunning
voor het leveren aan consumenten en klein-zakelijke afnemers.
Ik sta in contact met energiebedrijven, waaronder energieleveranciers, die actief
zijn op de Nederlandse energiemarkt over de gevolgen van hoge en volatiele energieprijzen
voor verschillende categorieën afnemers.
28.
Ziet hij nog ruimte voor additionele stresstesten en/of toezicht om te voorkomen dat
er ook in Nederland nog grote energieleveranciers gaan omvallen?
Antwoord:
Onder de nieuwe Energiewet worden de eisen aan energieleveranciers nog verder uitgebreid,
waarbij niet alleen naar technische, financiële en organisatorische kwaliteiten gekeken
kan worden, maar ook naar deskundigheid. Een jaarlijkse financiële stresstest behoort
tot de mogelijkheden voor het aanscherpen van financiële eisen. Het wetsvoorstel voor
de Energiewet is onlangs voor advies aan de Raad van State aangeboden.
29.
Welk beleid heeft de Minister gereed staan om een dergelijke domino-effect te voorkomen?
Antwoord:
Naast het toezicht dat is beschreven in het antwoord op vraag 27 scherpt de ACM nog
dit najaar het toezicht aan door extra eisen te stellen aan energieleveranciers. Leveranciers
moeten hun financiële continuïteit en risicomanagement versterken. Doordat de ACM
hiermee eerder inzicht krijgt in de financiële robuustheid van de leveranciers kan,
indien nodig, tijdig ingegrepen worden. Er is geen nieuw beleid of toezicht specifiek
gericht op domino-effecten. Het toezicht zoals beschreven geldt nog. Verdere aanscherpingen
worden uitgewerkt onder de Energiewet, zie ook vraag 28.
30.
Welke lessen zijn geleerd van het omvallen van Nederlandse energieleveranciers afgelopen
winter?
31.
Welk beleid heeft de Minister om consumenten beter te beschermen in dergelijke situaties?
Antwoord:
Het onderzoek naar de wenselijkheid om nadere eisen te stellen aan leveranciers en/of
maatregelen te nemen die consumenten beter beschermen in geval van een faillissement
bevindt zich in de eindfase. Ik zal uw Kamer hierover informeren.
Ik zal zo snel als mogelijk bezien of dit moet leiden tot aanpassing van de eisen
aan leveranciers en deze zo nodig meenemen in de (lagere) regelgeving van de Energiewet.
Het onderzoek kijkt ook naar de mogelijkheid tot het beperken van de uitstaande tegoeden
van consumenten bij hun energieleverancier en/of het aanpassen van de status van deze
tegoeden, zodat consumenten meer kans hebben op het terugkrijgen van hun geld in geval
van een faillissement. Vooruitlopend op de conclusies van het onderzoek lijkt het
beperken van de kans op faillissementen, door bijvoorbeeld extra financiële eisen
en risico-mitigerende maatregelen te nemen, tot de meest effectieve verbetering van
de positie van de consument te leiden.
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat er voldoende besef is dat de
Europese gasmarkten met elkaar zijn geïntegreerd. Onze gasmarkt functioneert immers
niet als een eiland.
32.
Op welke manier is Nederlandse gasmarkt geïntegreerd met die van andere lidstaten
en welke solidariteitsprincipes zijn er?
Antwoord
De Nederlandse gasmarkt maakt, net als de gasmarkt van andere lidstaten, deel uit
van de interne markt voor gas. Binnen deze markt kan gas, gegeven de mogelijkheden
van het transportsysteem, stromen van de ene naar de andere lidstaat en is er sprake
van grensoverschrijdende handel.
De solidariteitsbepalingen zijn vastgelegd in de EU Verordening leveringszekerheid
aardgas en komen er kort gezegd op neer dat lidstaten waarvan de gassystemen direct
met elkaar zijn verbonden, elkaar te hulp moeten komen als één van die lidstaten te
weinig gas heeft om te voorzien in de vraag van door solidariteit beschermde afnemers,
nadat alle andere gasgebruikers in die lidstaat al van het gas zijn afgesloten.
33.
Hoe interpreteert de Minister de solidariteitsprincipes?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 32. Voorts ben ik van mening dat het belangrijk is solidariteit
te laten zien met andere lidstaten indien zij in acute nood verkeren, conform de recent
aangenomen verordening met betrekking tot vulgraden van gasopslagen.
34.
Welke gevolgen heeft het voor onze gasmarkt wanneer bijvoorbeeld de Duitse gasmarkt
met fysieke tekorten kampt?
35.
Op welke manier relateren de prijzen in verschillende lidstaten aan elkaar indien
zich een tekort voordoet?
36.
Hoe wordt Nederland hierbij geraakt?
37.
In hoeverre beïnvloedt dit gegeven het beleid van de Minister?
38.
Verwacht de Minister dat de Europese Commissie zelf met een raamwerk komt voor de
Europese verdeling van gastekorten?
39.
Wat is de standpunt van de Minister bij een dergelijk voorstel?
Antwoord 34 t/m 39
Het is niet op voorhand aan te geven welke gevolgen dit heeft voor onze gasmarkt,
omdat dit afhangt van de wijze waarop Duitsland een mogelijk tekort zal opvangen.
Indien een land kampt met fysieke tekorten geldt fase 3 van het BHG en zal het land
veel moeite moeten doen het hoofd boven water te houden. Aangezien er sprake is van
één interne markt voor gas zullen de prijzen overal stijgen in geval van een tekort.
Op een gezamenlijke gasmarkt is zijn er immers slechts één vraag- en één aanbodzijde
van gas. Ook Nederland zal dan te maken krijgen met hogere prijzen. In het specifieke
geval dat Duitsland met een dergelijk tekort kampt, zal waarschijnlijk een beroep
worden gedaan op Nederland. Het kabinet houdt hier al rekening mee door nu al het
technisch maximaal mogelijke te exporteren naar Duitsland.
Als Minister blijf ik inzetten op energiebesparing, werk ik eventuele (nog) verder
noodmaatregelen uit en blijf ik de publieke belangen borgen. Voor zover mij nu bekend
is Commissie niet van plan om met een raamwerk voor de verdeling van gastekorten te
komen. Ik zal een standpunt innemen indien de Commissie een voorstel presenteert.
De leden van de VVD-fractie menen dat de gascrisis in Noordwest-Europa niet alleen
opgelost kan worden door EU-lidstaten. Voor de levering van aardgas, maar ook voor
onderlinge solidariteitsvraagstukken zijn ook Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk
van belang. Deze leden zijn van mening van deze landen ook deel moeten nemen aan de
discussie en dat het onderlinge beleid zoveel mogelijk op elkaar aan moet sluiten.
40.
Is de Minister bereid om delegaties van Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk ook onderdeel
te maken van de relevante beraadslagingen over de gascrisis?
Antwoord
De Commissie onderhoudt intensieve contacten met tal van derde landen die betrokken
zijn bij en kunnen bijdragen aan de vermindering van de gascrisis. Dat geldt ook voor
Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast onderhoud ik ook zelf contacten met
deze landen.
41.
Zal hij daarvoor pleiten bij zijn Europese collega’s?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 40.
42.
Ziet hij mogelijkheden om deze landen aan te haken bij de aankomende buitengewone
Energieraad?
Antwoord
Formele raden van Ministers zijn in principe voorbehouden aan de Ministers van de
lidstaten van de Europese Unie. Wel kan de roulerend voorzitter van de Raad, met toestemming
van de Raad, besluiten om vertegenwoordigers van derde landen als waarnemer uit te
nodigen voor specifieke agendaonderwerpen. Op dit moment zijn de contacten zodanig
dat deelname in enige vorm niet direct meerwaarde heeft.
De leden van de VVD-fractie maken zich grote zorgen over de komende winter. Een fors
tekort aan gas met bijbehorende verdere prijsstijgingen lijkt aannemelijker dan ooit.
43.
Hoe verwacht de Minister dat Europa de winter door gaat komen?
Antwoord
Dat is niet met zekerheid aan te geven, omdat dit volledig afhankelijk is van hoe
de situatie zich zal ontwikkelen en daarbij speelt een groot aantal factoren een rol,
waaronder de aanvoer van LNG, het weer (warme dan wel koude winter), en genomen maatregelen.
In de recente publicatie «save gas for safe winter» noemt de Europese Commissie een
aantal scenariostudies die zij heeft uitgevoerd met ENTSO_G, daaruit blijkt dat in
het geval van een volledige onderbreking van Russisch gas, een normale winter, en
zonder dat er aanvullende maatregelen worden genomen er een tekort op EU niveau kan
ontstaan van 30 tot 45 miljard kubieke meter. Dit zou kunnen toenemen in het geval
van een abnormaal koude winter. De Europese Commissie voorspelt dat door proactief
het EU gasgebruik met 15% te verminderen, de economische schade substantieel kan worden
verminderd.
44.
Is er op Europees niveau een afschakelplan? Zo nee, wordt erover nagedacht om deze
op te stellen? Zijn er scenario’s uitgewerkt?
Antwoord
Een dergelijk plan is er niet. Daarvoor zijn de verschillen tussen de lidstaten wat
betreft de rol van gas in de energievoorziening en het gebruik van gas in de industrie
ook te groot. Wel zijn er voorwaarden meegegeven hoe dit in afstemming tussen lidstaten
vorm te geven qua solidariteit. Nederland zoekt uitdrukkelijk afstemming met buurlanden
over afschakelplannen om zoveel mogelijk te voorkomen dat vitale ketens onvoorzien
worden geraakt.
45.
Welk land zal naar verwachting het hardst geraakt worden?
Antwoord
Het is niet op voorhand aan te geven welk land het hardst zal worden geraakt. Dat
is volledig afhankelijk van de ontwikkelingen. Door de geïntegreerde gasmarkt zal
elke lidstaat in meer of mindere mate last ondervinden.
De leden van de VVD-fractie weten dat de Europese Commissie daarnaast hoogstwaarschijnlijk
het steunkader zal verruimen.
46.
Heeft de regering inzicht in welke (energie-intensieve) sectoren in Nederland een
kritieke functie hebben in onze samenleving en economie?
Antwoord
Bepaalde processen zijn zo essentieel voor de Nederlandse samenleving dat uitval of
verstoring tot ernstige maatschappelijke ontwrichting leidt en een bedreiging vormt
voor de nationale veiligheid. Deze processen vormen de Nederlandse vitale infrastructuur
en zijn door de NCTV in kaart gebracht. Hieronder vallen gas-en elektriciteitsdistributie
en andere energie-intensieve sectoren. Het kabinet is al voor vorige winter bezig
geweest met het opstellen van een zogenaamd Bescherm en Herstelplan Gas (BHG). Op
basis hiervan zijn de zestig grootste verbruikers van gas in Nederland in kaart gebracht.
De afgelopen maanden heeft het kabinet in samenwerking met adviesbureau Berenschot
verder in kaart gebracht welke plek deze bedrijven, en breder de sectoren die deze
bedrijven vertegenwoordigen, innemen in de Nederlandse economie. Daarbij is ook gekeken
of en in welke mate een sector gezien kan worden als kritiek. Deze exercitie is bijna
klaar en zal na de zomer met uw Kamer gedeeld worden.
47.
Hoe is de regering voornemens om te voorkomen dat er grote maatschappelijke ontwrichting
plaatsvindt bij het wegvallen van deze kritieke sectoren door te hoge gasprijzen of
mogelijke tekorten deze winter?
Antwoord
Op basis van het in vorige vraag genoemde BHG is in kaart gebracht welke sectoren
kritisch(er) zijn, en vervolgens wat – mocht de situatie daar aanleiding voor geven –
de volgorde kan zijn om gas te besparen zonder dat er maatschappelijke ontwrichting
plaatsvindt door de maatregelen in specifieke bedrijven en sectoren. Alleen in noodgevallen,
zoals wanneer er een zeer strenge winter is en de gasopslagen niet afdoende gevuld
zijn deze zomer, zijn dergelijke maatregelen aan de orde. Vooralsnog is er geen reden
om aan te nemen dat dit het geval is.
Evenwel neemt dit niet weg dat bedrijven kunnen besluiten de productie tijdelijk (gedeeltelijk)
stil te leggen vanwege de hoge prijzen. Dit zal als eerste gebeuren in minder essentiële
sectoren die de prijzen niet (volledig) door kunnen berekenen aan eventuele afnemers.
Vooralsnog zijn er geen signalen dat de prijzen echter aanleiding zijn voor het wegvallen
van kritieke(re) sectoren. Het Kabinet houdt hier nauwlettend een vinger aan de pols.
De leden van de VVD-fractie willen tot slot benadrukken dat ze de regeringslijn omtrent
Europese maximumprijzen steunen.
48.
Hoe wordt het voorstel door andere lidstaten in de Europese Commissie beoordeeld?
49.
Welke lidstaten zullen het voorstel naar verwachting steunen en welke lidstaten zijn
net als Nederland tegen?
50.
Welke alternatieve voorstellen zijn er gedaan?
51.
Welke alternatieve voorstellen zal de Minister namens Nederland doen? De leden van
de VVD-fractie zien liever dat de lidstaten nu alles op alles zetten om gastekorten
deze winter te voorkomen en zich voorbereiden op een «worst-case»-scenario.
Antwoord vraag 48 t/m 51
Op dit moment heeft de Europese Commissie geen concreet voorstel gedaan voor Europese
maximumprijzen. Wel heeft zij in de mededeling Kortetermijnmaatregelen op de energiemarkt en verbeteringen op lange termijn in de
opzet van de elektriciteitsmarkt van 18 mei jl. genoemd dat een Europese maximumprijs voor aardgas mogelijk noodzakelijk
kan zijn in het geval van een volledige verstoring van de Russische gasvoorziening.
Zoals ik schreef in mijn appreciatie van deze mededeling (Kamerstuk 22 112, nr. 3438) is het kabinet geen voorstander van een dergelijke maatregel. Deze insteek wordt
door veel Noordwest-Europese lidstaten gedeeld, terwijl met name enkele Zuid-Europese
lidstaten uitgesproken voorstander zijn van maximumprijzen.
Het heeft mijn voorkeur om in te zetten op het verminderen van schaarste op de gasmarkt.
Dit moet enerzijds gebeuren door extra LNG en pijpleidinggas aan te trekken, en anderzijds
door ons verbruik van aardgas terug te brengen. Voor dit laatste heeft de Europese
Commissie op 20 juli jl. een voorstel gedaan met vrijwillige, en in een later stadium
mogelijk bindende nationale gasbesparingsdoelstellingen. Ik deel de mening van de
VVD-fractie dat we nu alles op alles moeten zetten om gastekorten te voorkomen, en
zal daarom op de Energieraad pleiten voor bindende gasbesparingsdoelstellingen.
De leden van de VVD-fractie zijn ook van mening dat Nederland zich samen met andere
Europese lidstaten al moet voorbereiden op het vulseizoen dat gaat plaatsvinden na
de komende winter. De kans is immers vrij groot dat we de winter uitkomen met vrijwel
lege gasopslagen in een krappe wereldwijde gasmarkt.
52.
Kijkt de Minister al naar het noodzakelijke beleid voor volgend jaar?
Antwoord:
Ja.
53.
Is hij voornemens de verplichte vulgraad voor onze gasopslagen voorafgaand aan het
volgende gasseizoen wettelijk vast te leggen?
Antwoord:
Ja.
54.
Is het kabinet bereid om, bijvoorbeeld via een persconferentie, het land te informeren
over wat er mogelijk op ons afkomt en hoe zowel huishoudens als bedrijven zich hierop
kunnen voorbereiden?
Antwoord:
Om Nederland te informeren over de huidige situatie in Europa en op de gasmarkt zet
het ministerie een mix aan communicatie-instrumenten in. Een persconferentie is onderdeel
van die middelenmix. Het is cruciaal om de urgentie van het aanpakken van klimaatverandering
onder het voetlicht te brengen en nut en noodzaak van maatregelen uit te leggen. Zoals
ik heb gewisseld met de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat tijdens
het debat op 22 juni (Kamerstuk 21 501-33, nr. 945) overweeg ik om in het kader van de ontwikkelingen op de gasmarkt regelmatig contactmomenten
met de pers of persgesprekken te beleggen. Mocht dit dan actueel zijn, dan zal ik
op zo’n moment ook stilstaan bij het klimaatvraagstuk
De keuze is o.a. afhankelijk van communicatiedoelen, doelgroep(en), actualiteit en
de situatie op dat moment. Zo zijn de afgelopen periode de volgende communicatie-instrumenten
ingezet om Nederland te informeren en voor te bereiden:
– Sinds oktober 2021 informeert het ministerie Nederlanders via rijksoverheid.nl/gas
over de hoge energieprijzen, wat men hieraan kan doen en waar Nederlanders terecht
kunnen voor hulp, tips en adviezen.
– Op 2 april 2022 is de energiebesparingscampagne «Zet ook de knop om» van start gegaan.
De campagne biedt huishoudens en bedrijven praktische tips en adviezen om meteen en
eenvoudig energie te besparen. De campagne bestaat onder andere uit een website en
social media campagne. Bij de start in april zijn ook radio en televisie ingezet en
dit zal in het najaar ook weer het geval zijn.
– Per juli 2022 is de tool «MKB advies op maat» onderdeel van de campagne «Zet ook de
knop om». Met behulp van deze tool krijgt het MKB advies, informatie over subsidies
en verplichtingen.
– Op 20 juni 2022 hebben de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris
Mijnbouw een persconferentie gehouden om media te informeren over het afkondigen van
de vroegtijdige waarschuwing en de maatregelen.
– Sinds 9 juli 2022 brengt het ministerie een Wekelijkse Update leveringszekerheid uit
waarmee mensen geïnformeerd worden over de stand van zaken als het gaat om het vullen
van gasopslagen, het gasverbruik, aanvoer van gas naar Europa en de gasprijs.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige stuk. Zij hebben
daarbij nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het onderzoek van Gasunie Transport
Services (GTS) en Gasunie over de stand van zaken rond de gasopslagen en voorbereidingen
in het geval van een volledige disruptie van Russisch gas.
55.
Worden er ook scenario’s ontwikkeld voor het langjarig uitblijven van Russische gasleveringen?
Zo nee, waarom niet?
56.
Hoe worden de gasopslagen na de aanstaande winter gevuld in het geval van een ontbrekende
Russische toevoer?
57.
Welke implicaties heeft het opschalen naar het derde niveau van het Duitse Bescherm-
en Herstelplan voor Nederland?
GTS heeft een studie uitgebracht dat Nederland ook komend jaar onder een aantal voorwaarden
zonder invoer van Russisch gas zouden kunnen.
In algemene zin is het zo dat de afhankelijkheid van Europa van Russisch gas de komende
jaren minder wordt, omdat er op de langere termijn meer manieren zijn om alternatieve
aanvoer van gas naar Europa te regelen. Specifiek aandachtspunt voor Nederland, dat
ook door GTS is aangegeven, is dat de gasbergingen ook voldoende gevuld kunnen worden.
GTS geeft aan dat het mogelijk is om de gasopslagen ook komende zomer (2023) te vullen
op het moment dat we aanvullende maatregelen nemen. Hier ben ik mee bezig. Wat betreft
de gasopslag Bergermeer heb ik u in de brief van 5 juli jl. bericht dat wat de mogelijkheden
zijn en ben ik in gesprek met EBN om meer dan het eerder aangegeven maximum van 11
TWh te laten vullen. In de brieven van 20 juni en 5 juli (Kamerstuk 29 023, nr. 312 en Kamerstuk 33 529, nr. 1056) heb ik aangegeven dat ik mij er op richt om de gasopslagen te vullen boven de Europese
streefdoelen. De moties van het lid Kops en van de leden Erkens en Kröger (Kamerstuk
29 023, nrs. 313 en 317) roepen mij daartoe ook op. Het Kabinet zal GTS ook de opdracht geven de gemaakte
analyse uit te breiden naar meerjarige scenario’s.
Wat betreft het afroepen van fase 3 van het BHG zijn er alleen implicaties in Nederland
op het moment dat dit hier leidt tot een verstoring van de gaslevering. Daarnaast
kan Duitsland een beroep doen op solidariteit bij Nederland, maar dat kan alleen wanneer
alle niet-beschermde afnemers in Duitsland al zijn afgeschakeld (zie hiervoor ook
vraag 34–39).
58.
Hoe zit dat met de effecten voor de Nederlandse economie in het geval van ernstige
(kortstondige en langjarige) energietekorten bij onze belangrijkste Europese partners?
Antwoord
Energietekorten in andere landen kunnen de Nederlandse economie op verschillende manieren
raken. Ten eerste, energietekorten in algemene zin zorgen voor stijgende wereldprijzen,
welke hun weerslag hebben op de Nederlandse economie, zoals ook beschreven in de Kamerbrief
van 25 mei jl.4 Daarnaast kunnen energietekorten in andere landen tot waardeketenverstoringen leiden
die via de handel Nederland raken. Vooral in het geval van noodmaatregelen, zoals
afschakeling van niet-beschermde gebruikers, kan dit een significante impact hebben
op Nederland als open economie. Tot slot, specifieke gastekorten in buurlanden kunnen
Nederland raken via solidariteit op basis van art. 13 van EU verordening Veiligstelling
Gasleveringszekerheid.5 Dit kan echter alleen indien dit land alle maatregelen uit hun noodplan heeft toegepast,
incl. afschakeling van niet-beschermde gebruikers, maar zonder gewenst resultaat.
59.
Kan de Minister een overzicht geven van de door de belangrijkste Europese landen genomen
maatregelen (besparing, (productie)beperking en welke sectoren dit betreft)
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 1.
De leden van de D66-fractie vragen voorts of de Minister kan ingaan op de verwachtte
tijdlijn van de uitvoering van motie-Boucke c.s. (Kamerstuk 29 023, nr. 329) en zij vragen of de Minister uiteen kan zetten wat de verschillende eigendommen/posities
van Gazprom in Europa zijn.
60.
Is er een gezamenlijke Europese inzet ten aanzien van deze eigendommen en posities?
Antwoord
De organisatiestructuur van Gazprom is zeer complex en bestaat uit meer dan tienduizend
bedrijven die gevestigd zijn in verschillende landen binnen en buiten Europa. De organisatiestructuur
is zeer gelaagd en er bestaan diverse kruisverbanden tussen de entiteiten, die vaak
via privaatrechtelijke overeenkomsten zijn uitgewerkt en niet openbaar beschikbaar
zijn. Op dit moment is er geen gezamenlijke Europese inzet t.a.v. de genoemde eigendommen
en posities.
61.
Deelt de Minister de opvatting dat het wenselijk is dat bezit van of een belang van
Russische (staats)bedrijven in essentiële Europese energie-infrastructuur onwenselijk
is?
62.
Zal hij dit in Europa bepleiten en aansporen tot een Europese aanpak ter afbouw van
dit bezit en/of belang?
Antwoord 61–62
Op dit moment is er geen aanleiding om actief een Europese aanpak te bepleiten die
ziet op het afbouwen van Russische (deel)belangen in Europese energie infrastructuur.
De EU heeft daar in beginsel ook geen competentie voor. Zoals in het antwoord hiervoor
aangegeven wordt daarnaast in Nederland gekeken waar in de Nederlandse energie-infrastructuur
Russische belangen zitten en zullen, als de situatie daar aanleiding toe geeft, noodzakelijke
stappen gezet worden om de Russische invloed te verminderen.
63.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister om een toelichting en appreciatie van
het bericht dat Gazprom «niet in het bezit is van documenten» om de Portovaya weer
uit Canada te voeren en in gebruik te nemen.6
Antwoord
Het kabinet kan geen uitspraken doen over welke documenten Gazprom al dan niet in
bezit zou hebben. Wel heeft het kabinet het volste vertrouwen in de Canadese overheid,
die heeft aangegeven de retourlevering van de desbetreffende onderdelen mogelijk te
maken middels een uitzondering op de huidige Canadese sanctieregels.
De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat tijdens de buitengewone Energieraad
zal worden gesproken over extra «solidariteits-oplossingen». Deze leden vragen naar
de inzet van Nederland op dit onderwerp.
64.
Is Nederland voornemens te pleiten voor Europees brede doelen voor energiebesparing
bij huishoudens en industrie?
Antwoord
Ik verwijs u naar de brief over het pakket van de Europese Commissie van 20 juli,
die ik een dezer dagen naar uw Kamer zal sturen.
65.
Wordt er gesproken over productiebeperkingen voor bepaalde sectoren op Europees niveau?
66.
Hoe weegt de Minister dergelijke instrumenten?
Antwoord
De Europese Commissie heeft in haar voorstel van 20 juli jl. richtsnoeren uitgebracht
die lidstaten kunnen gebruiken om te bepalen welke sectoren te prioriteren bij het
verminderen van de gasvraag. Indicatoren hierbij zijn onder andere het maatschappelijk
belang van de sector (bijv. zorg, veiligheid, defensie en voeding), de mogelijkheden
voor substitutie van aardgas, de rol van de sector in grensoverschrijdende waardeketens,
en de mogelijke schade die kan optreden aan sommige installaties wanneer deze niet
continue kunnen draaien. Deze richtsnoeren kunnen behulpzaam zijn wanneer lidstaten
de gasvraag moeten terugbrengen.
67.
Wat is de opvatting van het kabinet ten aanzien van een maximumprijs voor gas?
Antwoord
Dit kabinet is geen voorstander van het maximeren van prijzen op de groothandelsmarkten
voor gas (price caps), om de stijgende energieprijzen tegen te gaan. Dit is een zeer
risicovolle marktinterventie die de leveringszekerheid kan schaden, de vraag naar
aardgas en andere vormen van fossiele energie kan opdrijven en grote financiële gevolgen
kan hebben.
De leden van de D66-fractie vernemen dat het Bescherm- en Herstelplan Gas (BH-G) in
2023 moet worden geactualiseerd.
68.
Vindt de Minister het verstandig dit proces te versnellen en te vervroegen, gelet
op de huidige situatie? Wat is zijn inzet bij deze actualisatie?
Antwoord:
Op dit moment zijn we bezig met het verder operationaliseren van het Bescherm- en
Herstelplan Gas (BHG). Ik streef er naar de Kamer voor de start van het gasjaar op
1 oktober 2022 hierover te informeren.
69.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister naar aanleiding van de ontwikkelingen
rond Uniper in Duitsland en ENI in Frankrijk uiteen te zetten welke (grote) energiebedrijven
in Nederland actief zijn, en wat zijn verwachtingen zijn ten aanzien van de financiële
weerbaarheid van deze bedrijven ingeval van aanhoudende hoge energieprijzen.
Antwoord:
Zie antwoord op vraag 22.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties hebben kennisgenomen van het onderhavige
stuk, waarin de Minister zijn verwachtingen schetst. Deze leden maken zich zorgen
over het gebrek aan urgentie in de brief. De Minister lijkt niet voorop te willen
lopen binnen Europa in deze gascrisis en dit baart de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties
grote zorgen.
70.
Waarom blijft de Minister in de huidige crisis bij het «delen van best practices»
en «het pleiten voor maatregelen op nationaal niveau»?
Antwoord
Ik streef ernaar om cf. de Europese regelgeving, en met name de gasleveringszekerheidsverordening,
zoveel mogelijk via markt gedreven maatregelen de crisis het hoofd te bieden, en zet
mij actief in voor solidariteit tussen buurlanden. Nederland loopt daarin voorop in
Europa. Zo is de Nederlandse gasvraag van alle grote gasgebruikers de afgelopen periode
procentueel gezien het hardst gedaald (zie vraag 1). Daarnaast heeft Nederland in
reactie op mogelijke tekorten in Duitsland haar crisisniveau opgeschaald naar dat
van «vroege waarschuwing» en vindt er voortdurend overleg plaats met de Duitse regering
over de leveringszekerheidssituatie.
Zoals ik in mijn brief van 15 juli jl. (Kamerstuk 21 501-33, nr. 946) heb aangegeven is Nederland voorstander van het delen van best practices met betrekking
tot gasreductie en ziet Nederland meerwaarde in Europese coördinatie van reductiemaatregelen.
Daarnaast vindt het kabinet het van groot belang dat de Commissie met gerichte acties
komt om energiebesparing te stimuleren en zal het inzetten op meer hernieuwbare energie
om de afhankelijkheid van Rusland verder af te bouwen (zie Kamerstuk 22 112, nr. 3438).
Verder heb ik mijn brief aangegeven dat ik pleit voor maatregelen op nationaal niveau
om de gevolgen van gestegen energieprijzen voor kwetsbare consumenten te verzachten.
71.
Waarom is de Minister niet bereid vergaande stappen te nemen, zoals gepast in een
crisis?
Antwoord
Zodra daar direct aanleiding voor is, neem ik verdergaande stappen. Het kabinet heeft
al forse stappen gezet, bijvoorbeeld rondom de gasopslagen en het opzetten van een
besparingscampagne.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties lezen dat de Minister aangeeft het van
groot belang te vinden de gasopslagen te vullen en in te zetten op energiebesparing.
Vooralsnog zien de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties echter vooral veel fossiele
reacties op de gascrisis, zoals het heropenen van de kolencentrales, maar weinig concreets
rondom energiebesparing. Deze leden zouden graag meer ambitie en urgentie zien vanuit
het kabinet richting Europa op het gebied van besparing en het opschalen van hernieuwbare
energie. De Minister spreekt in zijn brief over het uitwisselen van best practices
met andere EU-lidstaten.
72.
Kan de Minister aangeven welke concrete best practices hij van onze buurlanden van
plan is over te nemen ten aanzien van besparing (denk bijvoorbeeld aan de energiebesparende
maatregelen die in Duitsland genomen worden: energiebesparingscampagnes, het dimmen
van straatverlichting, het afsluiten van warm water in publieke gebouwen?).
Antwoord:
Het kabinet is met alle betrokken partijen in overleg om energie te besparen en kijkt
daarbij ook naar de buurlanden. Verder verwijs ik u naar het antwoord op vraag 1.
73.
De Minister is op bezoek geweest bij de FIX brigade in Amsterdam en heeft zelf kunnen
zien hoe gasgebruik in slecht geïsoleerde huizen kan verminderen zonder dat de kachel
uitgaat. Gaat hij nu zorgen dat alle gemeenten in Nederland de middelen krijgen om
dergelijke brigades op te tuigen zodat alle slecht geïsoleerde woningen zo snel mogelijk
bezocht kunnen worden? En gaat hij deze «best practice» delen met andere lidstaten?
Antwoord:
Ik ben inderdaad enthousiast over het werk van de FIX brigades en zie ook de concrete
bijdrage die deze brigades kunnen leveren. In het Commissiedebat Gasmarkt van 9 juni
jongstleden (Kamerstuk 29 023, nr. 334) heb ik aangegeven dat ik met de VNG over de brigades gesproken heb en dat ik aan
de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de VNG zal overbrengen
dat het voorbeeld gedeeld wordt en waar mogelijk uitgebreid.
De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zijn van mening dat we deze gascrisis
niet aan de markt moeten overlaten, zowel vanwege het risico op de fossiele reflex
als vanwege de risico’s voor de leveringszekerheid. Daarom pleiten deze leden voor
een Noodplan Energie, waarbij meer aandacht is voor overheidsingrijpen en Europese
coördinatie. Op dit moment zien de leden grote verschillen in hoe EU-lidstaten omgaan
met de crisis. Zo proberen sommige landen op nationaal niveau gas in te kopen, terwijl
andere landen (zo ook Nederland, lijkt het) dit uitbesteden aan private partijen.
Ook het vullen van gasopslagen in Europa wordt per lidstaat geregeld. Zo kent Duitsland
een verplichte vulling van de gasvelden, terwijl Nederland via subsidies de private
partijen probeert te prikkelen. De leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties zouden
daarom graag zien dat op EU-niveau de aankoop van gas gecoördineerd wordt om te voorkomen
dat landen tegen elkaar worden uitgespeeld en ze op die manier mogelijk zelfs de prijs
verder opdrijven. De Minister geeft echter aan liever te pleiten voor maatregelen
op nationaal niveau en lijkt zo min mogelijk te willen interveniëren op de gasmarkt.
74.
Kan de Minister toelichten waarom hij zo bang is voor overheidsingrijpen in de markt
en welke risico’s hij voorziet wanneer hij maatregelen «marktverstorend» noemt.
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 78 t/m 81.
75.
Is de Minister het niet met de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties eens dat
de markt totaal verstoord is door Poetin die gasleveranties inzet als politiek en
oorlogsmiddel?
Antwoord
Het kabinet streeft ernaar om de Nederlandse afhankelijkheid van Russisch gas nog
dit jaar te beëindigen en om de EU afhankelijkheid van Russische fossiele energiebronnen
zo snel mogelijk terug te brengen.
76.
Waarom ziet de Minister niks in het gezamenlijk optrekken op de gasmarkt om zo bundeling
van vraag en daarmee marktmacht te krijgen?
Antwoord
Bundeling van vraag kan zeker een bruikbaar instrument zijn voor gebruikers van beperkte
gasvolumes om zodoende meer inkoopmacht te hebben. Vraagaggregatie kan met name in
lidstaten in Oost-Europa een uitweg bieden aan dreigende tekorten van gas als gevolg
van de stopzetting van de export uit Rusland. In Noordwest-Europa, waar een liquide
gasmarkt te vinden is en waar in de meeste gevallen grote energiebedrijven en grote
industriële gebruikers in staat zijn om zelf gasvolumes in te kopen, is een dergelijke
vraagaggregatie vooralsnog niet nodig. Daarom is het kabinet voorstander van een energieplatform
voor inkoop van gas op vrijwillige basis en op regionaal niveau, zonder dat het marktverstorend
werkt.
77.
Zou dit volgens de Minister nadelig kunnen zijn voor Nederlandse spelers op die gasmarkt?
Heeft de Minister dit onderzocht? Heeft de Minister hierover contact gehad met Nederlandse
spelers op de gasmarkt? Zo ja, met welke en wat was hun boodschap?
Antwoord:
Tot nu toe is er geen contact met Nederlandse spelers geweest gericht op de vraag
of er in de markt behoefte is aan het bundelen van de vraag. Vanuit de markt heeft
mij tot nu toe nog geen verzoek bereikt om dit te verkennen.
78.
Welke «grote financiële gevolgen» voorziet de Minister bij ingrijpen in de markt?
79.
Hoe verhouden die financiële gevolgen zich tot de gevolgen die nu plaatsvinden?
80.
Kan de Minister toelichten hoe de andere EU-lidstaten hier tegenaan kijken en waarom
zij deze risico’s anders beoordelen?
81.
Hoe zou dit de leveringszekerheid kunnen schaden? Zouden de risico’s hierop gemitigeerd
kunnen worden?
Antwoord op vraag 78 t/m 81
Enkele EU lidstaten pleiten ervoor om prijzen op de groothandelsmarkten voor gas of
elektriciteit te maximeren. Deze lidstaten hopen zo de kosten van de gestegen energieprijzen
te beperken. Ik zie dit als een zeer risicovolle interventie. Ten eerste kan het maximeren
van de groothandelsprijzen ertoe leiden dat marktpartijen hun kosten niet meer (volledig)
kunnen terugverdienen, bijvoorbeeld doordat de importprijs voor gas hoger is dan de
gemaximeerde prijs voor gas of elektriciteit. Dit kan ertoe leiden dat deze partijen
zich terugtrekken uit de markt, waardoor er onvoldoende elektriciteit of aardgas beschikbaar
is om aan de vraag te voldoen, met risico’s voor de leveringszekerheid als gevolg.
Om deze risico’s voor de leveringszekerheid te mitigeren, zal het noodzakelijk zijn
om deze partijen te subsidiëren om de leveringszekerheid te garanderen. Dit kan tot
hoge kosten leiden.
Tot slot zal het maximeren van de groothandelsmarktprijzen leiden tot een hogere vraag
naar energie, wat in deze tijden van schaarste op de energiemarkt erop neerkomt dat
er meer aardgas of kolen ingezet moet worden, met gevolgen voor het klimaat. Enkele
lidstaten hebben ervoor gekozen om de groothandelsprijzen te subsidiëren (een impliciete
vorm van een price cap). Dit zijn veelal lidstaten die minder geïntegreerd zijn in de Europese energiemarkten
dan Nederland, waardoor deze lidstaten minder te maken krijgen met weglekeffecten.
Het EU wetgevend kader dat is neergelegd via de gasleveringszekerheidsverordening
gaat ervan uit dat het van groot belang is dat de markt zo lang mogelijk zijn werk
kan doen en dat ingrijpen niet nodig is tot daadwerkelijk fysieke tekorten dreigen.
82.
Kan hij toelichten bij welke prijzen er wel geïntervenieerd moet worden om huishoudens
te beschermen en onder welke voorwaarden dat zou zijn?
Antwoord
De hoge energieprijzen hebben de volledige aandacht van dit kabinet en daarom zijn
er in het voorjaar aanvullende koopkrachtmaatregelen getroffen, bovenop de verlaging
van de energiebelasting waartoe het vorige kabinet heeft besloten. De afgelopen maanden
wordt zichtbaar dat de inflatie op steeds meer plekken zichtbaar wordt, zo stijgen
bijvoorbeeld ook de prijzen van voedingsmiddelen hard. Daarom zal het kabinet tijdens
de koopkrachtbesluitvorming in augustus integraal naar de koopkrachtontwikkelingen
kijken om op zo gericht mogelijke wijze de koopkracht van kwetsbare huishoudens te
ondersteunen. Omdat de inflatie breder gedreven wordt, zullen eventuele maatregelen
niet uitsluitend gebaseerd worden op de prijsontwikkeling van energie.
Een prijsplafond voor consumententarieven voor energie is een ingrijpende interventie
in de marktwerking en daarom is het kabinet terughoudend over het invoeren van prijsplafonds.
Een dergelijke maatregel is juridisch complex en leidt tot hoge uitvoeringskosten,
doordat individuele energieleveranciers gecompenseerd moeten worden voor het verschil
tussen de maximale tarieven voor energie en de inkoopprijs van de leveranciers. Daarnaast
ervaren energieleveranciers bij een dergelijke maatregel ook geen directe prikkel
meer om hun inkoopstrategie te optimaliseren (voor een deel van de klanten). Een gevolg
kan zijn dat juist de dure inkoopcontracten worden toegerekend aan huishoudelijke
afnemers, waardoor de uitvoeringskosten van deze maatregel verder toenemen. Daarnaast
vermindert een prijsplafond de prikkel om energie te besparen voor verbruikers, wat
nadelig uitpakt voor het afbouwen van de afhankelijkheid van Rusland, energiebesparing
en daarmee het klimaatbeleid.
Voor de oorlog in Oekraïne deden 700.000 huishoudens de kachel minder of niet aan
uit angst voor de energierekening. Door de nog hogere energieprijzen zijn dat er nu
meer dan 1 miljoen. Het Nibud waarschuwt dat mensen met een heel gewoon (midden-)inkomen ook in de problemen gaan komen.
83.
Hoeveel mensen moeten in de problemen komen voordat de Minister het gerechtvaardigd
vindt om in te grijpen in de markt?
Antwoord:
Het kabinet heeft maatregelen getroffen, zie ook het antwoord op vraag 82.
Tot slot vragen de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties wat de concrete plannen
van de Minister richting de EU zijn in een volgend stadium van deze crisis.
84.
Is de Minister het met deze leden eens dat er in geval van schaarste gezamenlijke
coördinatie nodig is om het restant aan gas te verdelen over de Europese lidstaten?
Antwoord
In geval van schaarste op EU-niveau is te verwachten dat de Commissie, conform hetgeen
is bepaald in de EU-verordening leveringszekerheid aardgas, een noodsituatie op Unieniveau
zal afkondigen. De Commissie zal dan met name zorgen voor:
• uitwisseling van informatie;
• consistentie en effectiviteit van de maatregelen die op lidstaat- en op regionaal
niveau worden genomen ten aanzien van het Unieniveau;
• coördinatie van de maatregelen ten aanzien van derde landen.
Daarnaast zal de Commissie er dan op toezien dat
• er geen maatregelen worden genomen die de gasstroom binnen de interne markt, en met
name de gasstroom naar de getroffen markten, op enig moment onnodig beperken;
• er geen maatregelen worden genomen die de gasleveringssituatie in een andere lidstaat
ernstig in gevaar kunnen brengen;
• de grensoverschrijdende toegang tot infrastructuur overeenkomstig Verordening (EG)
nr. 715/2009 gehandhaafd blijft, voor zover dat technisch en uit veiligheidsoogpunt
mogelijk is, overeenkomstig het noodplan.
Dit alles moet en zal zorgen voor gezamenlijke coördinatie. Over de aanvullende voorstellen
van de Commissie die op 20 jl. zijn gepresenteerd wordt u afzonderlijk geïnformeerd.
85.
Zo ja, bij welke gasprijs of bij welke ontwikkelingen vindt de Minister dat nodig?
Als Nord Sream 1 geen gas meer gaat leveren? Of als er nog meer vraaguitval komt bij
huishoudens?
Antwoord
Ik zie geen reden om vooruit te lopen op de ontwikkelingen. Er is een stappenplan
geformuleerd dat wordt doorlopen als de situatie daartoe noopt.
Vanuit solidariteit achten deze leden het belangrijk om als EU samen te werken en
de leveringszekerheid in alle EU-landen te garanderen.
86.
Hoe verloopt dat gesprek tussen de lidstaten?
Antwoord
De Europese Coördinatie Groep Gas die op grond van de EU-verordening leveringszekerheid
aardgas is ingesteld komt momenteel tweewekelijks bijeen om de stand van zaken te
bespreken en te bezien waar eventueel actie nodig is. Daarnaast zal de Commissie in
de aankomende Energieraad een aanvullend pakket aan maatregelen presenteren ter verdere
versterking van de leveringszekerheid.
87.
Welke industrieën en sectoren krijgen in geval van schaarste prioriteit?
Antwoord:
Op dit moment zijn wij bezig met het verder operationaliseren van het BHG. Hierover
informeer ik uw Kamer voor de start van het gasjaar op 1 oktober 2022. Daarnaast komt
de EC met richtsnoeren hoe we hier in Europees verband het beste mee kunnen omgaan
en keuzes maken die rekening houden met grensoverschrijdende keteneffecten.
88.
Ervaart de Minister in dit kader druk vanuit andere lidstaten om de gaskraan in Groningen
weer te openen? Zo ja, hoe voorkomt de Minister dit?
Antwoord:
Het kabinet maakt zowel nationaal als in Europees verband duidelijk dat aanvullende
inzet van het Groningenveld alleen op tafel komt als andere maatregelen ontoereikend
zijn om aan beschermde afnemers te kunnen blijven leveren, of als deze maatregelen
zelf tot veiligheidsrisico’s leiden.
89.
Het wordt hoog tijd om dit gesprek [betreffende nationale crisis] ook in Nederland
te voeren, dus is de Minister bereid om de inventarisatie die gedaan is onder industriële
grootverbruikers van gas te delen met de Kamer
Antwoord:
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 46 en 47.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.D. van Dijke, adjunct-griffier