Schriftelijke vragen : De Uber-files en aanverwante zaken.
Vragen van de leden Omtzigt (Omtzigt), Nijboer (PvdA), Grinwis (ChristenUnie), Maatoug (GroenLinks), Stoffer (SGP), Dassen (Volt) en Inge van Dijk (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister-President over de Uber-files en aanverwante zaken (ingezonden 18 juli 2022).
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van de volgende berichten: «Hoge ambtenaren Belastingdienst
               schonden regels om Uber te bevoordelen» in het Financieele Dagblad van 12 juli 2022,
               «De Belastingdienst schond de regels ten gunst van Uber» in Trouw van 12 juli 2022,
               «De Belastingdienst leek wel een bondgenoot van miljardenbedrijf Uber» in Trouw van
               12 juli 2022, «Hoe Uber een gewillige medestander vond in de Nederlandse Belastingdienst»
               in het Financieele Dagblad van 14 juli 2022 en «Volledig vrijgeven «bidbook» voor
               overhalen Unilever niet nodig» in de Leeuwarder Courant van 15 juni 2022?
            
Vraag 2
            
Hoeveel verzoeken om uitwisseling van informatie heeft de Nederlandse Belastingdienst
               sinds 2014 gekregen van andere belastingautoriteiten op basis van door Nederland gesloten
               belastingverdragen, het multilaterale administratievebijstandsverdrag, de Europese
               administratieve bijstandsrichtlijn en de Europese btw-fraudeverordening, en wat is
               de gemiddelde doorlooptijd van deze verzoeken?
            
Vraag 3
            
Wat zijn de redenen voor eventuele vertraging in de afhandeling van informatie-uitwisselingsverzoeken
               door de Nederlandse Belastingdienst en in hoeveel gevallen is door Nederland om uitstel
               gevraagd, en om welke redenen?
            
Vraag 4
            
Kan bij de beantwoording van vragen 2 en 3 een uitsplitsing worden gemaakt tussen
               uitwisselingsverzoeken waarbij de informatiehouder/belastingplichtige overigens zekerheid
               vooraf heeft gekregen door middel van een advance pricing agreement (APA)/advance
               tax ruling (ATR) van de Nederlandse Belastingdienst over een investering in Nederland
               en alle overige uitwisselingsverzoeken?
            
Vraag 5
            
Bij hoeveel multilaterale belastingcontroles, al dan niet in EU-verband, is de Nederlandse
               Belastingdienst sinds 2014 betrokken als coördinator?
            
Vraag 6
            
Hoeveel Europese subsidie is er gegaan naar de door Nederland geleide multilaterale
               belastingcontroles in het kader van het Fiscalis 2020-programma (Verordening (EU)
               1286/2013) en wat is het gemiddelde subsidiebedrag per belastingcontrole?
            
Vraag 7
            
Kunt u de in het kader van het Fiscalis 2020-programma opgestelde handleidingen voor
               multilaterale belastingcontroles (i.c. de MLC Guide for Tax Auditors en de MLC Management
               Guide) openbaar maken?
            
Vraag 8
            
Hoe wordt een onderneming door de Belastingdienst op de hoogte gesteld van de uitkomsten
               van de multilaterale belastingcontrole?
            
Vraag 9
            
Hoe is de geheimhouding gewaarborgd door de Nederlandse Belastingdienst van de inlichtingen
               die worden verkregen van andere landen in het kader van een multilaterale belastingcontrole?
            
Vraag 10
            
Valt de volgende in het bezit van de Belastingdienst zijnde kennis verkregen in het
               kader van een multilaterale belastingcontrole onder de geheimhoudingsplicht van de
               Belastingdienst, in het bijzonder in het geval waarin de deelnemende landen géén toestemming
               hebben gegeven om deze informatie met de onderneming te delen:
            
– de door andere landen ingenomen voorlopige standpunten met betrekking tot de aanwezigheid
                     van een vaste inrichting;
                  
– de onderhandelingstactiek/ruimte van andere landen in het kader van een te bereiken
                     compromis; en
                  
– de voorlopige (dus niet-definitieve) uitkomsten van de multilaterale belastingcontrole?
Vraag 11
            
Hoe duidt u een situatie waarin de Belastingdienst de in vraag 10 onder (a), (b) of
               (c) genoemde kennis informeel en vertrouwelijk meedeelt aan de onderneming die voorwerp
               is van de multilaterale belastingcontrole?
            
Vraag 12
            
Is het Central Liaison Office (CLO) van de Belastingdienst/kantoor Almelo verantwoordelijk
               voor het geven van opvolging aan informatie-uitwisselingsverzoeken van andere landen,
               ook als de gevraagd informatie zich niet in de dossiers van de Belastingdienst bevindt,
               en zo ja, kondigt het CLO een administratief onderzoek aan bij de onderneming en voert
               het CLO het administratief onderzoek bij de onderneming uit?
            
Vraag 13
            
Wat zijn de geldende voorschriften of beleidsregels voor het in kennis stellen van
               de belastingplichtige/informatiehouder van het feit dat bij het CLO van de Belastingdienst/kantoor
               Almelo een uitwisselingsverzoek is binnengekomen, en is het de Belastingdienst toegestaan
               om de belastingplichtige/informatiehouder in kennis te stellen van het bestaan van
               een uitwisselingsverzoek (ruim) vóórdat een administratief onderzoek wordt aangekondigd/ingesteld
               om die informatie te verkrijgen?
            
Vraag 14
            
Wordt een belastingplichtige/informatiehouder door de Nederlandse Belastingdienst
               in kennis gesteld van de wijze waarop de landen, die het uitwisselingsverzoek hebben
               gedaan, de uitgewisselde informatie zullen gaan gebruiken, waaronder de fiscale controle
               en handhavingsstrategie (bijv. het al dan niet opleggen van boetes)?
            
Vraag 15
            
Wat is de rol van het Aanspreekpunt Potentiële Buitenlandse Investeerders (APBI) van
               de Belastingdienst, de corporate dienst Vaktechniek (CDVT) van de Belastingdienst
               en de concerndirectie Fiscale en Juridische Zaken (FJZ) van de Belastingdienst bij
               de behandeling van informatie-uitwisselingsverzoeken van andere landen en multilaterale
               belastingcontroles, en zijn de functionarissen van het APBI, de CDVT en/of FJZ competent
               om de behandeling van informatie-uitwisselingsverzoeken te bespreken met de informatiehouder/belastingplichtige?
            
Vraag 16
            
Hoe duidt u een situatie waarin de Belastingdienst (a) een belastingplichtige/informatiehouder
               onmiddellijk informeert over een binnengekomen uitwisselingsverzoek, (b) aan de belastingplichtige/informatiehouder
               toezegt voorlopig geen opvolging aan het uitwisselingsverzoek te geven teneinde belastingplichtige/informatiehouder
               in staat te stellen om eventueel nadelige economische gevolgen van de uitwisseling
               te voorkomen en (c) de belastingplichtige/informatiehouder informeert over de fiscale
               controle- en handhavingsstrategie van de landen die het uitwisselingsverzoek hebben
               gedaan?
            
Vraag 17
            
Bent u bereid om, mede naar aanleiding van de Uber Files, in een beleidsbesluit een
               beschrijving en invulling te geven van de uitwisseling van informatie op verzoek en
               van multilaterale belastingcontroles, zoals bijvoorbeeld het Duitse Ministerie van
               Financiën (BMF) doet (zie Guidance note on mutual administrative assistance through
               exchange of information in tax matters (BMF circular of 29 May 2019 – IV B 6 S 1320/07/10004:008,
               BStBI 2019, blz. 480), respectievelijk Guidance note on coordinated external tax audits
               with tax administrations of other states and territories (BMF circular of 6 January
               2017 – IV B 6 – S 1315/16/10016:002, BstBI 2017, blz. 89))?1
Vraag 18
            
Hoe kijkt u, mede in het licht van de Uber Files en de verwachte toename van het aantal
               multilaterale belastingcontroles in de toekomst, aan tegen het idee om, naar analogie
               van de verantwoordelijkheid van het College Internationale Fiscale Zekerheid (IFZ)
               ten aanzien de afgifte van belastingrulings, een college in het leven te roepen dat
               verantwoordelijk is voor de centrale coördinatie van multilaterale belastingcontroles
               met het oog op het waarborgen van de naleving van de (internationale) procedurevoorschriften?
            
Vraag 19
            
Kan een overzicht worden gegeven van de wijze waarop «het belang voor de Nederlandse
               economie» de afgelopen tien jaar door de Belastingdienst is ingevuld in het kader
               het afgeven van belastingrulings door het APBI van de Belastingdienst, en kan daarbij
               tevens aandacht worden besteed aan de gehanteerde (macro-)economische criteria en
               de overige criteria (bijv. het al dan niet legale karakter van de te ontplooien activiteiten)?2
Vraag 20
            
Heeft de Belastingdienst voldoende expertise in huis om te beoordelen of een investering
               van belang is voor de Nederlandse economie? Zo ja, waar bestaat deze expertise uit?
            
Vraag 21
            
Speelt het (door de Belastingdienst veronderstelde) belang van een investering voor
               de Nederlandse economie enkel een rol bij het afgeven van belastingrulings aan buitenlandse
               investeerders in Nederland, of speelt het belang van een investering voor de Nederlandse
               economie direct of indirect óók een rol bij de behandeling door de Belastingdienst
               van uitwisselingsverzoeken en de wijze waarop door de Belastingdienst met een buitenlandse
               investeerder wordt omgegaan in het kader van een multilaterale belastingcontrole?
            
Vraag 22
            
Is er volgens u, mede in het licht van de Uber Files, aanleiding om het functioneren
               van het APBI, de CDVT en FJZ te evalueren (en in de toekomst al dan niet periodiek),
               en de taken en de verantwoordelijkheden van de stafdiensten CDVT en FJZ in het organisatiebesluit
               van de Belastingdienst te omschrijven?
            
Vraag 23
            
Behoort het tot het takenpakket van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA)
               om aanwezig te zijn bij, dan wel actief te participeren in gesprekken tussen de Nederlandse
               Belastingdienst en een onderneming waarin individuele fiscale aangelegenheden van
               de onderneming worden besproken?
            
Vraag 24
            
Kunt u de in 2015 geldende interne gedragscode van de NFIA openbaar maken alsmede
               de meest recente versie?3
Vraag 25
            
Valt een afgevaardigde van de NFIA die een gesprek bijwoont van een onderneming en
               de Belastingdienst waarbij indiviudele fiscale aangelegenheden van die onderneming
               worden besproken, onder de fiscale geheimhoudingsplicht van art. 67 van de Algemene
               wet inzake rijksbelastingen (Awr)?
            
Vraag 26
            
Hoe verhoudt de opstelling van de Nederlandse Belastingdienst in de Uber-casus zich
               tot de overeengekomen richtsnoeren binnen de Groep gedragscode/Code of Conduct Group
               (business taxation)?
            
Vraag 27
            
Zijn er andere Europese landen die zich ten aanzien van Uber niet gehouden hebben
               aan deze richtsnoeren? Zo ja, welke?
            
Vraag 28
            
Overweegt u, gezien de capaciteitsproblemen bij de hersteloperatie van de toeslagenaffaire,
               om in overleg met de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane de collega’s
               van het APBI in te zetten bij deze hersteloperatie?
            
Vraag 29
            
Is er ooit in de afgelopen acht jaar vanuit de politiek een hint, suggestie, opdracht
               of andere vorm van sturing geweest om iets te doen waar specifiek het bedrijf Uber
               baat bij zou hebben, en zo ja, welke actie(s) was/waren dat?
            
Vraag 30
            
Kunt u een overzicht geven van alle contacten van ministers, staatssecretarissen en
               topambtenaren (DG en hoger) aan de ene kant en met vertegenwoordigers van Uber aan
               de andere kant sinds 2012?
            
Vraag 31
            
Kunt u een overzicht geven van alle ontmoetingen waarbij Minister, staatssecretarissen
               en/of topambtenaren aanwezig waren en ook mevrouw Kroes en er gesproken is over Uber
               sinds 2012? Kunt u over elk van deze bijeenkomsten zoveel mogelijk informatie geven?
            
Vraag 32
            
Zijn er e-mails, notities over andere zaken bij de rijksoverheid (vanaf 2012) waarin
               zowel de naam van mevr. Kroes als Uber genoemd worden? Zo ja, kunt u die aan de Kamer
               doen toekomen?
            
Vraag 33
            
Kunt u de interne nota met belnotitie over de aanbieding van een bidbook aan Unilever,
               het bidbook en de bijbehorende coverletter openbaar maken op grond van art. 68 van
               de Grondwet, en zo nee, wilt u de weigering en dus een beroep op de uitzonderingsgrond
               van art. 68 van de Grondwet voorleggen aan het kabinet en met redenen omkleed aangeven
               waarom de stukken niet aan de Kamer ter beschikking worden gesteld?
            
Vraag 34
            
Wilt u de stukken als bedoeld in vraag 29 die u niet openbaar maakt, ter vertrouwelijke
               inzage leggen bij de Tweede Kamer?
            
Vraag 35
            
Kunt u deze vragen een voor en voor 20 augustus 2022 beantwoorden?
Toelichting:
            
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Alkaya (SP),
               ingezonden 13 juli 2022 (vraagnummer 2022Z15008), van de leden Marijnissen en Leijten (beiden SP), ingezonden 14 juli 2022 (vraagnummer
               2022Z15050), van het lid Romke de Jong (D66), ingezonden 14 juli 2022 (vraagnummer 2022Z15055) en van het lid Azarkan (DENK), ingezonden 15 juli 2022 (vraagnummer 2022Z15097)
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
 M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- 
              
                  Gericht aan
 M. Rutte, minister-president
- 
              
                  Indiener
 P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 Inge van Dijk, Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 Laurens Dassen, Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 Pieter Grinwis, Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 Chris Stoffer, Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 S. Maatoug, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
 
           
   
   
  