Schriftelijke vragen : De vondst van plastic in veevoer, melk en vlees
Vragen van de leden Vestering en Van Esch (beiden PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de vondst van plastic in veevoer, melk en vlees (ingezonden 13 juli 2022).
Vraag 1
            
Heeft u gezien dat bij een onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam in 80% van
               de onderzochte monsters van melk, vlees, veevoer en bloed van dieren microplastics
               zijn aangetroffen?1
Vraag 2
            
Wat is uw reactie op het feit dat dat 7 van de 8 geteste rundvleesmonsters plastic
               deeltjes bleken te bevatten en dat in 18 van de 25 geteste melkmonsters plastic werd
               aangetroffen?
            
Vraag 3
            
Hoe beoordeelt u de verklaring dat de vondst van plastic in dierlijke producten het
               gevolg is van de aanwezigheid van plastic in veevoer, aangezien in alle monsters van
               voederpellets en versnipperd voer plastic werd teruggevonden? Welke andere mogelijke
               routes van vervuiling ziet u?
            
Vraag 4
            
Kunt u bevestigen dat de aanwezigheid van plastic in veevoer wordt veroorzaakt doordat
               «reststromen» van voedsel dat over de datum is, zoals koekjes, chocola en sauzen afkomstig
               uit supermarkten, soms met verpakking en al worden verwerkt tot veevoer?
            
Vraag 5
            
Wat betekent de aanwezigheid van plastic deeltjes in veevoer voor de gezondheid van
               dieren?
            
Vraag 6
            
Sluit u uit dat hier sprake is van gezondheidsrisico’s voor mens of dier? Zo ja, hoe?
Vraag 7
            
Kunt u bevestigen dat de aanwezigheid van (resten van) verpakkingsmateriaal in diervoer
               en -grondstoffen verboden is volgens Verordening (EG) 2014/217?
            
Vraag 8
            
Kunt u bevestigen dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) desondanks
               pas maatregelen treft als het verpakkingsmateriaal in voedermiddelen meer dan 0,15%
               (gewichtspercent) bedraagt?
            
Vraag 9
            
Waar is dit percentage op gebaseerd, met welke concentratie toelaatbare microplastics
               is hierbij gerekend en op grond waarvan werd die concentratie als ongevaarlijk voor
               de volksgezondheid beschouwd?
            
Vraag 10
            
Op welke manier wordt er gecontroleerd op aanwezigheid van (resten van) verpakkingsmateriaal
               in diervoer? Hoe vaak heeft de NVWA partijen voedselresten gecontroleerd of laten
               controleren in de afgelopen vijf jaar? Hoe vaak werd een partij afgekeurd door overschrijding
               en hoe vaak is daarvoor een boete opgelegd?
            
Vraag 11
            
Is het onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam voor u reden om opnieuw een risicobeoordeling
               uit te laten voeren, waarin expliciet wordt meegenomen dat er microplastics worden
               aangetroffen in vlees, bloed en melk? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 12
            
Is het onderzoek voor u reden om extra controles uit te laten voeren naar plastic
               in veevoer en verderop in de keten? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 13
            
Houdt u bij uw inzet op het verwerken van restromen uit de voedingsmiddelenindustrie
               tot veevoer rekening met vervuiling door plastic verpakkingen? Zo ja, welke effecten
               van de plasticvervuiling neemt u hierin mee en welke afwegingen maakt u hierbij?
            
Vraag 14
            
Kunt u bevestigen dat er een ondergrens wordt gehanteerd voor de plastic verontreiniging,
               bijvoorbeeld 2 mm net als in compost en digestaat?
            
Vraag 15
            
Erkent u dat, vanwege die ondergrens, de vervuiling met microplastics kleiner dan
               2 mm per definitie buiten beeld blijft, terwijl wetenschappers erop wijzen dat de
               potentiële (gezondheids)gevaren van microplastics toenemen naarmate deze kleiner zijn?
            
Vraag 16
            
Welke maatregelen overweegt u om te voorkomen dat juist micro- en nanoplastics in
               het veevoer terechtkomen?
            
Vraag 17
            
Denkt u dat consumenten op de hoogte zijn van de aanwezigheid van plastic in dierlijke
               producten die in de supermarkt worden aangeboden? Bent u bereid om consumenten daarover
               actief te informeren? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 18
            
Bent u bereid om het Nederlandse beleid in overeenstemming te brengen met het Europese
               verbod, zodat niet langer een percentage resten van verpakkingsmateriaal in veevoeder
               wordt gedoogd? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 19
            
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - 
              
                  Gericht aan
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Indiener
L. Vestering, Tweede Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.