Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Berg over herhaalprikken voor mensen onder de zestig jaar
Vragen van het lid Van den Berg (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over herhaalprikken voor mensen onder de zestig jaar (ingezonden 16 juni 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 juli
2022).
Vraag 1
Klopt het dat op zaterdag 11 juni jongstleden diverse GGD’en tweede boosters voor
mensen onder de zestig jaar zonder afspraak hebben aangeboden, maar dat dit binnen
een dag weer teruggedraaid werd? Zo ja, hoe heeft dit misverstand kunnen ontstaan?1
Antwoord 1
Dit klopt niet. Er is geen sprake geweest van een wijziging van beleid. De herhaalprik
wordt geadviseerd en aangeboden aan 60-plussers, volwassenen met het syndroom van
Down en ernstig immuungecompromitteerde mensenvolwassenen. In individuele gevallen
is er maatwerk mogelijk voor mensen jonger dan 60 jaar die een vergelijkbaar ernstige
afweerstoornis hebben door ziekte of behandeling. Deze mensen kunnen zich met een
verwijsbrief van een medisch specialist laten vaccineren bij de GGD. Voor 60-minners
die niet in één van deze groepen vallen is de herhaalprik niet beschikbaar.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de overheid een schild dient te zijn voor de zwakken en kwetsbare
mensen moet helpen beschermen?
Antwoord 2
Ja, deze mening deel ik.
Vraag 3
Herinnert u zich de aangenomen motie Van den Berg c.s., waarin de regering verzocht
is maatwerk mogelijk te maken voor het toedienen van – op vrijwillige basis – herhaalprikken
voor kwetsbaren onder de 60 jaar als de medisch specialist dat adviseert?2
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Op welke wijze heeft u deze motie uitgevoerd?
Antwoord 4
Mensen met een ernstig gecompromitteerd immuunsysteem hebben in de meeste gevallen
een uitnodigingsbrief voor de herhaalprik ontvangen van hun medisch specialist. Het
gaat om patiënten die onder behandeling zijn van een medisch specialist voor een specifieke
aandoening of die bepaalde medicijnen voorgeschreven krijgen. Deze mensen behoren
in principe tot dezelfde groep patiënten die eerder een derde vaccinatie kreeg als
onderdeel van de basisserie. Sinds 19 april jl. ontvangen zij een uitnodiging voor
de herhaalprik. Met deze uitnodigingsbrief kunnen zij de herhaalprik bij de GGD krijgen.
Daarnaast is er maatwerk mogelijk voor individuele patiënten. Het betreft patiënten
met een vergelijkbare ernstige afweerstoornis door een ziekte of behandeling die buiten
de eerdergenoemde patiëntengroepen vallen, maar volgens hun medisch specialist baat
hebben bij een extra prik vanwege een vergelijkbare afname van de immunologische bescherming.
Deze route geeft ruimte om het gewenste maatwerk te leveren.
Om nader invulling te geven aan de oproep uit de motie om duidelijk te communiceren
over de maatwerkroute heeft het RIVM in een nieuwsbrief aan zorgprofessionals, verstuurd
in de week van 13 juni jl., de werkwijze voor de maatwerkaanpak extra toegelicht.
Ook GGD GHOR Nederland heeft de maatwerkaanpak extra toegelicht in een nieuwsflits
voor regionale GGD’en. Daarnaast zijn de patiënten- en cliëntenorganisaties voorzien
van informatie over de maatwerkaanpak om te verspreiden onder de achterban. Tot slot
wordt er op www.coronavaccinatie.nl/herhaalprik en www.rivm.nl/coronavaccinatie/afweerstoornis meer informatie gegeven over de maatwerkroute via de medisch specialist.
Vraag 5
Deelt u de mening dat deze motie alleen goed uitgevoerd wordt als aan álle kwetsbaren
onder de zestig jaar met een verwijzing van een medisch specialist een herhaalprik
wordt aangeboden, en dus niet alleen voor ernstig immuun geconpromitteerden? Op welke
wijze communiceert u hierover richting de GGD’en?
Antwoord 5
Het toepassingskader en de medisch-wetenschappelijke adviezen van de Gezondheidsraad
en het RIVM zijn leidend bij de besluitvorming over de inzet van COVID-19-vaccins.
Het primaire doel van het vaccinatiebeleid is het voorkomen van ernstige ziekte en
sterfte door COVID-19. Het afgelopen jaar hebben we geleerd dat de bescherming van
de basisserie na verloop van tijd enigszins afneemt. Inmiddels weten we dat een hogere
leeftijd, dus niet onderliggend lijden, de belangrijkste indicator voor een afname
in bescherming is. Het immuunsysteem van ouderen werkt minder goed dan dat van jongere
mensen. Deze verminderde werking zien we ook bij mensen met het syndroom van Down
en mensen met een ernstige afwijking van het immuunsysteem. In individuele gevallen
is er maatwerk mogelijk voor mensen die een vergelijkbare ernstige afweerstoornis
hebben door ziekte of behandeling en bij wie de immunologische bescherming om die
reden ook sneller terugloopt. Deze route en de communicatie hierover heb ik toegelicht
in mijn antwoord op vraag 4.
Omdat het immuunsysteem van de eerdergenoemde groepen minder goed werkt, neemt hun
opgebouwde bescherming sneller af. Dit is waarom deze groepen het eerst in aanmerking
kwamen voor een booster en ook waarom zij nu een herhaalprik aangeboden krijgen. Dankzij
de herhaalprik wordt de bescherming tegen ernstige ziekte bij deze groepen weer op
peil gebracht. De meeste andere mensen zijn na de basisserie en de booster echter
goed en voor langere tijd beschermd tegen ernstige ziekte en sterfte. Onderliggend
lijden of mate van blootstelling spelen hierbij geen grote rol. Er zijn géén aanwijzingen
dat de booster minder goed werkt bij mensen met een medisch risico, zoals astma of
diabetes. Met andere woorden: mensen onder de 60 jaar uit dergelijke medische risicogroepen
bereiken door middel van de booster een even goede bescherming tegen ziekenhuisopname
en sterfte als gezonde mensen onder de 60 jaar. In de huidige epidemiologische situatie
zijn er daarom geen medisch-wetenschappelijke redenen om een herhaalprik aan te bieden
aan mensen van onder de 60 jaar, al dan niet uit een medische risicogroep of met een
verhoogde blootstelling aan het virus. Een herhaalprik levert voor deze mensen slechts
zeer beperkte verhoging van de beschermingsgraad op. Het RIVM geeft daarnaast aan
dat een langer interval tussen de doses voor een betere immuunrespons zorgt. Het aanbieden
van een herhaalprik zonder medische noodzaak vind ik onwenselijk: vaccineren is een
medische handeling waar een zorgvuldige gezondheidsafweging aan ten grondslag dient
te liggen. De herhaalprik is op dit moment niet geregistreerd en wordt alleen voor
de oudste leeftijdsgroepen geadviseerd door het EMA, de ECDC of het RIVM. Er is onvoldoende
bewijs om aan te tonen dat jongere leeftijdsgroepen baat hebben bij een extra prik.
Formeel is het toedienen van een vaccinatie zonder medische noodzaak daarom niet toegestaan
en kan juridische gevolgen hebben voor de betrokken partijen.
Vraag 6
Kunt u aangegeven wat mensen die zich kwetsbaar voelen (bijvoorbeeld omdat ze overgewicht
hebben, diabetes of COPD) en die daarom graag een tweede booster willen ontvangen
maar jonger zijn dan 60 jaar, kunnen doen indien ze op dit moment geen regelmatig
contact met een medisch specialist hebben?3
Antwoord 6
Zoals ik in het antwoord op vraag 5 heb aangegeven, levert een herhaalprik voor deze
mensen nauwelijks extra gezondheidswinst op. De medisch specialist kan bepalen of
er in individuele gevallen sprake is van voldoende gezondheidswinst door een herhaalprik.
Vraag 7
Wat gaat u doen om te borgen dat alle kwetsbaren via de huisarts een herhaalprik kunnen
krijgen?
Antwoord 7
In mijn antwoord op vraag 5 heb ik uitgelegd welke zorgvuldige medisch-wetenschappelijke
afweging ten grondslag ligt aan de huidige afbakening van de doelgroep voor de herhaalprik.
In individuele gevallen is er maatwerkmogelijk voor patiënten met een vergelijkbare
ernstige afweerstoornis door een ziekte of behandeling die buiten de in het antwoord
op vraag 1 genoemde patiëntengroepen vallen, maar volgens hun medisch specialist baat
hebben bij een extra prik vanwege een vergelijkbare afname van de immunologische bescherming.
Vaccineren is een medische handeling waar een zorgvuldige gezondheidsafweging aan
ten grondslag dient te liggen. Medisch specialisten zijn het beste in staat om deze
afweging te maken. Huisartsen geven aan te herkennen dat er bepaalde patiënten zijn
met de wens voor een extra vaccinatie, maar weten ook dat hiervoor niet altijd een
medische onderbouwing bestaat. In die gevallen is goede communicatie over nut en noodzaak
van een eventuele extra herhaalprik erg belangrijk om zorgen weg te nemen bij patiënten.
Communicatie via landelijke kanalen kan hieraan bijdragen, maar huisartsen kunnen
in individuele gevallen ook een gesprek aangaan met patiënten. Vanuit het RIVM wordt
een communicatiehulpmiddel opgesteld en gedeeld met de huisartsenkoepels om huisartsen
hierbij extra te ondersteunen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.