Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kwint over het bericht 'stagiair wordt te vaak ingezet als goedkope arbeidskracht
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Armoedebeleid en Participatie en Pensioenen over het bericht dat de stagiair te vaak wordt ingezet als goedkope arbeidskracht (ingezonden 9 juni 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 8 juli 2022).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Interstedelijk Studenten Overleg: Stagiair wordt
te vaak ingezet als goedkope arbeidskracht»?1
Antwoord 1
Stages zijn bedoeld om studenten kennis te laten maken met de beroepspraktijk en om
hun professionele vaardigheden te ontwikkelen. Wanneer studenten stagewerkzaamheden
verrichten die niet passen bij het stageniveau, omdat de werkzaamheden te makkelijk
of te moeilijk zijn, kan een student een verkeerd beeld krijgen van de beroepspraktijk.
Dat is onwenselijk.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat het onaanvaardbaar is dat werkgevers stagiaires inzetten als
onbetaald of slecht betaalde arbeidskrachten?
Deelt u de mening dat stagemisbruik aangepakt dient te worden? Hoe gaat u er voor
zorgdragen dat stagiaires niet als reguliere werknemer worden ingezet en een fatsoenlijke
stagevergoeding en begeleiding krijgen?
Antwoord 2 en 3
Een student die stage loopt heeft geen wettelijk recht op stagevergoeding. Werkgevers
zijn niet verplicht om een stagevergoeding aan te bieden, al doet de meerderheid van
de werkgevers dit wel. En dat juich ik toe. Ik zal daarom in gesprek gaan met het
onderwijs- en werkveld om afspraken te maken zodat er gezorgd kan worden dat meer
werkgevers een passende stagevergoeding bieden. Ook wil ik verkennen hoe de begeleiding
van stagiairs verbeterd kan worden.
Wanneer een stagiair geen stagewerk maar regulier werk uitvoert, heeft de student
recht op een arbeidsmarktovereenkomst, inclusief een (minimum-)loon.
De Nederlandse Arbeidsinspectie controleert of er sprake is van oneigenlijke inzet
van stagiairs en kan een boete uitdelen aan een bedrijf als hier sprake van is. In
mijn antwoord op vraag 6 ga ik hier dieper op in.
Vraag 4
Deelt u de mening dat een minimum stagevergoeding voor studenten nodig is, vooral
nu studenten worden opgezadeld met steeds hogere kosten voor energie, collegegeld,
boodschappen, studentenkamers en studieschuld?
Antwoord 4
Zoals aangegeven bij vraag 2 en 3, zijn werkgevers niet verplicht om een stagevergoeding
te bieden. Ik begrijp dat studenten zich zorgen maken om de stijgende kosten. Ik zal
daarom met het werkveld in gesprek gaan om afspraken te maken over het aanbieden van
een passende stagevergoeding.
Vraag 5
Bent u van plan om het vijfpuntenplan van het ISO over te nemen? Zo nee, wat gaat
u dan toen tegen stagemisbruik? Bent u bereid in samenspraak met onderwijsinstellingen,
studentenorganisaties, werkgevers en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
te komen tot een gezamenlijke aanpak stagemisbruik?
Antwoord 5
Zoals ook aangeven in mijn beantwoording op de schriftelijke vragen van het lid van
Baarle, wil ik graag met het onderwijs- en werkveld in gesprek om afspraken te maken
over hoe (1) studenten beter voorgelicht kunnen worden over hun rechten als stagiair,
(2) hoe stagiairs beter begeleid kunnen worden tijdens een stage en (3) om meer werkgevers
bereid te krijgen om een passende stagevergoeding aan te bieden.
Vraag 6
Welke rol ziet u voor de Nederlandse Arbeidsinspectie in het tegengaan van stagemisbruik?
Antwoord 6
Een stagiair mag niet ingezet worden voor werkzaamheden die een reguliere werknemer
binnen de organisatie verricht. Voor regulier werk geldt dat het is gericht op het
draaien van productie en het maken van omzet en niet op leren. Als een stagiair regulier
werk verricht, dan heeft de stagiair recht op het daarbij behorende loon of in ieder
geval op het wettelijk minimumloon. Bij een melding of vermoeden van onderbetaling
mag de Nederlandse Arbeidsinspectie controleren of er in plaats van stage sprake is
van reguliere arbeid en of daarbij onderbetaling aan de orde is. De Nederlandse Arbeidsinspectie
kan een boete op leggen als daarvan sprake is.
Na registratie wordt beoordeeld of de melding leidt tot een onderzoek door de Arbeidsinspectie.
Indien de Arbeidsinspectie na onderzoek constateert dat er feitelijk sprake is van
een dienstbetrekking en dat de stagiair derhalve recht heeft op het wettelijk minimumloon,
kan de Arbeidsinspectie een boete opleggen aan de werkgever en eisen dat de werkgever
het loon en/of vakantiebijslag nabetaalt. In 2021 heeft de Arbeidsinspectie circa
30 meldingen over stages in behandeling genomen die betrekking hadden op de Wet minimumloon
en minimumvakantiebijslag, Arbeidstijdenwet en Arbowetgeving.
Vraag 7
Bent u bereid om de stagevergoeding voor alle stagiaires aan de laten sluiten bij
die van de rijksstagiairs en een voorziening te treffen voor ondernemers voor wie
dit financieel niet haalbaar is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik ben bereid om met het onderwijs- en werkveld in gesprek te gaan over het aanbieden
van een stagevergoeding. Ik ben tevens van mening dat het aan de werkgevers is om
een passende stagevergoeding aan stagiairs te bieden. Ik zie hier geen rol voor het
kabinet om eventuele financiële knelpunten te dekken.
Vraag 8
Wanneer gaat u beginnen met het periodiek informeren van de Kamer over stagetekorten
in het mbo en hbo, zoals uw voorganger beloofde tijdens de behandeling van de begroting
OCW 2022?
Antwoord 8
Momenteel wordt door een extern onderzoekbureau verkend hoe groot de stagetekorten
op het hbo zijn. Het eerste meetmoment zal Q3 van 2022 zijn, omdat studenten doorgaans
in september een stage starten. De resultaten van dit onderzoek zullen eind dit jaar
gedeeld worden met de Kamer.
De stagetekorten op het mbo worden periodiek door SBB in kaart gebracht.
Vraag 9
In hoeverre worden stagiaires van school geplukt om bij een werkgever aan de slag
te gaan? Wat wordt er gedaan om deze zogenaamde groenpluk tegen te gaan?
Antwoord 9
Voor het hbo geldt dat er geen cijfers beschikbaar zijn over het aantal stagiairs
dat vroegtijdig stopt met studenten om aan de slag te gaan bij een werkgever.
Uit een nadere uitvraag bij 40 RMC-regio’s, blijkt dat de meeste scholen en gemeenten
geen of slechts in beperkte mate ervaren dat werkgevers jongeren actief stimuleren
om vroegtijdig te stoppen met hun opleiding (groenpluk). Veel vaker kiezen jongeren
er zelf voor om te gaan werken2. Scholen geven aan dat als groenpluk voorkomt, betreffende opleidingen in gesprek
gaan met stagebedrijven om dit tegen te gaan. OCW heeft in 2020 met diverse landelijke
partijen een intentieverklaring getekend om jongeren die ongediplomeerd aan het werk
gaan alsnog tot een startkwalificatie te brengen3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.