Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
36 131 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Bankwet 1998, de Wet financiële markten BES en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2022-II)
Nr. 5 VERSLAG
Vastgesteld 7 juli 2022
De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van bovenstaand
wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel
voldoende voorbereid
ALGEMEEN
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de wijziging van de Wet op het
financieel toezicht, de Bankwet 1998, de Wet financiële markten BES en enige andere
wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten
2022-II). Deze leden danken de regering voor de toelichting en hebben geen verdere
vragen bij de Wijzigingswet.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Wijzigingswet
Financiële Markten 2022-II en hebben nog enkele vragen en opmerkingen bij deze wet.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierover
nog een vraag.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de
Wijzigingswet financiële markten. Deze leden hebben een vraag over de wettelijke verankering
van het Financieel Stabiliteitscomité (FSC).
2. Wettelijke verankering Financieel Stabiliteitscomité
Omdat de afdeling advisering van de Raad van State opmerkingen heeft gemaakt over
de staatsrechtelijke verhoudingen waarbinnen het Financieel Stabiliteitscomité (FSC)
wordt vormgegeven, vragen de leden van de D66-fractie hiernaar. Is het FSC enkel een
aanvullend adviesorgaan of hebben de aanbevelingen een andere status dan enkel een
advies aan de Minister van Financiën? Voorts vragen deze leden naar de samenhang tussen
adviezen van de organen die vertegenwoordigd zijn in het FSC en de adviezen van het
FSC.
De afdeling advisering van de Raad van State heeft ook zorgen geuit over vertroebeling
van verantwoordelijkheden als gevolg van de introductie van het FSC in de wet, die
deels worden gedeeld door de leden van de D66-fractie. Wat zijn de voordelen van een
juridische status voor een nieuwe entiteit boven het aanwijzen van één orgaan, bijvoorbeeld
De Nederlandsche Bank (DNB), dat in informeel overleg over financiële stabiliteit
kan spreken met de andere organen om advies uit te brengen aan de Minister van Financiën?
Uit de aanbevelingen naar aanleiding van de afhandeling van de Conservatrix-casus1 begrijpen de leden van de D66-fractie dat de toezichthouders voldoende tegengas moeten
krijgen bij hun beoordelingen. Uit het voorliggende wetsvoorstel begrijpen deze leden
dat internationale instanties de valkuil van groepsdenken benoemen, die mogelijk ook
kan ontstaan binnen het FSC. Deze leden vragen daarom naar de wijze waarop tegenspraak
wordt meegewogen in de vormgeving van het FSC, bijvoorbeeld door een de rol van het
Centraal Planbureau (CPB) te expliciteren.
De leden van de CDA-fractie vinden dat de Raad van State terecht kritisch was op de
wettelijke verankering Financieel Stabiliteitscomité. Deze leden constateren dat de
Raad van State de status, taken en bevoegdheden van dit comité onduidelijk vond en
heeft geadviseerd om het wetsvoorstel niet in te dienen, tenzij het wetsvoorstel zou
worden aangepast. De leden van de CDA-fractie lezen dat naar aanleiding van het advies
van de Raad van State de wettelijke verankering van het FSC anders vorm is gegeven.
De leden van de CDA-fractie zijn blij dat deze aanpassingen hebben plaatsgevonden.
Deze leden zijn van mening dat dit comité een belangrijke signaleringsfunctie vervult,
ten aanzien van ontwikkelingen die invloed hebben op de stabiliteit van het Nederlandse
financiële stelsel. De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan aangeven
hoe het kunnen vervullen van de controlerende taak op de werkzaamheden van dit comité
enerzijds, maar ook de opvolging van inzichten die ons stelsel kunnen versterken en
beschermen anderzijds door het parlement, gewaarborgd wordt.
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het een goede zaak dat het FSC met het
voorliggende wetsvoorstel wettelijk wordt verankerd, ook gezien de adviezen van diverse
internationale organisaties hieromtrent en gelet op het feit dat dergelijke comités
in de ons omringende landen ook een wettelijke basis hebben. Deze leden vragen de
regering om toe te lichten waarom deze wettelijke verankering pas nu wordt doorgevoerd,
terwijl het Internationaal Monetair Fonds (IMF) Nederland hier al in 2017 toe opriep.
3. Kredietvergoeding BES
Het stemt de leden van de D66-fractie tevreden dat de regering in de memorie van toelichting
heeft aangegeven dat de voorgestelde aanpassing van de definitie van kredietvergoeding
in Caribisch Nederland niet tot negatieve aanbodseffecten zal leiden.
Uit het advies van de afdeling advisering van de Raad van State bij het initiatiefwetsvoorstel
van het lid Sneller tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband
met het opnemen van het recht op een basisbetaalrekening voor Nederlanders woonachtig
buiten de EU (Wet beschikbaarheid basisbetaalrekening Nederlanders buiten de Europese
Unie)2 begrijpen de leden van de D66-fractie dat de afdeling advisering van de Raad van
State adviseert om een grondige analyse te verrichten van de problematiek rond het
betalingsverkeer in Caribisch Nederland en van mogelijke oplossingen. Omdat de aanpassing
van de definitie van kredietvergoeding een element is in het betalingsverkeer op Caribisch
Nederland, vragen de leden van de D66-fractie naar een bredere analyse van het betalingsverkeer
op Caribisch Nederland door de regering.
4. Flexibiliteit bij de inzet van leden accountantskamer
De toegenomen flexibiliteit in de vormgeving van de accountantskamer kan op steun
rekenen van de leden van de D66-fractie. Gelet op de drukte bij het College van Beroep
voor het Bedrijfsleven3 vragen deze leden naar een mogelijke rol voor de accountskamer bij de beoordeling
van zaken rondom coronasteun. Zou het College van Beroep voor het Bedrijfsleven door
de accountantskamer in specifieke gevallen kunnen worden ondersteund?
5. Wijziging Bankwet 1998 in verband met interne governance DNB
Ook de modernisering van de interne governance bij DNB wordt gesteund door de leden
van de D66-fractie. In navolging op de vragen over de wettelijke verankering van het
FSC, vragen deze leden naar de wijze waarop verbetering van interne tegenspraak (of
inspraak van externe expertise) wordt vormgegeven met deze wijzigingen. Wordt hier
ook aandacht aan besteed in de statuten van DNB?
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Kling
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
Y.C. Kling, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.