Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over Ard B. die vastzit in een Franse cel
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over Ard B. die vastzit in een Franse cel (ingezonden 17 juni 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 6 juli 2022).
         
Vraag 1
            
Heeft u kennisgenomen van het door RTV Oost op 14 juni 2022 gepubliceerde artikel
               over de ziekte van Ard B. die vastzit in een Franse cel?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat Ard B. zijn straf maximaal vier maanden zou uitzitten in Frankrijk om
               vervolgens uitgeleverd te worden aan Nederland? Zo ja, deelt u de mening dat Nederland
               zich actief moet inzetten voor deze uitlevering?
            
Antwoord 2
            
De rechtbank Amsterdam heeft in een lopende strafzaak de overlevering van betrokkene
               door Nederland aan Frankrijk toegestaan. De overlevering is toegestaan nadat Frankrijk
               aan Nederland een terugkeergarantie heeft afgegeven. Dit betekent dat is gegarandeerd
               dat betrokkene, na een onherroepelijke veroordeling tot een vrijheidsstraf, naar Nederland
               kan terugkeren om de straf te ondergaan. Mij is geen toezegging bekend dat betrokkene
               maximaal vier maanden in een Franse cel zou doorbrengen.
            
Net als in andere zaken heeft de afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen
               (IOS) van de Dienst Justitiële Inrichtingen zich ook in deze zaak actief ingezet voor
               het tot stand brengen van de strafoverdracht door Frankrijk aan Nederland. Nadat het
               strafvonnis onherroepelijk is geworden, heeft de advocaat van betrokkene bij IOS kenbaar
               gemaakt dat hij zijn straf in Nederland wilde ondergaan. Hierop heeft IOS de Franse
               autoriteiten meerdere keren verzocht om de procedure tot strafoverdracht te starten.
               Op 10 juni jl. heeft Frankrijk aan Nederland verzocht om de tenuitvoerlegging van
               de straf over te nemen en is de procedure met voorrang gestart. Op 28 juni jl. heb
               ik ingestemd met de overbrenging van betrokkene op grond van de Wet wederzijdse erkenning
               en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (WETS). Dit betekent
               dat IOS, in overleg met de Franse autoriteiten, betrokkene zo spoedig mogelijk over
               laat brengen naar Nederland.
            
Vraag 3
            
Is er met oog op het humane en medische aspect van deze gedetineerde aanleiding voor
               u om de uitlevering van deze gedetineerde van Frankrijk naar Nederland te bevorderen?
            
Antwoord 3
            
Het doel achter de strafoverdracht is gericht op resocialisatie. Om te oordelen of
               er een resocialisatiebelang is, wordt er getoetst aan de criteria binding met Nederland
               en strafrestant. Humanitaire omstandigheden hebben geen invloed op de beoordeling
               van deze criteria. In deze zaak hebben de humanitaire en medische omstandigheden er
               wel toe geleid dat de casus met voorrang in behandeling is genomen, zowel door IOS
               als door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.