Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van de leden Ellemeet en Mohandis ter vervanging van nr. 10 over het afschaffen van het vrijwillig eigen risico
36 135 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering
Nr. 11 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN ELLEMEET EN MOHANDIS TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT
ONDER NR. 10
Ontvangen 6 juli 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan het opschrift wordt toegevoegd «en het afschaffen van het vrijwillig eigen risico».
II
In de beweegreden wordt na «2025» ingevoegd «en tevens het vrijwillig eigen risico
af te schaffen».
III
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt een aanhef ingevoegd, luidende:
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:.
2. Na de aanhef (nieuw) worden vier onderdelen ingevoegd, luidende:
A
In artikel 1 vervalt onderdeel h.
B
In artikel 9, tweede lid, wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel d vervangen
door een punt en vervalt onderdeel e.
C
In artikel 9d, derde lid, vervalt «maar zonder vrijwillig eigen risico».
D
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
a. Het vierde lid vervalt.
b. In het vijfde lid vervalt «, verminderd met de premiekorting, bedoeld in artikel 20,
indien deze van toepassing is».
3. Voor de bestaande tekst wordt de onderdeelsaanduiding «E» ingevoegd en in de bestaande
tekst vervalt «van de Zorgverzekeringswet».
4. Na artikel I, onderdeel E (nieuw), worden vijf onderdelen toegevoegd, luidende:
F
Artikel 20 vervalt.
G
Artikel 21, vierde lid, vervalt.
H
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «en indien dat van toepassing is, vrijwillig eigen risico».
2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
3. In het tweede lid (nieuw) vervalt «of tweede».
I
Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid vervalt «of vrijwillig».
2. Het derde lid vervalt.
J
In artikel 87, zesde lid, onderdeel e, onder 2°, vervalt «of vrijwillig».
IV
Na artikel I worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
In artikel 6.18, eerste lid, onderdeel f, van de Wet inkomstenbelasting 2001 vervalt
«of een overeengekomen vrijwillig eigen risico» en wordt «artikel 1, onderdelen g
en h,» vervangen door «artikel 1, onderdeel g,».
ARTIKEL IB
De artikelen 1, onderdeel h, 9, tweede lid, onderdeel e, 9d, derde lid, 17, vierde
en vijfde lid, 20, 21, vierde lid, 22, 23, tweede en derde lid, 87, zesde lid, onderdeel e,
subonderdeel 2, van de Zorgverzekeringswet, en 6.18, eerste lid, onderdeel f, van
de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop gebaseerde bepalingen, zoals deze luidden
in het jaar waarover de hoogte van het eigen risico wordt berekend blijven van toepassing
bij het bepalen van de hoogte van het te betalen eigen risico over de jaren voorafgaand
aan het moment van inwerkingtreding van deze wet.
Toelichting
Met dit amendement wordt de mogelijkheid om te kiezen voor een vrijwillig eigen risico
afgeschaft. Met het eigen risico wordt er namelijk een mogelijkheid gecreëerd om korting
op de nominale premie te verkrijgen. Hierdoor wordt de premie lager voor mensen die
kiezen voor een vrijwillig eigen risico en daarmee tegelijkertijd iets hoger voor
mensen die geen vrijwillig eigen risico hebben. Dit heeft natuurlijk gevolgen voor
de inkomsten van verzekeraars. Zij krijgen minder premie inkomsten vanuit de groep
die een vrijwillig eigen risico heeft.
Het CPB stelt dat het vrijwillig eigen risico gerechtvaardigd kan worden als de korting
op de premie wordt betaald door de groep die ook kiest voor een vrijwillig eigen risico.
De groep met een vrijwillig eigen risico zou dan dusdanig minder zorg moeten gebruiken
zodat de korting op de premie vanuit die besparing kan worden gefinancierd. Het remgeldeffect
moet minstens even groot zijn als de premie korting. Op het moment dat daar geen sprake
van is, dan is er bij het vrijwillig eigen risico sprake van kruissubsidiering.
Dat het vrijwillig eigen risico de solidariteit in de zorgverzekeringswet onder druk
zet, is ook af te leiden uit de groep mensen die kiest voor het vrijwillig eigen risico.
Het vrijwillig eigen risico wordt vooral gekozen door jonge hoogopgeleide mannen,
met een hoog inkomen en een goede gezondheid. Het vrijwillig eigen risico is financieel
voordelig voor deze groep. De premiekorting die samenhangt met het vrijwillig eigen
risico is voor vrouwen, mensen met een laag inkomen, een minder hoge opleiding of
een slechtere gezondheid niet aantrekkelijk. Tegelijkertijd betalen deze groepen wel
mee aan de premiekorting voor mensen waarvan de persoonlijke situatie wel een vrijwillig
eigen risico toestaat.
De mogelijkheid voor gezonde mensen om extra te besparen op de premie door het vrijwillig
eigen risico te verhogen is oneerlijk. Gezonde mensen kunnen tot 336 euro korting
krijgen op hun jaarlijkse zorgpremie, terwijl mensen met een chronische aandoening
of ziekte deze mogelijkheid niet hebben. Het verschil tussen zorgkosten van gezonde
en niet gezonde mensen wordt hierdoor nog groter. Iemand met een chronische aandoening
is al snel het volledig eigen risico kwijt in combinatie met een maximale eigen bijdrage
voor medicijnen. Deze persoon betaalt dan 635 euro extra aan eigen bijdragen. Het
verschil met iemand die 336 euro korting op de premie krijgt is dan 971 euro.
Of, en zo ja in welke mate, er sprake was van kruissubsidiering was tot juli 2021
nog niet goed onderzocht. Maar ondertussen blijkt uit onderzoek van Remmerswaal aan
de Universiteit van Tilburg: «dat het vrijwillig eigen risico het zorggebruik nauwelijks
afremt, wat betekent dat mensen zonder een vrijwillig eigen risico bijdragen aan de
premiekorting voor verzekerden met een vrijwillig eigen risico.» In het debat over
het afschaffen van de collectiviteitskorting zei de Minister van VWS dat de premieopslag
3 euro per jaar was.
Samenvattend is het vrijwillig eigen risico een financieel voordelige regeling voor
een specifieke groep, namelijk hoogopgeleide, jonge mannen, met een hoog inkomen en
een goede gezondheid. De premiekorting die deze groep krijgt wordt betaald door de
rest van de premiebetalers die geen vrijwillig eigen risico hebben. Aangezien deze
kruissubsidiering onwenselijk is, wordt met dit amendement het vrijwillig eigen risico
afgeschaft.
Artikel 1B betreft overgangsrecht dat ervoor zorgt dat bij de berekening van het over
de jaren voor inwerkingtreding verschuldigde eigen risico de oude bepalingen nog gelden,
ook ten aanzien van zorgkosten die pas na inwerkingtreding van de wet verwerkt worden
over de voorafgaande jaren.
Bij de formulering van dit amendement is uitgegaan van de tekst zoals die komt te
luiden als gevolg van de Wet van 11 mei 2022, houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet
in verband met het afschaffen van de collectiviteitskorting (Stb. 2022, 185), die per 1 januari 2023 in werking treedt (op grond van het Besluit van 9 juni 2022
tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 11 mei 2022,
houdende wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het afschaffen van de
collectiviteitskorting (Stb. 2022, 185)).
Ellemeet
Mohandis
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E. Ellemeet, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Mohammed Mohandis, Tweede Kamerlid