Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bikker over het bericht dat ’Haagse moskee wilde meewerken aan kortstondig uithuwelijken voor seks en geld’
Vragen van het lid Bikker (ChristenUnie) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Haagse moskee wilde meewerken aan kortstondig uithuwelijken voor seks en geld» (ingezonden 25 mei 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 5 juli 2022). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3141.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Haagse moskee wilde meewerken aan kortstondig
uithuwelijken voor seks en geld»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u onze afkeer over dergelijke praktijken waarin een machtspositie wordt misbruikt
om vrouwen in een kwetsbare positie er toe te brengen seks te hebben tegen betaling?
Antwoord 2
Ja. Ik vind het van groot belang om seksueel geweld, waaronder het dwingen van een
ander tot het plegen van seksuele handelingen, te voorkomen en aan te pakken.
Vraag 3
Hoe verhoudt dit fenomeen, waarin kortstondig en tegen betaling een huwelijk wordt
gesloten om zo seks tegen betaling te kunnen hebben, zich tot de artt. 273f, 273g
en 449 Wetboek van Strafrecht en tot art. 1:68 Burgerlijk Wetboek? Vindt u het wenselijk
dat deze artikelen gehandhaafd worden?
Antwoord 3
In Nederland wordt alleen het burgerlijk huwelijk wettelijk erkend. In Nederland is
het verboden voor een priester, rabbijn of imam om een religieus huwelijk te sluiten
zonder dat daar een burgerlijk huwelijk aan vooraf is gegaan conform art. 449 Wetboek
van Strafrecht en art. 1:68 Burgerlijk Wetboek. Een religieus huwelijk zonder een
burgerlijk huwelijk, hoe kort ook, is niet wettig.
Wanneer het huwelijk onder dwang wordt afgesloten, is dit strafbaar in Nederland als
vorm van dwang (art. 284 Sr).
Indien sprake is van betaalde seks kan worden gesproken van sekswerk. Kenmerkend voor
sekswerk is het zich bedrijfsmatig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele
handelingen met een ander tegen betaling. Het moet hierbij gaan om vrijwilligheid
en wederzijdse instemming op basis van gelijkwaardigheid. Een klant van een sekswerker
die weet of een vermoeden heeft dat er sprake is van dwang, uitbuiting of mensenhandel
is strafbaar volgens art. 273g Wetboek van Strafrecht.
Het dwingen – al dan niet door gebruikmaking van de kwetsbaarheid van de ander – tot
het plegen van seksuele handelingen, kan het strafbare feit verkrachting opleveren.
Indien een ander gedwongen wordt tot seksuele handelingen met een derde, kan sprake
zijn van seksuele uitbuiting. Dit is, als mensenhandel, strafbaar op grond van artikel
273f Wetboek van Strafrecht.
Indien sprake is van strafbare feiten zoals omschreven in bovengenoemde artikelen
is het van belang dat hierop wordt gehandhaafd.
Vraag 4
Heeft u signalen dat dit op meer plaatsen in Nederland voorkomt en op welke wijze
waarschuwt u de bevoegde instanties ter plaatse voor dit ongewenste fenomeen? Welke
mogelijkheden ziet u om onderzoek te doen naar aard en omvang van deze en andere vormen
van «schijnhuwelijken» in Nederland?2 Bent u bereid hier ook toe over te gaan? Zo nee, waarom niet? Hoe voorkomt u dat
fenomeen zich voor blijft doen?
Antwoord 4
Tot op heden heeft het kabinet geen signalen ontvangen dat er in Nederland zogenaamde
plezierhuwelijken worden afgesloten. Op dit moment ziet het Kabinet daarom geen aanleiding
om een onderzoek te starten naar deze vorm van huwelijken.
Vraag 5
Welke hulpverlening is er beschikbaar voor de betrokken vrouwen en op welke wijze
wordt er aan gewerkt dat mogelijke slachtoffers ook daadwerkelijk weet hebben van
het hulpaanbod?
Antwoord 5
Slachtoffers van dreigende huwelijksdwang kunnen terecht bij Veilig Thuis en/of het
landelijk knooppunt huwelijksdwang en achterlating (LKHA) voor – indien gewenst anoniem
– advies en/of ondersteuning. Ook andere personen kunnen bij vermoedens van huwelijksdwang
advies vragen bij Veilig Thuis en/of het LKHA. Het Ministerie van VWS werkt samen
met partnerorganisaties op verschillende manieren aan de bekendheid van deze hulpverlening.
Zo loopt er op dit moment een campagne waarbij middels (digitale) posters en radioberichten
aandacht wordt gevraagd voor signalering en preventie van schadelijke praktijken,
waaronder huwelijksdwang. Belangrijk is dat professionals zich bewust zijn van het
voorkomen van deze vorm van uitbuiting en dit kunnen signaleren. Voor slachtoffers
van mensenhandel is zowel opvang als gespecialiseerde hulp, gericht op minderjarigen
en volwassenen, beschikbaar.
Voor professionals is de website wegwijzer mensenhandel beschikbaar3. De wegwijzer geeft uitleg over het onderwerp mensenhandel, hoe slachtoffers kunnen
worden herkend, wat de verschillende rechten zijn van slachtoffers van mensenhandel
en op welke regelingen zij aanspraak kunnen maken. Op de website staat ook een overzicht
van alle zorgcoördinatoren per provincie. Zorgcoördinatoren zijn organisaties met
specialistische kennis over het hulp- en zorgaanbod voor slachtoffers mensenhandel
in een bepaalde regio.
Er zijn verschillende organisaties die slachtoffers van mensenhandel identificeren
en helpen. Bijvoorbeeld het Coördinatiecentrum Mensenhandel (CoMensha). Deze organisatie
zorgt dat de slachtoffers worden verwezen naar de juiste zorginstelling.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.