Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Michon-Derkzen over het verdwijnen van sektesignaal
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het verdwijnen van sektesignaal (ingezonden 11 mei 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 5 juli
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2944.
Vraag 1 en 2
Erkent u dat uw voorganger de discussie rondom georganiseerd ritueel misbruik onterecht
heeft vermengd met het uitvoeren van een aangenomen motie van de leden Van Nispen
(SP) en Van Wijngaarden (VVD)1 die oproept tot de instelling van een meldpunt voor sektesignalen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, bent u bereid deze punten weer uit elkaar te halen?
Bent u bereid om alsnog per direct uitvoering te geven aan de aangenomen motie en
aldus niet langer te wachten om het meldpunt voor slachtoffers van sektes en hun familieleden
op te richten, zeker nu het onderzoek naar georganiseerd ritueel misbruik vertraging
heeft opgelopen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1 en 2
De uitvoering van de motie van de leden Van Nispen en Van Wijngaarden is door mijn
ambtsvoorganger zorgvuldig ter hand genomen. Ook ik vind het van belang dat tegen
sektes wordt opgetreden en dat slachtoffers worden geholpen en ergens terecht kunnen
als zij daar behoefte aan hebben. Ik hecht er wel aan dat eventuele beslissingen op
dit vlak worden genomen op basis van een volledig en feitelijk beeld. Bij mijn afweging
zal ik daarom drie onderzoeken betrekken. Deze drie onderzoeken raken allen aan het
omgaan met sektes, maar gaan daar niet specifiek of uitsluitend over. In die zin begrijp
ik de vraag van de leden Van Nispen en Michon-Derkzen goed. Wel leveren al die onderzoeken
samen een goed en integraal beeld op.
Op 15 maart jl. heeft het WODC haar onderzoek «methodologie onderzoek verborgen fenomenen»2 op haar website gepubliceerd. Daaruit blijkt dat «de kernconclusie van het onderzoek
is dat de gevraagde deskundigen geen heil zien in een betrouwbare omvangschatting
op basis van de nu bekende methodes. Bij alle geselecteerde vormen van kindermishandeling
is de registratie een obstakel voor een valide en betrouwbare schatting.» De onderzoekers
geven tevens aan geen heil te zien in een vervolgonderzoek. Het WODC heeft besloten
dat vervolgonderzoeken naar het verkennen van databronnen en een daadwerkelijke schatting
van de omvang niet uitgevoerd kunnen worden. Hiermee is de motie-Van den Berge c.s3. deels van een antwoord voorzien.
In opdracht van het WODC voert een onafhankelijk onderzoeksbureau momenteel onderzoek
uit naar het Landelijk Expertisecentrum Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) van de politie.
Dit onderzoek richt zich onder meer op de doelen, taken en samenstelling, de feitelijke
uitvoering van de taken en de kwaliteitsbewaking bij het werk van het LEBZ. Het onderzoek
wordt naar verwachting in het najaar van 2022 afgerond.
Ik heb tot slot de commissie Hendriks gevraagd om te adviseren over het instellen
van een meldpunt. In mijn brief aan uw Kamer van 4 mei jl.4 heb ik u bericht dat de Commissie Hendriks verwacht 1 november het rapport op te
leveren.
Ik zal de door uw Kamer ingediende motie conform de bedoeling uitvoeren, zodat de
functies van het meldpunt op de meest geschikte plaats worden ondergebracht. Daarnaast
betrek ik bij mijn afweging uiteraard ook de ervaringen die zijn opgedaan na het verdwijnen
van het Sektesignaal.
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe de politie op dit moment invulling geeft aan haar taak om als
meldpunt voor sektesignalen te fungeren? Is er bijvoorbeeld voldoende kennis binnen
de politie om meldingen over sektes adequaat op te pakken en slachtoffers de juiste
hulp te bieden?
Antwoord 3
De politie en andere betrokken instanties zijn goed in staat meldingen op te nemen
en mistanden en strafbare feiten adequaat aan te pakken. Organisaties als Slachtofferhulp
Nederland kunnen ondersteuning bieden bij de verwerking van strafbare gedragingen.
Indien gewenst kunnen GGZ-instellingen geestelijke gezondheidszorg bieden en gemeenten
maatschappelijke hulp.
De politie heeft altijd voor elk slachtoffer van misbruik een werkwijze die passend
is,5 of dit nu slachtoffers zijn van pro-ana, sektes, sporttrainers of trantramassseurs.
Zij hanteert een aanpak waarbij maatwerk wordt geleverd aan slachtoffers en melders
van misbruik, waaronder het koppelen aan een slachtofferadvocaat, herstelbemiddeling,
mediation en hulpverleningstrajecten.
Op 14 juni 2022 is door uw Kamer een motie van het lid Van Nispen6 aangenomen die oproept tot het aanpakken van knelpunten in de huidige aanpak van
sekten. Ik zal ook aan deze motie uitvoering geven en – in samenspraak met politie,
maar ook Slachtofferhulp Nederland – de knelpunten voor slachtoffers van sektes inventariseren
en in kaart brengen. Deze zomer zal een ambtelijke verkenning plaatsvinden over vorm
en inhoud van een mogelijk meldpunt. Zoals in antwoord op vraag 2 genoemd, zal ik
uw Kamer vervolgens zo spoedig als mogelijk informeren over de inrichting van een
meldpunt van slachtoffers van sektes.
Vraag 4
Weten slachtoffers en familieleden de politie voldoende te vinden om signalen over
sektes te delen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Kunt u aangeven hoeveel signalen over
sektes het meldpunt sektesignaal op jaarbasis binnenkreeg voordat het werd opgeheven
en hoeveel signalen de politie op jaarbasis binnenkrijgt?
Antwoord 4
De politie heeft mij bericht geen signalen te hebben dat meldingen over strafbare
feiten over eventuele sektes of sektarische gedragingen niet of niet goed worden opgevolgd
binnen de politie.
In antwoord op Kamervragen van het lid Van Nispen c.s.7 heeft mijn ambtsvoorganger aangegeven dat uit het jaarverslag 2019 van Sektesignaal
naar voren komt dat Sektesignaal in 2019 267 keer is gebeld. Dit heeft geleid tot
103 dossiers waarin melding werd gedaan van misstanden en/of strafbare feiten. Sektesignaal
deelde deze informatie niet met de opsporing, maar melders kregen wel het advies om
melding of aangifte te doen.
Uit de jaarverslagen van Sektesignaal van de afgelopen jaren blijkt dat in 2018 209
meldingen werden gedaan die leidden tot 81 (nieuwe) dossiers van meldingen van misstanden
en/of strafbare feiten. In 2017 zijn er 76 (nieuwe) dossiers opgemaakt waarbij melding
is gemaakt van misstanden en/of strafbare feiten. In 2016 werd in 78 van de 199 (nieuwe)
dossiers melding gedaan van misstanden en/of strafbare feiten. Op basis van deze cijfers
concludeer ik dat het aantal meldingen bij Sektesignaal de afgelopen jaren redelijk
constant is geweest.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.