Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Arib over het intimideren van kritische ambtenaren van BZK
Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het intimideren van kritische ambtenaren van BZK (ingezonden 10 juni 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 5 juli 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Kritiekgevers Omgevingswet door BZK geïntimideerd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom worden ambtenaren «die als privépersoon of in een andere hoedanigheid kritische
artikelen op LinkedIn publiceren, [...] op dwingende wijze door het ministerie gevraagd
daarmee te stoppen en voortaan hun «bek te houden»»? Deelt u de mening dat dit niet
getuigt van een veilige werkomgeving?
Antwoord 2
In de vergadering in de Eerste Kamer van de commissies voor Infrastructuur, Waterstaat
en Omgeving (IWO) en voor Economische Zaken en Klimaat/Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(EZK/LNV) van 17 mei jl. zijn signalen naar voren gekomen over het onder druk zetten
van medewerkers die zijn betrokken bij de invoering van de Omgevingswet. Naar aanleiding
daarvan heb ik aan de secretaris-generaal van het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties gevraagd om nadere gesprekken te voeren vanuit zijn verantwoordelijkheid
voor de organisatie. De secretaris-generaal heeft gesproken met de desbetreffende
senator en dat heeft ertoe geleid dat zich vier personen hebben gemeld die over hun
ervaringen een gesprek willen voeren met de secretaris-generaal. Twee gesprekken hebben
inmiddels plaatsgevonden, twee andere vinden binnenkort plaats.
Eén gesprek dat al heeft plaatsgevonden leidt niet tot een klacht, maar tot een nader
gesprek tussen betrokkenen. Het andere gesprek dat al heeft plaatsgevonden leidt tot
een klacht die de secretaris-generaal zal onderzoeken en beoordelen.
Daarnaast voert de secretaris-generaal naar aanleiding van de ontvangen signalen binnen
de organisatie het gesprek over omgangsvormen en de grenzen van integer escalatiegedrag.
Het is belangrijk dat, als er signalen zijn over ongewenst gedrag van medewerkers,
deze worden gemeld en zo concreet mogelijk worden. Dan kan dat worden besproken en
onderzocht. Waar mogelijk kunnen dan verbeteringen worden doorgevoerd en zo nodig
opgetreden.
Ik hecht eraan te benadrukken dat ik de signalen die zijn afgegeven zeer serieus neem,
maar tegelijkertijd niet herken dat dit de manier van werken is van de tientallen
mensen die zich dagelijks, onder hoge druk en zeer gemotiveerd, inzetten voor de invoering
van de Omgevingswet.
Vraag 3
Kent u zelf ook signalen van uw ambtenaren waaruit blijkt dat zij niet vrij zijn of
zich niet vrij voelen om zich uit te spreken over de Omgevingswet of andere zaken?
Zo ja, waar bestaan die signalen uit? Zo nee, waarom weet een journalist dat dan wel?
Antwoord 3
Dergelijke signalen heb ik niet. De signalen die ons inmiddels bekend zijn betreffen
geen van alle medewerkers van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Vraag 4
Kunt u uitsluiten dat er binnen uw ministerie sprake is van intimidatie van ambtenaren
die een afwijkende mening hebben? Zo ja, hoe dan? Zo nee, wat gaat u doen om deze
intimidatie te stoppen?
Antwoord 4
Ik kan dat niet uitsluiten. Als werkgever vind ik het belangrijk dat medewerkers zich
vrij voelen om een afwijkende mening te hebben en deze te uiten. Het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stimuleert medewerkers ook om zich uit te
spreken, onder andere door het programma Loyale tegenspraak. Het mag duidelijk zijn
dat intimidatie niet past binnen een overheidsorganisatie en daar waar er signalen
of meldingen zijn van intimidatie wordt opgetreden.
Vraag 5
Wat wordt er precies bedoeld met «signalen van niet-professionele escalatie»? Is daarbij
sprake van intimidatie?
Antwoord 5
Daarmee wordt gedoeld op de signalen over het onder druk zetten van medewerkers die
zijn betrokken bij de invoering van de Omgevingswet.
Vraag 6
Wat wordt er precies bedoeld met «integer escalatiegedrag»?
Antwoord 6
Daarmee wordt gedrag bedoeld zoals omschreven in de Gedragscode Integriteit Rijk,
met name over het bespreken van dilemma’s en vraagstukken op het gebied van integriteit
en het melden van vermoedens van integriteitsschendingen.
Vraag 7
Is het waar dat een ambtenaar die de Kamer moest informeren over de stand van zaken
betreffende de Omgevingswet de vraag kreeg «Kun je goed liegen?»? Zo ja, hoe verhoudt
zich dat tot het volledig of juist informeren van de Kamer? Zo nee, wat is er dan
niet waar?
Antwoord 7
Hiervan is ons niets bekend.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.