Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het toezenden van adviezen van de Landsadvocaat met betrekking tot de WOZ-cap en de middenhuur
Vragen van het lid Van Haga (Groep van Haga) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het toezenden van adviezen van de Landsadvocaat met betrekking tot de WOZ-cap en de middenhuur (ingezonden 7 juni 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
4 juli 2022).
Vraag 1
Bent u het ermee eens dat op grond van artikel 68 van de Grondwet, het kabinet de
Tweede Kamer alles moet vertellen, behalve als de informatievoorziening tegen het
belang van de Staat ingaat?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het «belang van de Staat» kwesties als de nationale veiligheid
of terreur betreffen, en niet mogelijke gerechtelijke procedures tegen de Staat in
verband met voorgenomen beleid over de volkshuisvesting?
Antwoord 2
Nee. Het belang van de staat omvat inderdaad mede de veiligheid van de staat, maar
is breder dan dat. In welke gevallen het belang van de staat in de weg staat aan openbaarmaking,
is niet in theorie en ook niet aan de hand van voorbeelden volledig of exact te beantwoorden.
Wel is een aantal aspecten te noemen dat algemeen wordt aanvaard als redenen die kunnen
leiden tot de conclusie dat het belang van de staat in een concreet geval in de weg
staat aan verstrekking van bepaalde informatie. Naast de reeds genoemde veiligheid
van de staat zijn dat bijvoorbeeld internationale en diplomatieke belangen, wettelijke
geheimhoudingsplichten, lopende onderhandelingen en ook de bescherming van het procesbelang
van de staat. Het procesbelang van de staat wordt geschaad wanneer door het verstrekken
van de gevraagde informatie inzicht wordt geboden in de procespositie van de staat
in een (mogelijk toekomstige) gerechtelijke procedure.
Vraag 3
Kunt u uitleggen op welke manier het openbaar maken van de adviezen van de Landsadvocaat
over de WOZ-cap en de middenhuur het belang van de Staat zou schenden? Welke staatsbelangen
spelen er om de informatievraag hierover te weigeren? Graag een gedetailleerde reactie.
Antwoord 3
Inzake de WOZ-cap is in februari 2021 een conceptdagvaarding ontvangen. Ook is 29 september
2021 een artikel verschenen over een mogelijke miljardenclaim bij ongewijzigde invoering
van de WOZ-cap.1 Het openbaar maken van het advies van de Landsadvocaat zou de processuele positie
van de staat kunnen verzwakken en daarmee het belang van de staat kunnen schaden.
Voor meer gedetailleerde informatie verwijs ik u naar het afschrift van de brief van
de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie aan van Warners
van Otterloo Sandberg Advocaten te Amsterdam d.d. 12 februari 2021. Dat afschrift
is toegezonden bij brief van 17 mei 2021.2
Wat betreft adviezen van de Landsadvocaat over de middenhuur kan ik u mededelen dat
daarover op dit moment geen advies is uitgebracht.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de argumentatie van de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijksrelaties om de adviezen niet naar de Kamer te sturen, omdat de adviezen
dateren van vóór het besluit (d.d. 1 juli 2021) waarin werd geregeld dat ze in beginsel
openbaar zijn? Bent u het ermee eens dat ook voordat genoemd besluit in werking trad,
het kabinet uit moest gaan van het zeer vergaande recht op informatie op grond van
artikel 68 van de Grondwet?
Antwoord 4
Het antwoord van mijn ambtsvoorganger is geheel in lijn met de kabinetsreactie op
het rapport «Ongekend onrecht»3. In die kabinetsreactie is de nieuwe beleidslijn voor openbaarmaking van adviezen
van de Landsadvocaat geschetst: per 1 juli 2021 worden adviezen van de Landsadvocaat
openbaar gemaakt voor zover die niet zien op procedures, maar het karakter hebben
van algemeen juridische beleidsadviezen. Adviezen die de Landsadvocaat geeft in het
licht van lopende of mogelijke procedures zullen niet openbaar worden gemaakt, omdat
het procesbelang van de staat daaraan in de weg staat. De hier bedoelde advisering
van de Landsadvocaat dateerde echter van april 2021, dus van voor de datum waarop
de nieuwe beleidslijn van kracht is geworden. De Landsadvocaat hoefde destijds nog
geen rekening te houden met mogelijke openbaarmaking van de adviezen. Mijn ambtsvoorganger
gaf daarbij tevens aan dat ook indien de adviezen van na 1 juli 2021 zouden dateren,
deze op dat moment in de tijd niet zouden worden verstrekt gelet op de aangekondigde
procedure. Dit zou immers in strijd zijn met het procesbelang van de staat en daarmee
met het belang van de staat, zoals genoemd in artikel 68 van de Grondwet. Zie hierover
ook mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5 en 6
Bent u bereid de betreffende adviezen van de Landsadvocaat vertrouwelijk naar de Kamer
te sturen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid dit te doen voorafgaand aan het
debat over de Staat van de Volkshuisvesting op 30 juni a.s.?
Bent u bereid tenminste de adviesvraag (d.d. april 2021) van het kabinet aan de Landsadvocaat
– al dan niet vertrouwelijk – naar de Kamer te sturen? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
bent u bereid dit te doen voorafgaand aan het debat over de Staat van de Volkshuisvesting?
Antwoord 5 en 6
Nee. Het procesbelang – en daarmee het belang van de staat – verzet zich ook tegen
het vertrouwelijk bij de Kamer ter inzage leggen van het advies van de Landsadvocaat.
De staat moet – net zoals iedere deelnemer aan het maatschappelijk verkeer – de gelegenheid
hebben om zich vertrouwelijk voor bijstand en advies te wenden tot een advocaat.4
Vraag 7
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de Staat van de Volkshuisvesting?
Antwoord 7
Ik heb mij ingespannen om deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.