Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over de brandbrief van de NVvR over de werkdruk rechtspraak en OM
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over de brandbrief van de NVvR over de werkdruk rechtspraak en OM (ingezonden 16 mei 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namensde mrb,
mede namensde Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen 4 juli 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2999.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de brandbrief van de Nederlandse Vereniging voor de Rechtspraak
(NVvR) aan de Raad voor de Rechtspraak (RvdR) over de hoge werkdruk bij de rechtspraak
en het Openbaar Ministerie (OM)?1
Antwoord 1
Dat de Rechtspraak en het Openbaar Ministerie te kampen hebben met een hoge werkdruk
is bekend en is al geruime tijd onderwerp van gesprek tussen het ministerie en de
Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal. De Raad voor de rechtspraak
heeft de brief van de NVvR zo snel mogelijk schriftelijk beantwoord en heeft hierover
op 30 mei jl. met de NVvR gesproken. Daar is met de NVvR gedeeld dat ook de Raad van
mening is dat het huidige overwerkniveau te hoog is; er heeft een daling plaatsgevonden,
maar die is nog te gering. De Raad heeft onder de aandacht gebracht welke acties in
gang zijn gezet. Het College heeft ook een reactie gestuurd aan de NVvR en het onderwerp
geagendeerd voor het eerstkomende bestuurlijk overleg.
Vraag 2
Wat vindt u van de volgende constatering van de NVvR: «Het tekort aan rechters of
het tekort aan financiering voor de rechtspraak om voldoende rechters aan te stellen
wordt nog steeds opgelost door meer van rechters te vragen dan waarvoor zijn worden
betaald en dit ten koste van de duurzame inzetbaarheid. Dit kan negatieve gevolgen
hebben voor de uitstroom van rechters en op de aantrekkelijkheid van werken bij de
rechtspraak.»2 Deelt u de mening dat dit zo niet langer kan?
Antwoord 2
Ik onderschrijf de constatering dat er hoge eisen worden gesteld aan rechters en officieren
van justitie. Zij doen zeer verantwoordelijk werk met soms grote gevolgen voor partijen
in een omgeving die steeds complexer wordt en steeds meer specialisatie en maatwerk
vraagt. Het OM en de Rechtspraak zijn zich zeer bewust van de risico’s die het hoge
niveau van overwerk en werkdruk met zich meebrengt en nemen daartoe de benodigde maatregelen.
Zie hiervoor het antwoord op vragen 5, 6 en 7.
Vraag 3 en 4
Welke risico’s brengt dit volgens u met zich mee voor de kwaliteit van het cruciale
werk van de zittende en de staande magistratuur?
Deelt u de mening dat er sprake is van structureel overwerk en dat dit onaanvaardbaar
is? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3 en 4
De Rechtspraak en het Openbaar Ministerie zorgen ervoor dat de kwaliteit van het werk
op het benodigde hoge peil blijft. Wel heeft de personeelskrapte gevolgen voor het
aantal uren dat wordt gewerkt en voor de doorlooptijden waarmee rechtszaken kunnen
worden afgehandeld. Ik waardeer zeer dat het verantwoordelijkheidsgevoel, de loyaliteit
en bevlogenheid van de medewerkers van de Rechtspraak en het OM groot is, maar erken
ook dat dit soms op gespannen voet kan staan met de duurzame inzetbaarheid en vitaliteit
van individuele medewerkers. Het langdurig voortbestaan van een hoog niveau van overwerk
en werkdruk is niet wenselijk. Voor elke werkgever geldt daarom dat ze waakzaam moet
zijn voor overbelasting van medewerkers. Zoals gesteld in het antwoord op vraag 1
hebben het OM en de Rechtspraak de problematiek van het overwerk en de werkdruk al
geruime tijd op de agenda en worden daartoe maatregelen getroffen. Zie hiervoor het
antwoord op vragen 5, 6 en 7.
Vraag 5, 6 en 7
Welke rol kent u uzelf toe om de capaciteit van de opleidingen te vergroten en te
zorgen voor voldoende opleiders?
Wat gaat u doen om het bredere probleem van de werkdruk te bespreken en bij te dragen
aan oplossingen?
Bent u in ieder geval bereid om met de RvdR, het OM en de NVvR hierover in gesprek
te gaan en de Kamer te informeren over de maatregelen die u kunt nemen om de werkdruk
te verminderen en de kwaliteit te waarborgen?
Antwoord 5, 6 en 7
Zoals aangegeven is het gesprek over werkdruk gaande. De Raad voor de rechtspraak
en het College van procureurs-generaal hebben de werkdrukproblematiek binnen de Rechtspraak
en het OM al geruime tijd geleden op de agenda gezet en zij hebben de ambitie om maatregelen
te treffen om de werkdruk te verlagen. Daarnaast spreken de Rechtspraak en het OM
de verwachting uit om binnen de bestaande en de nieuwe middelen innovatiever en efficiënter
te gaan werken om zaken praktischer maar kwalitatief net zo verantwoord af te doen.
De rol van de Minister van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming ten aanzien
van het OM en Rechtspraak bestaat eruit de randvoorwaarden te scheppen om Raad en
College in staat te stellen de noodzakelijke maatregelen en voorzieningen te treffen.
Zoals aangegeven in de zogenoemde hoofdlijnenbrief (9 februari 2022, Kamerstukken
II, 35 925 VI, nr. 132 wordt aan de Rechtspraak en het OM structureel extra budget toegekend om de organisaties
toekomstbestendig te maken, onder meer in termen van capaciteit, wendbaarheid, kwaliteit
van de informatievoorziening, digitalisering en innovatie en voor verbetering van
de ketensamenwerking.
Om de werkdruk te verlagen is het OM bovenop de reguliere instroom van officieren
van justitie reeds vorig jaar gestart met het laten instromen en opleiden van 100
extra officieren. Daarbij zijn nieuwe methoden ingezet om – gegeven de krappe arbeidsmarkt
– kandidaten te werven en te selecteren. Ook is de wijze van opleiden gemoderniseerd
en zijn loopbaanpaden geconcretiseerd om het werken bij het OM aantrekkelijker te
maken. Met officieren van justitie die werken in management- en beleidsfuncties is
afgesproken dat zij een vastgesteld aantal uren per maand op strafzaken worden ingezet.
Uit recent tijdsbestedingsonderzoek van het OM is gebleken dat officieren van justitie
relatief veel tijd moeten besteden aan werkzaamheden die niet in direct verband staan
met het behandelen van strafzaken. Het gaat hier onder meer om beleidsoverleggen met
ketenpartners. Het College heeft de ambitie het volume van deze indirecte werktijd
terug te dringen. Zo zullen vaker medewerkers met een ander type functie, zoals beleidsmedewerkers
en interventiespecialisten, voor dit type werk worden ingezet. Eén van de oorzaken
van de hoge werkdruk bij het OM is haperende ICT. Het OM is een programma gestart
om de continuïteit van de ICT te waarborgen en het aantal verstoringen is de laatste
maanden afgenomen.
Aan de Raad voor de rechtspraak worden extra middelen toegekend om onder meer de personele
capaciteit op orde te krijgen. Over de precieze uitwerking daarvan wordt u de komende
maanden nader geïnformeerd. De prijsbesprekingen met de Raad voor de rechtspraak voor
de periode 2023–2025 zijn momenteel gaande. De Raad investeert onder andere in een
uitbreiding van de opleidingscapaciteit. Waar eerst 80 nieuwe rechters per jaar werden
aangetrokken en opgeleid, zijn dat er momenteel 130. Daarnaast worden meer juridisch
medewerkers aangetrokken, wordt de ICT ondersteuning verbeterd en worden niet-rechters
ingezet als projectleiders en/of teamvoorzitters. Het verminderen van de werkdruk
is een expliciet aandachtspunt in de leiderschapscursussen en in het Medewerkerswaarderingsonderzoek.
Ook is er de mogelijkheid om een Mental Heath Check aan te vragen en vinden jaarlijkse
evaluatiegesprekken plaats waarin aandacht wordt besteed aan de werkdruk. Onder Tijdige
rechtspraak wordt gewerkt aan de verbetering van het roosteren en plannen. Dit brengt,
naast het doel van het terugdringen van de doorlooptijden, meer rust en regelmaat
– en daarmee werkplezier – in de agenda. Tot slot zal de werkdruk en het overwerk
aan de orde komen in de visitatie gerechten die dit jaar wordt uitgevoerd. De visitatie
ziet hoofdzakelijk op de invoering van de professionele standaarden, die voor een
deel zijn ingezet om de werkdruk te verminderen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.