Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Piri en Mutluer over het bericht ‘Nauwere samenwerking tussen Nederlandse en Marokkaanse politie’
Vragen van de leden Piri en Mutluer (beiden PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Nauwere samenwerking tussen Nederlandse en Marokkaanse politie» (ingezonden 12 mei 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken (ontvangen 4 juli 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Nauwere samenwerking tussen Nederlandse en
Marokkaanse politie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Op welk moment was u voornemens de Kamer te informeren over deze vergaande samenwerking
tussen de Nederlandse en Marokkaanse politie?
Antwoord 2
Marokko is een belangrijk partnerland in de aanpak van georganiseerde en ondermijnende
criminaliteit, hieronder valt ook het opsporen en ontnemen van illegaal verkregen
vermogen. In de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer d.d.
14 december 2021 inzake Marokko is aangegeven dat wordt gestreefd naar versterking
van de politiesamenwerking met Marokko. Middels het eerste halfjaarbericht Politie
2022 is uw Kamer nader geïnformeerd over de stand van zaken van de samenwerking tussen
Nederland en de Marokkaanse politie.2
Vraag 3
Waarom bent u overgegaan tot deze vergaande samenwerking voordat u middels de beantwoording
van de gestelde vragen in het kader van het schriftelijk overleg over de brede relatie
met Marokko van 19 januari jl. verantwoording heeft afgelegd aan de Kamer?3 Wanneer worden deze vragen eindelijk beantwoord?
Antwoord 3
Het bezoek van de korpschef aan Marokko stond in het teken van nadere kennismaking,
het aanhalen van de relaties en het bespreken van de wederzijdse belangen in betere
samenwerking om georganiseerde criminaliteit te bestrijden. De antwoorden op het schriftelijk
overleg over de brede relatie met Marokko zijn op 11 mei aan de Kamer verzonden4. Hierin zijn ook nog de uitkomsten meegenomen van het gesprek dat de Minister van
Buitenlandse Zaken had met zijn collegaminister in de marge van de Anti ISIS Coalitie
Ministeriele.
Vraag 4
Is dit besluit een opmaat naar een uitleveringsverdrag tussen Nederland en Marokko?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Ik verwijs hierbij naar de Kamerbrief van 14 december 2021 en het antwoord 31 op de
Reactie op verzoek van de commissie Buitenlandse Zaken over de brede relatie met Marokko
(ref. nr. Kamerstuk 35 925 V, nr. 61).
In deze Kamerbrief is het bilateraal actieplan toegelicht, dat op 8 juli 2021 door
Nederland en Marokko op hoogambtelijk niveau is ondertekend. In het Actieplan is afgesproken
te starten met gesprekken om de mogelijkheid van een uitleveringsverdrag te verkennen.
Zowel Nederland als Marokko hebben baat bij goede samenwerking op het gebied van rechtshulp,
justitiële samenwerking en dus ook uitlevering.
Internationale samenwerking is essentieel bij de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit.
Om deze reden is er reeds een verdrag voor wederzijdse rechtshulp en een verdrag op
het gebied van overdracht van gevonniste personen (WOTS) gesloten met Marokko. De
verkenning van de mogelijkheid van een uitleveringsverdrag past bij een voortgaande
ontwikkeling van de strafrechtelijke samenwerking met Marokko. De gesprekken omtrent
samenwerking op justitieel niveau, en de mogelijkheid van een uitleveringsverdrag,
moeten nog plaatsvinden.
Vraag 5
Bent u zich ervan bewust dat aangezien Marokko eerder al blijk heeft gegeven achter
mensenrechtenactivisten en politieke tegenstanders (o.a. van de Hirak-beweging) in
het buitenland aan te gaan, het besluit tot vergaande samenwerking tussen de politiediensten
tot angst leidt onder politieke tegenstanders in Nederland? Zo ja, waarom bent u dan
alsnog overgegaan tot vergaande samenwerking?
Antwoord 5
Voor het bestrijden van grensoverschrijdende criminaliteit, drugshandel, terrorisme
en extremisme dient er sprake te zijn van goede samenwerking. Nederland houdt zich
in deze samenwerkingsverbanden aan de geldende nationale en internationale wetgeving
en kaders waar het bijvoorbeeld uitwisseling van informatie betreft. Het kabinet staat
voor het beschermen van de rechten van iedereen in Nederland.
Vraag 6
Bent u zich ervan bewust dat de Marokkaanse politiediensten zich in het verleden onder
andere schuldig hebben gemaakt aan martelingen in de gevangenissen van leden van de
Hirak-beweging?5? Zo ja, waarom bent u dan alsnog overgegaan tot deze vergaande samenwerking?
Antwoord 6
Ik ben bekend met de berichtgeving van Human Rights Watch waar u naar verwijst. Anders
dan informatie van Human Rights Watch over deze vermeende martelingen en mediaberichten
beschik ik niet over eigenstandige informatie die de berichtgeving bevestigd, het
is aan de Marokkaanse autoriteiten zelf om hier onderzoek naar te doen.
Nederland heeft belang bij een goede samenwerking met de Marokkaanse politie gezien
het belang dat wij hechten aan het gezamenlijk optreden tegen grensoverschrijdende
criminaliteit en bijvoorbeeld de aanpak van drugshandel, terrorisme en extremisme.
Vraag 7
Bent u zich ervan bewust dat dhr. Abdellatif Hammouchi tevens de baas is van de Marokkaanse
inlichtingendienst en geheime politie, die in het verleden onder andere is beschuldigd
van intimidatie van kritische journalisten door middel van de inzet van het spywareprogramma
Pegasus?6 Zo ja, waarom bent u dan alsnog overgegaan tot vergaande samenwerking?
Antwoord 7
De manier waarop de hacksoftware volgens mediaberichtgeving wordt ingezet, namelijk
het onrechtmatig afluisteren van advocaten, politici, mensenrechtenverdedigers en
journalisten, acht het kabinet onaanvaardbaar, zoals ook aangegeven in eerdere reactie
op Kamervragen.7
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.