Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koerhuis en Michon-Derkzen over het bericht dat wetgeving doorrijden na een aanrijding aanzienlijk aangescherpt dient te worden
Vragen van de leden Koerhuis en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat wetgeving doorrijden na een aanrijding aanzienlijk aangescherpt dient te worden (ingezonden 2 juni 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 juli
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3241.
Vraag 1
Kent u het bericht «wetgeving doorrijden na een aanrijding dient aanzienlijk aangescherpt
te worden»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 2
Bewust doorrijden na een ongeval is onacceptabel en moet hard worden bestraft. Om
die reden is op 1 januari 2020 de wet aangepast en is de maximumstraf voor doorrijden
na een ongeval waarbij letsel is ontstaan, iemand overleden is of iemand in hulpeloze
toestand is achter gelaten, verhoogd van drie maanden naar één jaar. Ook zijn de opsporingsbevoegdheden
van de politie bij ernstige gevallen van doorrijden na een ongeval toen verruimd.
Vraag 3
Klopt de bewering van de Vereniging Verkeersslachtoffers dat als een doorrijder zich
binnen een bepaalde tijd na de aanrijding bij de politie meldt, dit geen consequenties
heeft voor de strafmaat?
Antwoord 3
In sommige gevallen geldt inderdaad dat als iemand zich binnen 12 uur meldt, hij of
zij niet voor het doorrijden na een ongeval vervolgd wordt. Ik wil voorop stellen
dat deze termijn in ieder geval niet geldt voor die gevallen waarbij een slachtoffer
in hulpeloze toestand wordt achtergelaten (artikel 7, eerste lid, onder b WVW 1994).
In dergelijke gevallen kan er altijd vervolgd worden voor het doorrijden na het ongeval,
ook als de dader zich alsnog binnen 12 uur meldt.
Echter, niet iedereen die doorrijdt na een ongeval doet dit bewust of heeft kwade
zin. Soms is een ongeval niet opgemerkt of ontstaat er uit paniek een vluchtreactie.
De 12-uurs termijn die in artikel 184 Wegenverkeerswet is opgenomen, is voor dit soort
gevallen bedoeld. Het stimuleert mensen om, nadat het besef is gekomen dat er een
ongeluk heeft plaatsgevonden of iemand spijt heeft van een vluchtreactie, zich alsnog
te melden. Dat is zowel in het belang van de dader en in het belang van het slachtoffer.
Voorwaarde is wel dat de verdachte zich vrijwillig en op eigen initiatief meldt bij
de politie. Als de bestuurder al is aangehouden of verhoord, dan kan er wel degelijk
vervolgd worden voor doorrijden na een ongeval.
Overigens kan de bestuurder altijd, ook als hij of zij zich binnen de 12 uur meldt
en niet vervolgd kan worden voor het doorrijden na de aanrijding, vervolgd worden
voor het veroorzaken van het ongeval zelf.
Vraag 4 en 5
In hoeverre kan het rijden onder invloed hiermee worden verborgen, aangezien alcohol
dan uit het bloed is verdwenen?
Bij een ernstig ongeval doen de politie en het OM uitgebreid onderzoek. Door middel
van bijvoorbeeld getuigenverklaringen kan duidelijk worden dat de bestuurder mogelijk
onder invloed was. Met de wetwijziging van 1 januari 2020 is het voor overtreding
van artikel 6 WVW (dood en letsel door schuld) en overtreding van artikel 5a WVW (roekeloos
rijgedrag) mogelijk geworden om verdachten ook buiten heterdaad aan te houden. Er
zijn bij de politie, OM en rechterlijke macht geen signalen dat deze termijn regelmatig
tot misbruikt leidt. Indien hier wel een vermoeden van is, wordt dit door de politie
onderzocht.
Kunt u een overzicht geven van het aantal keren dat het doorrijden na een aanrijding
wordt geregistreerd door de politie in de afgelopen vijf jaren?
Antwoord 4 en 5
De politie registreerde in de afgelopen vijf jaar jaarlijks gemiddeld zo’n 80.000 gevallen
van doorrijden na een aanrijding. In veruit de meeste gevallen gaat het om aanrijdingen
met alleen materiële schade, bijvoorbeeld parkeerschade. In 2021 vielen er bij aanrijdingen
waarna een betrokkene doorreed in totaal 550 slachtoffers, waarvan het merendeel lichtgewond
raakte en geen behandeling in het ziekenhuis nodig had.
Vraag 6
Hoe vaak is het Openbaar Ministerie in de afgelopen vijf jaren overgegaan tot vervolging
voor het doorrijden na een aanrijding en wat was de gemiddelde strafeis?
Antwoord 6
Het OM is in de afgelopen vijf jaren in gemiddeld ongeveer 2400 gevallen per jaar
overgegaan tot het instellen van vervolging voor het doorrijden na een aanrijding.
Er zijn bij het OM geen gegevens bekend met betrekking tot de gemiddelde strafeis.
Op basis van de richtlijn voor strafvordering verkeersongevallen en verlaten plaats
ongeval kan de officier van justitie straffen eisen die variëren van een geldboete
van € 500 tot een gevangenisstraf van drie maanden en een ontzegging van de bevoegdheid
motorrijtuigen te besturen voor de duur van 70 maanden. Deze eisen kunnen nog hoger
uitvallen indien sprake is van recidive en/of indien een slachtoffer in hulpeloze
toestand wordt achtergelaten. Indien door het verkeersongeval een ander is gedood,
letsel is toegebracht of iemand in hulpeloze toestand wordt achtergelaten, wordt het
doorrijden na de aanrijding meegenomen als strafverzwarende omstandigheid voor het
veroorzaken van het ongeval zelf. De strafeisen variëren al naargelang de verschillende
omstandigheden waarvan bij het ongeval sprake was. Bij lichamelijk letsel waarbij
sprake is van een zeer hoge mate van schuld en verlaten van de plaats van het ongeval
wordt er bijvoorbeeld een gevangenisstraf van 7 maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid
van 3 jaar geëist. Wanneer het slachtoffer overleden is, er sprake is van een zeer
hoge mate van schuld en de plaats van het ongeval verlaten is, schrijft de richtlijn
een strafeis van 4 jaar gevangenis en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 5 jaar
voor. Door het OM wordt waar nodig in de strafeisen maatwerk geleverd om de eisen
verder te verhogen.
Vraag 7
Kunt u in gesprek gaan met het Openbaar Ministerie om de Richtlijn voor strafvordering
verkeersongevallen en verlaten plaats ongeval aan te passen om de strafeisen te verhogen?2
Antwoord 7
De richtlijn voor strafvordering verkeersongevallen en verlaten plaats ongeval is
na de wetswijziging op 1 januari 2020 ook aangepast. De strafeisen voor doorrijden
na een aanrijding met de dood of letsel tot gevolg of het in hulpeloze toestand achterlaten
van een slachtoffers, zijn toen verhoogd. Ik zie geen aanleiding om met het OM in
gesprek te gaan om de richtlijn nu opnieuw aan te passen.
Vraag 8
In hoeverre wijken de straffen voor het doorrijden na een aanrijding in Nederland
af van straffen in omringende landen?
Antwoord 8
In België liggen de maximumstraffen voor het gronddelict lager. Voor het doorrijden
na een ongeval kan een gevangenisstraf van 15 dagen tot 6 maanden worden opgelegd
(artikel 33 wegverkeerswet 1968). Indien er gewonden of doden zijn gelden wel hogere
straffen voor het doorrijden. Respectievelijk maximaal 3 en 4 jaar. Ook in Duitsland
geldt een maximumstraf van 3 jaar voor het doorrijden na een ongeval (artikel 142
van het Wetboek van strafrecht). Overigens geldt ook in Duitsland als er slechts sprake
is van onbeduidende materiële schade een bedenktermijn van 24 uur waarbinnen bestuurders
zich zelf kunnen melden
Vraag 9
Wat is uw reactie op de oplossing van de Vereniging Verkeersslachtoffers waarin wordt
gepleit om de termijn waarin iemand zich moet melden in te korten met een verplichte
bloedproef?
Antwoord 9
Indien er sprake is van een vermoeden van rijden onder invloed, wordt er nu ook al
een blaastest en/of speekseltest afgenomen eventueel gevolgd door een bloedonderzoek
bij een positieve uitslag. Naar aanleiding van de aangenomen motie van de leden Slootweg
en Helder3 zal ik samen met politie en OM onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de 12-uurs
termijn uit artikel 184 WVW aan te passen en zo eventueel misbruik nog verder te voorkomen.
Zoals ook eerder aangegeven in het antwoord op vraag 3 is het ook in het belang van
de slachtoffers om bestuurders te stimuleren zichzelf te melden. Zonder dader kan
de eventuele schade immers niet verhaald worden. Dit zal dan ook meegewogen worden
in de besluitvorming over de eventuele aanpassing van deze termijn.
Vraag 10
Wat is uw reactie op de oplossing van de Vereniging Verkeersslachtoffers waarin de
doorrijder moet aantonen dat hij/zij op het moment van de aanrijding niet onder invloed
was?
Antwoord 10
De bewijslast voor het rijden onder invloed ligt altijd bij het OM. Dit geldt voor
de vervolging van alle misdrijven en dus ook voor het rijden onder invloed. Van dit
belangrijke principe binnen onze rechtsstaat kan en wil ik ook in dit geval niet afwijken.
Zoals in het antwoord op vraag 4 en 9 is aangegeven doen politie en OM altijd uitgebreid
onderzoek bij een ernstig ongeval en als er sprake is van een vermoeden van rijden
onder invloed.
Vraag 11
Wat is uw reactie op de oplossing van de Vereniging Verkeersslachtoffers dat, indien
een doorrijder zich niet binnen drie uur meldt, terwijl er slachtoffers of gewonden
te betreuren zijn, de wetgeving aanzienlijk aangescherpt dient te worden?
Antwoord 11
De 12-uurs termijn is nu al niet van toepassing als iemand in hulpeloze toestand wordt
achtergelaten. Iemand kan in die gevallen dus altijd vervolgd worden voor het doorrijden
na een ongeval, ook als hij of zij zich vrijwillig heeft gemeld. Zoals ook in het
antwoord op vraag 9 is aangegeven zal ik naar aanleiding van de aangenomen motie samen
met politie en OM onderzoeken of de wetgeving op het doorrijden na een aanrijding
verder aangescherpt moet worden.
Vraag 12
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden voor het tweeminutendebat Verkeersveiligheid?
Antwoord 12
In verband met de benodigde afstemming met politie en OM is dit helaas niet gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.