Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Heinen over het bericht dat de ECB Zuid-Europese lidstaten met hoge schulden gaat helpen
Vragen van het lid Heinen (VVD) aan de Minister van Financiën over het bericht «ECB gaat Zuid-Europa met schulden helpen» (ingezonden 16 juni 2022).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 4 juli 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «ECB gaat Zuid-Europa met schulden helpen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het voorgenomen beleid van de Europese Centrale Bank (ECB), specifiek
gericht op het terugdringen van renteverschillen tussen de eurolanden, in relatie
tot het mandaat van de ECB zoals vastgelegd in het Werkingsverdrag van de Europese
Unie (VWEU)?
Antwoord 2
Op 15 juni jl. is de Governing Council van de ECB bijeengekomen voor een spoedoverleg. Daarin is besloten dat de ECB versneld
een instrument gaat ontwikkelen om op te treden tegen oplevende fragmentatierisico’s
die kunnen leiden tot ongelijke transmissie van het monetair beleid. Daarnaast gaat
de ECB de opbrengsten van aflopende staatsobligaties onder het pandemic emergency purchase programme (PEPP) waar nodig flexibel herinvesteren om fragmentatierisico’s tegen te gaan.
De ECB stelt dat het nieuwe instrument financiële fragmentatie tussen eurolanden zou
moeten tegengaan en ervoor moet zorgen dat het monetaire beleid gelijkmatig wordt
doorgegeven aan alle eurolanden zodat de ECB haar primaire doelstelling van handhaving
van de prijsstabiliteit kan nastreven. Het is echter nog niet bekend hoe dit instrument
zal worden vormgegeven. Tijdens de vergadering van de Eurogroep van 16 juni jl. heb
ik de president van de ECB bevraagd over de mogelijke vormgeving van het nieuwe instrument.2 President Lagarde gaf aan dat het doel van het instrument is om het monetaire transmissiemechanisme
goed te laten werken (d.w.z. een gelijkmatige doorwerking van het monetaire beleid
naar alle eurolanden), niet zozeer om hoogoplopende renteverschillen (spreads) tussen
eurolanden tegen te gaan die het gevolg zijn van onderliggende economische en financiële
kenmerken van landen. De Minister-President heeft na afloop van de Europese Raad van
23-24 juni jl. benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van lidstaten is om zorg
te dragen voor deze onderliggende economische en financiële kenmerken.
De ECB bepaalt in onafhankelijkheid het monetaire beleid in de eurozone. Daarbij is
de ECB gehouden aan haar mandaat van handhaving van de prijsstabiliteit (artikel 127
van het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; VWEU) en het verbod op
monetaire financiering (artikel 123 van VWEU).
De aankoop van staatsobligaties op de secundaire markt door de ECB is onder voorwaarden
toegestaan. Dit volgt uit het ESCB-statuut en wordt bevestigd in de Gauweiler3 en Weiss4 arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof). In deze arresten
heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich gebogen over de juridische geldigheid
van het Outright Monetary Transactions (OMT) instrument en het Public Sector Purchase Programme (PSPP). Het Hof heeft hierbij elementen van deze instrumenten geïdentificeerd die
van belang zijn voor conformiteit met het werkingsverdrag. Om te beoordelen of een
instrument past binnen het mandaat van de ECB moet de doelstelling van het betreffende
instrument bijdragen aan het primaire doel van prijsstabiliteit. De aangewende middelen
en de evenredigheid van deze middelen zijn hierbij eveneens relevant. Daarnaast mogen
aankopen op de secundaire markt niet de doelstelling van het verbod op monetaire financiering
omzeilen. Dit betekent met name dat de aankoop van staatsobligaties op de secundaire
markt niet de prikkel voor gezond begrotingsbeleid mag ontnemen. Tevens mogen aankopen
in de praktijk niet hetzelfde effect hebben als aankopen op de primaire markt. In
de Gauweiler en Weiss arresten oordeelde het Hof dat het OMT en het PSPP programma vanwege hun vormgeving
voldoen aan deze eisen en daarom verenigbaar zijn met het ECB-mandaat en het verbod
op monetaire financiering. Het aangekondigde instrument lijkt qua doelstelling het
meest op het OMT-instrument, wat destijds aangekondigd is met als doel om fragmentatie
te adresseren.
Vraag 3
Bent u bereid een onafhankelijke juridische toets uit te laten voeren naar de verenigbaarheid
tussen het voorgenomen ECB-beleid en het ECB-mandaat en de Tweede Kamer hierover te
informeren?
Antwoord 3
Het kabinet onderschrijft het belang van het ECB-mandaat van handhaving van de prijsstabiliteit
en het verbod op monetaire financiering. Daarnaast hecht het kabinet grote waarde
aan de onafhankelijkheid van de ECB. De ECB heeft beleidsvrijheid om invulling te
geven aan haar mandaat binnen de verdragsrechtelijke kaders.
Zoals het antwoord op vraag 2 beschrijft, past de aankoop van staatsobligaties onder
voorwaarden binnen de verdragsrechtelijke kaders. De beoordeling van het Hof of een
nieuw instrument verenigbaar is met het ECB-mandaat en het verbod op monetaire financiering
zal daarom afhangen van de vormgeving van het instrument.
Op moment van schrijven heeft de ECB het nieuwe instrument aangekondigd zonder verdere
informatie over de vormgeving van het instrument te geven. Het is de exclusieve rol
van het Hof om besluiten van de ECB aan haar verdragsrechtelijke mandaat te toetsen.
In het licht hiervan en gezien de noodzaak tot terughoudendheid van nationale overheden
om zich te mengen in ECB-beleid, acht ik het niet opportuun om zelf een juridische
analyse uit te laten voeren.
Vraag 4
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het volgende commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad
op 7 juli a.s.?
Antwoord 4
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.