Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dassen over de excessieve winsten van energiebedrijven
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Staatssecretaris van Financiën over de excessieve winsten van energiebedrijven (ingezonden 9 mei 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris Financiën (Fiscaliteit en
Belastingdienst) (ontvangen 1 juli 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 2923.
Vraag 1
Is de Staatssecretaris bekend met het artikel «Energy prices: What is a windfall tax
and how would it work?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is de Staatssecretaris bekend met het artikel «Italy unveils new stimulus plan as
economic outlook darkens»?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Is de Staatssecretaris bekend met het artikel «Shell profits almost triple as energy
prices soar. Would a windfall tax hold oil giants accountable?»?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4, 9 en 10
Hoe verklaart de Staatssecretaris de excessieve winsten van energiebedrijven, zoals
beschreven in bovenstaande artikelen?
Kan de Staatssecretaris toelichten waarom – conform zijn eigen uitspraak in het debat
over de ontwikkeling van de koopkracht en de stijgende energieprijzen (d.d. 30 maart
jl.) – het in Nederland niet mogelijk zou zijn om de omvang van de winsten van energiebedrijven
in kaart te brengen, terwijl dit in onder andere Italië en Spanje wel mogelijk blijkt?
Heeft de Staatssecretaris inzicht in welke bedrijven en/of (deel)sectoren als direct
gevolg van de huidige energiecrisis excessieve winsten boeken die anders niet of nauwelijks
geboekt zouden zijn, zoals grondstofhandelaren of grondstofextractiebedrijven? Zo
ja, kan de Staatssecretaris hiervan een overzicht geven? Zo nee, kan de Staatssecretaris
dit toelichten?
Antwoord 4, 9 en 10
Het is een gegeven dat de winsten van energiebedrijven deels afhangen van ontwikkelingen
op de wereldmarkt. Externe schokken kunnen de winsten positief of negatief beïnvloeden.
Zo ook de oorlog in Oekraïne, die aanleiding geeft voor afschrijvingen van veel bedrijven
in Rusland. Tegelijk heeft het een opwaarts effect op de energieprijzen, die al langere
tijd stijgen.
De groep energiebedrijven in Nederland is divers. Allereerst zijn in Nederland een
aantal bedrijven actief die op land en in de Noordzee olie en gas winnen. Het gaat
hierbij onder andere om de NAM, ONE-Dyas, Neptune Energy en Vermilion Energy. De sector
bestaat naast deze zogeheten operators ook uit non-operating partners of investeerders.
Naar verwachting maken deze bedrijven meer winst als gevolg van de hoge energieprijzen.
De mate waarin is afhankelijk van de mix van contracten die zij hebben afgesloten.
Deze bedrijven zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting en betalen daarnaast
een aparte heffing die is vastgelegd in de Mijnbouwwet. Daarnaast neemt de Staat middels
de deelneming van Energie Beheer Nederland (EBN) als non-operating partner voor ongeveer
40% deel in nagenoeg alle olie-en gasprojecten. Gecombineerd ontvangt de Nederlandse
Staat daarmee reeds circa 70% van de winst behaald met de winning en exploitatie van
olie en gas in Nederland.
Daarnaast zijn in Nederland elektriciteitsproducenten actief. Een deel van hen maakt
gebruik van hernieuwbare energie of kernenergie. Zij kunnen mogelijk profiteren van
de gestegen elektriciteitsprijs (die is gestegen door de hogere gasprijs), terwijl
ze niet altijd hogere kosten maken. Naar verwachting neemt ook de winst van (een deel
van) deze bedrijven toe. Elektriciteitsproducenten die fossiele brandstof moeten inkopen
(gascentrales) hebben waarschijnlijk ook te maken met een hogere inkoopprijs, waardoor
in zijn algemeenheid naar verwachting geen sprake is van extra winsten. Ook leiden
volatiele prijzen tot hogere onderpanden (margin calls) waardoor deze producenten meer liquiditeit nodig hebben om dit op te vangen. Elektriciteitsproducenten
zijn veelal supranationale bedrijven, waarbij het niet inzichtelijk is waar een eventuele
excessieve winst neerslaat. Elektriciteitsproducenten die SDE+(+) ontvangen, ontvangen
minder subsidie als de elektriciteitsprijs hoger wordt. De SDE+(+) subsidieert namelijk
enkel de onrendabele top ten opzichte van de reguliere elektriciteitsprijs. Of deze
bedrijven daadwerkelijk excessieve winsten boeken en zo ja, in welke mate, is niet
inzichtelijk. Winsten worden namelijk door diverse bedrijfsactiviteiten beïnvloed.
Zo kan de verkoop van een bedrijfsonderdeel grote invloed op de fiscale winst hebben.
Vraag 5, 8, 11 en 14
Is de Staatssecretaris bekend met het voornemen van Italië en Spanje om een eenmalige,
zogenaamde «meevallersheffing» in te voeren voor energiebedrijven die als direct gevolg
van de stijgende energieprijzen – veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne – excessieve
winsten boeken?
Zo ja, kan de Staatssecretaris uitleggen waarom het doorvoeren van een dergelijke
solidariteitsheffing of «meevallersheffing» wel mogelijk blijkt in landen als Italië
of Spanje?
Is de Staatssecretaris bereid te kijken naar de systematiek waarop de Italiaanse en
Spaanse regeringen de extra belasting op de toegenomen winsten van energiebedrijven,
via een dergelijke «meevallersheffing», aldaar innen, teneinde te analyseren of een
dergelijke manier van belastinginning ook in Nederland kan worden toegepast?
Is de Staatssecretaris bereid een ambtelijke verkenning uit te voeren, al dan niet
in overleg met Europese partners, naar alle fiscale mogelijkheden om de excessieve
winsten van energiebedrijven in deze tijd van stijgende energiearmoede, (eenmalig)
extra te belasten middels een zogenaamde «meevallersheffing»? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, op welke termijn?
Antwoord 5, 8, 11 en 14
Met een meevallersheffing, solidariteitsheffing of windfall tax wordt doorgaans een eenmalige belasting bedoeld die gericht is op bedrijven die profiteren
(excessieve winsten maken) door een gebeurtenis waar zij niet verantwoordelijk voor
zijn (in dit geval: flink stijgende energieprijzen door o.a. de geopolitieke situatie).
Ik ben bekend met het voornemen van Italië om een windfall tax in te voeren voor bedrijven in de energiesector. Spanje heeft echter geen windfall tax ingesteld voor energiebedrijven, maar een regulerende maatregel. Dit is geen belasting.
Daarnaast hebben, zover mij bekend, op dit moment het Verenigd Koninkrijk (VK), Roemenië,
Slowakije, Bulgarije en Hongarije een windfall tax ingesteld. De verschillende heffingen in andere landen verschillen sterk in vormgeving
en reikwijdte. Zo heft het VK een extra percentage (25%) binnen een bestaand fiscaal
regime ten aanzien van de winsten verkregen bij de exploratie en productie van olie
en gas. De totale afdracht binnen die heffing stijgt daarmee van 40% naar 65%. Dit
is vergelijkbaar met het winstaandeel in de Nederlandse mijnbouwheffingen. Deze heffing
wordt in het VK gecombineerd met een belastingkorting (80%) voor bedrijven die zich
committeren aan nieuwe kapitaalinvesteringen om zo investeringen in de exploratie
in het VK te stimuleren.
Verder is bijvoorbeeld de windfall tax in Roemenië gerelateerd aan de omzet, vergelijkbaar met de cijns in de Nederlandse
mijnbouwheffingen en worden in de Hongaarse heffing ook banken, luchtvaartmaatschappijen
en telecommunicatie- en retailbedrijven betrokken, vergelijkbaar met een generieke
verhoging van de winstbelasting.
Vraag 6, 7, 12 en 13
Is de Staatssecretaris het er in algemene zin mee eens dat het rechtvaardig zou zijn
om energiebedrijven die excessieve winsten boeken maken als direct gevolg van de huidige
energiecrisis eenmalig extra te belasten ten gunste van de (verslechterende) financiële
positie van het mkb en van families? Graag een toelichting van de Staatssecretaris.
Staat de Staatssecretaris, in het licht van bovenstaande artikelen, nog steeds achter
zijn uitspraak – gedaan tijdens het recentelijke debat over de ontwikkeling van de
koopkracht en de stijgende energieprijzen (d.d. 30 maart jl.) – dat «een solidariteitsheffing
voor fossiele bedrijven [niet mogelijk zou zijn]»? Geldt dit volgens de Staatssecretaris
ook voor andere energiebedrijven die door de huidige energiecrisis excessieve winsten
boeken?
Is de Staatssecretaris het ermee eens dat een eenmalige heffing op de huidige excessieve
winsten van energiebedrijven gebruikt zouden kunnen worden om de (sociale) energietransitie
te versnellen? Graag een toelichting op dit punt.
Indien een dergelijke heffing volgens de Staatssecretaris niet mogelijk is, is de
Staatssecretaris het ermee eens dat het op zijn minst wenselijk zou zijn om de huidige excessieve winsten van energiebedrijven eenmalig extra te
belasten ter versnelling van de (sociale) energietransitie? Graag een toelichting
op dit punt.
Antwoord 6, 7, 12 en 13
In algemene zin is de vraag om een solidariteitsheffing van bedrijven die excessieve
winsten maken als gevolg van een externe gebeurtenis voorstelbaar. Hierbij dient echter
opgemerkt te worden dat bedrijven die extra winsten maken reeds onderworpen zijn aan
de reguliere winstbelasting. Bij het introduceren van een nieuwe heffing spelen ook
de effecten op het vestigings- en investeringsklimaat mee. Juist omdat er voor energiebedrijven
een belangrijke rol in de energietransitie en de leveringszekerheid is weggelegd,
is het van belang om een stabiel investeringsklimaat te borgen. Het onaangekondigd
of achteraf, structureel dan wel eenmalig, belasten van deze winsten komt de genegenheid
van deze bedrijven om in Nederland te investeren niet ten goede.
Het introduceren van een specifieke nieuwe windfall tax voor energiebedrijven is complex en kent verschillende knelpunten. Deze knelpunten
komen grotendeels overeen met de knelpunten die bij de vraag om een solidariteitsheffing
voor bedrijven die tijdens de coronacrisis excessieve winsten hebben behaald zijn
gesignaleerd. Hierover is in september 2021 een Kamerbrief verzonden.4
Ten eerste is het ingewikkeld om vast te stellen of er sprake is van een excessieve
winst of een eventuele extra winst ook daadwerkelijk komt door de hoge energieprijzen
of een bedrijfsspecifieke oorzaak kent. Hiervoor is geen objectief criterium voorhanden.
Daarbij zijn energieproducenten veelal supranationale bedrijven, waarbij het op dit
moment niet inzichtelijk is of excessieve winst, mocht die er al zijn, zich ook in
Nederland bevindt. Aan de uitvoeringsaspecten bij een dergelijke maatregel kleven
eveneens substantiële bezwaren. De invoering van een heffing op excessieve winsten
in de energiesector vraagt om een nieuw aangiftesysteem. Dit vergt een implementatietijd
van twee jaar na afronding van de parlementaire behandeling. De inpassing in het IV-portfolio
van de Belastingdienst kan hierbij ten koste gaan van ander ingepland werk. Het definitieve
oordeel over de uitvoerbaarheid door de Belastingdienst verloopt via een uitvoeringstoets.
Tot slot spelen er diverse EU-rechtelijke complicaties bij een sectorspecifieke heffing.
In hun communicatie van 8 maart 20225 ten aanzien van de energiemarkt heeft de Europese Commissie hierover een aantal richtlijnen
gegeven. Zo mag een dergelijke belasting geen terugwerkende kracht hebben, moet de
looptijd van een extra belasting voor de energiesector worden beperkt tot uiterlijk
30 juni 2022 en blijven de staatssteunregels van toepassing. Binnen deze termijn en
gezien deze bezwaren is het niet mogelijk om op korte termijn wet- en regelgeving
te introduceren.
In plaats van een specifieke nieuwe windfall tax voor energiebedrijven is het allereerst wel mogelijk om het tarief van de vennootschapsbelasting
(tijdelijk) te verhogen. Dit raakt echter niet alleen energiebedrijven, maar alle
vennootschapsbelastingplichtigen. Een verhoging binnen de vennootschapsbelasting voor
een specifieke sector (in dit geval alleen energiebedrijven) is vanwege het selectieve
karakter niet mogelijk in verband met staatsteunrechtelijke aspecten. Ten tweede is
het mogelijk om de winst en opbrengst van olie- en gasproductiemaatschappijen met
exploitatie en winning in Nederland tijdelijk extra te belasten via een verhoging
van de reeds bestaande mijnbouwheffingen. Hier wordt in de begeleidende aanbiedingsbrief
nader op in gegaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.