Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Westerveld en Bouchallikh over het bericht 'Zonder DigiD lukt zorgen bijna niet'
Vragen van de leden Westerveld en Bouchallikh (beiden GroenLinks) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over het bericht «Zonder DigiD lukt zorgen bijna niet» (ingezonden 31 mei 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Huffelen (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties),
mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport (ontvangen 1 juli 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de pamflet «Geef ons DigiD»1 van KansPlus, EMB Nederland, Sien en Dit Koningskind, en met het nieuwsbericht «Zonder
DigiD lukt zorgen bijna niet»2 van 2 mei jl. hierover?
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Erkent u het feit dat het niet wenselijk is dat wettelijk vertegenwoordigers zoals
ouders en mantelzorgers van kinderen met een ernstige beperking,3 niet kunnen kiezen om op een gemakkelijke en toegankelijke manier online overheidszaken
te regelen voor hun kinderen of de mensen voor wie zij zorgen, zoals in het ziekenhuis,
bij de belastingdienst en bij het UWV, omdat zij geen toegang hebben tot het DigiD
van de persoon over wie zij bewindsvoerder zijn?
Antwoord 2
Ik ben het met u eens dat het onwenselijk is dat wettelijk vertegenwoordigers, zoals
ouders en mantelzorgers van kinderen met een ernstige beperking, belemmeringen ondervinden
bij het digitaal regelen van overheidszaken. Ik ben hierover ook in gesprek met de
belangenorganisaties. Ook zet ik mij in voor de ontwikkeling van een functionaliteit
waarmee wettelijk vertegenwoordigers gemakkelijk en toegankelijk digitaal diensten
van de overheid kunnen afnemen. Wettelijk vertegenwoordigers dienen zonder belemmeringen
op gemakkelijke en toegankelijke wijze digitaal diensten van de overheid te kunnen
afnemen voor hun kinderen of de mensen voor wie zij zorgen. Echter omwille van de
beschermende werking moet het uitgangspunt dat DigiD persoonsgebonden is, blijven
gelden. Om diensten af te nemen bij de overheid moet worden vastgesteld wie je bent,
ook digitaal. Fysiek gebeurt dat met een identiteitskaart, online gebeurt dat met
een inlogmiddel, nu DigiD. Met DigiD wordt aangetoond wie iemand is, zodat een publieke
dienstverlener weet met wie hij te maken heeft. Omdat je met DigiD je identiteit aantoont,
is DigiD persoonlijk en niet overdraagbaar. Het is daarom niet toegestaan dat een
DigiD door een ander dan de persoon van wie de DigiD is, wordt gebruikt. Dit is een
belangrijk uitgangspunt en bedoeld om te voorkomen dat iemand anders namens jou kan
handelen, zonder dat je het zelf weet. Dit biedt een beschermende werking en is juist
van belang voor mensen die hulpbehoevend zijn.
Het tegenstrijdige is nu dat dit uitgangspunt er ook toe leidt dat hulpbehoevenden
en hun vertegenwoordigers hierdoor problemen ondervinden bij het digitaal afnemen
van diensten van de overheid.
In het breder perspectief van veilig inloggen, zie ik de oplossing daarom niet in
het vrijgeven van de DigiD aanvraag of het gebruik van de DigiD van een ander, maar
in het faciliteren van vertegenwoordigers, waardoor zij kunnen handelen zodanig, dat
dat de vertegenwoordigde uiteindelijk ook beter beschermt.
Voor personen die zelf niet digitaal kunnen of willen handelen, moet de mogelijkheid bestaan om langs een andere weg, per brief of via
een loket, diensten af te nemen. Ook kunnen zij ervoor kiezen iemand te machtigen
via DigiD Machtigen. Deze gemachtigde kan dan met diens eigen DigiD de dienst afnemen
namens de persoon die hij vertegenwoordigt.
Voor de groep personen die zelf niet mogen handelen omdat ze (deels) handelingsonbekwaam zijn, zoals het geval kan zijn met
mensen met een verstandelijke beperking, geldt dat zij ook niet iemand mogen machtigen.
Zij hebben een door de rechter aangestelde wettelijk vertegenwoordiger, zoals een
bewindvoerder of een curator.
Op dit moment is er nog geen centrale voorziening waarmee wettelijk vertegenwoordigers
met een eigen inlogmiddel diensten af kunnen nemen namens de personen die zij vertegenwoordigen.
De reden hiervoor is dat bij het inloggen met DigiD of eHerkenning nu nog niet centraal
automatisch in bronregisters gecontroleerd kan worden of iemand als wettelijk vertegenwoordiger
namens een ander mag handelen. Wettelijk vertegenwoordigers moeten nu zelf bij iedere
dienstverlener apart regelen dat zij namens een ander diensten af mogen nemen. Dit
kost hen veel tijd.
Onder mijn verantwoordelijkheid wordt nu gewerkt aan een centrale oplossing die, na
een inlogverzoek door een vertegenwoordiger, de benodigde bronregisters bevraagt en
een verklaring afgeeft aan de dienstverlener in kwestie over de bevoegdheid van deze
persoon om namens een ander te handelen. Hierin wordt samengewerkt met de Raad voor
de rechtspraak die een register beschikbaar stelt waarin alle personen die onder bewind
zijn geplaatst worden opgenomen, inclusief hun bewindvoerders.
De verwachting is dat deze functionaliteit begin volgend jaar gefaseerd in gebruik
genomen kan worden. Gestart wordt met het ontsluiten van informatie over professionele
bewindvoerders. Later zal dit uitgebreid worden met andere soorten vertegenwoordigers,
zoals particuliere bewindvoerders, mentoren en curatoren. Er wordt onderzocht of,
en op welke manier, dit proces versneld kan worden om ervoor te zorgen dat alle wettelijk
vertegenwoordigers zo snel mogelijk op gemakkelijke en toegankelijke wijze digitaal
diensten van de overheid kunnen afnemen voor diegene die zij vertegenwoordigen.
Vraag 3
Hoe kan nu een wilsonbekwaam, ernstig meervoudig beperkt familielid iemand digitaal
machtigen, zoals nu verwacht wordt?
Antwoord 3
Voor personen die zelf niet digitaal kunnen of willen handelen, moet de mogelijkheid bestaan om langs een andere weg, per brief of via
een loket, diensten af te nemen. Ook kunnen zij ervoor kiezen iemand te machtigen
via DigiD Machtigen. Deze gemachtigde kan dan met diens eigen DigiD de dienst afnemen
namens de persoon die hij vertegenwoordigt.
Voor de groep personen die zelf niet mogen handelen omdat ze (deels) handelingsonbekwaam zijn, zoals het geval kan zijn met
mensen met een verstandelijke beperking, geldt dat zij ook niet iemand mogen machtigen.
Zij hebben een door de rechter aangestelde wettelijk vertegenwoordiger, zoals een
bewindvoerder of een curator.
Op dit moment is er nog geen centrale voorziening waarmee wettelijk vertegenwoordigers
met een eigen inlogmiddel diensten af kunnen nemen namens de personen die zij vertegenwoordigen.
Op dit moment kan namelijk bij het inloggen met DigiD of eHerkenning nog niet automatisch
gecontroleerd worden of iemand als wettelijk vertegenwoordiger namens een ander mag
handelen. Hiervoor is een technische voorziening nodig waarom de bronregisters waar
deze informatie in staat ontsloten kunnen worden. Onder mijn verantwoordelijkheid
wordt gewerkt aan deze oplossing.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het onnodig en zeer belastend is voor wettelijk vertegenwoordigers
om via de papieren weg elke keer gemachtigd te moeten worden als de persoon voor wie
zij zorgen zaken moet regelen met de overheid, met lange wachttijden, reistijden,
extra kosten en slechtere dienstverlening tot gevolg, in het bijzonder omdat zij het
al extra zwaar hebben met de zorg voor een ander? Zo ja, hoe wilt u deze wettelijk
vertegenwoordigers tegemoet komen?
Antwoord 4
De extra inspanningen voor wettelijk vertegenwoordigers worden erkend. Mantelzorgers
zorgen veelal met liefde voor hun kinderen, partner of bekende en willen voor deze
zorg graag voldoende tijd en aandacht houden. Het Ministerie van VWS hoort vaker dat
het juist de bureaucratische taken zijn die mantelzorgers als belastend ervaren, mede
omdat dit ten koste gaat van de tijd die zij aan hun kind kunnen besteden. Een deel
van de gemeenten, zorgverzekeraars via het aanvullende pakket en in sommige gevallen
werkgevers ondersteunen mantelzorgers bij een deel van deze taken door de inzet van
mantelzorgmakelaars die mantelzorgers hierbij helpen. Het Ministerie van VWS geeft
subsidie aan MantelzorgNL die via de mantelzorglijn mantelzorgers soms ook ondersteunt
met regeltaken.
Vraag 5
Begrijpt u dat mantelzorgers zich nu af en toe gedwongen voelen om zich voor te doen
als degene die zij vertegenwoordigen?4 Hoe beoordeelt u dat?
Antwoord 5
Het is mij bekend dat sommige vertegenwoordigers, waaronder ook particuliere bewindvoerders
en mantelzorgers, de DigiD gebruikersnaam en wachtwoord van de personen die zij vertegenwoordigen
gebruiken om toegang te krijgen tot digitale dienstverlening. Zoals gezegd is het
niet toegestaan dat een DigiD door een ander wordt gebruikt. Dit geldt voor iedereen.
De aard van de vertegenwoordigingsrelatie, bloedverwant of niet, is hiervoor niet
relevant. En tegelijkertijd weet ik ook dat de meeste mantelzorgers dit met de beste
bedoelingen doen en dat dit als een belemmering ervaren wordt. In het verlengde hiervan
begrijp ik daarom ook dat als ik de mogelijkheid om andermans DigiD te gebruiken morgen
abrupt zou stoppen, een groot deel van de vertegenwoordigers en dus uiteindelijk de
hulpbehoevenden een probleem zouden ondervinden met het afnemen van dienstverlening
die zij juist zo hard nodig hebben. Dit is uiteraard niet gewenst en vormt een dilemma.
Gelet op dit dilemma werk ik daarom samen met andere organisaties hard aan een zo
spoedig mogelijk structurele oplossing. Totdat die oplossing er is, zal ik, zoals
aangegeven in de beantwoording van de vragen van de SGP leden Bisschop en Van der
Staaij over dit vraagstuk (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2939), niets doen dat de hulp aan deze groep in de weg kan staan. Gelet op de bescherming
die ik hulpbehoevenden wel wil en moet bieden, neem ik uiteraard wel maatregelen als
ik signalen ontvang van misbruik van DigiD.
Vraag 6
Ziet u ook het belang van het aanbieden van de keuze tussen digitale en papieren dienstverlening,
voor zowel deze groep mantelzorgers als andere Nederlanders?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Bent u bereid om het DigiD ook beschikbaar te maken voor de wettelijk vertegenwoordigers,
zodat zij ervoor kunnen kiezen om zaken digitaal gemakkelijk te kunnen regelen voor
degene die zij vertegenwoordigen? Zo ja, hoe gaat u dat regelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 5.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.