Amendement : Amendement van het lid Hijink over het verlagen van het verplicht eigen risico naar 285 euro
36 135 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering
Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID HIJINK
Ontvangen 1 juli 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «ongewijzigd laten» vervangen door «verlagen en niet-indexeren».
II
In de beweegreden wordt «ongewijzigd te laten» vervangen door «te verlagen en tevens
niet te indexeren».
III
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt een aanhef geplaatst, luidende:
De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:.
2. Na de aanhef (nieuw) wordt de onderdeelsaanduiding «A» geplaatst.
3. In onderdeel A (nieuw) wordt «In artikel 19, zevende lid, van de Zorgverzekeringswet»
vervangen door
«Artikel 19 wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 19, eerste lid, wordt «385 euro» vervangen door «285 euro».
2. In het zevende lid».
4. Na artikel I, onderdeel A (nieuw), worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
B
In artikel 39, tweede lid, onderdeel b, wordt «rijksbijdrage» vervangen door «rijksbijdragen»
en wordt «artikel 54» vervangen door «de artikelen 54 en 54a».
C
Na artikel 54 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 54a
1. Onze Minister verleent jaarlijks aan het Zorgverzekeringsfonds een bijdrage in de
financiering van de zorgverzekering gelijk aan 1,2% van de som van de bij ministeriele
regeling te bepalen, ten gunste van het Zorgverzekeringsfonds of van de zorgverzekeraars
komende inkomsten.
2. Artikel 54, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
IV
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
Artikel 19, eerste lid, zoals dat luidde op de dag voorafgaande aan de dag waarop
deze wet in werking treedt, blijft van toepassing bij het bepalen van de hoogte van
het te betalen verplicht eigen risico over de jaren die vooraf gaan aan het moment
van inwerkingtreding van deze wet.
Toelichting
Het verplichte eigen risico is een boete op ziek zijn. Het zorgt er namelijk voor
dat mensen die ziek zijn daarvoor gestraft worden. Dat is oneerlijk, want ziek zijn
is immers geen keuze. Bovendien veroorzaakt het een tweedeling, doordat het de zorg
minder toegankelijk maakt voor mensen met een laag inkomen. Het eigen risico is namelijk
een prikkel voor mensen om noodzakelijk zorg te mijden, aangezien dit hen op korte
termijn geld bespaart. Op de langere termijn kan deze zorgmijding er daarentegen wel
voor zorgen dat medische problemen niet op tijd worden behandeld. Hierdoor vindt niet
alleen voorkombare gezondheidsschade plaats, maar moeten er ook duurdere medische
ingrepen worden gedaan. Het eigen risico leidt dus tot een oneerlijke verdeling van
zorgkosten, zorgmijding, verergering van gezondheidsproblemen en duurdere behandelingen.
Om deze redenen stelt indiener voor om het verplichte eigen risico vanaf het jaar
2023 met € 100 te verlagen naar € 285. Daarmee worden de negatieve effecten van het
eigen risico verkleind. Om te voorkomen dat dit bij gelijkblijvende kosten leidt tot
een stijging van de nominale premie, wordt er een nieuwe Rijksbijdrage voor de Zorgverzekeringswet
toegevoegd ter hoogte van 1,2% van het totaal aan inkomsten voor het Zorgverzekeringsfonds.
Dit zal gaan om een bijdrage van ongeveer € 640 miljoen. Dit wordt gefinancierd uit
de algemene middelen en gaat daarmee ten koste van het EMU-saldo.
In artikel IA is een overgangsregeling opgenomen die duidelijk maakt dat eventuele
zorgkosten over de jaren die vooraf gaan aan het moment van inwerkingtreding, maar
die pas na die datum bekend worden, nog wel worden verrekend in het te betalen bedrag
van het hogere eigen risico.
Hijink
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.P.M. Hijink, Tweede Kamerlid