Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid van Ginneken over het bericht dat de clouddienst van Microsoft niet gebruikt kan worden voor de uitwisseling of opslag van gevoelige of bijzondere persoonsgegevens
Vragen van het lid Van Ginneken (D66) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat de clouddienst Microsoft niet gebruikt kan worden voor de uitwisseling of opslag van gevoelige of bijzondere persoonsgegevens (ingezonden 7 maart 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Minister van Economische
Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(ontvangen 30 juni 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022,
nr. 2254.
Vraag 1
Hoe oordeelt u over dit bericht? Kunt u daarbij ingaan op het feit dat Amerikaanse
inlichtingendiensten Microsoft en andere Amerikaanse clouddiensten kunnen dwingen
om op basis van wetgeving data van Nederlandse burgers te overhandigen?1
Antwoord 1
Het is goed dat dit soort grootschalige Data Protection Impact Assessments (DPIA´s)
op veelgebruikte diensten, zoals in dit geval die van Microsoft, op verzoek van onder
meer het Rijk worden uitgevoerd en breed beschikbaar worden gesteld. Op deze manier
hebben organisaties in de samenleving baat bij het verrichte werk.
Daarbij is van belang te benadrukken dat de DPIA niet indiceert dat er geen gebruik
meer gemaakt kan worden van de onderzochte diensten van Microsoft. Er worden risico’s
gesignaleerd die raken aan de toegang tot overheidsdiensten, maar ook oplossingen
geïdentificeerd om dit risico te mitigeren. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik
van eigen encryptiesleutels die door de organisatie zelf – en dus niet door Microsoft
– worden beheerd.
Er kunnen op basis van de DPIA over deze clouddienst geen algemene conclusies worden
getrokken over alle Amerikaanse clouddiensten en de relatie met inlichtingendiensten.
Per dienst kan immers verschillen wat de specifieke risico´s van gegevensoverdracht
zijn. Als het gebruik van een dienst een gegevensoverdracht meebrengt is het belangrijk
in kaart te brengen wat de specifieke risico´s zijn en deze te mitigeren. Om dat goed
te doen kunnen partijen een zogeheten Data Transfer Impact Assessment (DTIA) uitvoeren.
De wetgeving in het land waar de gegevens naartoe gaan speelt daarbij een belangrijke
rol.
Wat meer algemeen wel van belang is om te benadrukken is dat de toegang tot gegevens
van Europese burgers door Amerikaanse overheidsdiensten een belangrijke rol speelt
in het Schrems-II arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU). Daarin
heeft het HvJEU het «adequaatheidsbesluit»2 voor de VS ongeldig heeft verklaard, onder meer vanwege zorgen omtrent overheidstoegang
tot persoonsgegevens in de VS. Recent is er door de Europese Commissie en de VS een
principeakkoord gesloten welk de basis zou kunnen vormen voor een nieuw adequaatheidsbesluit.3 Onderdeel daarvan is onder meer dat de VS stappen zal zetten om de privacy van Europese
burgers te beschermen.4 In de komende maanden zal duidelijk worden welke precieze maatregelen de VS zal nemen.
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft aangegeven dat het opnemen «standard contractual
clauses» het ontbreken van adequaatsheidsbesluit voor internationale doorgifte kan
ondervangen.5 Voor relevante Microsoft (cloud)diensten en recent ook Google Workspace is dit door
SLM Rijk ook gedaan.
Als laatste wil ik onder de aandacht brengen dat de Europese gegevensbeschermingsautoriteiten
momenteel een gezamenlijk onderzoek uitvoeren naar het gebruik van clouddiensten door
publieke sector organisaties.6
Vraag 2
Deelt u de mening dat het gebruik van Amerikaanse clouddiensten zoals Microsoft een
inbreuk op de privacy van de Nederlandse burgers tot gevolg kan hebben zoals ook omschreven
in het Schrems arrest van het Europese Hof van Justitie?7
Antwoord 2
Dat er specifieke zorgen bestaan over de gegevensbeschermingsrisico’s bij het gebruik
van Amerikaanse clouddiensten begrijp ik, specifiek ook in het licht van de overwegingen
van het HvJEU in het Schrems-II arrest. Precies met die zorgen in het achterhoofd
worden DPIA´s en DTIA´s als die in het door u aangehaalde bericht worden besproken
uitgevoerd.
Het gaat mij echter te ver, zoals ook in antwoord op vraag 1 aan de orde komt, om
te stellen dat het gebruik van «Amerikaanse Clouddiensten» per definitie een privacy
schending oplevert. We hebben in EU-verband strikte regels om onze privacy te beschermen,
specifiek ook via de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Daar moeten alle partijen
die zich aan houden, ook Amerikaanse clouddiensten die onder het AVG-regime persoonsgegevens
verwerken. Per geval moet worden bezien of en hoe deze diensten rechtmatig gebruikt
kunnen worden.
Vraag 3
Deelt u daarom de mening, ook van Privacy Company, dat het gebruik van Amerikaanse
clouddiensten bij overheidssystemen en andere gevoelige sectoren als universiteiten
niet gewenst is wanneer dit over de uitwisseling of opslag van gevoelige ofwel bijzondere
persoonsgegevens gaat? Zo ja, kunt u aangeven welke concrete maatregelen u neemt om
dit gebruik te verminderen en daarbij specifiek ingaan op de inzet van versleuteling?
Zo nee, kunt u verder uitweiden waarom het bovengenoemde niet weg te nemen risico
wel toelaatbaar zou zijn?
Antwoord 3
Ik kan dergelijke algemene conclusies over alle Amerikaanse clouddiensten niet onderschrijven.
Daarbij komt dat die conclusie ook niet voortvloeit uit de voorliggende DPIA. Deze
indiceert namelijk dat er maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat er
bijzondere persoonsgegevens worden verwerkt in de onderzochte diensten van Microsoft.
Hiertoe kunnen verschillende maatregelen worden genomen. Strategisch Leveranciersmanagement
Rijk (SLM Rijk) heeft hierover nader advies uitgebracht.8 Als deze maatregelen in acht worden genomen kunnen deze diensten in principe in overeenstemming
met de AVG worden gebruikt.
Daarnaast zal SLM Rijk er bij Microsoft op aandringen dat end to end-encryptie (E2EE)
voor groepsgesprekken in Microsoft Teams wordt gerealiseerd, zodat Microsoft Teams
ook geschikt kan worden gemaakt voor verwerking van bijzondere persoonsgegevens in
het geval daarvoor een juridische grondslag aanwezig is bij de organisatie die Microsoft
Teams inzet.
Vraag 4
Kunt u uitweiden over de verschillende overwegingen wat betreft de voor- en nadelen
van het gebruik van niet-Europese clouddiensten bij overheidssystemen en andere gevoelige
sectoren voor de uitwisseling of opslag van gevoelige of bijzondere persoonsgegevens?
Antwoord 4
Zoals aangekondigd in de I-strategie Rijk 2021–2025 wordt er momenteel een rijksbreed
strategisch cloudbeleid ontwikkeld en worden handreikingen/richtlijnen ontwikkeld
voor het gebruik van clouddiensten.9 In deze strategie wordt ook ingegaan op de uitwisseling van gegevens met derde landen.
Daarnaast voeren zoals hiervoor aangegeven de Europese gegevensbeschermingsautoriteiten
momenteel een gezamenlijk onderzoek uit naar het gebruik van clouddiensten door publieke
sector organisaties. Het is nog onzeker hoe zij de risico’s van het gebruik van clouddiensten
door overheden gaan beoordelen. Eind 2022 komt de European Data Protection Board (EDPB)
met een gezamenlijk rapport hierover.10 De uitkomsten van dit onderzoek kunnen meer inzicht geven in hoeverre het gebruik
van clouddiensten door overheidssystemen extra risico’s met zich mee brengt voor de
bescherming van persoonsgegevens.
Vraag 5
Zijn de juridische mogelijkheden voor oplossingen voor het Schrems arrest voldoende
verkend?
Antwoord 5
Mijn indruk is dat dit het geval is. Zo heeft de Europese Commissie in juni 2021 hernieuwde
«standard contractual clauses» voor internationale doorgifte gepubliceerd11, op basis waarvan gegevens op grond van «passende waarborgen» kunnen worden doorgegeven.12 Verder zijn ook de aanbevelingen van EDPB van groot belang geweest om de gevolgen
van het arrest goed te duiden en zorg te dragen voor de rechtmatige overdracht van
gegevens; niet alleen naar de VS maar naar alle derde landen waarvoor geen «adequaatheidsbesluit»
van de Europese Commissie bestaat.13
Als in antwoord op vraag 1 al gemeld is er recent een principeakkoord gesloten tussen
de Europese Commissie en de VS over een nieuw raamwerk voor trans-Atlantische datastromen.
Dat betekent niet dat er reeds een nieuw adequaatheidsbesluit is: daarvoor moet de
in artikel 45 AVG geformuleerde procedure worden gevolgd. Nederland heeft hierin als
lidstaat een rol via de comitologie procedure.14
Vraag 6
In hoeverre helpt de verdere ontwikkeling van het GAIA-X project om de technologische
autonomie van Europa te bevorderen? Welke risico’s zijn er dat Amerikaanse cloudbedrijven
diensten leveren binnen het GAIA-X project en zo alsnog de Europese technologische
autonomie beperken? Welke invloed heeft u hierop?
Antwoord 6
GAIA-X is een snelgroeiend privaat initiatief (een vereniging) onder Belgisch recht
met inmiddels meer dan 300 leden. Het doel van GAIA-X is het verbinden van Europese
cloudinfrastructuren en het vergemakkelijken van het delen van data. Daarbij is het
naleven van Europese regelgeving en waarden een kernpijler. Het initiatief draagt
bij aan veilige uitwisseling en verwerking van gegevens en verkleint waar wenselijk
de afhankelijkheid van niet-Europese spelers.
Nederland is goed vertegenwoordigd binnen het initiatief. Een groeiend aantal Nederlandse
partijen is lid. Dit betreft onder meer TNO, UvA, NEN, Leaseweb, Philips, AMS-IX,
Brainport Industries en Surf. Twee van de Nederlandse leden hebben plaats in GAIA-X
«Board of Directors» en kunnen daarmee meesturen op de ontwikkeling van GAIA-X. Daarnaast
kunnen Europese overheden met een Gaia-X hub, via de zogenoemde «Governmental Advisory
Board» van GAIA-X ook gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen. Nederland wordt hierin
door het Ministerie van EZK vertegenwoordigd.
Bedrijven uit niet-Europese landen kunnen ook bijdragen aan het GAIA-X initiatief.
Samenwerking tussen Europese en niet-Europese bedrijven kan immers ook tot een hoger
niveau van dienstverlening door Europese spelers op de markt leiden. Niet-Europese
partijen hebben echter geen stemrecht in het initiatief.
Naast Gaia-X is er ook het «PublicSpaces» initiatief. Hierin worden gebruikers en
burgers centraal geplaatst en worden publieke waarden: «open», «transparant» en «verantwoordelijk»,
meegenomen bij de ontwikkeling van technologische producten en diensten. We volgen
dit initiatief met interesse.
Vraag 7
Kunt u een update geven over de huidige mogelijkheden wat betreft Europese versleuteling
van clouddiensten die ervoor zouden kunnen zorgen dat Amerikaanse inlichtingendiensten
niet via niet-Europese clouddiensten zoals Microsoft bij de uitwisseling of opslag
van gevoelige ofwel bijzondere persoonsgegevens van Europese burgers zouden kunnen
komen? Hoe draagt het GAIA-X project hier verder aan bij?
Antwoord 7
De European Data Protection Board heeft in aanbevelingen over de «measures that supplument transfer tools to ensure compliance with the EU level of
protection of personal data» onder meer aan de hand van zogenaamde «use cases» inzicht gegeven in welke technische-, organisatorische- en contractuele maatregelen
kunnen worden genomen om doorgifte met «passende waarborgen» plaats te laten vinden.
Het versleutelen (besproken onder «use case 3») van de gegevens is één van de geïdentificeerde maatregelen.15 Per doorgifte dient te worden bezien óf, en zo ja welke, passende maatregelen (technisch,
organisatorisch of contractueel) kunnen worden genomen. In het in antwoord op vraag
4 genoemde rijksbreed strategisch cloudbeleid, dat binnenkort naar uw Kamer zal worden
gestuurd, zal hieraan expliciet aandacht gegeven worden.
Het GAIA-X initiatief draagt bij aan het verbinden van Europese cloudinfrastructuren
en het vergemakkelijken van datadelen. De wijze van versleuteling van data kan een
rol spelen bij de keuze voor een aanbieder van clouddiensten en of risico verminderen.
Door het GAIA-X initiatief zullen naar verwachting nieuwe soorten clouddiensten ontstaan,
waardoor er voor bedrijven en eindgebruikers meer keuzemogelijkheden zijn om diensten
af te nemen. Door GAIA-X is in december 2021 aangekondigd dat labels ontwikkeld worden
om o.a. genoemde toegangsrisico’s te mitigeren via andere maatregelen.16
Vraag 8
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.