Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen de leden Ceder en Van der Staaij over ‘digitale vervolging’ door in elk geval China en Rusland, en over de arrestatie van een 90-jarige priester door de Chinese autoriteiten
Vragen van de leden Ceder (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over «digitale vervolging» door in elk geval China en Rusland, en over de arrestatie van een 90-jarige priester door de Chinese autoriteiten (ingezonden 7 juni 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 29 juni 2022).
Vraag 1
Herkent u het beeld dat geschetst wordt in het rapport «The Worldwide Web of Chinese
and Russian Information Controls»1 en dat ook blijkt uit rapporten van Christian Solidarity Worldwide (CSW), Kerk in
Nood, Open Doors en anderen2 dat informatietechnologie in landen als China, Rusland, maar ook in talloze andere
landen gebruikt wordt om grondrechten op ingrijpende wijze te beperken?
Antwoord 1
Ja, het kabinet deelt de zorgen over de vergaande toepassing van (cyber)surveillance
en de negatieve gevolgen die dat kan hebben voor de grondrechten van burgers wereldwijd.
Vraag 2
Herkent u dat technologie die primair ingezet wordt voor bijvoorbeeld een pandemie,
ook wordt ingezet voor andere doeleinden zoals het monitoren van mensen?
Antwoord 2
Ja, die risico’s zijn er zeker. Naar de mening van het kabinet bieden de in China
geldende regelgeving omtrent het verzamelen van persoonsgegevens als onderdeel van
de Cyber Security wetgeving, en een specifieke richtlijn hoe om te gaan met data in
tijden van Covid-19, onvoldoende waarborgen voor de gebruiker. Het is bekend dat (cyber)surveillance
in China wordt ingezet voor het monitoren van onder andere religieuze en etnische
minderheden en dissidenten. Ook de applicaties die voor pandemiebestrijding zijn ontworpen
kunnen voor dergelijke doeleinden worden ingezet. Recente berichtgeving3 over Chinese demonstranten waarvan de gezondheidsapp op rood werd gezet wijst erop
dat misbruik in de praktijk voorkomt.
Vraag 3
Welke mogelijkheden ziet u om landen als China, Rusland maar ook andere autoritair
geleide staten aan te spreken op het gebruik van technische middelen om religieuze
minderheden, mensenrechtenverdedigers, journalisten en anderen te volgen, te intimideren,
uit te sluiten en te vervolgen?
Antwoord 3
Nederland spreekt zich zowel in bilateraal als in multilateraal verband uit tegen
dergelijk misbruik. Deze problematiek werd ook genoemd in de gezamenlijke verklaring
over de mensenrechtensituatie in China die Nederland op 14 juni namens 47 landen heeft
voorgelezen in de VN Mensenrechtenraad.4 In deze verklaring uiten Nederland en de grote groep landen die zich bij de verklaring
heeft aangesloten hun ernstige zorgen over de mensenrechtensituatie in China, in het
bijzonder in Xinjiang. Mede gezien de recente publicatie van de Xinjiang Police Files en het bezoek van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten aan China en Xinjiang
afgelopen maand acht het kabinet het van groot belang dat hiervoor internationale
aandacht wordt gevraagd en heeft het deze voortrekkersrol op zich genomen.
Vraag 4
Hoe werkt het «sociaal kredietsysteem» in China? Heeft u zorgen over a) het systeem
en b) de huidige toepassing ervan?
Antwoord 4
Op dit moment is er (nog) geen sprake van één centraal sociaal kredietsysteem in China.
Er zijn privébedrijven die via apps (financiële) diensten aanbieden waarbij gebruikers
een individuele kredietscore krijgen. Daarnaast bouwen de Chinese centrale overheid
en lokale overheden verschillende systemen om het gedrag van bedrijven maar ook burgers
te beïnvloeden, onder andere met strafmaatregelen zoals het niet kunnen boeken van
trein- en vliegtickets en hotels, weigering van bepaalde banen of exclusieve scholen,
of weigering van leningen. De mogelijkheid bestaat dat de Chinese overheid op termijn
al deze systemen en informatie in één centrale databank verenigt die gebruikt kan
worden om het gedrag van burgers in de gaten te houden, te belonen en te bestraffen.
Wat de toepassing van sociaal krediet en surveillance in China betreft, ziet het kabinet
risico’s voor de fundamentele vrijheden, privacy en mensenrechten van Chinese burgers
en buitenlandse personen die zich in China bevinden.
De Nederlandse ambassade en de consulaten-generaal in China staan in nauw contact
met Nederlandse burgers en bedrijven in China. Hierdoor kunnen zij tijdig eventuele
negatieve gevolgen van het Chinese beleid en regelgeving, zoals het sociaal kredietsysteem,
signaleren.
Vraag 5
Welke conclusies trekt u uit de gegevens die zijn verkregen uit een inbraak in computersystemen
van de politie in Xinjiang over de inzet van technologie om de Oeigoerse bevolking
te controleren op geloofs- of culturele uitingen?5
Antwoord 5
De nieuwe beelden van de onderdrukking van de Oeigoerse gemeenschap in Xinjiang in
de Xinjiang Police Files zijn schokkend en bevestigen de reeds bestaande ernstige zorgen bij het kabinet over
de mensenrechtensituatie in Xinjiang. Het kabinet heeft direct na publicatie van deze
nieuwe informatie publiekelijk deze zorgen kenbaar gemaakt.6
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de aanwijzingen uit het onderzoek naar deze gegevens, waaruit blijkt
dat mensen gevangenisstraf krijgen op grond van het feit dat ze hun telefoon niet
meer gebruiken en daardoor niet meer te volgen zijn?7
Antwoord 6
Ook deze ontwikkelingen acht het kabinet schokkend en ziet daarin een bevestiging
van de bestaande zorgen.
Vraag 7
Zijn de huidige mechanismen afdoende om bedrijven en hun waardeketens te controleren
en waar nodig actie te ondernemen als techniek gebruikt wordt voor inbreuk op mensenrechten?
Antwoord 7
Een belangrijk mechanisme om ongewenst gebruik van techniek tegen te gaan is exportcontrole.
Daarbij is in dit geval met name exportcontrole op cybersurveillancegoederen relevant.
In het geval van cybersurveillancegoederen wordt gebruik in verband gebracht met binnenlandse
repressie of het plegen van ernstige schendingen van de mensenrechten en het internationaal
humanitair recht. De export van bepaalde cybersurveillancegoederen wordt om die reden
reeds gecontroleerd in de herziene Dual-use Verordening (EU) 2021/821. Daarnaast biedt
de verordening EU-lidstaten de mogelijkheid om een ad hoc exportvergunningplicht in
te stellen wanneer er een reëel risico bestaat dat nog niet gecontroleerde technologie
van in de EU gevestigde bedrijven bijdraagt aan ongewenst gebruik. Momenteel wordt
in EU-verband de implementatie en toepassing van deze wettelijke mogelijkheid uitgewerkt.
Daarnaast verwacht het kabinet van alle Nederlandse bedrijven die internationaal ondernemen
dat zij de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights toepassen. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk om risico’s voor mens en milieu in
hun internationale ketens te identificeren, prioriteren en aan te pakken. Aangezien
er geen sprake is van een wettelijke verplichting, kan hierop geen toezicht worden
gehouden.
Nederlandse bedrijven die gebruik maken van ondersteuning van het handelsinstrumentarium
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken moeten de OESO-richtlijnen voor multinationale
ondernemingen onderschrijven. Ook worden bedrijven die steun krijgen (in de vorm van
financiering/subsidies, exportkredietverzekering of deelname aan handelsmissies) getoetst
aan de hand van een set van IMVO-criteria, gebaseerd op de OESO-richtlijnen.
Vraag 8
Welke mogelijkheden ziet u voor de speciaal gezant voor vrijheid van religie en levensovertuiging
om eenexpertmeeting over digitale vervolging te organiseren met Europese en andere collega’s om zo tot
beleidsafstemming te komen?
Antwoord 8
Nederland zal ter gelegenheid van de ministeriële conferentie ter bevordering van
«International Freedom of Religion and Belief» (juli 2022) voor deze problematiek aandacht vragen. Het thema «technologie» krijgt
daar al aandacht.
Vraag 9
Welke gevolgen moet de kennis uit genoemde bronnen hebben voor het beleid ten aanzien
van China, of het nu gaat om handels- of om politieke relaties? Hoe dienen Nederland
en de EU zich tot deze feiten te verhouden?
Antwoord 9
Zoals omschreven in de Strategic Outlook van de EU van maart 2019 beschouwt de EU
China tegelijkertijd als samenwerkingspartner voor mondiale uitdagingen, als concurrent
voor ons verdienvermogen op de lange termijn en als systeemrivaal voor onze (economische)
veiligheid en waarden. Het kabinet hanteert in het beleid ten aanzien van China dezelfde
drieslag. Als gevolg van de ontwikkelingen sindsdien, is de balans in de betrekkingen
aan het verschuiven. Zowel binnen de EU als in Nederland wordt meer nadruk gelegd
op het beschermen van onze waarden, belangen en veiligheid en op statelijke dreigingsaspecten.
Daarnaast vraagt de verslechterende mensenrechtensituatie in China om meer aandacht.
Op Europees en op nationaal niveau zijn daarom maatregelen genomen om de weerbaarheid
te vergroten, maar ook om mensenrechten beter mee te laten wegen in de economische
betrekkingen. Voorbeelden zijn het recente wetgevende voorstel van de Europese Commissie
inzake de corporate
sustainability due diligence directive (CSDDD) en de voorbereiding van wetgeving om producten die gemaakt zijn met dwangarbeid
te weren van de Europese markt.
Dat neemt niet weg dat China een belangrijke handelspartner en concurrent blijft,
met wie samenwerking op basis van gedeelde belangen leidt tot economische groei en
welvaart. De wederzijdse afhankelijkheid biedt, naast de risico’s, ook de mogelijkheid
om de dialoog aan te gaan en te blijven zoeken naar wederzijds engagement. Daarnaast
is samenwerken met China van groot belang om mondiale uitdagingen aan te gaan, zoals
op het gebied van klimaat en het realiseren van de UN Sustainable Development Goals.
Vraag 10
Bent u overigens bereid om opheldering te vragen bij de Chinese autoriteiten over
de arrestatie van de katholieke priester Joseph Zen?8 Bent u er ook toe bereid om dit bij uw collega’s binnen de Raad Buitenlandse Zaken
aan te kaarten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Kardinaal Zen werd op 11 mei jl. gearresteerd door de politie van Hongkong, tegelijk
met vijf andere oud-bestuursleden van een inmiddels opgeheven fonds dat was opgericht
om bijstand te verlenen aan opgepakte en veroordeelde demonstranten uit de protestbeweging
van 2019. Tijdens een rechtszitting op 24 mei werd Zen op borgtocht vrijgelaten. Nederland
en de EU volgen de zaak nauwgezet. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenland
en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, sprak namens de EU zijn grote zorgen uit over
de arrestatie en riep op de fundamentele rechten te beschermen. Een vertegenwoordiger
van het Nederlandse consulaat-generaal in Hongkong was aanwezig bij de zitting, samen
met vertegenwoordigers van andere consulaten-generaal in Hongkong, in lijn met de
raadsconclusies van juli 2020. Op 9 augustus worden Zen en overige betrokkenen weer
voorgeleid voor een «pre-trial review». Naar verwachting vindt het eigenlijke proces
plaats tussen 19 en 23 september. Nederland en de EU zullen deze rechtszittingen aandachtig
blijven volgen en wanneer nodig in de Raad Buitenlandse Zaken opbrengen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.