Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over de mobiele netwerkdekking in Termunten (Groningen)
Vragen van het lid Inge vanDijk (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «KPN en gemeente komen er niet uit: mobiel bereik in Termunten blijft slecht» (ingezonden 24 mei 2022).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 28 juni
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «KPN en gemeente komen er niet uit: mobiel bereik in
Termunten blijft slecht»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u zich de schriftelijke vragen van de leden Van den Berg en Kuik (beiden CDA)
van 15 oktober 2020 herinneren naar aanleiding van het bericht «Termunten is slecht
bereik zat: «We moeten op de dijk staan om te kunnen bellen»» van RTV Noord?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke acties er tussen 2020 en heden zijn ondernomen om het mobiel
bereik in Termunten en Termunterzijl te verbeteren? Wilt u hierbij ook stilstaan bij
uw eigen rol? Hoe heeft het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat bijgedragen
aan het oplossen van de bereikbaarheidsproblemen?
Antwoord 3
Ik heb hierover gesproken met de gemeente Eemsdelta en de drie mobiele netwerkaanbieders
KPN, T-Mobile en VodafoneZiggo. Daaruit blijkt dat er de afgelopen anderhalf jaar
in onderling overleg is gezocht naar mogelijke locaties voor het plaatsen van één
of meerdere opstelpunten in de omgeving van Termunten. In dat kader hebben mobiele
netwerkaanbieders gezocht naar locaties die de dekking zo veel als mogelijk zouden
verbeteren. Voor de verschillende netwerkaanbieders was dat overigens niet telkens
dezelfde locatie. Dat heeft te maken met het feit dat het nieuwe opstelpunt moet passen
bij de reeds bestaande opstelpunten in de omgeving van Termunten. Wanneer opstelpunten
van een netwerkaanbieder te dicht op elkaar staan kan dat bijvoorbeeld leiden tot
onderlinge verstoring.
De gemeente Eemsdelta voert beleid om de ruimtelijke impact van opstelpunten te minimaliseren.
Dit betekent dat ze er op stuurt om mobiele netwerkaanbieders en andere aanbieders
van draadloze communicatiesystemen zo veel als mogelijk gebruik te laten maken van
dezelfde opstelpunten. In dit kader heeft zij er op gestuurd om de drie mobiele netwerkaanbieders
gebruik te laten maken van een opstelpunt vlakbij Baamsum3. Zowel T-Mobile als VodafoneZiggo hebben besloten om daar gebruik van te maken, hoewel
zij bij voorkeur een andere locatie hadden gebruikt. KPN heeft niet voor dit opstelpunt
gekozen. Over een ander opstelpunt dat KPN een grotere verbetering van de dekking
moet opleveren vinden nog gesprekken plaats tussen KPN en de gemeente.
Het opstelpunt bij Baamsum was naar ik begrijp voor geen van de drie mobiele netwerkaanbieders
ideaal. Zowel T-Mobile als VodafoneZiggo verwachten wel dat hun netwerkdekking in
Termunten zal verbeteren zodra zij dit opstelpunt in gebruik nemen.4 Wel houden zij er rekening mee dat er desondanks plekken in Termunten blijven waar
de dekking matig blijft. Voor zover zich dat voordoet, zal dat voornamelijk binnenshuis
zijn.
U heeft verder gevraagd om stil te staan bij mijn rol in dit soort situaties. Op grond
van het coalitieakkoord is het mijn rol om ervoor te zorgen dat er snel internet in
alle delen van Nederland is. Dit past ook bij het bestaande beleid om te streven naar
kwalitatief hoogwaardige connectiviteit voor iedereen in Nederland.5 Dit vergt een mix van mobiele en vaste connectiviteit. Er zijn immers inherente beperkingen
aan de dekking die mobiele netwerken kunnen bieden.6 Daardoor kan het voorkomen dat er plekken in Nederland zijn, en blijven, waar de
mobiele netwerkdekking niet optimaal is en mobiel bellen en/of internet niet goed
werkt.
Op sommige plekken, zoals in Natura2000-gebieden, accepteer ik dat.7 Maar thuis moeten mensen uiteraard de mogelijkheid hebben om te bellen en te internetten.
Indien mobiele netwerkdekking daar om verklaarbare redenen ontbreekt of tekort schiet,
is het belangrijk dat mensen toegang hebben tot hoogwaardige connectiviteit via vaste
netwerken. Dan kunnen ze bijvoorbeeld via WiFi internetten en bellen. Daarbij merk
ik wel op dat bellen via WiFi helaas nog onvoldoende voorspelbaar werkt. Zoals ik
in mijn brief over de motie Inge van Dijk-Rajkowski heb aangegeven, zet ik er op in
om dat de komende jaren te verbeteren.
Ik hecht er verder aan om te benadrukken dat het afgeven van een (omgevings)vergunning
voor het bouwen van een opstelpunt een bevoegdheid is van gemeenten. Bij het bouwen
van een opstelpunt spelen vaak diverse belangen een rol. Waaronder het belang van
goede connectiviteit, maar ook de belangen van omwonenden, andere inwoners van een
gemeente, en de kwaliteit van de leefomgeving.
Het maken van die belangenafweging kan het beste worden gedaan door de gemeente. Het
is uiteraard wel belangrijk dat wethouders, raadsleden, de gemeente, en de inwoners,
begrijpen hoe mobiele netwerkdekking wordt gerealiseerd. Het kan bijvoorbeeld voorkomen
dat het verbeteren van de mobiele netwerkdekking een zekere mate van horizonvervuiling
noodzakelijk maakt omdat er een antennemast moet worden geplaatst.
Daarom moedig ik gemeenten aan om lokaal antennebeleid te maken, waarin dergelijke
belangenafwegingen worden opgenomen. Hiertoe heeft het Antennebureau in nauwe afstemming
met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), gemeenten en Monet de voorbeeldnota
gemeentelijk antennebeleid vervaardigd.8 Deze voorbeeldnota helpt gemeenten door middel van voorbeeldteksten om eigen lokaal
antennebeleid op te stellen. Dat gaat primair over de invulling van gemeentelijke
uitgangspunten bij de plaatsing van (omgevings)vergunningplichtige antennes. Deze
voorbeeldnota wordt door het Antennebureau onder de aandacht gebracht van gemeenten
via voorlichtingsbijeenkomsten, cursussen en kenniscafés.
Verder deel ik samen met het Antennebureau kennis en informatie met gemeenten over
de plaatsing van antennes en de rol van gemeenten. Dit gaat via websites en nieuwsbrieven.9 Agentschap Telecom heeft verder een handreiking voor gemeenten die hen kan helpen
om de mobiele bereikbaarheid in hun gemeente te verbeteren.10 De mobiele netwerkaanbieders brengen dit soort kennis ook over aan lokale politici,
gemeenten, en inwoners in de contacten met hun. Ten slotte organiseer ik ieder kwartaal
met de VNG, gemeenten en mobiele operators een antennebeleidsoverleg, waarin de kansen
en uitdagingen rond de uitvoeringspraktijk van de aanleg van mobiele netwerken wordt
besproken.
Vraag 4
Wat kunnen u en/of het Agentschap Telecom doen om de patstelling tussen de gemeente
Eemsdelta en KPN te doorbreken, zodat inwoners van alle kernen verzekerd zijn van
goed mobiel bereik, van voldoende niveau om in elk geval alarmnummer 112 te kunnen
bellen? Bent u in ieder geval bereid op korte termijn in overleg te treden met de
gemeente en met Monet, de branchevereniging van mobiele netwerkoperators?
Antwoord 4
Voor zover ik begrijp is er geen sprake van een patstelling tussen de gemeente Eemsdelta
en KPN. Beide zijn nog met elkaar in gesprek. Ik heb met de gemeente Eemsdelta besproken
dat het voor een optimale mobiele netwerkdekking nodig kan zijn om de plaatsing van
een opstelpunt dichter bij Termunten te faciliteren. De gemeente realiseert zich dat.
Hierover lopen nog gesprekken.
De bereikbaarheid van 112 is naar mijn weten niet in gevaar. Het kan echter voorkomen
dat sommige inwoners van Termunten binnenshuis een matige mobiele netwerkdekking ervaren.
Maar dit betekent niet dat zij 112 niet kunnen bereiken. De bereikbaarheid van 112
is niet afhankelijk van de dekking van je eigen mobiele netwerkaanbieder. Als je eigen
provider geen dekking biedt, dan wordt de oproep naar 112 door een ander mobiel netwerk
opgepakt.11 En voor zover er inwoners van Termunten zijn die – zelfs na de ingebruikname van
het opstelpunt bij Baamsum door T-Mobile en VodafoneZiggo – thuis toch geen enkele
mobiele netwerkdekking hebben, blijft het advies om een vaste telefoonlijn aan te
houden.12
Vraag 5
Welke signalen hebt u in het afgelopen jaar ontvangen over of uit gemeenten waar zich
vergelijkbare dekkings-/bereikbaarheidsproblemen voordoen? Deelt u de mening dat goed
mobiel bereik en snel internet een basisvoorziening zijn, waar elke Nederlander, ongeacht
woonplaats, op zou moeten kunnen rekenen?
Antwoord 5
Ik heb het afgelopen jaar – via Kamervragen – enkele meldingen gehad van mensen die
dekkingsproblemen ervaren. Ook via Postbus 51 zijn er vragen binnengekomen.
Ik ben van mening dat iedereen in Nederland toegang moet hebben tot kwalitatief hoogwaardige
connectiviteit. Zoals in antwoord 3 is toegelicht, is het daarvoor noodzakelijk om
in te zetten op een mix van vaste en mobiele connectiviteit. De dekkingseis die ik
in de 700 MHz-vergunningen heb gesteld is bijvoorbeeld expliciet bedoeld om een verbetering
te brengen in de mobiele netwerkdekking op onrendabele locaties.
Vraag 6
Waarom hebt u de motie van de leden Inge van Dijk (CDA) en Rajkowski (VVD), die de
regering verzoekt voor 1 januari 2022 met voorstellen te komen om de «witte gebieden»
in Nederland te ontsluiten, zodat voldaan kan worden aan de ondergrens van mobiele
bereikbaarheid, namelijk 112 te kunnen bellen, nog steeds niet uitgevoerd?13 Bent u bereid hier prioriteit aan te geven en ervoor te zorgen dat de motie voor
Prinsjesdag 2022 is uitgevoerd en de Kamer is geïnformeerd?
Antwoord 6
Ik heb uw Kamer hier recent over geïnformeerd in mijn brief over de moties Inge van
Dijk c.s. en Inge van Dijk-Rajkowski.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.