Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kops over de warmtepompplicht
Vragen van het lid Kops (PVV) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de warmtepompplicht (ingezonden 19 mei 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), mede namens
de Minister voor Klimaat en Energie (ontvangen 28 juni 2022).
Vraag 1
Deelt u de conclusie dat de klimaatdwang met de dag omvangrijker en ingrijpender wordt,
en dat de door u aangekondigde warmtepompplicht daar het zoveelste voorbeeld van is?
Beseft u dat u de Minister voor Volkshuisvesting bent – die zich primair bezig hoort
te houden met woningbouw – en niet de Minister voor Klimaatdwang?1
Antwoord 1
Wij delen deze conclusie niet. Om te voldoen aan de afspraken uit het Klimaatakkoord
en de ambities uit het coalitieakkoord zullen we allemaal moeten bijdragen aan een
duurzamere energievoorziening met minder CO2-uitstoot. Het stellen van een heldere norm biedt leveranciers, installateurs en woning-
en gebouweigenaren een duidelijk perspectief.
Vraag 2
Deelt u de mening dat een warmtepompplicht erop duidt dat huishoudens niet op uw klimaatdictaten
zitten te wachten? Vindt u dan ook dat verduurzaming altijd vrijwillig moet zijn én
blijven?
Antwoord 2
Nee, wij delen deze mening niet. De huidige gasprijzen raken mensen hard in hun portemonnee,
en ook om geopolitieke redenen is het belangrijk om het gebruik van aardgas te verminderen.
Dit vertaalt zich momenteel al in een enorme vraag naar (hybride) warmtepompen. De
vorm van normering die vanaf 2026 wordt ingevoerd stelt aanvullende eisen aan de verwarmingsinstallatie
op moment van vervangen. Dit betekent dat de nieuwe installatie efficiënter zal zijn
dan de cv-ketel. De huiseigenaar is vrij om te kiezen welke installatie dit wordt
en er gelden uitzonderingen wanneer het niet haalbaar is.
Vraag 3
Hoe kunt u huishoudens ongevraagd opzadelen met enorme kostenposten (niet alleen voor
de aanschaf van een warmtepomp, maar óók voor de noodzakelijke aanpassingen aan de
woning), terwijl diezelfde huishoudens amper nog de eindjes aan elkaar kunnen knopen?
Waaruit blijkt dat deze huishoudens voor uw warmtepompplannetjes flink in de buidel
willen én kunnen tasten?
Antwoord 3
Voor veel mensen zal de investering in de hybride warmtepomp zich terugverdienen via
een lagere energierekening. Daarnaast zorgen we ervoor dat het voor iedereen mogelijk
is om te kunnen investeren in een hybride warmtepomp, onder andere via het aanbieden
van een investeringssubsidie (ISDE) en door financiering te verstrekken via het Nationaal
Warmtefonds.
Vraag 4
Wat gebeurt er als huishoudens de warmtepompplicht aan hun laars lappen en tóch alleen
een volledig op gas gestookte cv-ketel installeren? Wat gaat u dan doen?
Antwoord 4
De handhaving van de normering gaan we de komende tijd verder uitwerken.
Vraag 5
Wat houdt de «uitzonderingsmogelijkheid voor woningen die niet geschikt zijn» precies
in? Welke woningen zijn volgens u niet voor een warmtepomp geschikt?
Antwoord 5
Een woning is niet geschikt als het economisch, technisch of functioneel niet haalbaar
is om aan de normering te voldoen. Dat houdt in dat de duurzame installatie goed in
de woning moet kunnen worden geïnstalleerd en de woning goed moet verwarmen tegen
aanvaardbare kosten. We gaan deze uitgangspunten in de komende periode verder uitwerken.
Daarnaast komt er een uitzonderingsmogelijkheid voor woningen die binnen aanzienlijke
tijd op een warmtenet worden aangesloten.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de stelling van Vereniging Eigen Huis: «De meeste woningen die na
1995 zijn gebouwd, zijn goed geïsoleerd en hebben energielabel B [en zijn geschikt
voor een warmtepomp]»?2 Hoe zit het dan met de geschiktheid van woningen van vóór 1995, oftewel verreweg
de meeste woningen in Nederland?
Antwoord 6
Wij onderschrijven de uitspraak van Vereniging Eigen Huis. Het is goed om hier onderscheid
te maken tussen een hybride warmtepomp en volledig elektrische warmtepomp. Uw vraag
gaat over de geschiktheid van woningen voor een volledig elektrische warmtepomp. Het
klopt dat veel woningen die zijn gebouwd na 1995 vaak goed zijn geïsoleerd. Voordat
u een volledig elektrische warmtepomp aanschaft is het belangrijk dat de woning naast
isolatie ook een laagtemperatuur afgiftesysteem heeft en goede ventilatie. Woningen
van vóór 1995 variëren sterk in energielabel. De hybride warmtepomp kan in veel gevallen
worden ingezet voor ruimteverwarming.
Vraag 7
Kunt u een overzicht verstrekken van de gemiddelde kosten van de verschillende typen
warmtepompen, hun energieverbruik inclusief installatie én inclusief de noodzakelijke
aanpassingen aan de woning (renovatie/isolatie)?
Antwoord 7
De consumentenbond heeft eerder dit jaar een artikel gedeeld waarin verschillende
hybride warmtepompen zijn getest. Hierin zijn zowel type, aanschafprijs en terugverdientijd
in meegenomen. Graag verwijs ik u naar dit artikel.3 De belangrijkste conclusie die hieruit volgde is dat er met een hybride warmtepomp
flink kan worden bespaard.
Vraag 8 en 9
Hoeveel gas bespaart een gemiddeld huishouden met een (hybride) warmtepomp en wat
doet dat met de energierekening?
Hoeveel méér elektriciteit verbruikt een gemiddeld huishoudens met een (hybride) warmtepomp
en wat doet dat met de energierekening?
Antwoord 8 en 9
Hierbij beantwoord ik graag vraag 8 en 9 in een keer.
Uit het in februari jl. verschenen rapport van de Installatiemonitor met praktijkgegevens
van hybride warmtepompen4 blijkt het volgende: De hybride warmtepomp voorziet in de praktijk in 60% van de
gemiddelde jaarlijkse warmtevraag voor ruimteverwarming. De overige 40%, evenals de
tapwatervraag, wordt ingevuld door de gasketel. De SCOP van hybride warmtepompen is
gemiddeld over een jaar over de verschillende woningtypen 3,8, wat betekent dat met
1 kWh elektriciteit 3,8 kWh warmte wordt geleverd. Toepassing van een hybride warmtepomp
betekent daarmee gemiddeld een meerverbruik van 2,3 kWh aan elektriciteit voor iedere
m3 aardgas die wordt bespaard.
Een gemiddelde woning op gas gebruikt nu 1.450 m3 aardgas (Milieu Centraal). Hiervan is ca 250 m3/jaar voor tapwater. Dit zal dus leiden tot een gasbesparing van ca 720 m3/jaar, waar 1.660 kWh aan elektriciteit voor de hybride warmtepomp voor in de plaats
komt.
Bij een gasprijs van 1 euro per m³ en stroomprijs van 22 cent wordt dus 720 Euro aan
gas bespaard en 365 euro extra aan elektriciteit uitgegeven, een netto besparing van
ca 350 euro per jaar. De huidige gasprijs (> 2 euro per m3) en elektriciteitsprijs (> 0,50 euro per kWh) resulteert in een jaarlijkse besparing
van gemiddeld 600 euro.
Vraag 10
Bent u bekend met de eerdere conclusies van het Planbureau voor de Leefomgeving dat
deze verduurzaming «voor vrijwel niemand rendabel is» en dat «de investering zelfs
over een periode van 30 jaar niet terug te verdienen is»?5 Kortom: kunt u uw uitspraak onderbouwen dat verduurzaming, zoals het installeren
van een warmtepomp, goed zou zijn voor de portemonnee?
Antwoord 10
Ik ben bekend met het onderzoek van PBL, maar zou hier twee belangrijke opmerkingen
bij willen plaatsen. Allereerst hebben deze bevindingen geen betrekking op de installatie
van (hybride) warmtepompen. PBL heeft destijds gekeken naar de kosten versus opbrengsten
van het verduurzamen van de gehele woning direct naar aardgasvrij en dus niet naar
het installeren van een efficiëntere installatie op zichzelf. Bovendien zijn deze
conclusies inmiddels enigszins verouderd omdat zij gebaseerd zijn op veel lagere gasprijzen
die dankzij de geopolitieke situatie niet meer in de lijn der verwachting liggen.
Ten slotte zijn deze conclusies gedaan voordat het subsidie-instrumentarium voor onder
andere isolatie en het investeringsinstrumentarium buiten de wijkaanpak flink zijn
uitgebreid in het najaar van 2021 en in afspraken uit het Coalitieakkoord.
Onderzoeken van o.a. de Nederlandse Verwarmingsindustrie en van DWA6 laten zien dat de investering in een hybride warmtepomp zich kan terugverdienen in
10–15 jaar. Dit is gerekend met gasprijzen van voor de oorlog in Oekraïne. Momenteel
is de terugverdientijd gemiddeld daarom veel korter. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt
met o.a. de installatie- en fabrikantenbranche om te komen tot opschaling van installaties
en vakbekwame installateurs dit zal op termijn bijdragen nog verder bijdragen aan
kostendaling voor de bewoner.
Vraag 11
Bent u ervan op de hoogte dat wat Nederland met het verduurzamen van de gehele gebouwde
omgeving aan CO2 bespaart (3,4 Megaton in 2030), door China in slechts enkele uren (!) compleet teniet
wordt gegaan? Kortom: kunt u uw uitspraak onderbouwen dat het installeren van warmtepompen
goed zou zijn voor het klimaat? Wat is dan precies het mondiale klimaateffect?
Antwoord 11
Op basis van het Coalitieakkoord is er een indicatieve opgave vastgesteld voor de
gebouwde omgeving in 2030. Deze opgave is het bereiken van 10 Mton restemissie in
2030. Dat is meer dan de 3,4 Mton die was afgesproken in het Klimaatakkoord en waarmee
het doel was om op 15,3 Mton restemissie uit te komen in 2030. Klimaatverandering
wordt het best bestreden worden als alle landen bijdragen aan CO2-reductie en hier wordt internationaal hard aan gewerkt. Nederland zal ondertussen
haar eigen verantwoordelijkheid nemen. Ook in de gebouwde omgeving.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het tegengaan van de enorme woningnood veel urgenter is? Immers,
wat moet je met een warmtepomp als je überhaupt geen woning kunt krijgen? Dus wanneer
gaat u doen waarvoor u bent aangesteld, namelijk zorgen voor voldoende betaalbare
woningen, en stopt u met uw klimaatdwang?
Antwoord 12
Ik ben van mening dat zowel de verduurzaming van de gebouwde omgeving als het zorgen
voldoende betaalbare woningen belangrijk is. Voor de plannen voor woningbouw en betaalbaar
wonen verwijs ik u naar de programma’s op deze terreinen uit de Nationale Woon- en
Bouwagenda7
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.