Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over het toezicht op werken op hoogte
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het toezicht op werken op hoogte (ingezonden 16 mei 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 27 juni
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3152.
Vraag 1
Kunt u de capaciteitsinzet (fte) voor het domein Gezond en Veilig, zoals weergegeven
in het jaarverslag van de Nederlandse Arbeidsinspectie1, in de jaren 2018–2021 uitsplitsen naar sectoren en/of werkvelden, in het bijzonder
voor de werkvelden asbestsanering, bouw en de installatie van zonnepanelen?
Antwoord 1
Ten aanzien van capaciteit is een tweetal ontwikkelingen van belang: de forse uitbreiding
van de hele Nederlandse Arbeidsinspectie sinds 2018 en de doelstelling om ten aanzien
van de arbeidsomstandigheden 50% van de capaciteit in te zetten op meldingen & verzoeken
en 50% op actieve (preventieve) programma’s.
Het meerjarenplan 2019–20222 bevat een visueel inzichtelijke verdeling van de capaciteit over de programma’s,
waaronder die voor Asbest en Bouw en Infrastructuur, waarin ook de groei tot uitdrukking
komt. Het meerjarenplan bevat ook een visueel inzichtelijke verdeling van de capaciteit
over de verschillende disciplines die nodig zijn voor het toezicht en de opsporing.3
Voor het gemak zijn de figuren4 met de capaciteitsgroei en -verdeling in de bijlage herhaald.
De Arbeidsinspectie heeft, zoals grafiek 1 in de bijlage laat zien, een programma
Asbest en ook een programma voor Bouw en Infrastructuur. Voor de installatie van zonnepanelen
is geen afzonderlijk programma of project. Dit onderwerp komt aan bod als er meldingen
over gevaar of ongevallen zijn of als tijdens inspectiebezoeken door de inspecteur
een gevaarzetting wordt geconstateerd.
Vraag 2
Kunt u voor de meldingen van bedrijfsongevallen in 2017–20215 aangeven hoeveel van deze meldingen betrekking hadden op werken op hoogte en kunt
u voor de laatste aangeven hoeveel van deze meldingen onderscheidenlijk de werkvelden
asbestsanering, bouw en de installatie van zonnepanelen betrof?
Antwoord 2
In de periode van 2017 t/m 2021 hebben ongeveer 1.000 meldingen geleid tot een onderzoek
betrekking hebbend op bedrijfsongevallen met werken op hoogte. Dit betreft 9% van
het totaal aantal bedrijfsongevallen in de genoemde periode.
Daarnaast verwijs ik naar de monitor arbeidsongevallen 2015–2019 en de monitor arbeidsongevallen
2020 van de Arbeidsinspectie.6 Daaruit volgt een stabiel beeld dat het vallen van hoogte een van de belangrijkste
oorzaken is van gemelde ongevallen. Dit vindt met name plaats in de bouw. Daarbij
moet worden opgemerkt dat het bij deze monitoren uitsluitend gaat om ongevallen waarvoor
een aanvullende vragenlijst is ingevuld in het kader van monitoring.
Dit aantal is iets lager dan het daadwerkelijk aantal bij de Arbeidsinspectie gemelde
ongevallen, maar geeft voldoende inzicht in de cijfers en ontwikkelingen in het aantal
gemelde en onderzochte ongevallen.
Vraag 3
Bij welk deel van de in 2021 geconstateerde overtredingen bij asbestsaneringswerkzaamheden
betrof het de regels voor het werken op hoogte (Arbeidsomstandighedenbesluit: artikel 3.16
en paragraaf 2/2a/2b van afdeling 4, hoofdstuk 7)?
Antwoord 3
Bij ongeveer 20% van de in 2021 geconstateerde overtredingen bij asbestsaneringswerkzaamheden
betrof het de regels voor het werken op hoogte.
Vraag 4
Kunt u voor de jaren 2017–2021 inzicht geven in het aantal boetebeschikkingen voor
onveilig werken op hoogte in de werkvelden asbestsanering, bouw en de installatie
van zonnepanelen?
Antwoord 4
Voor die periode betreft het aantal boetebeschikkingen voor onveilig werken op hoogte
ongeveer 1.000. Daarvan had 9% betrekking op het werkveld asbestsanering. Voor het
overige zagen de boetebeschikkingen rond dit gevaar met name op het werkveld bouw.
Vraag 5
Kunt u aangeven hoeveel projecten en bedrijven geïnspecteerd zijn ten opzichte van
het totaal aan projecten en bedrijven in de afgelopen vijf jaar in de werkvelden asbestsanering,
bouw respectievelijk de installatie van zonnepanelen?
Antwoord 5
In de afgelopen vijf jaar zijn in totaal ongeveer 50.000 bedrijven geïnspecteerd.
Daarvan had 13% betrekking op de werkvelden asbestsanering en bouw.
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de extra inzet op het controleren van veilig werken op hoogte
bij de installatie van zonnepanelen concreet heeft betekend voor het aantal controles/de
handhavingscapaciteit in dit werkveld ten opzichte van de jaren ervoor?7
Antwoord 6
Overeenkomstig het adagium «van streepjes naar effect», ligt de focus van de Arbeidsinspectie
niet op capaciteit of het aantal controles, maar op het te bereiken effect: gezond
en veilig werk. Het inzichtelijk maken van effect is uiteraard ingewikkelder dan te
rapporteren over het aantal controles. Een concreet voorbeeld kan dit inzichtelijk
maken.
Een energiebedrijf verzorgt voor een bedrijf met veel dakoppervlakte de installatie
van zonnepanelen. Daarbij worden ook onderaannemers in de arm genomen. Tijdens een
inspectie constateren twee inspecteurs een onveilige werkwijze bij de werkzaamheden
op hoogte. Uit een gesprek met het energiebedrijf, dat de inspecteurs samen met een
specialist van het Inspectiebrede Kenniscentrum voeren, blijkt dat niet goed is nagedacht
over het veilig plaatsen van de zonnepanelen. De gekozen werkwijze blijkt niet acceptabel
voor de Arbeidsinspectie; de arbeidshygiënische strategie wordt niet goed gevolgd.
Zo is er bijvoorbeeld sprake van onvoldoende randbeveiliging en afscherming in de
nabijheid van lichtkoepels en lichtstraten. Deze situatie wordt aangetroffen op een
locatie in Noord Nederland. In dezelfde periode legt een inspecteur in Zuid Nederland
installatiewerkzaamheden van zonnepanelen stil vanwege valgevaar, welke in opdracht
van dezelfde opdrachtgever blijkt plaats te vinden. Daarnaast komt in het oosten van
het land een melding binnen over een gevaarlijke situatie bij installatiewerkzaamheden.
Wanneer de inspecteur ter plaatse langs gaat, worden ook daar de installatiewerkzaamheden
stilgelegd.
Het bij elkaar brengen van informatie en de stapeling van gevaarlijke situaties leidt
tot een gesprek met de opdrachtgever en ondernemers.
Dit heeft als resultaat opgeleverd dat bij de werkzaamheden extra en overall toezicht
komt door de opdrachtgever. Ook het bedrijf op wiens panden zonnepanelen worden aangelegd,
gaat toezicht op de werkzaamheden uitvoeren. Naar aanleiding van het stilgelegde werk
is er een procedure opgesteld waarbij personen die op het dak willen komen extra worden
geïnstrueerd. De panden staan volledig in de dakrandbeveiliging, zowel aan de binnenzijde
als ook aan de buitenzijde (zoals het hoort). Voor het werken in de nabijheid van
de daklichtkoepels, wordt gebruikt gemaakt van een harnasgordel met gebiedsbeperking,
aangezien het systeem van de legrichting van de zonnepanelen daar niet meer veranderd
kan worden. Nadat de inspecteurs ter plaatse zijn geweest, worden de stilleggingen
opgeheven. Naast een verbetering van de werkomstandigheden op drie locaties waar de
Arbeidsinspectie aanwezig was, levert de aangepaste werkwijze van de opdrachtgever
verbetering op voor in ieder geval tientallen daken van het bedrijf op wiens panden
zonnepanelen worden aangelegd.
Zowel in het programma Bouw en Infrastructuur als in het programma Asbest is de afgelopen
jaren brede ervaring opgedaan met een ketenbenadering, waarvan bovenstaande situatie
een voorbeeld is. In de programmarapportages zal op de resultaten worden ingegaan
bij afronding van de programma’s in 2022 respectievelijk 2023. Vooruitlopend daarop
kan de Arbeidsinspectie een technische briefing over beide programma’s verzorgen indien
uw Kamer dat wenst.
Vraag 7
Kunt u voor dit jaar voor de onderscheiden werkvelden/sectoren meer inzicht geven
in hoeveel fte actief is met toezicht in deze werkvelden/sectoren, in het bijzonder
voor de werkvelden asbestsanering, bouw en de installatie van zonnepanelen?
Antwoord 7
Eind 2022 zal de capaciteit van de Arbeidsinspectie circa 1570 fte zijn. De verdeling
over de verschillende disciplines is dan grosso modo, zoals in grafiek 2 in de bijlage
weergegeven.
Uitgaande van de toedeling van alle disciplines aan de programma’s, geldt dat van
de totale capaciteit voor het domein gezond & veilig werk circa 50% voor inspectiewerk
naar aanleiding van meldingen en verzoeken («reactief/responsief») is en circa 50%
voor risicogestuurd («actief») inspectiewerk. Van de actieve capaciteit gaat circa
6% naar het programma Bouw en circa 9% naar het programma Asbest.
De verdeling van capaciteit over de programma’s vloeit voort uit de inspectiebrede
risicoanalyse (IRA 4.0) en de omgevingsanalyse (OMA). Daarin wordt gewogen hoe de
risico’s waar programma’s zich op richten, zich qua zwaarte tot elkaar verhouden.8
In het najaar wordt het nieuwe meerjarenplan opgesteld en naar de Tweede Kamer gezonden.
Bijlage
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.